Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2017 - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34550 X - Vaststelling begroting Defensie 2017.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2017 ; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting |
---|---|
Documentdatum | 20-09-2016 |
Publicatiedatum | 20-09-2016 |
Nummer | KST34550X2 |
Kenmerk | 34550 X, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 550 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2017
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Inhoudsopgave
A.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
3
B.
BEGROTINGSTOELICHTING
4
1.
Leeswijzer
4
2.
De beleidsagenda 2017
6
3.
De beleidsartikelen
25
3.1.
Beleidsartikel 1 Inzet
25
3.2.
Beleidsartikel 2 Taakuitvoering zeestrijdkrachten
32
3.3.
Beleidsartikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten
37
3.4.
Beleidsartikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
41
3.5.
Beleidsartikel 5 Taakuitvoering marechaussee
44
3.6.
Beleidsartikel 6 Investeringen krijgsmacht
49
3.7.
Beleidsartikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
66
3.8.
Beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
68
4.
De niet-beleidsartikelen
70
4.1.
Niet-beleidsartikel 9 Algemeen
70
4.2.
Niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat
72
4.3.
Niet-beleidsartikel 11 Geheime uitgaven
78
4.4.
Niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien
79
5.
Baten-lastendiensten
80
5.1.
Defensie Telematica Organisatie
80
5.2.
Paresto
85
6.
Bijlagen
89
6.1.
Verdiepingshoofdstuk
89
6.2.
Financieel overzicht Wapensystemen
100
6.3.
Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg
105
6.4
Overzicht uitgaven IT
110
6.5.
Overzicht Cyber
111
6.6.
Overzicht Subsidies
112
6.7.
Overzicht Evaluaties- en overig onderzoek
114
6.8.
Toezichtrelaties en ZBO/RWT’s
115
6.9.
Moties en toezeggingen
116
6.10.
Lijst van afkortingen
135
-
A.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (begrotingsstaat Ministerie)
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat/begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2 (begrotingsstaat baten-lastendiensten)
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de baten-lastendiensten vastgesteld.
De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de diensten die een baten-lastenstelsel voeren.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastendiensten Defensie Telematica Organisatie (DTO) en Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
-
B.BEGROTINGSTOELICHTING
-
1.LEESWIJZER
Beleidsartikelen
In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht voor de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld door de Koninklijke Marechaussee, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie en de Kustwachten. Tevens worden vanaf 2015 de middelen van de Ministeries van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BH&OS) en Buitenlandse Zaken (BZ) in het kader van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op dit artikel geraamd.
In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor zeestrijdkrachten (CZSK), landstrijdkrachten (CLAS), luchtstrijdkrachten (CLSK), de marechaussee (KMar) en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1. In beleidsartikel 6 zijn de investeringen voor de krijgsmacht opgenomen, te weten investeringen voor materieel, infrastructuur, IT, wetenschappelijk onderzoek en bijdragen aan de NAVO-investeringen. Daarnaast zijn de verkoopopbrengsten voor afstoting van materieel en infrastructuur in dit beleidsartikel opgenomen.
In de beleidsartikelen 7 Ondersteuning door Defensie Materieel Organisatie (DMO) en 8 Ondersteuning door Commando DienstenCentra (CDC) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieorganisaties.
Niet-beleidsartikelen
In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen worden de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. In het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de Bestuursstaf en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), alsmede de niet aan een specifiek artikel toe te wijzen apparaatsuitgaven voor pensioenen en wachtgelden. Ten slotte worden in de niet-beleidsartikelen 11 en 12 de Geheime uitgaven respectievelijk de ramingen voor Nominaal en onvoorzien opgenomen.
Overig
In de begroting worden ook de ramingen voor de baten-lastendiensten Defensie Telematica Organisatie (DTO) en Paresto weergegeven. Daarnaast is in de bijlagen informatie opgenomen over de mutaties, het financieel overzicht wapensystemen, de uitgaven voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, cyber, subsidies, evaluaties, de toezichtrelaties en ZBO/RWT’s alsmede moties en toezeggingen.
De begroting van het Ministerie van Defensie is ook digitaal beschikbaar op de website www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie, waar mogelijk, hyperlinks aangebracht naar de achterliggende documenten.
Defensie Materieelprojectenoverzicht
Zoals gebruikelijk ontvangt de Kamer op Prinsjesdag het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Hierin wordt per project meer gedetailleerde informatie gegeven dan in de begroting. Zo wordt de samenhang met het defensiebeleid en met andere projecten duidelijk gemaakt. In het MPO zijn de lopende en de geplande strategische materieelprojecten opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen, evenals de politiek gevoelige projecten. Daarnaast wordt ingegaan op af te stoten materieel. In deze begroting worden daarom alleen de grotere projectwijzigingen verder toegelicht.
Groeiparagraaf
In de begroting 2017 zijn ten opzichte van de begroting 2016 de volgende wijzigingen doorgevoerd:
-
-
-
•Op verzoek van de Tweede Kamer wordt met ingang van de begroting 2017 inzicht gegeven in de niet-juridische verplichtingen. Het overzicht en de toelichting hierop is te vinden in de tabel «Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven» in de beleidsagenda.
-
-
-
-
•In de doelstellingenmatrices van de beleidsartikelen 2 tot en met 5 worden de doelstellingen op het terrein van de operationele gereedheid in 2017 afgezet tegen de norm operationele gereedheid die hiervoor zijn vastgesteld als afgeleide van de inzetbaarheidsdoelstellingen. Dit om een beter inzicht te geven in de operationele gereedheid van de verschillende operationele eenheden in 2017. Daarnaast is in de doelstellingsmatrix opgenomen wanneer de capaciteiten weer kunnen voldoen aan de norm operationele gereedheid.
-
-
-
-
•Op verzoek van de Kamer is in het niet-beleidsartikel 10 een grafiek opgenomen waarin de verdeling is opgenomen van de pensioenen en uitkeringen ten opzichte van de totale begroting.
-
-
-
-
•In het niet-beleidsartikel 12 is een overzicht opgenomen van de ontvangen loon- en prijsbijstelling op het artikel Nominaal en onvoorzien.
-
-
-
-
•In bijlage 6.4 (overzicht uitgaven IT) is een integraal overzicht opgenomen van de begrote uitgaven aan IT. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt op de begrotingsartikelen Investeringen krijgsmacht (investeringen IT) en Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (exploitatie IT).
-
-
2.DE BELEIDSAGENDA 2017
Inleiding
De internationale veiligheidssituatie, zowel aan de zuid- als aan de oostgrenzen van Europa, baart zorgen. De gevolgen daarvan zijn tastbaar, ook voor de Nederlandse samenleving. Dreigingen en risico’s zijn diffuus en komen snel op. De weerbaarheid van Nederland heeft dan ook onze volle aandacht. Defensie speelt daarin een cruciale rol. De komende jaren richt zij zich op drie strategische opgaven (Kamerstuk 33 763, nr. 98):
-
-
-
1.Het waarborgen van de veiligheid van het eigen grondgebied en dat van de NAVO en de EU alsmede de veiligheid van onze samenleving;
-
-
-
-
2.Het bevorderen van internationale stabiliteit en het tegengaan van dreigingen in de ring rondom Europa en het Koninkrijk;
-
-
-
-
3.Het beschermen van de fysieke en digitale knooppuntfunctie van Nederland in de wereld, met inbegrip van de aan- en afvoerlijnen.
-
Voor het kabinet is de behoefte aan een krijgsmacht met een groot handelingsvermogen evident. Sinds 2014 heeft dit kabinet gefaseerd budget toegevoegd aan de defensiebegroting, oplopend tot structureel € 670 miljoen in 2021. In het kader van het meerjarig perspectief op de (verdere) versterking van de krijgsmacht worden in deze begroting opnieuw stappen voorwaarts gezet. Met een intensivering van € 300 miljoen brengt Defensie de basisgereedheid van de krijgsmacht op orde (voor € 197 miljoen) en wordt bijgedragen aan de Rijksbrede ruilvoetproblematiek (voor € 103 miljoen).
Met dit extra budget kunnen de komende jaren de resterende beperkingen in de basisgereedheid worden weggenomen. De materiële gereedheid, personele gereedheid en geoefendheid worden, met andere woorden, op peil gebracht. Hierbij geeft Defensie prioriteit aan eenheden die gereed moeten worden gesteld voor inzet, inclusief snelle reactiemachten. Wel zal het enige jaren duren voordat de effecten van het extra budget ook daadwerkelijk in volle omvang voelbaar zijn. Het spreekt voor zich dat het totale gereedstellingsproces mede afhankelijk is van inzet van eenheden, voldoende en adequate ondersteuning en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Voor de gereedheid op lange termijn is tevens van belang dat benodigde vervangingsinvesteringen gerealiseerd kunnen worden.
In de eerste jaren is een deel van de intensivering gereserveerd voor de dubbele beheerlasten van IT. De intensivering komt in 2021 in volle omvang beschikbaar voor de versterking van de basisgereedheid.
Ten behoeve van de implementatie van de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) maakt het kabinet de komende jaren structureel € 20 miljoen vrij.
Meerjarig perspectief
De structurele versterking van de krijgsmacht vergt een stapsgewijze en meerjarige aanpak. Zoals het kabinet reeds eerder heeft gesteld (Kamerstuk 28 676 nr. 242) zijn - ook na het op orde brengen van de basisgereedheid - verdere vervolgstappen nodig, afhankelijk van de internationale veiligheidssituatie en de beschikbare financiële mogelijkheden.
Het gaat om de volgende stappen:
-
-
-
•Instandhouding van de krijgsmacht op langere termijn
Om ook in de toekomst snel, flexibel en toereikend te kunnen inspelen op veranderende veiligheidssituaties moet de krijgsmacht met het juiste materieel zijn uitgerust. De NAVO en de EU onderstrepen dat de vervanging, versterking en vernieuwing van wapensystemen cruciaal zijn. Op basis van de afspraken over financiële duurzaamheid, inclusief de levensduurbenadering, heeft Defensie het afgelopen jaar de (investerings-)kosten van de instandhouding en de noodzakelijke vervanging van de huidige wapensystemen in kaart gebracht. Zoals reeds in de begroting 2016 is vermeld, is de investeringsbehoefte voor de benodigde vernieuwingen, instandhoudingsprogramma’s en vervangingen de komende vijftien jaar groter dan het beschikbare budget. Uiteraard is een goed functionerende «voorzien in»-keten van groot belang;
-
-
-
-
•Verbetering van de operationele (gevechts-)ondersteuning van de krijgsmacht
De inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht worden in hoge mate bepaald door ondersteunende operationele eenheden. Zoals bekend, kampt Defensie met tekorten in dezen. Het gaat dan bijvoorbeeld om inlichtingen- en waarnemingsmiddelen (inclusief MALE UAV), vuursteun, genie, geneeskundige ondersteuning, (maritieme) bevoorrading en transport, Command&Control (C2)-support en tactisch/strategisch transport. Een beroep op internationale partners is in de praktijk zeer problematisch gebleken, omdat deze capaciteiten ook bij hen schaars zijn. De NAVO en de EU beklemtonen dan ook dat Nederland zoveel mogelijk zelf in deze operationele ondersteuning moet kunnen voorzien. Dit is van wezenlijk belang om sneller en beter op crises te kunnen reageren en het draagt bovendien bij aan de verdieping van de internationale samenwerking;
-
-
-
-
•Uitbreiding van de slagkracht
De krijgsmacht moet gelijktijdig, voor langere duur en in voldoende omvang kunnen deelnemen aan uiteenlopende activiteiten en operaties ter verdediging van het eigen grondgebied en dat van de NAVO en ter bevordering van de internationale rechtsorde. Als gevolg van het samengestelde «hybride» karakter van tegenwoordige en toekomstige dreigingen, moet ook rekening worden gehouden met een verhoogde inzet in het kader van de nationale bijstandstaken. Bij de uitbreiding van slagkracht kan worden gedacht aan aanvullende gevechtscapaciteiten en nieuwe capaciteiten in bijvoorbeeld het cyber- en informatiedomein.
-
In de begroting voor 2016 zijn de zorgen tot uitdrukking gebracht over de financiële gevolgen van de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen in verhouding tot de uitgekeerde prijsbijstelling en zo ook van het effect van valutakoerswisselingen. Beide hebben invloed op de betaalbaarheid van de krijgsmacht en op de stabiliteit van de planningsprocessen. Zoals bekend, zijn deze vraagstukken onder de aandacht gebracht van de Studiegroep Begrotingsruimte. Inmiddels is het CBS gevraagd onderzoek te doen naar mogelijk boveninflatoire prijsstijging en een defensiespecifieke prijsindex. Het kabinet heeft in 2016 eenmalig € 40 miljoen vrijgemaakt om een reservering voor valutaschommelingen binnen de defensiebegroting aan te leggen. Defensie vult deze reservering verder zelf aan. Wisselkoerstegenvallers worden vanuit deze reservering gedekt, wisselkoersmeevallers komen ten gunste van deze reservering.
De systematiek van deze reservering wordt aan de hand van voorgenoemde principes nader uitgewerkt.
Om knelpunten in de bedrijfsvoering te kunnen aanpakken, heeft Defensie verschillende initiatieven genomen. In 2017 wordt gericht gewerkt aan het verbeteren van de prestaties van de «voorzien-in»-keten, dat wil zeggen de keten die tijdig moet voorzien in de materieelbehoeften van Defensie en dus de realisatie van noodzakelijke investeringen. Ook de vernieuwing van de informatietechnologie (IT) wordt voortgezet. In 2017 wordt een belangrijke mijlpaal bereikt met het sluiten van een contract voor een nieuwe IT-infrastructuur, die de komende jaren stapsgewijs wordt verwezenlijkt. Het Enterprise Resource Planning (ERP) systeem, dat het materieellogistieke en financiële domein (ERP M&F) ondersteunt, wordt verder geoptimaliseerd. Voor de versterking van de materiële gereedheid zijn, en worden, belangrijke stappen gezet. Zo voert Defensie, in navolging op de reeds uitgevoerde analyses voor de PzH2000, het LCF en de Apache, ook in 2017 aanvullende instandhoudingsanalyses uit. Voorts werkt Defensie in 2017 gericht en voortvarend aan maatregelen om de ernstige onvolkomenheid, zoals geconstateerd door de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de logistieke keten voor reserveonderdelen op te lossen. Daartoe zijn, als onderdeel van een plan van aanpak voor de verbetering van de materiële gereedheid, aanvullende maatregelen genomen. Er wordt versneld werk gemaakt van een verbeterde inrichting van en regie over de reserveonderdelenketen, de beschikbaarheid van reserveonderdelen die cruciaal zijn voor de inzetbaarheid wordt verbeterd en de leverbetrouwbaarheid van reserveonderdelen die vaak nodig zijn in het onderhoudsproces wordt verhoogd.
Prioriteiten 2017
Defensie stelt in 2017 de volgende vijf prioriteiten:
-
-
-
1.Versterken van de gereedheid van de krijgsmacht;
-
-
-
-
2.Vernieuwen van het operationele domein en de ondersteuning;
-
-
-
-
3.Verdiepen van de internationale samenwerking;
-
-
-
-
4.Verankeren van financiële duurzaamheid;
-
-
-
-
5.Investeren in goed werkgeverschap.
-
-
1.Versterken van de gereedheid van de krijgsmacht
Met de eerder genoemde intensivering brengt Defensie de basisgereedheid de komende jaren op orde. Zo kan binnen de budgettaire kaders de vulling van eenheden verder worden verbeterd en ontstaat er meer ruimte bij gevechtseenheden voor het uitvoeren van kerntaken. Door het verhogen van de materiële gereedheid kan de krijgsmacht voorts voldoen aan de aangescherpte eisen die de NAVO aan de bondgenoten stelt. De generieke geoefendheid wordt verder op peil gebracht, inclusief de geoefendheid voor grootschalig optreden op hogere geweldsniveaus. Om dit mogelijk te maken wordt er onder meer geïnvesteerd in brandstof, oefenmunitie, operationele IT, inlichtingencapaciteit en verbindingsmiddelen. Organieke eenheden worden ontlast door meer capaciteit aan te wenden voor initiële opleidingen, functieopleidingen en de opleiding «Veiligheid & Vakmanschap».
Om het gereedstellingsproces zo doelmatig en doeltreffend mogelijk in te richten wordt in 2016 een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) uitgevoerd. Hierbij is uiteraard aandacht voor een optimale aansluiting van de gereedstellingsactiviteiten op de inzetbaarheidsdoelstellingen.
Zoals gezegd, duurt het enige tijd voordat de effecten van voorgaande en deze intensiveringen daadwerkelijk in volle omvang voelbaar zijn. Met (o.a.) de toenemende beschikbaarheid van reservedelen worden de knelpunten in de materiële gereedheid geleidelijk opgeheven. Daarbij is het natuurlijk van belang dat de logistieke keten naar behoren functioneert. Ook in 2017 wordt dus voortvarend verder gewerkt aan de verbetering van de leveringsbetrouwbaarheid. In overeenstemming met de aanbevelingen uit het IBO Wapensystemen worden instandhoudingsanalyses uitgevoerd. Dit is een belangrijke voorwaarde om een structurele verbetering van de materiële gereedheid te bewerkstellingen. In overeenstemming met de aanbeveling van de AR stelt Defensie prioriteiten per wapensystemen en eenheden, gekoppeld aan de gereedstellingsopdracht die voortvloeit uit de inzetbaarheidsdoelstellingen. Zo kan met voorrang worden gewerkt aan de beschikbaarheid van materieel voor eenheden die zullen worden ingezet, onder meer als onderdeel van snelle reactiemachten of ten behoeve van inzet in het kader van crisisbeheersingsoperaties.
-
2.Vernieuwing van het operationele domein en ondersteuning
De onvoorspelbaarheid en ook de toegenomen complexiteit van de dreigingen vragen om een technologisch geavanceerde krijgsmacht die zich aan een veranderende omgeving kan aanpassen en blijft innoveren. Technologische ontwikkelingen brengen ingrijpende veranderingen in de wereld teweeg. Zeker in het informatiedomein gaan de ontwikkelingen snel en exponentieel. Defensie opereert bovendien niet alleen, maar is onderdeel van een complex bestuurlijk, maatschappelijk en internationaal netwerk.
De vernieuwing van het operationele domein en de ondersteuning richten zich ook de komende jaren op:
-
-
-
1.Het vergroten van kennis en het innovatieve vermogen van de krijgsmacht;
-
-
-
-
2.Het verder versterken van het (operationele) informatiedomein;
-
-
-
-
3.Het versterken van onze positie in het defensie- en veiligheidsnetwerk.
-
Kennis en het innovatieve vermogen
Moderne krijgsmachten streven steeds nadrukkelijker naar dominantie op het slagveld op basis van een technologisch overwicht. In een tijd waarin technologie steeds breder en gemakkelijker toegankelijk wordt, is het moeilijker deze dominantie te bewerkstelligen en te behouden. De krijgsmacht moet daarom blijven innoveren, ook om militairen maximale bescherming te bieden en burgerslachtoffers zo veel mogelijk te voorkomen.
De speerpunten van de nieuwe Strategische Kennis- en Innovatieagenda (SKIA) worden in 2017 geïmplementeerd. Het gaat daarbij om de gerichte versterking van kennisgebieden die voor Defensie van toenemend belang zijn, de versterking van de internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en de versnelling van innovatie. Om innovatie hoog op de agenda te houden zal het in 2016 opgerichte innovatiecentrum FRONT (Future Relevant Operations with Next-generation Technology) een ondersteunende en aanjagende rol gaan spelen. In dat kader worden in 2017, samen met het bedrijfsleven, innovatieve proeftuinen opgezet. Innovaties buiten Defensie worden beoordeeld op hun toepasbaarheid binnen de krijgsmacht en nieuwe bottom-up initiatieven van de defensieonderdelen worden door FRONT ondersteund.
Informatiedomein
Het internet of things, kunstmatige intelligentie en (gebruik van) big data veranderen op drastische wijze de manier waarop wij werken en denken, ook bij Defensie. Militaire capaciteiten zijn bovendien in steeds hogere mate afhankelijk van computertechnologie en de aansluiting op internet, en daarmee kwetsbaar voor cyberaanvallen. Een voorwaarde voor effectief optreden is een ononderbroken en volledig beeld van de (operationele) situatie. Om dat te garanderen moet Defensie zowel defensief als offensief actief zijn in het cyberdomein en via deze weg ook inlichtingen kunnen vergaren.
In 2017 zullen verdere stappen worden gezet om de synergie te vergroten tussen de organisatieonderdelen die actief zijn in het informatiedomein. Het betreft onder meer het Defensie Cybercommando (DCC), het Joint Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaisance Commando (JISTARC), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en het Civiel Militair Interactiecommando (CMI Co). Tevens zal gewerkt worden aan het verbeteren van de informatie-uitwisseling binnen en tussen de domeinen land, zee en lucht.
Een genetwerkte organisatie betekent dat personen en entiteiten zoveel mogelijk met elkaar verbonden zijn. Een voorwaarde daarvoor is technologisch hoogwaardige IT als strategische enabler voor de krijgsmacht. De vernieuwing van de IT-infrastructuur van Defensie is een belangrijk en omvangrijk programma dat hierop is gericht.
In 2017 wordt de evaluatie van de Defensie cyberstrategie voltooid. De resultaten van deze evaluatie zullen de basis vormen de verdere opbouw van cybercapaciteiten en de inzet hiervan.
Defensie- en veiligheidsnetwerk
Defensie is onderdeel van een breed en gevarieerd bestuurlijk, maatschappelijk en internationaal netwerk. De kracht van Defensie wordt voor een deel bepaald door de vitaliteit van andere partijen in dit netwerk en door de kwaliteit van onze relatie met deze partijen. In reactie op de toegenomen samenhang tussen de interne en externe veiligheid, is de civiel-militaire samenwerking de afgelopen jaren in binnen- en buitenland op tal van manieren verdiept. Het belang hiervan blijft de komende jaren onveranderd groot. Defensie blijft zich dan ook inzetten voor de ondersteuning van civiele autoriteiten en voor de verdere verdieping van de samenwerking binnen het defensie- en veiligheidsnetwerk.
Begin 2017 zal Defensie weer een Future Force Conference organiseren die nadrukkelijk is gericht op de versterking van het defensie- en veiligheidsnetwerk. Verder wordt gewerkt aan cyber security, handelsbevordering en open innovatie. Defensie, TNO en het bedrijfsleven pakken dit gezamenlijk op. De samenwerking in dezen kan variëren van het leveren van diensten tot het optreden als klankbord en het uitwisselen van personeel. Daarnaast heeft Defensie de intentie om de samenwerking met de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie (inclusief de Nationale Politie) verder te verdiepen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan gezamenlijke activiteiten op het gebied van kennisopbouw en innovatie.
Investeringen
Om de krijgsmacht van het juiste materieel te voorzien, investeert Defensie in 2017 ruim anderhalf miljard euro.
Ten opzichte van de defensiebegroting 2016 zijn in het investeringsplan diverse projecten herschikt. De ramingen voor de projecten Multi Role Tanker Transport (MRTT) en Defensie Operationeel KledingSysteem (DOKS) alsmede de studie vervanging onderzeeboten sluiten nu beter aan op de verwachte realisatie. Andere projecten, waaronder de vervanging van individuele Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleaire (CBRN-) bescherming, de Multi Ship Multi Type (MSMT-)helikoptersimulator en de studie ter voorbereiding op de vervanging van de maritieme mijnenbestrijdingscapaciteit, zijn vertraagd om binnen de beschikbare financiële kaders te blijven.
Een overzicht van de wijzigingen is opgenomen bij artikel 6 Investeringen krijgsmacht. Daarnaast is informatie opgenomen in het Materieel Projecten Overzicht 2017.
In 2017 zal Defensie onder meer aan de volgende projecten werken:
-
-
-
•Vervanging onderzeeboten. Voorbereiding (de B-fase) van vervanging van de onderzeebootcapaciteit, overeenkomstig de A-brief die de Tweede Kamer in juni 2016 heeft ontvangen (Kamerstuk 34 225, nr. 14).
-
-
-
-
•LC-fregatten. Zoals gemeld in de tussentijdse brief over het project «Instandhoudingsprogramma LC-fregatten» van 21 juni jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 174) zullen eind 2016 en voorjaar 2017 deelcontracten voor dit project worden gesloten, waarna de technische voorbereiding en de productieactiviteiten zullen beginnen.
-
-
-
-
•Landing craft Utility (LCU). In 2017 zal het contract worden getekend voor het project Midlife Upgrade Landing Craft Utility (MLU LCU), waarna met het project wordt aangevangen.
-
-
-
-
•Munitie. In het kader van de versterking van de basisgereedheid worden in 2017 de voorraden conventionele munitie verder aangevuld. De eerder gemelde aanvulling van diverse kapitale munitiesoorten wordt vanzelfsprekend voortgezet.
-
-
-
-
•Multi Role Tanker Transport (MRTT). Op 28 juni jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 183) bent u geïnformeerd over dit Europese samenwerkingsproject en de aanschaf van twee toestellen die in de behoefte aan vlieguren van Nederland en Luxemburg zullen voorzien. België, Duitsland, Noorwegen en Polen hebben interesse om in een later stadium eveneens toe te treden.
-
-
-
-
•Defensie Operationeel KledingSysteem (DOKS). Een volledig assortiment van gevechtskleding, inclusief helm, is essentieel voor de individuele bescherming van militairen. Het project Defensie Operationeel KledingSysteem (DOKS) start in 2017. De aanschaf en invoering van de nieuwe helmen gebeurt vanaf 2018. Daarna volgt de kleding (2019-2022).
-
-
-
-
•Operationele wielvoertuigen. Zoals gemeld in de brief van 3 juli 2015 (Kamerstuk 26 396, nr 105) zal de Kamer begin 2017 worden geïnformeerd over de resultaten van de D-fase. Er zullen twee D-brieven worden opgesteld: een voor de deelprojecten «Voertuig 50-100-150 kN» en «Containers» en een voor de deelprojecten «12 kN overig inclusief Voertuigwapenstation» en «12 kN Air Assault».
-
-
-
-
•Chinook. In september 2015 is de BCD-brief over het project «Chinook vervanging en modernisering» aan de Kamer aangeboden. In 2017 neemt Defensie een besluit over de standaardisatie van de huidige zes CH-47F (Kamerstuk 27 830, nr. 177).
-
-
-
-
•Verwerving F-35. Het F-35 Joint Program Office werkt aan een mogelijke meerjarige bestelling om de stuksprijs van de F-35 te verlagen. Over de voortgang en stappen daarin ontvangt de Kamer afzonderlijk informatie.
-
-
3.Verdiepen van de internationale samenwerking
Defensie blijft zich in 2017 inzetten voor versterking van de internationale samenwerking. Samenwerking kent belangrijke voordelen, maar het schept ook verplichtingen. Partners moeten op Nederland kunnen rekenen.
Op 1 januari 2017 starten België en Nederland met de integratie van de bewaking van het Benelux-luchtruim. De drie landen hebben hierover op 4 maart 2015 een verdrag gesloten. Nu hebben België en Nederland allebei nog twee jachtvliegtuigen permanent paraat voor de Quick Reaction Alert (QRA), maar vanaf 1 januari 2017 zullen zij elkaar om de vier maanden afwisselen. België vervult deze taak als eerste. De Benelux-landen zullen met Frankrijk een aanvullende overeenkomst sluiten over grensoverschrijdende samenwerking bij de luchtruimbewaking. Ook met Duitsland is een dergelijke overeenkomst in de maak.
De samenwerkingsovereenkomsten tussen Duitsland en Nederland worden verder geconcretiseerd. Het betreft de integratie van de Luchtmobiele Brigade in de Duitse Division Schnelle Kräfte, de integratie van de 43e Gemechaniseerde Brigade in de Duitse Eerste Pantserdivisie, het medegebruik door Duitsland van het Joint Support Ship Zr. Ms. Karel Doorman en de integratie van het Duitse Seebataillon in het Commando Zeestrijdkrachten.
De 13e Lichte Brigade in Oirschot zal intensief gaan samenwerken met vergelijkbare brigades in België en Frankrijk en het Korps Mariniers intensiveert de samenwerking met de Belgische Lichte Brigade.
NAVO
De NAVO past zich aan veranderende veiligheidssituatie aan. De NATO Response Force (NRF) is uitgebreid en de NAVO stelt hogere eisen aan de inzetbaarheid en de gereedheid van de bondgenootschappelijke strijdkrachten. Op de Top in Warschau is besloten dat voor een geloofwaardige afschrikking vanaf 2017 NAVO-strijdkrachten aanwezig zullen zijn in de Baltische staten en Polen. Ook Nederland draagt hieraan in 2017 bij. Tegelijkertijd blijft Nederland aandringen op een dialoog met Rusland.
Naast de collectieve verdedigingstaak hecht Nederland er belang aan dat de NAVO de andere kerntaken, te weten crisismanagement en coöperatieve veiligheid, kan blijven uitvoeren. Ook is versterking van ondersteuning van partnerlanden door de NAVO via het Defence Capacity Building (DCB) voor Nederland van belang. Voorts wil Nederland dat de NAVO met de inzet van de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2) een waardevolle bijdrage blijft leveren aan het beheersbaar houden van migratiestromen.
Om de complexe dreigingen op de flanken van het verdragsgebied het hoofd te bieden, is versterking van de samenwerking tussen de EU en de NAVO van belang. De gezamenlijke EU-NAVO verklaring die en marge van de Top in Warschau is aangenomen, vormt hiervoor een goede basis.
Defensiesamenwerking in EU-verband
De internationale geopolitieke en veiligheidssituatie vraagt om een steviger Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Een krachtiger GVDB is in het belang van de EU, de NAVO én de individuele lidstaten. De nieuwe EU Global Strategy, die in juni 2016 is gepresenteerd, onderstreept dit. Tijdens het EU-voorzitterschap heeft Nederland met succes gepleit voor het operationaliseren van die nieuwe strategie. De uitwerking moet het ambitieniveau, de taken en de civiele en militaire capaciteiten beschrijven die de EU nodig heeft om zich als sterke mondiale speler te kunnen manifesteren.
Nederland vindt het voorts van belang dat EU-lidstaten meer openheid betrachten over voorgenomen veranderingen in hun nationale defensiebegroting en plannen voor capaciteitsontwikkeling, onder meer door een jaarlijkse gezamenlijke discussie hierover. Lidstaten kunnen elkaar dan onderling op hun verantwoordelijkheden aanspreken. Deze politieke impuls moet resulteren in meer ownership van de lidstaten met betrekking tot nut en noodzaak van Europese defensiesamenwerking. Ook deze voorstellen zijn tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap in de nieuwe EU Global Strategy opgenomen. Door onze verregaande defensiesamenwerking met Duitsland, België, Luxemburg en andere partners, vervult Nederland op dit gebied onveranderd een voorbeeldfunctie.
Voor nauwe samenwerking op het gebied van capaciteitsontwikkeling zijn een goed functionerende defensiemarkt en -industrie uiteraard essentieel. Nederland dringt dan ook aan op de spoedige uitvoering van het Europees Defensieactieplan (voorzien voor eind 2016). Tevens stuurt Nederland aan op het voortvarend ter hand nemen van het EU-beleidskader voor de aanpak van hybride dreigingen. De EU zal hierover in de loop van 2017 een voortgangsrapportage publiceren. Voorts is Nederland van mening dat er op het gebied van CBSD (capaciteitsopbouw ter ondersteuning van veiligheid en ontwikkeling) en Security Sector Reform concrete stappen moeten worden gezet, in overeenstemming met het beleidskader dat in 2016 is gepresenteerd.
Migratie zal in 2017 onveranderd hoog op de politieke EU-agenda staan. Nederland blijft zich inzetten om de migratiestromen naar Europa met alle beschikbare instrumenten te controleren en te beheersen, inclusief eventuele GVDB-gerelateerde initiatieven. Ook blijft Nederland zich inzetten voor een intensieve samenwerking tussen de EU en de NAVO. Beide organisaties hebben elkaar hard nodig.
-
4.Verankeren van financiële duurzaamheid
Met financiële duurzaamheid streeft Defensie naar een realistisch evenwicht tussen doelstellingen, capaciteiten en middelen. In de afgelopen jaren zijn belangrijke stappen voorwaarts gezet op het terrein van financiële duurzaamheid:
-
-
-
•De ramingssystematiek en het risicomanagement van investeringen zijn gestandaardiseerd. Het komende jaar staat in het teken van het toepassen van deze nieuwe standaarden.
-
-
-
-
•Voor de eerste drie wapensystemen is een informatieanalysetraject afgerond waarmee inzichtelijk is gemaakt welke knelpunten moeten worden opgelost om structureel inzicht in de gerealiseerde kosten per wapensysteem in de administratie mogelijk te maken. Ook in 2017 wordt hieraan voortvarend verder gewerkt, waarmee inzicht ontstaat in de totale uitgaven per wapensysteem gedurende de gehele levenscyclus («life cycle costing»).
-
-
-
-
•Aan het CBS is gevraagd de mogelijkheden voor een defensiespecifieke prijsindex te onderzoeken. Een vergelijkbare index in het Verenigd Koninkrijk kan daarbij als voorbeeld dienen. Als het onderzoek van het CBS voldoende aanknopingspunten biedt, zal in 2017, in samenspraak met het Ministerie van Financiën, de uitwerking van een defensiespecifieke prijsindex volgen.
Valutaschommelingen hebben invloed op de betaalbaarheid van de krijgsmacht en de stabiliteit van de planningsprocessen en daarmee op het behalen van de doelstellingen op het terrein van de financiële duurzaamheid. Het kabinet heeft in 2016 eenmalig € 40 miljoen vrijgemaakt om een reservering voor valutaschommelingen binnen de defensiebegroting aan te leggen. Defensie vult deze reservering verder zelf aan. Wisselkoerstegenvallers worden vanuit deze reservering gedekt, wisselkoersmeevallers komen ten gunste van deze reservering.
De systematiek van deze reservering wordt aan de hand van voorgenoemde principes nader uitgewerkt.
-
Financiële duurzaamheid heeft de volledige aandacht van de Defensieorganisatie. Problemen zijn onderkend en verbeteringen zijn ingezet. Periodiek wordt de financiële duurzaamheid van Defensie besproken met de Algemene Rekenkamer, de Audit Dienst Rijk en het Ministerie van Financiën. Gezamenlijk leeft het besef dat het verankeren van financiële duurzaamheid een groeitraject is dat tijd vergt.
Financiële duurzaamheid richt zich niet alleen op de uitgaven, maar ook op het verkrijgen van inzicht in kosten. Daarbij vindt de komende jaren een ontwikkeling plaats naar:
-
-
-
•een toekomstbestendige sturing op de bedrijfsvoering, waarbij het realiseren van de inzetbaarheids- en gereedheidsdoelstellingen binnen de beschikbaar gestelde middelen voorop staat;
-
-
-
-
•een robuuste duurzame (meerjarige) begroting gebaseerd op de inzetbaarheids- en gereedheidsdoelstellingen. Daarbij dient sprake te zijn van solide ramingen en een optimale samenhang tussen investeringen en exploitatie.
-
-
-
-
•een ERP-systeem dat inzicht biedt in zowel instandhoudingsuitgaven als de daaraan ten grondslag liggende exploitatiekosten en genormeerde gebruiks- en verbruikscijfers per wapensysteem.
-
-
5.Investeren in goed werkgeverschap
De kerntaken van Defensie vergen veel van het personeel. Het is dan ook van belang dat Defensie een aantrekkelijke werkgever blijft door voldoende en geschikt personeel aan zich te binden en te motiveren en de verdere ontwikkeling van personeel te ondersteunen.
Defensie streeft naar een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst. Afspraken over een aangepaste diensteinderegeling voor militair personeel en aanpassingen in het flexibel personeelssysteem, waaronder het versterken van employability, maken hier deel van uit. Ook spreken Defensie en de centrales verder over aanpassingen in het pensioenstelsel voor militairen.
Op basis van een plan van aanpak, dat naar verwachting eind 2016 naar de Kamer zal worden gestuurd, wordt het reservistenbeleid verder vormgegeven. Daarmee wordt de beoogde intensivering van het beleid, en dus de verdere integratie van de reservist in de defensieorganisatie, voor de komende jaren concreet gemaakt.
Voorts wordt de mobiliteit van burgerpersoneel vergroot door het aanstellen van loopbaanbegeleiders, re-employment en het creëren van werkervaringsplaatsen.
Ook in 2017 zijn de inspanningen gericht op de werving van schaars, in het bijzonder technisch, personeel. Dit gebeurt met behulp van gerichte arbeidsmarktcampagnes. Verder worden specifieke wervingsactiviteiten ingezet, waaronder Tech Talent events, leerovereenkomsten en stages.
Behoud van welzijn en gezondheid is cruciaal om inzetbaar te zijn en te blijven. Daarom wordt het re-integratiebeleid geactualiseerd en worden er, met het programma Duurzaam Inzetbaar Defensie, concrete maatregelen genomen die toezien op de fysieke, mentale en sociale inzetbaarheid van het defensiepersoneel. Het stimuleren van gezonde voeding en het monitoren van vorming en ontwikkeling maken hier deel van uit.
Tevens neemt Defensie maatregelen om de duurzame geschiktheid van het defensiepersoneel voor functies binnen en buiten Defensie te verhogen. Het Sectorplan Politie en Defensie, dat voorziet in mobiliteitsopleidingen voor ongeveer 3.200 medewerkers en de civiele certificering van militaire vakopleidingen, is in 2017 gereed. Ook intensiveert Defensie de samenwerking met civiele onderwijsinstellingen (ROC, HBO). Naast opleidingen gericht op de instroom van nieuw personeel (de opleidingen Veiligheid en Vakmanschap) komen er opleidingen gericht op de door- en uitstroom van zittend personeel.
Defensie draagt een bijzondere verantwoordelijkheid voor veteranen en voor (voormalig) personeel met werkgerelateerde gezondheidsklachten. Eind 2016 wordt het veteranenbeleid geëvalueerd en eventuele hieruit volgende verbeterpunten worden in 2017 opgepakt.
Voorziene inzet van de Krijgsmacht in 2017
Op de NAVO-top in Warschau is besloten tot een vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in de Baltische Staten en Polen. Deze aanwezigheid geeft verder invulling aan de bondgenootschappelijke solidariteit. In dit kader treft Nederland voorbereidingen om in 2017 een eenheid van compagniesgrootte aan de door Duitsland geleide battlegroup in Litouwen te leveren.
In 2017 stelt Nederland ook eenheden beschikbaar aan de NATO Response Force (NRF). Nederland levert een raiding squadron mariniers met gevechtssteun en logistieke ondersteuning (een eenheid van compagniegrootte) aan de door het Verenigd Koninkrijk geleide Very High Readiness Joint Task Force (VJTF). Tevens levert Nederland een bijdrage aan de Standing Naval Forces (SNF). Twee mijnenjagers maken elk voor een periode van drie tot vier maanden deel uit van de staande mijnenjagersverbanden van de NAVO. Verder levert Nederland een fregat, voor twee perioden van drie maanden, waarvan de eerste periode met een NH-90 helikopter. In de tweede helft van het jaar is voorts een onderzeeboot op afroep beschikbaar voor de SNF. Daarnaast levert Nederland in 2017 vier F-16’s voor Baltic Air Policing. Tot slot stelt Nederland samen met Duitsland het hoofdkwartier van het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps als Joint Task Force Headquarters beschikbaar aan de NAVO. Dit hoofdkwartier zal van juli 2017 tot juli 2018 gereedstaan om deze rol te vervullen.
België heeft met ingang van juli 2016 en voor de duur van een jaar de inzet van F-16’s in de Strijd tegen ISIS van Nederland overgenomen. Nederland verzorgt op zijn beurt de force protection van het Belgische detachement. Nederland zal blijven bijdragen aan de strijd tegen ISIS. Dat gebeurt onder andere door militaire steun en training aan de Iraakse strijdkrachten, inclusief de Peshmerga.
Over de verlenging van de Nederlandse trainingsmissie in Irak en over de deelname aan de EU maritieme operatie Sophia voor de kust van Libië, heeft de Kamer inmiddels een artikel 100-brief ontvangen. Voorts is het kabinet voornemens op korte termijn besluiten te nemen over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali, MINUSMA, en de voorzetting van de bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan..
Over een verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de EU-operatie Atalanta, tegen piraterij in de Hoorn van Afrika, moet nog worden besloten. Defensie blijft Vessel Protection Detachments (VPD’s) inzetten ter bescherming van de koopvaardij.
In 2017 wordt een aantal kleine bijdragen aan missies in Afrika en het Midden-Oosten voortgezet. Zo is de bijdrage aan de United Nations Mission in the Republic of South Sudan (UNMISS) verlengd tot maart 2017. De Nederlandse bijdrage aan EUTM Mali is verlengd tot mei 2018. In artikel 1 (Inzet) is een overzicht van de (kleine) bijdragen aan missies opgenomen.
Ook in 2017 draagt Defensie vanzelfsprekend bij aan de nationale veiligheid onder civiel gezag. Zo voert de Marechaussee nationale politietaken uit en beveiligt de Luchtmacht het Nederlandse luchtruim met jachtvliegtuigen. Ook levert Defensie, in de vorm van militaire bijstand en steunverlening, ondersteuning aan de civiele autoriteiten, zowel in Nederland als in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Inzetbaarheidsdoelstellingen Defensie
Vanaf 2017 is de krijgsmacht inzetbaar voor:
-
-
-
1.De verdediging van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief de Caribische delen van het Koninkrijk, zo nodig met alle beschikbare middelen. Deze taak wordt in bondgenootschappelijk verband uitgevoerd. In dat kader kan ook de NAVO een beroep doen op Nederland.
-
-
-
-
2.De deelname aan operaties wereldwijd ter bevordering van de internationale stabiliteit en rechtsorde, voor noodhulp bij rampen en humanitaire crises en voor de bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Deze operaties worden meestal in internationaal verband uitgevoerd, waarbij bijdragen van verschillende partners in samengestelde eenheden worden geïntegreerd. In dat kader kan de krijgsmacht de volgende bijdragen leveren:
-
-
-
•Op land: Eenmalig een samengestelde taakgroep van brigadeomvang of langdurig een samengestelde taakgroep van bataljonsomvang. Naast de langdurige inzet van een bataljonstaakgroep kunnen gedurende kortere tijd een tweede bataljonstaakgroep en langere tijd kleinere bijdragen worden ingezet (inclusief de presentie in het Caribisch gebied).
-
-
-
-
•Op en vanaf zee: Eenmalig een maritieme taakgroep van vijf schepen of langdurig twee schepen afzonderlijk, waarbij vloot en mariniers geïntegreerd optreden.
-
-
-
-
•In de lucht: Tot de vervanging van de F-16 - voorzien in 2023 - eenmalig een groep van acht jachtvliegtuigen of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Na de vervanging van de F-16 - voorzien in 2023 - eenmalig of langdurig een groep van vier jachtvliegtuigen. Helikopters ondersteunen het optreden op land en zee.
-
-
-
-
•Speciale operaties: Langdurige deelname van compagniesomvang aan een joint taakgroep Special Forces.
-
-
-
-
•Cyberoperaties: Defensieve en offensieve cybertaken evenals inlichtingenvergaring.
-
-
-
-
•Nichecapaciteiten (naast Special Forces en offensieve cybercapaciteit): Onderzeeboten, het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier, Luchttransport, Air-to-Air Refuelling, Patriots en het Civil-Military Interaction commando.
-
-
Al deze vormen van inzet zijn inclusief ondersteunende eenheden, zowel de gevechtsondersteuning (combat support) als de logistieke ondersteuning (combat service support). Vooral voor logistieke ondersteuning kan een beroep worden gedaan op internationale partners. Andersom is de ondersteuning van internationale partners door onze krijgsmacht eveneens mogelijk. De inzet van afzonderlijke modules van ondersteunende capaciteiten is ook een optie.
-
-
-
3.Het bijdragen aan de nationale veiligheid onder civiel gezag. In dat kader levert de krijgsmacht de in wettelijke en interdepartementale afspraken vastgelegde bijdragen. Het gaat hierbij om:
-
-
-
•De uitvoering van structurele nationale taken zoals de politietaken van de Koninklijke Marechaussee, de beveiliging van het Nederlandse luchtruim met jachtvliegtuigen, de coördinatie van en de bijdrage aan de Kustwacht Nederland evenals de hydrografische taak;
-
-
-
-
•Het samen met veiligheidspartners kunnen optreden tegen digitale bedreigingen en aanvallen (cybercapaciteit);
-
-
-
-
•Militaire bijstand en steunverlening bij handhaving van de rechtsorde, de openbare orde en veiligheid, in het bijzonder met de in de catalogus Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) gegarandeerde capaciteiten;
-
-
-
-
•Militaire bijstand bij de bestrijding van terrorisme, rampen en crises - zo nodig met alle op dat moment beschikbare eenheden.
-
-
-
-
-
4.Een permanente militaire presentie in het Caribisch gebied, zowel voor de verdedigingstaak (zie doelstelling 1) als voor de ondersteuning van lokale en regionale civiele autoriteiten (zie doelstelling 3, in het bijzonder de ondersteuning van de Kustwacht, de regionale drugsbestrijding, de politietaken van de Marechaussee en het beteugelen van woelingen). De permanente presentie bestaat uit een vaste compagnie van het CZSK en een roulerende compagnie van het CLAS, een bootpeloton, een groot bovenwaterschip, een ondersteuningsschip en een brigade Marechaussee. Als de situatie dit vereist, kan de militaire presentie in het Caribisch gebied worden vergroot. Dit zal dan wel ten koste gaan van de overige inzetmogelijkheden.
-
Financiële gevolgen
In onderstaande tabel staan de mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting 2016 (in bijlage 4.1 verdiepingshoofdstuk is dit nader uitgewerkt).
TOTAAL DEFENSIE (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Standen ontwerpbegroting 2016
7.815,8
8.233,9
8.415,9
8.433,6
8.449,3
8.394,9
8.326,5
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
57,8
4,3
143,3
212,0
368,5
221,8
Stand voorjaarsnota 2016
7.815,8
8.291,8
8.420,2
8.576,9
8.661,3
8.763,3
8.548,3
Belangrijkste mutaties
1.
Bijdrage ruilvoet HGIS
0,0
-
-2,6
-
-2,6
-
-2,6
-
-2,6
-
-2,6
2.
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
6,7
4,5
13,7
13,3
5,5
3,7
3.
Doorwerking Ontvangsten huur Nationaal Militair Museum
0,0
8,3
8,3
8,3
8,3
8,3
4.
Doorwerking verkoopopbrengsten
0,0
29,1
-
-10,4
4,0
-
-106,0
-
-27,5
5.
Doorwerking overige ontvangsten
-
-4,7
3,4
1,1
-
-0,8
-
-1,0
-
-1,0
6.
Versterken basisgereedheid
0,0
197,0
197,0
197,0
197,0
197,0
Waarvan personele gereedheid
0,0
45,9
51,0
51,6
52,3
54,2
Waarvan materiële gereedheid
0,0
75,9
72,6
68,8
69,0
77,7
Waarvan geoefendheid
0,0
46,3
46,5
49,2
49,9
54,7
Waarvan faciliteren operationele gereedheid
0,0
7,9
8,0
10,4
10,9
10,4
Waarvan dubbele beheerlasten IT
0,0
21,0
19,0
17,0
15,0
0,0
7.
Vervallen oude lening ABP
-
-10,7
-
-11,0
-
-11,1
-
-11,0
-
-10,6
-
-9,9
8.
Raming nieuwe lening ABP
43,6
37,5
26,9
10,2
2,5
0,0
9.
Reservering valutaschommelingen
40,0
Standen ontwerpbegroting 2017
7.815,8
8.366,6
8.686,2
8.799,7
8.879,7
8.856,4
8.716,2
-
1.Bijdrage ruilvoet HGIS
Om te blijven voldoen aan de Europese begrotingsregels is het kabinet genoodzaakt een taakstelling door te voeren in verband met het ruilvoetverlies. De taakstelling is ook neergeslagen op de HGIS-uitgaven. Dit betreft voor Defensie voor de jaren 2017 en verder een taakstelling van structureel € 2,6 miljoen op de HGIS-uitgaven. Dit zal ten laste worden gebracht van de voorziening van het BIV-budget op artikel 1.
-
2.Interdepartementale budgetoverhevelingen
Dit betreft onder andere de bijdragen voor de kustwacht door de Ministeries van I&M en EZ (voor de periode 2016 tot en met 2018). De mutaties voor de kustwacht zijn verwerkt op artikel 6 Investeringen in nieuw materieel (de bandbreedteprojecten van het CZSK). Verder is sprake van een bijdrage van het Ministerie van EZ voor de oprichting van het motorenonderhoudsfaciliteit F-135 op het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW), ook deze is verwerkt op artikel 6 Investeringen. Vanuit artikel 9 wordt budget overgeheveld naar het Ministerie van OCW voor de bijdrage aan het sociale beleidskader voor de defensiescholen.
-
3.Doorwerking ontvangsten (huur Nationaal Militair Museum).
Met de oplevering van de nieuwe locatie te Soesterberg is Defensie eigenaar van het gebouw waarin het Nationaal Militair Museum is gehuisvest. Defensie verhuurt dit aan de Stichting Defensie Musea. Defensie betaalt een maandelijkse gebruiksvergoeding aan het consortium dat verantwoordelijk is voor de nieuwbouw en het beheer van de locatie. Sinds 2016 gebeurt dit door het CDC. Voor de begroting van CDC betekent dit dat zowel de ontvangsten (huur) als de uitgaven (gebruiksvergoeding) stijgen.
-
4.Doorwerking verkoopopbrengsten
Met het harmoniseren van het investeringsplan zijn ook te verwachten verkoopopbrengsten van de roerende en onroerende goederen bijgesteld. Deze bijstelling in de ontvangsten werken ook door op het uitgavenkader.
-
5.Doorwerking overige ontvangsten
Dit betreft de ontvangsten van IT medische investeringen en de ontvangsten van de Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht als bijdrage voor de infrastructurele aanpassingen van het Centraal Militair hospitaal.
-
6.Versterken basisgereedheid
Met dit extra budget kunnen de komende jaren de resterende beperkingen in de basisgereedheid worden weggenomen. De materiële gereedheid, personele gereedheid en geoefendheid worden, met andere woorden, op peil gebracht. Defensie geeft prioriteit aan eenheden die gereed moeten worden gesteld voor inzet, inclusief snelle reactiemachten. In de eerste jaren is een deel van de intensivering gereserveerd voor modernisering IT. De intensivering komt in 2021 in volle omvang beschikbaar voor de versterking van de basisgereedheid.
Waarvan personele gereedheid
Er wordt toegewerkt aan herstel van balans tussen personeelsbudget en formatieplan. Binnen de budgettaire kaders kan de vulling van eenheden verder worden verbeterd. Hierdoor ontstaat er bij gevechtseenheden meer ruimte voor het uitvoeren van kerntaken.
Waarvan materiële gereedheid
Door het verhogen van de materiële gereedheid kan de krijgsmacht voldoen aan de aangescherpte eisen die de NAVO aan de bondgenootschappelijke strijdkrachten stelt.
Waarvan geoefendheid
De generieke geoefendheid wordt verder op peil gebracht, ook met betrekking tot grootschalig optreden op hogere geweldsniveaus. Om dit mogelijk te maken wordt er geïnvesteerd in onder meer brandstof, oefenmunitie, operationele IT en verbindingsmiddelen. Door meer capaciteit aan te wenden voor initiële opleidingen, functieopleidingen en de opleiding «Veiligheid & Vakmanschap», kunnen organieke eenheden worden ontlast.
Waarvan faciliteren operationele gereedheid
Ter ondersteuning van het op orde brengen van de basisgereedheid worden enkele diensten versterkt die ondersteunend zijn aan die basisgereedheid. Dit betreft met name de directe ondersteuning vanuit het CDC aan de operationeel commando’s.
Waarvan dubbele beheerlasten IT
De voorziening is bedoeld voor de extra kosten gedurende de transitieperiode naar de nieuwe IT, zoals dubbele beheerlasten, transitie- en migratiekosten.
-
7.en 8. Lening ABP
Defensie is met het ABP een lening overeengekomen voor het op kapitaaldekking brengen van de militaire ouderdomspensioenen. De ramingen voor opname en aflossing van de lening zijn aangepast naar de actuele cijfers.
-
9.Reservering valutaschommelingen
Het kabinet heeft in 2016 eenmalig € 40 miljoen vrijgemaakt om een reservering voor valutaschommelingen binnen de defensiebegroting aan te leggen.
Overzicht niet-verplichte uitgaven en bestemmingen (bedragen x € 1.000)
Ministerie van Defensie
Art. Nr.
Naam artikel
Uitgaven Budget
Juridisch
verplicht
Niet-juridisch
verplichte uitgaven
Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven
1
Inzet
325.793
24.544
301.249
Waarvan € 11,6 mln. aan contributies, € 15,1 mln. voor overige operaties en kleine missies, € 20,3 voor inzet VPD's, € 40 mln. voor veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw (BZ/BH&OS), € 20 mln. voor beveiliging van ambassades en diplomaten (BZ/BH&OS), € 59,5 mln. voor ondersteunende activiteiten en training voor Defensie. Het overige betreft de voorziening HGIS voor het aangaan van nieuwe missies en verlengen van bestaande missies
8%
92%
2
Taakuitvoering zeestrijdkrachten
721.477
563.072
158.405
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, de bijdrage door de Rijksrederij) instandhouding van de zeesystemen en overige personele en materiele exploitatie.
78%
22%
3
Taakuitvoering landstrijdkrachten
1.251.341
974.209
277.132
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken), instandhouding van de landsystemen en overige personele en materiele exploitatie
78%
22%
4
Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
681.678
585.409
96.269
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor gereedstelling (het inhuren van oefen- en schietterreinen, operationele zaken), instandhouding van de luchtsystemen en overige personele en materiele exploitatie.
86%
14%
5
Taakuitvoering marechaussee
338.752
312.037
26.715
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor de overige personele en materiele exploitatie voor alle districten van de KMar.
92%
8%
6
Investeringen krijgsmacht
1.640.538
1.111.740
528.798
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor investeringen nieuw materieel (waaronder kleine (bandbreed)projecten), JSF, NH-90, brugleggende tank, instandhouding LCF, Chinook, reservedelen apache, mobiele energievoorziening, aanpassingen aan infrastructuur, ICT-projecten en wetenschappelijk onderzoek.
68%
32%
7
Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
830.335
374.099
456.236
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor brandstof, munitie, communicatie verbindingen, Kleding en uitrusting en informatievoorziening.
45%
55%
8
Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
1.162.083
516.242
645.841
Het niet-juridisch verplichte deel van de uitgaven is bestemd voor transport (€ 55 mln); gebruik en onderhouden van infrastructuur (€ 252 mln), exploitatie PPS Kromhout (€ 53 mln) en de overige personele en materiele exploitatie (opleidingen, werving en selectie, schadevergoedingen, ondersteuning personeel op buitenlandse posten, sociaal beleidskader).
44%
56%
Totaal niet verplichte uitgaven
2.490.645
Overzicht beleidsdoorlichtingen
Op verzoek van de Tweede Kamer is de defensiebegroting ingericht naar organisatieonderdelen in plaats van beleidsartikelen. Beleidsartikelen zijn normaal gesproken het aanknopingspunt voor beleidsdoorlichtingen. Beleid heeft bij Defensie vaak betrekking op meer organisatieonderdelen. Een beleidsdoorlichting van een beleidsthema kan derhalve onderdelen van verschillende begrotingsartikelen bevatten. Zo worden per beleidsdoorlichting alle gerelateerde defensie-uitgaven verantwoord. De programmering van de beleidsdoorlichtingen is ondanks de afwijkende ordening van de begroting - conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek - dekkend. Dat wil zeggen dat beleidsdoorlichtingen voor alle beleidsthema’s binnen de gestelde termijn van zeven jaar zijn gepland.
In elke beleidsdoorlichting wordt aandacht besteed aan de behaalde (maatschappelijke) effecten. De verantwoording over verrichte activiteiten en geleverde prestaties staat centraal. Indien hierbij de causale relatie tussen de defensie-inzet en de beoogde effecten niet kan worden aangetoond, wordt ingegaan op de plausibiliteit. Ten slotte wordt in de beleidsdoorlichting op meer jaren teruggekeken, waarbij periodieke en tussentijdse evaluaties als bouwstenen kunnen worden gebruikt.
Beleidsdoorlichtingen
Planning
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Geheel
artikel
Artikel / Operationele doelstelling
Artikel 1; Inzet
Budget Internationale Veiligheid
X
Artikel 2; CZSK
Wijziging samenstelling Koninklijke Marine (2005)
X
Artikel 3; CLAS
Nationale veiligheid: samenwerking met civiele partners
X
Omvorming 13 gemechaniseerde brigade
X
Artikel 4; CLSK
Vorming joint Defensie Helikopter Commando
X
Artikel 5; KMar
Informatiegestuurd optreden (IGO)
x
Artikel 6; Investeringen krijgsmacht
IBO Wapensystemen 2015, incl. professionalisering inkoop
X
Artikel 7; Ondersteuning krijgsmacht door DMO
IBO Wapensystemen 2015, incl. professionalisering inkoop
X
Artikel 8; Ondersteuning krijgsmacht door CDC
V = afgehandeld
X= in uitvoering of in planning
Ten opzichte van de begroting 2016 is de programmering op twee punten gewijzigd. De beleidsdoorlichting «Wijziging samenstelling Koninklijke Marine (2005)» wordt in 2016 voltooid. Daarnaast is de beleidsdoorlichting «Informatiegestuurd optreden (IGO)» in 2021 toegevoegd.
Garanties en achterborgstellingen
Defensie heeft sinds 2003 een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van defensiepersoneel in het bijzonder voor personeel dat deelneemt aan vredes- en humanitaire operaties. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging. Het doel hiervan is het wegnemen van belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden door uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen die zijn gekoppeld aan de financiering van een woning.
Bij het sluiten van levensverzekeringen en de vaststelling van de hoogte van de premie is geen rekening gehouden met het verhoogde risico op overlijden in geval van deelname aan militaire missies. Zodra defensiepersoneel met een dergelijke levensverzekering bij een bij de Vereniging aangesloten verzekeraar tijdens deelname aan vredes- en humanitaire missies komt te overlijden, zal binnen de kaders van de overeenkomst - ondanks een eventuele molestclausule - tot uitkering worden overgegaan. Dit is van toepassing als de aan de woningfinanciering gekoppelde levensverzekering kleiner is dan € 400.000 per situatie. Defensie vergoedt de verzekeraar de helft, zodra die tot uitkering overgaat.
Er wordt een nulraming gehanteerd. De overeenkomst is potentieel van toepassing op een kleine groep, waarvan de omvang vooraf niet te bepalen is. Er wordt geen aanvullende premie gevraagd aan de uitgezonden defensieambtenaren, er bestaat geen begrotingsreserve. Mocht een beroep worden gedaan op de regeling, dan komt dit ten laste van de defensiebegroting.
De duur van de overeenkomst is vijf jaar met een stilzwijgende verlenging voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van een jaar. De regeling wordt periodiek geëvalueerd. De overeenkomst kent geen plafondwaarde.
Artikel
(Bedragen x
€ 1.000)
Omschrijving
Uitstaande garantie 2016
Geraamd te verlenen 2017
Geraamd te vervallen 2017
Uitstaande garanties 2017
Garantieplafond 2017
Geraamd te verlenen 2018
Geraamd te vervallen 2018
Uitstaande garanties 2018
Garantie plafond 2018
Totaal plafond
Artikel 8 - Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Garantie overeenkomst vredes- en humanitaire operaties
0
0
0
0
0
0
0
0
0
n.v.t.
-
3.DE BELEIDSARTIKELEN
3.1. Beleidsartikel 1: Inzet
Algemene doelstelling
De krijgsmacht is er voor de verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede voor de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde.
Tevens ondersteunt de krijgsmacht civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwerkelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.
Onder Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de gehele inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met een niet-financieel overzicht voor de structurele inzet voor nationale en koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) en de Kustwachten. In Beleidsartikel 1 is ook de begroting opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering begroot voor zeestrijdkrachten, landstrijdkrachten, luchtstrijdkrachten, de marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.
Beleidswijzigingen
In het begrotingsjaar 2016 zijn Nederlandse bijdragen aan de volgende missies en ontplooiingen aangevangen dan wel verlengd:
-
-
-
•UNMISS (United Nations Mission in the republic of South Sudan, verlenging);
-
-
-
-
•Nederlandse bijdrage aan de internationale strijd tegen ISIS (verlenging);
-
-
-
-
•Deelname aan de EU maritieme operatie Sophia voor de kust van Libië;
-
-
-
-
•Deelname aan vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in de Baltische Staten en Polen.
-
Er worden nog besluiten voorzien over de verlenging van de lopende missies of de aanvang van nieuwe missies. Dit betreft de verlenging van de Nederlandse bijdragen aan de missie MINUSMA in Mali en Resolute Support in Afghanistan. Over een verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de EU-operaties Atalanta en EUTM-Somalië moet nog worden besloten. Defensie blijft vessel protection detachments (VPD's) inzetten ter bescherming van de koopvaardij.
Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 1 Inzet (Bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
268.240
289.601
325.793
315.793
315.792
315.792
315.791
Uitgaven
272.617
289.601
325.793
315.793
315.792
315.792
315.791
waarvan juridisch verplicht
8%
Programma uitgaven
272.617
289.601
325.793
315.793
315.792
315.792
315.791
Opdracht Inzet
-
-Crisisbeheersingsoperaties / Verdeelartikel BIV (HGIS)
267.491
286.290
322.682
312.682
312.682
312.682
312.682
-
-Financiering nationale inzet krijgsmacht
2.109
3.111
3.111
3.111
3.110
3.110
3.109
-
-Overige inzet
3.017
200
0
0
0
0
0
-
*bijdrage door SSO's binnen de opdracht Inzet
3.488
996
Programma ontvangsten
35.300
16.774
33.783
6.707
6.707
6.707
6.707
-
-Crisisbeheersingsoperaties (HGIS)
35.212
16.774
33.783
6.707
6.707
6.707
6.707
-
-Overige inzet
88
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op overeenkomsten voor lopende missies en inzet. Voor 2017 gaat het om 8 procent.
Toelichting op de instrumenten
Binnen artikel 1 worden de defensie-uitgaven voor inzet voor internationale veiligheid verantwoord en de uitgaven voor nationale inzet begroot.
De inzet van Defensie voor internationale veiligheid is met ingang van 2014 gefinancierd vanuit het Budget Internationale Veiligheid. Uit dit budget kunnen zowel activiteiten in het kader van officiële ontwikkelingshulp (Official Development Assistance; ODA) als non-ODA activiteiten, militair of civiel, worden gefinancierd. Het BIV maakt deel uit van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Het BIV is vanaf 2015 structureel overgeheveld naar de begroting van Defensie. Het totale budget van € 325,8 miljoen voor 2017 en € 315,8 miljoen voor 2018 en verdere jaren wordt in eerste instantie aangehouden op beleidsartikel 1 Inzet.
Een gecoördineerde inzet van diplomatieke, militaire en ontwikkelingsinstrumenten is het uitgangspunt voor de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde. Om het geïntegreerde karakter te borgen wordt besluitvorming over het BIV interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd. Hiermee is het geïntegreerde karakter van de inzet van diplomatieke, civiele en/of militaire activiteiten uit het BIV geborgd. Na de jaarlijkse interdepartementale besluitvorming worden de middelen gefaseerd toegekend aan andere begrotingsartikelen binnen de HGIS. Middelen voor hervorming van de veiligheidssector, vredesopbouw, rechtsstaatontwikkeling, capaciteitsopbouw en de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is, worden jaarlijks bij de 1e suppletoire begroting overgeheveld naar de begrotingen van BH&OS en BZ. In het kabinet is afgesproken dat jaarlijks een bedrag van € 60 miljoen beschikbaar blijft voor activiteiten van BZ en BH&OS. Voor Defensie blijft € 59,5 miljoen beschikbaar voor (onder andere) ondersteunende capaciteiten en training.
Onderstaand overzicht geeft een indicatief overzicht van de inzet van deze middelen in 2017, gebaseerd op een extrapolatie van de besteding in 2016. De € 59,5 miljoen wordt met de 1e suppletoire begroting in 2017 toegevoegd aan de budgetten van de genoemde artikelen binnen deze begroting.
Budget internationale veiligheid (bedragen x € 1.000)
2017
Budget Crisisbeheersingsoperaties (Artikel 1)
203.200
Veiligheidssectorhervormingen en vredesopbouw (BZ/BH&OS)
40.000
Beveiliging van diplomaten en ambassades waar dat noodzakelijk is
(BZ/BH&OS)
20.000
Budget voor ondersteunende activiteiten en training beschikbaar voor Defensie
59.500
Waarvan inzet VPD’s (Artikel 1)
8.000
Waarvan training en capaciteitsopbouw (Artikel 2 & 3)
8.900
Waarvan civiel-militaire capaciteiten (Artikel 3)
6.000
Waarvan luchttransport (Artikel 4)
22.000
Waarvan KMar pool (Artikel 5)
4.600
Waarvan nazorg (Artikel 8)
10.000
Totaal
322.700
(De bedragen in deze tabel zijn afgerond op € 0,1 mln)
Overzicht missies
Toelichting uitgaven per missie (crisisbeheersingsoperaties)
Overzicht crisisbeheersingsoperaties
(bedragen x € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
Resolute support mssion Afghanistan (RSM)
7.369
Strijd tegen ISIS in Irak (ATF-ME en CBMI)
23.000
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
16.000
10.000
Missies Algemeen
5.500
5.500
5.500
5.500
5.500
EU NAVFOR Atalanta/Ocean Shield
1.000
EU NAVFORMED Sophia
1.000
Vessel Protection Detachments (VPD’s)
5.300
5.300
5.300
5.300
5.300
Contributies
33.000
33.000
33.000
33.000
33.000
kleine bijdragen aan missies (< € 2,5 mln per jaar)
1.325
1.025
850
850
850
Totaal
93.494
54.825
44.650
44.650
44.650
Toelichting per missie
Resolute Support (Afghanistan)
De Nederlandse inzet bedraagt maximaal honderd militairen in Kabul en in de noordelijke provincie Balkh, in de omgeving van de stad Mazar-e-Sharif, waar Duitsland de leiding heeft. De Nederlandse inzet is gericht op de advisering van de Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF), het leveren van medische capaciteit en transport en beveiliging in Mazar-e-Sharif. Ook zijn in Mazar-e-Sharif ongeveer vijftig personen werkzaam in de nationale ondersteuning en op het missie-hoofdkwartier in Kabul. Het budget van ongeveer € 7 miljoen in 2017 is nodig voor de redeployment en het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missies. Het huidige mandaat van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support loopt tot 31 december 2016.
Strijd tegen ISIS
Op 1 juli 2016 heeft de Belgische luchtmacht de Nederlandse F-16’s afgelost. Nederland heeft op zijn beurt de Force Protection van de Belgische toestellen op zich genomen. In het kader van de Capability Building Mission Iraq (CBMI) heeft Nederland ongeveer 155 trainers in Bagdad en Erbil om Iraakse en Koerdische strijdkrachten in staat te stellen ISIS op de grond te bestrijden. Het budget van € 23 miljoen is nodig voor de redeployment en het weer inzetbaar maken van het materieel na terugkeer van de missies.
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA)
In 2015 heeft Nederland zijn deelname aan de VN-missie in Mali, MINUSMA, verlengd tot eind 2016. De Nederlandse militaire inzet bedroeg tot 1 juni 2016 ongeveer 450 militairen, aangevuld met nationale eenheden ter ondersteuning. Nadat Duitsland per 1 juni de verkenningseenheid (ISR-compagnie) van Nederland heeft overgenomen, zijn er in totaal nog ongeveer 375 Nederlandse militairen in Mali. Het belangrijkste doel van de Nederlandse militaire bijdrage aan MINUSMA is het bijdragen aan een goede en overdraagbare inlichtingenketen. De Nederlandse militaire bijdrage heeft in 2016 bestaan uit analisten en inlichtingenpersoneel voor de hoofdkwartieren in Bamako en Gao. Ook heeft Nederland speciale eenheden geleverd. Op het vliegveld nabij Gao is voorts een helikopterdetachement met vier Apache-gevechtshelikopters en drie Chinook-transporthelikopters gestationeerd. In 2015 is gestart met de overdracht van de Nederlandse deelname aan internationale partners. Naast Duitsland hebben ook Denemarken, Estland en Tsjechië taken van Nederland overgenomen, al dan niet tijdelijk.
EUNAVFOR Atalanta
Nederland zal in 2016 met één marineschip met helikopter deelnemen in de internationale maritieme operatie van de EU (Atalanta) in de wateren rond Somalië (Kamerstuk 29 521, nr 307). Het budget van € 1 miljoen is benodigd voor de overloop van uitgaven van de inzet eind 2016.
EUNAFORMED Sophia
Over de deelname aan deze maritieme trainingsmissie van de Libische kustwacht en Marine voor de kust van Libië, heeft de Kamer inmiddels een artikel 100-brief ontvangen. Nederland zal in de periode van medio oktober tot medio december 2016 het amfibisch transportschip Zr. Ms. Rotterdam inzetten als platform voor training van de Libische kustwacht en marine.
Vessel Protection Detachments (VPD’s)
In overleg met reders is de maximaal beschikbare VPD-capaciteit in 2012 uitgebreid tot 175 inzetten. In de begroting is dekking zeker gesteld voor dit volume. De veiligheidssituatie in het operatiegebied waar de VPD’s worden ingezet bepaalt mede wat de definitieve vraag van de reders wordt. Op basis van de huidige veiligheidssituatie en de daaraan gekoppelde vraag wordt verwacht dat in 2017 tussen de 50 en 75 VPD’s worden ingezet. De additionele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit toelagen, reis- en verblijfskosten en de kosten van de opslag van materieelpakketten in de regio. De bijdrage van de Nederlandse reders aan de additionele uitgaven voor de VPD’s is in de uitgavenraming verwerkt.
Contributies
Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de NAVO en de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de NAVO of de EU. Onderdeel van de contributies is de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van tien NAVO-lidstaten.
Kleinschalige NL-bijdragen
In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar.
Overzicht kleine missies
Max personele omvang
Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)
4
Combined Maritime Forces (CMF)
3
United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)
12
United Nations Mission in the Republic of South Sudan (UNMISS)
22
NB De personele omvang varieert in de tijd gedurende de missie van 0 tot de maximale omvang
Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit
Onderstaande programma’s worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinancierd en mede door Defensie uitgevoerd en daarom hieronder toegelicht.
Africa Contingency Operations Training and Assistance (ACOTA)
Het ACOTA-samenwerkingsprogramma draagt bij aan de versterking van de capaciteit van Afrikaanse partnerlanden zodat zij kunnen deelnemen aan multinationale operaties onder leiding van de VN of Afrikaanse Unie (AU). Nederland zet enkele tientallen militairen in voor verschillende trainingen.
Toelichting op nationale inzet
De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie en Defensie hebben afspraken gemaakt over de gegarandeerde beschikbaarheid van militaire (specialistische) capaciteiten voor nationale veiligheid, crisisbeheersing en de operationele aansturing daarvan onder civiel gezag (bestuursafspraken over intensivering civiel-militaire samenwerking).
Defensie levert de volgende vormen van ondersteuning aan de civiele autoriteiten, zowel in Nederland als in het Caribisch deel van het Koninkrijk:
-
-
-
•Structurele nationale taken:
-
-○ Inzet van de Koninklijke Marechaussee voor politietaken zoals beschreven in artikel 4 van de Politiewet 2012:
-
-○ Beveiliging Koninklijk Huis;
-
-○ Politietaak voor Defensie;
-
-○ Politietaak op Schiphol en andere aangewezen luchthavens;
-
-○ Beveiliging burgerluchtvaart;
-
-○ Verlening van bijstand aan en samenwerking met de politie alsmede assistentieverlening bij grensoverschrijdende criminaliteit;
-
-○ Politietaak op plaatsen onder beheer van de Minister van Defensie, op aangewezen verboden plaatsen en de ambtswoning van de Minister-President;
-
-○ Uitvoering van vreemdelingentaken op basis van de Vreemdelingenwet 2000;
-
-○ Bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;
-
-○ Beveiligingswerkzaamheden voor De Nederlandsche Bank N.V.
-
-
-
-○ Materieel, personeel en coördinatie voor Kustwacht Nederland;
-
-○ Beheer en inzet defensiemiddelen voor Kustwacht Caribisch gebied;
-
-○ Explosievenopruiming;
-
-○ Luchtruimbewaking/bestrijding van terroristische aanvallen tegen de (burger)luchtvaart, waaronder de Quick Reaction Alert (QRA) van twee bewapende F-16’s;
-
-○ Bijzondere bijstandseenheden, waaronder de Unit Interventie Mariniers (UIM), een Aanhoudings- en Ondersteuningseenheid van de Koninklijke Marechaussee en een personele bijdrage aan de Dienst Speciale Interventies (DSI) van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie;
-
-○ Calamiteitenhospitaal in het Centraal Militair Hospitaal;
-
-○ Hydrografische opneming van de zeebodem en de verwerking daarvan tot zeekaarten.
-
-
-
•Militaire bijstand op grond van de Politiewet 2012:
-
-○ Ondersteuning van de handhaving van de openbare orde;
-
-○ Ondersteuning van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.
-
-
-
-
•Militaire bijstand op grond van de Wet Veiligheidsregio’s;
-
-
-
-
•Militaire steunverlening in het openbaar belang.
-
Naast de gegarandeerde militaire capaciteiten worden verscheidene incidentele inzetten verwacht die niet vallen onder structurele en reguliere militaire bijstand of militaire steunverlening.
De tabel indicatieve inzet voor 2017 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer.
Indicatieve inzet in 2017
Betreft
Aantal
Artikel
Explosieven opruiming
Aantal ruimingen
1.900
CLAS/FNIK
Explosieven opruiming Noordzee
Aantal ruimingen
40
CZSK
Duikassistentie
Aantal aanvragen
10
CZSK/FNIK
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde
Aantal aanvragen
30
CZSK/FNIK
Onderscheppingen luchtruim
Aantal onderscheppingen
5
CLSK
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde
Aantal aanvragen
100
KMAR/CLAS/FNIK
Handhaving openbare orde en veiligheid
Aantal aanvragen
30
KMAR/FNIK
Wet veiligheidsregio
Aantal aanvragen
10
KMAR/CLAS/FNIK
Militaire steunverlening in het openbaar belang
Aantal aanvragen
40
Alle krijgsmachtdelen/FNIK
Bijstand Caribisch gebied
Aantal aanvragen
10
CZSK/FNIK
Toelichting op overige inzet
Enhanced Forward Presence Litouwen
Op de NAVO-top in Warschau is besloten tot een vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in de Baltische Staten en Polen. In dit kader zal Nederland in 2017 een eenheid van compagniesgrootte aan de door Duitsland geleide battlegroup in Litouwen leveren. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de andere Benelux-landen. Hiervoor is een budget benodigd van € 10 miljoen, dat wordt betaald uit artikel 1.
Toelichting op ontvangsten
Crisisbeheersingsoperaties
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de vergoedingen van de EU-, NAVO en VN-partners voor de door Nederland in het verleden geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Daarnaast ontvangt Nederland een tegemoetkoming van de VN voor deelname aan MINUSMA. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s hier geraamd.
3.2. Beleidsartikel 2: Taakuitvoering zeestrijdkrachten
Algemene doelstelling
De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.
In de onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CZSK voor de periode 2017 tot en met 2021. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed» (OG). In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2017» bevat de actuele verwachting voor 2017. Tevens is in de begroting 2017 opgenomen wanneer de norm OG volgens verwachting wordt bereikt. Afwijkingen ten opzichte van de «Norm OG» kunnen planmatig zijn, maar ook als gevolg van knelpunten in de bedrijfsvoering optreden.
DOELSTELLINGENMATRIX CZSK 2017-2021
Capaciteit
Bouwsteen/
module voor SE
Totaal
aantal
Norm-
OG
OG 2017
Verwachting behalen Norm-OG
Maritime Battle Staff (MBS)
NLMARFOR/MBS
1
1
1
2019
Mariniers-
eenheden
Marines Combat Group
2
1
1
2019
Surface Assault & Training Group
1
0,5
0,5
2018
Sea-based Support Group
1
1
1
2018
NLMARSOF/
SOF squadrons
2
1,5
1,5
2018
Capital ships
Landing Platform Docks
2
1
1
2019
Joint Support Ship
1
0,5
0
2018
Fregatten
LC-Fregat
4
2
2
2020
M-Fregat
2
1
1
2020
Patrouilleschepen
Ocean Patrolling Vessel
4
2
2
2019
Onderzeedienst
Onderzeeboot
4
2
1*
2021
Torpedowerkschip
1
0,2
0,2
2018
Mijnenbestrijding
AMBV
6
3
3
2019
Duik- en searchcapaciteit
Defensie Duikgroep
1
1
1
2017
Hydrografie
HOV
2
1
1
2018
CZMCARIB
Compagnie (CIDW/CUR)
1
1
1
2017
Raiding Squadron CARIB
1
1
1
2018
Raiding Troop SXM
1
1
1
2017
FRISC Sqaudron CARIB
1
1
1
2018
Ondersteuningsschip
1
0,7
0,7
2017
-
-
-
1.De capaciteiten vermeld in kolom «OG 2017», waarbij in de laatste kolom het jaartal 2017 is vermeld, zijn naar verwachting in 2017 zonder beperkingen inzetbaar.
-
-
-
-
2.De bouwstenen/modules gemarkeerd met * kennen naast een kwantitatieve ook een kwalitatieve beperking t.o.v. Norm OG in 2017. Voor de capaciteiten waarbij een ander jaartal in de laatste kolom wordt vermeld, geldt dat deze naar verwachting in 2017 inzetbaar zijn maar dat er daarbij beperkingen gelden.
-
-
-
-
3.De voorlopige prognose is dat de beperkingen van deze capaciteiten zijn opgelost in het jaar dat in de laatste kolom wordt vermeld. Dit is mede afhankelijk van inzet van eenheden, voldoende en adequate ondersteuning (CS/CSS) en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
-
Beleidswijzigingen
Joint Support Ship (JSS)
Het logistiek ondersteunings- en bevoorradingsschip Zr. Ms. Karel Doorman wordt ingezet voor de maritieme bevoorradingsfunctie. Dit is één van de drie taken die het JSS kan uitvoeren. Voor de overige twee taken (strategisch transport en seabasing) wordt gezocht naar mogelijkheden van medegebruik in internationaal verband (Kamerstuk 33 763, nr. 104). Op 4 februari 2016 is mede hiervoor met Duitsland een Letter of Intent getekend, waardoor inzetvermogen, het delen van kennis en daarmee het vergroten van de slagkracht mogelijk wordt. Ook zijn er gesprekken gaande met België en het Verenigd Koninkrijk. Het feitelijk medegebruiken wordt mogelijk als het schip weer inzetbaar is na het verhelpen van de problemen aan de hoofdelektromotoren (Kamerstuk 33 763, nr. 108). De verwachting is dat het schip in het vierde kwartaal 2017 weer inzetbaar is. Tevens is een nauwere samenwerking overeengekomen tussen het Duitse Seebataljon en het Korps Mariniers.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
790.537
728.322
721.477
716.665
727.634
733.868
736.910
Uitgaven
744.365
728.322
721.477
716.665
727.634
733.868
736.910
Waarvan juridisch verplicht
78%
Programma uitgaven
135.172
133.491
132.218
125.320
133.257
134.633
137.052
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando ZSK
135.172
133.491
132.218
125.320
133.257
134.633
137.052
Gereedstelling
36.346
36.848
28.401
23.687
23.677
24.268
24.268
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
2.645
-
-waarvan bijdrage aan Agentschap RWS
16.199
15.519
12.891
12.891
12.891
12.891
12.891
Instandhouding
98.826
96.643
103.817
101.633
109.580
110.365
112.784
Apparaatsuitgaven
609.193
594.831
589.259
591.345
594.377
599.235
599.858
Personele uitgaven
543.656
530.943
531.133
532.811
536.420
540.272
537.879
-
-waarvan eigen personeel
538.651
525.443
531.133
532.811
536.420
540.272
537.879
-
-waarvan externe inhuur
5.005
5.500
Materiële uitgaven
65.537
63.888
58.126
58.534
57.957
58.963
61.979
-
-waarvan ICT
2.488
2.836
2.680
2.679
2.679
2.678
2.678
-
-waarvan huisvesting en infra
3.727
3.727
3.726
3.725
3.725
-
-waarvan overige exploitatie
60.876
56.368
50.960
51.369
50.793
51.801
54.817
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
2.173
4.684
759
759
759
759
759
Apparaatsontvangsten
14.387
15.638
16.201
16.201
16.201
16.201
16.201
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2017 gaat het om 78 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de zeewapensystemen en de verplichtingen voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Een deel van de uitgaven voor gereedstelling zijn gerelateerd aan de vlieguren en de vaardagen van de kustwacht in Nederland en de kustwacht in het Caribisch gebied. De jaarplannen en jaarverslagen van de kustwachten bevatten nadere informatie over hun activiteiten en middelen.
Bijdrage aan agentschap (onder programma-uitgaven)
Binnen de programma-uitgaven maakt de post «Bijdrage aan agentschap» een onderdeel uit van het instrument Opdracht Gereedstelling en Instandhouding Commando ZSK. Het betreft hier de uitgaven aan de Rijksrederij (€ 12,9 miljoen voor 2017). De Rijksrederij is onderdeel van Rijkswaterstaat (RWS). RWS is een agentschap van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Over de precieze bijdrage in 2017 en verder vindt nog nader overleg plaats. De activiteiten die zij verrichten voor het CZSK hebben betrekking op gereedstelling.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek), walinstellingen en procesgebonden installaties, en de herbevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden (ketenlogistiek).
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Waarvan bijdragen van SSO’s
Om de uitgaven baten-lastendiensten beter zichtbaar te maken in de begroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten opgenomen in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
Formatie CZSK
2016
2017
2018
2019
2020
2021
9.834
9.872
9.890
9.928
9.982
9.977
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
Groene Draeck
De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck betreffen met name personele uitgaven en worden daarom onder dit instrument begroot. Naar aanleiding van het second opinion onderzoek (Kamerstukken II, 2015-2016, 34 300 X, nr. 110) en de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 2015-2016, 34 300-I, nr. 6) is besloten het jaarlijkse onderhoudsbudget bij te stellen naar € 87.000,- en de uitvoering van het onderhoud bij het Ministerie van Defensie te laten zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. Meerjarig wordt daarom een totaalbedrag van € 87.000 geraamd voor het onderhoud aan de Groene Draeck. Dit betreft het hieronder gepresenteerde begrote budget.
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten
(bedragen x € 1.000)
2017
2018
2019
2020
2021
Onderhoud Groene Draeck
87
87
87
87
87
3.3. Beleidsartikel 3: Taakuitvoering landstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De landstrijdkrachten leveren operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landstrijdkrachten alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. Het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De landstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.
In de onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CLAS voor de periode 2017 tot en met 2021. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed» (OG). In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2017» bevat de actuele verwachting voor 2017. Tevens is in de begroting 2017 opgenomen wanneer de norm OG volgens verwachting wordt bereikt. Afwijkingen ten opzichte van de «Norm OG» kunnen planmatig zijn, maar ook als gevolg van knelpunten in de bedrijfsvoering optreden.
DOELSTELLINGENMATRIX CLAS 2017-2021
Capaciteit
Bouwsteen/
module voor SE
Totaal aantal
Norm-OG
OG 2017
Verwachting behalen Norm-OG
HRF (L) HQ
NLD deel staf
1 (DEU/NLD) Corps
1
1
1
2017
NLD deel CIS BN
1
1
1
2020
NLD deel StSpt BN
1
1
1
2020
BRIG HQ
Staf
3
1
1
2020
Verkenningseskadron
3
1
1
2017
ISTAR Module
5
2
1
NBP
Cimic Support Element
4
2
2
2017
Psyops Support Element
4
2
1
2018
(R) DTF HQ
Hoofdkwartier OOCL
1
1
1*
NBP
BMD, ABT en CRAM (sensor only)
C2 PATRIOT
1
1
0
2021
C2 AGBADS
1
1
1
2018
Patriot Fire Unit
3
3
0
2021
AMRAAM-Peloton
2
2
1
2018
STINGER-Peloton
3
3
2
2018
SOF
SOF-Compagnie
4
2
2
2018
BTG
Manoeuvre Bataljon
7
2
1→2
2020
Pantserhouwitser / Mortier Batterij
3
2
2
2019
Pantsergeniecompagnie
4
1
1
2020
Luchtmobiel Geniepeloton
3
1
1
2020
CIS Compagnie
3
1
0
2019
Geneeskundig Peloton
7
2
2
2020
DEFENSIE CYBER COMMANDO
CYBER module
3
1
1
2017
CS ELEMENT
AFD Staf Vuursteuncommando
1
1
1
2017
Staf Geniebataljon
3
1
1
2018
Constructiecompagnie
2
1
1
2017
Brugmodule
2
1
1
2017
CBRN Compagnie
2
1
1
2017
EODD Ploeg
48
20
20
2017
CSS ELEMENT
Bataljonsstaf National Support
Element
1
1
1
2017
MEDCELL
4
1
1
2018
B&T module
7
2
2
2020
Bevoorradingspeloton
3
1
1
2020
Herstelpeloton
11
4
4
2017
ROLE 2 Medical Treatment Facility
4
2
1
2021
CBRN A&A team
8
1
1
2017
CBRN DIM team
8
1
1
2017
NATRES
Bataljon
3
3
3
2018
-
1.De capaciteiten vermeld in kolom «OG 2017», waarbij in de laatste kolom het jaartal 2017 is vermeld, zijn naar verwachting in 2017 zonder beperkingen inzetbaar.
-
2.De bouwstenen/modules gemarkeerd met * kennen naast een kwantitatieve ook een kwalitatieve beperking t.o.v. Norm OG in 2017. Voor de capaciteiten waarbij een ander jaartal in de laatste kolom wordt vermeld, geldt dat deze naar verwachting in 2017 inzetbaar zijn maar dat er daarbij beperkingen gelden.
-
3.De voorlopige prognose is dat de beperkingen van deze capaciteiten zijn opgelost in het jaar dat in de laatste kolom wordt vermeld. Dit is mede afhankelijk van inzet van eenheden, voldoende en adequate ondersteuning (CS/CSS) en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
-
4.De afkorting NBP in de kolom «Verwachting behalen Norm-OG» staat voor «na begrotingsperiode».
Beleidswijzigingen
De integratie van de 43e Gemechaniseerde Brigade in de Duitse Eerste Pantserdivisie. Onderdeel hiervan is de integratie van de personele component voor een Nederlands tankeskadron in een Duits Tankbataljon.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
1.146.024
1.214.273
1.251.341
1.263.710
1.273.873
1.288.117
1.299.872
Uitgaven
1.221.224
1.214.273
1.251.341
1.263.710
1.273.873
1.288.117
1.299.872
Waarvan juridisch verplicht
78%
Programma uitgaven
158.682
158.899
207.984
212.357
217.495
229.134
240.070
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS
158.682
158.899
207.984
212.357
217.495
229.134
240.070
-
-Gereedstelling
50.989
51.696
54.498
57.674
66.074
66.107
65.110
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
13.944
-
-instandhouding
107.693
107.203
153.486
154.683
151.421
163.027
174.960
Apparaatsuitgaven
1.062.542
1.055.374
1.043.357
1.051.353
1.056.378
1.058.983
1.059.802
Personele uitgaven
971.074
945.373
961.016
960.710
965.077
968.169
960.909
-
-waarvan eigen personeel
966.462
939.875
959.449
958.843
962.310
964.702
957.442
-
-waarvan externe inhuur
4.612
5.498
1.567
1.867
2.767
3.467
3.467
Materiële uitgaven
91.468
110.001
82.341
90.643
91.301
90.814
98.893
-
-waarvan overige exploitatie
89.020
98.750
79.550
87.852
88.510
88.023
96.102
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
2.448
11.251
2.791
2.791
2.791
2.791
2.791
Apparaatsontvangsten
13.672
19.546
11.523
11.523
11.523
11.523
11.523
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2017 gaat het om 78 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de landwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling zijn voor oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van wapensystemen (wapensysteemlogistiek) en de bevoorrading van operationele en ondersteunende eenheden door het Materieellogistiek Commando (matlogco).
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven van baten-lastendiensten beter zichtbaar te maken in de begroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten opgenomen in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
Formatie CLAS
2016
2017
2018
2019
2020
2021
19.298
19.338
19.377
19.361
19.347
19.291
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
3.4. Beleidsartikel 4: Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
Algemene doelstelling
De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten.
Het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als nationale taken.
In de onderstaande tabel staan de operationele eenheden van het CLSK voor de periode 2017 tot en met 2021. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed». In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2017» bevat de actuele verwachting voor 2017. Tevens is in de begroting 2017 opgenomen wanneer de norm OG volgens verwachting wordt bereikt. Afwijkingen ten opzichte van de «Norm OG» kunnen planmatig zijn, maar ook als gevolg van knelpunten in de bedrijfsvoering optreden.
DOELSTELLINGENMATRIX CLSK 2017 - 2021
Capaciteit
Bouwsteen / module voor SE
Totaal aantal
Norm- OG
OG 2017
Verwachting behalen Norm-OG
Jachtvliegtuigen
F-16
61
11
6→11*
2018
Helikopters
AH-64 Apache
28
10
4*
2019
CH-47 Chinook
17→20
6→8
3*
2019
AS-532 Cougar
8→12
3→5
3*
2019
NH-90
20
2→8
2*
NBP
Transport-vliegtuigen
KDC-10
2
1
1
2017
C-130 Hercules
4
2
2
2017
Kustwacht NLD
Dornier DO-228
2
1
1
2017
Force Protection
OGRV eenheden
4
2
2
2017
Air C4ISR
Luchtverkeersleiding
1
1
1
2017
Luchtgevechtsleiding
1
1
1
2017
NDMC
1
1
1
2017
-
1.De capaciteiten vermeld in kolom «OG 2017», waarbij in de laatste kolom het jaartal 2017 is vermeld, zijn naar verwachting in 2017 zonder beperkingen inzetbaar.
-
2.De bouwstenen/modules gemarkeerd met * kennen naast een kwantitatieve ook een kwalitatieve beperking t.o.v. Norm OG in 2017. Voor de capaciteiten waarbij een ander jaartal in de laatste kolom wordt vermeld, geldt dat deze naar verwachting in 2017 inzetbaar zijn maar dat er daarbij beperkingen gelden.
-
3.De voorlopige prognose is dat de beperkingen van deze capaciteiten zijn opgelost in het jaar dat in de laatste kolom wordt vermeld. Dit is mede afhankelijk van inzet van eenheden, voldoende en adequate ondersteuning (CS/CSS) en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
-
4.De afkorting NBP in de kolom «Verwachting behalen Norm-OG» staat voor «na begrotingsperiode».
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
801.969
672.898
681.678
695.296
688.359
692.774
695.362
Uitgaven
711.856
672.898
681.678
695.296
688.359
692.774
695.362
Waarvan juridisch verplicht
86%
Programma uitgaven
167.717
167.911
181.345
196.054
188.288
192.093
196.410
Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LSK
167.717
167.911
181.345
196.054
188.288
192.093
196.410
-
-Gereedstelling
7.727
12.744
13.071
13.060
13.102
13.102
13.102
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
217
-
-Instandhouding
159.990
155.167
168.274
182.994
175.186
178.991
183.308
Apparaatsuitgaven
544.139
504.987
500.333
499.242
500.071
500.681
498.952
Personele uitgaven
415.536
404.408
402.311
406.371
406.228
408.280
405.837
-
-waarvan eigen personeel
409.168
400.708
401.311
406.371
406.228
408.280
405.837
-
-waarvan externe inhuur
6.368
3.700
1.000
Materiële uitgaven
128.603
100.579
98.022
92.871
93.843
92.401
93.115
-
-waarvan overige exploitatie
2.701
98.314
94.763
89.612
90.584
89.142
89.856
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
125.902
2.265
3.259
3.259
3.259
3.259
3.259
Apparaatsontvangsten
14.037
13.166
12.259
12.259
12.259
12.259
12.259
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2017 gaat het om 86 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de instandhouding van de luchtwapensystemen en voor het oefenprogramma.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
De geraamde uitgaven voor gereedstelling zijn voor oefenactiviteiten.
Instandhouding
De geraamde uitgaven voor de instandhouding van materieel betreffen het onderhoud van de wapensystemen. De instandhoudingsuitgaven van het Logistiek Centrum Woensdrecht zijn hierin opgenomen. Naast uitgaven voor de diverse ondersteunende installaties gaat het om uitgaven voor de instandhouding van de wapensystemen die in de doelstellingen matrix zijn genoemd.
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven van baten-lastendiensten zichtbaar te maken in de begroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten opgenomen in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
Formatie CLSK
2016
2017
2018
2019
2020
2021
7.432
7.452
7.468
7.474
7.449
7.378
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
3.5. Beleidsartikel 5: Taakuitvoering Marechaussee
Algemene doelstelling
De Koninklijke Marechaussee (KMar) voert politietaken uit op grond van de Politiewet 2012 (PW). Deze taak wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies uitgevoerd. Daarnaast levert de KMar capaciteit aan de CDS voor deelname aan (militaire) missies waarbij de KMar andere taken uitvoert dan die in de Politiewet (PW) zijn opgedragen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere Ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de Ministeries van Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.
In artikel 4 van de Politiewet (2012) wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen;
-
-
-
-Bewaken en beveiligen van koninklijke paleizen, ambassades in risicogebieden1, de Nederlandsche Bank en militaire objecten en personen. De KMar kan ook worden ingezet voor de bewaking en beveiliging van hoog risico objecten;
-
-
-
-
-Handhaving van de Vreemdelingenwetgeving waaronder bestrijding van identiteit- en documentfraude, mensensmokkel en grenstoezicht, bijvoorbeeld in Frontex-verband de ondersteuning van de grensbewaking van EU-lidstaten;
-
-
-
-
-Politietaken ten behoeve van Defensie;
-
-
-
-
-Bijdrage aan de opbouw van veiligheidssector in missiegebieden;
-
-
-
-
-Politietaken op en beveiliging van burgerluchtvaartterreinen;
-
-
-
-
-Samenwerking met en bijstand aan de Nationale Politie.
-
Naast het reguliere takenpakket fungeert de KMar als strategische reserve voor de Nationale Politie. Hiermee levert de KMar continue een bijdrage aan de veiligheid van de Staat door optreden in binnen- en buitenland.
In onderstaande tabel staan de operationele eenheden van de KMar voor de periode 2017 tot en met 2021. De gereedstelling voor onderstaande taken wordt onder beheersverantwoordelijkheid van de Minister van Defensie uitgevoerd. De tabel bevat het aantal eenheden en de operationele gereedheid ervan. Vanwege de cycli voor onderhoud, opwerken, operationele gereedheid en recuperatie hebben planmatig niet alle eenheden de status «operationeel gereed». In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2017» bevat de actuele verwachting voor 2017. Afwijkingen ten opzichte van de «Norm OG» kunnen planmatig zijn, maar ook als gevolg van knelpunten in de bedrijfsvoering optreden. Indien de «Norm OG» in 2017 naar verwachting niet haalbaar is, wordt de reden kort toegelicht in een voetnoot. Tevens is in de begroting 2017 opgenomen wanneer de norm OG volgens verwachting wordt bereikt. Afwijkingen ten opzichte van de «Norm OG» kunnen planmatig zijn, maar ook als gevolg van knelpunten in de bedrijfsvoering optreden.
Doelstellingenmatrix KMar 2017-2021
Groep
Organieke eenheden
Totaal aantal
Norm- OG
OG 2017
Verwachting
Behalen Norm-OG
LTC/BBM en districten
VTEn voor expeditionaire inzet
306
153
153
2020
LTC/BE
Peloton voor CRC expeditionair
1
1
1
2018
LTC/BSB
VTEn voor CPTs
26
13
13
2017
-
1.De capaciteiten vermeld in kolom «OG 2017», waarbij in de laatste kolom het jaartal 2017 is vermeld, zijn naar verwachting in 2017 zonder beperkingen inzetbaar.
-
2.De bouwstenen/modules gemarkeerd met * kennen naast een kwantitatieve ook een kwalitatieve beperking t.o.v. Norm OG in 2017. Voor de capaciteiten waarbij een ander jaartal in de laatste kolom wordt vermeld, geldt dat deze naar verwachting in 2017 inzetbaar zijn maar dat er daarbij beperkingen gelden.
-
3.De voorlopige prognose is dat de beperkingen van deze capaciteiten zijn opgelost in het jaar dat in de laatste kolom wordt vermeld. Dit is mede afhankelijk van inzet van eenheden, voldoende en adequate ondersteuning (CS/CSS) en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Geplande inzet
Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie operationele speerpunten: bewaken en beveiligen, de grenspolitietaak en internationale en militaire politietaken.
Bewaken en Beveiligen
Vanuit het speerpunt bewaking en beveiliging draagt de KMar zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten en personen. De KMar doet dit in samenwerking met (keten-)partners op nationaal en internationaal, publiek en privaat vlak.
Kengetallen
Prognose 2017
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burger-
luchtvaart
100%
Het aantal permanent te bewaken objecten
7
Het aantal inzetbare Hoog Risico Beveiligingspelotons voor
non-permanente bewaking van te bewaken objecten
6
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De
Nederlandsche Bank
100%
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire beveiligingsopdrachten
(zie indicatoren algemene doelstelling)
Grenspolitietaak
Vanuit het speerpunt grenspolitietaak richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Deze taak wordt doelmatig en flexibel, en zo mogelijk informatie- en risicogestuurd uitgevoerd.
Kengetallen
Prognose 2017
Aantal luchthavens waar grensbewaking wordt uitgevoerd
8
waarvan permanent
6
Aantal prioriteitsmeldingen (op luchthavens waar politietaken
worden uitgevoerd
24.000
Aantal verwijderingen (directe verwijderingen zonder tussenkomst
Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) en verwijderingen na aanlevering
van DT&V)
3.500
Waarvan begeleid
500
Internationale en militaire politietaken
Vanuit het speerpunt internationale en militaire politietaken is de KMar als één van de vier operationele commando’s van Defensie medeverantwoordelijk voor de uitvoering van het buitenland- en veiligheidsbeleid van Nederland. De KMar voert op grond van de PW politietaken uit in Nederland (inclusief Caribisch Nederland op grond van de Rijkswet Politie van Aruba, Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, St. Eustatius en Saba). Bij inzet van Nederlandse militairen in het binnen- en buitenland wordt aan hen politiezorg verleend door de KMar, onder meer door strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Daarnaast zorgt de KMar voor de bewaking van de integriteit van de krijgsmacht. Vanwege de specifieke organisatiekenmerken en expertise kan de KMar zowel met de andere krijgsmachtsonderdelen als zelfstandige (politie)organisatie in binnen- en buitenland optreden. Daarbij kan capaciteit ook worden ingezet in instabiele landen, bijvoorbeeld door deelname aan opbouwoperaties.
Kengetallen
Prognose 2017
Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan OM Arnhem)
725
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale
(zie indicatoren
crisis- en humanitaire operaties
algemene
doelstelling)
Beleidswijzigingen
Door de veranderende veiligheidssituatie - bestrijden van terrorisme en het beheersen en controleren van de migratiestromen en bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit - is de vraag naar KMar inzet toegenomen. In 2017 resulteert dit in een intensivering op in ieder geval de volgende onderwerpen.
-
-
-
•Intensivering op de Frontex-verplichtingen. De nieuwe EU grens en kustwacht-verordening (de nieuwe Frontex-verordening) verplicht lidstaten om materieel en personeel ter beschikking te stellen in tijden van buitengewone druk op de EU-buitengrenzen. Voor Nederland betreft dit ongeveer 50 grenswachters die stand-by moeten staan, het merendeel zal KMar-personeel zijn.
-
-
-
-
•Intensiveren grenscapaciteit maritiem en luchthavens. De toegenomen passagiersaantallen op de luchthavens die gepaard gaan met een veranderende veiligheidssituatie zorgen ervoor dat de grensbewakingscapaciteit en grenspolitie op de luchthavens onder druk staat. Er is een berekening van de personele en materiële consequenties voor de periode 2018-2022 opgesteld, die breed draagvlak heeft en momenteel voorligt ter validatie.
-
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
336.732
352.554
338.752
335.195
337.018
336.907
337.255
Uitgaven
337.157
352.554
338.752
335.195
337.018
336.907
337.255
Waarvan juridisch verplicht
92%
Programma uitgaven
1.747
6.414
6.364
6.364
6.364
6.364
6.364
Opdracht Inzet KMAR
1.747
6.414
6.364
6.364
6.364
6.364
6.364
Gereedstelling
1.747
6.414
6.364
6.364
6.364
6.364
6.364
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
642
Apparaatsuitgaven
335.410
346.140
332.388
328.831
330.654
330.543
330.891
Personele uitgaven
301.665
312.352
307.674
304.331
306.029
305.949
304.471
-
-waarvan eigen personeel
301.478
311.452
307.674
304.331
306.029
305.949
304.471
-
-waarvan externe inhuur
187
900
Materiële uitgaven
33.745
33.788
24.714
24.500
24.625
24.594
26.420
-
-waarvan overige exploitatie
32.867
32.682
22.895
22.681
22.806
22.775
24.601
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
878
1.106
1.819
1.819
1.819
1.819
1.819
Apparaatsontvangsten
5.540
4.408
4.590
4.590
4.590
4.590
4.590
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2017 gaat het om 92 procent. De 92 procent juridisch verplichte uitgaven bestaan volledig uit apparaatsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Programma-uitgaven
Gereedstelling
Sinds de begroting 2016 zijn uitgaven (€ 4 miljoen) voor diensten die tolken en vertalers levert aan de KMar, overgeboekt van apparaat (materieel) naar programma.
De overige uitgaven voor gereedstelling betreffen vooral de uitgaven voor meerdaagse (oefen) activiteiten.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Waarvan bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven binnen baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan Paresto.
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
Formatie KMar
2016
2017
2018
2019
2020
2021
6.459
6.430
6.407
6.402
6.402
6.402
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
3.6. Beleidsartikel 6: Investeringen krijgsmacht
Algemene doelstelling
Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de materiële instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.
Beleidswijziging
Investeringsquote
Defensie streeft ernaar om op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Dit streven komt voort uit het besef dat een moderne krijgsmacht voldoende investeringsruimte moet hebben om haar instandhouding op langere termijn te garanderen en te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor heet de investeringsquote. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn.
Zoals gemeld in de begroting 2016 en toegezegd tijdens het WGO materieel van 2 november 2015, heeft Defensie in 2016 onderzoek gedaan naar de toekomstige waarde van de investeringsquote. Op basis van dit onderzoek is geconcludeerd dat het behalen van de jaarlijkse investeringsquote slechts in beperkte mate iets zegt over de duurzaamheid van de defensieorganisatie. De jaarlijkse investeringsquote geeft voornamelijk inzicht in de mate waarin Defensie in enig jaar in staat is de geplande investeringen te realiseren.
De conclusies van het onderzoek onderstrepen de in 2016 ingeslagen weg. Defensie richt zich, overeenkomstig de aanbevelingen van het IBO Wapensystemen, op het behalen van een meerjarig gemiddelde investeringsquote van twintig procent over vijf jaar. Zo is de investeringsquote in 2017 berekend over de jaren 2013 tot 2017. Op basis van de huidige inzichten wordt het doel van twintig procent in 2020 bereikt. De jaarlijkse investeringsquote wordt behouden als indicator voor het behalen van de jaarlijks geplande investeringen en ter vergelijking van de investeringen met NAVO-bondgenoten.
Verplichtingenraming
In deze begroting zijn voor het eerst de geraamde verplichtingen «voorzien in nieuw materieel» voor de periode 2017-2021 gedetailleerd opgebouwd, op basis van het investeringsplan. Hiermee wordt een duidelijk beeld gegeven van de nu verwachte jaarlijks aan te gane verplichtingen. Het resultaat van de gedetailleerde opbouw is dat de geraamde aan te gane verplichtingen in enkele jaren naar boven en in andere jaren neerwaarts is bijgesteld. De raming is gebaseerd op het geraamde moment dat er voor een project een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over een project en de scope en fasering van het project, samenwerking met derden en onderhandeling met een leverancier, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is dus nadrukkelijk een momentopname: hoewel de raming van de verplichtingen een betrouwbare weergave is van het actuele beeld, zullen de realisatie en de raming van de aan te gane verplichtingen bij iedere begroting wijzigen.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
2.162.332
1.785.172
2.890.871
1.507.828
1.374.035
920.528
3.680.627
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
1.716.112
1.469.653
2.402.069
1.095.304
979.496
612.828
3.481.265
Opdracht Voorzien in infrastructuur
182.395
104.099
212.602
141.432
123.562
136.784
55.379
Opdracht Voorzien in IT
176.527
82.380
185.382
180.270
180.154
80.093
50.160
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
62.386
61.415
62.468
62.471
62.472
62.472
62.472
Bijdrage aan de NAVO
24.912
27.625
28.350
28.351
28.351
28.351
31.351
Reserve valutaschommelingen
40.000
Uitgaven
1.101.504
1.372.824
1.640.538
1.792.471
1.956.679
1.846.163
1.681.342
Waarvan juridisch verplicht
68%
Programma uitgaven
1.101.504
1.372.824
1.640.538
1.792.471
1.956.679
1.846.163
1.681.342
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
689.851
880.929
1.151.736
1.379.947
1.562.140
1.538.463
1.484.980
Opdracht Voorzien in infrastructuur
197.960
217.110
212.602
141.432
123.562
136.784
55.379
Opdracht Voorzien in IT
120.722
135.252
185.382
180.270
180.154
80.093
50.160
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
61.612
60.690
62.468
62.471
62.472
62.472
62.472
Bijdrage aan de NAVO
31.359
38.843
28.350
28.351
28.351
28.351
28.351
Reserve valutaschommelingen
40.000
waarvan agentschap RVB
137.200
191.342
127.289
111.206
123.106
49.841
waarvan SSO DMO/OPS
79.157
58.721
60.638
40.000
40.000
40.000
40.000
Programma ontvangsten
222.796
77.931
161.783
173.603
116.703
76.975
69.175
-
-Verkoopopbrengsten groot materieel (strategisch)
190.116
58.586
113.186
115.986
76.086
37.158
34.558
-
-Overige ontvangsten materieel
3.298
25.800
40.200
23.700
23.700
23.700
-
-Verkoopopbrengsten infrastructuur (strategisch)
8.828
16.100
8.950
6.050
5.550
4.750
0
-
-Overige ontvangsten infrastructuur
2.839
1.080
11.977
9.497
9.497
9.497
9.047
-
-Overige ontvangsten IT, WOO en NAVO
17.715
2.165
1.870
1.870
1.870
1.870
1.870
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2017 betreft het juridisch verplichte deel 68 procent.
Bijdragen aan SSO’s
Om de uitgaven binnen baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan het Rijksvastgoedbedrijf en aan DMO/DTO.
Investeringsquote
Het meerjarig voortschrijdend gemiddelde (periode 2013 - 2017) is naar verwachting 16 procent. De volgende bedragen liggen aan de berekening ten grondslag:
Begrotingsjaar
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Teller (totaal Investeringen) x € 1.000
1.331.345
1.193.516
1.019.656
1.073.768
1.101.504
1.372.824
1.640.538
1.792.471
1.956.679
1.846.163
1.681.342
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
908.594
829.577
739.145
612.302
689.851
880.929
1.151.736
1.379.947
1.562.140
1.538.463
1.484.980
-
-Zee (zie tabel Projecten Zeestrijdkrachten)
-
-Land (zie tabel Projecten Landstrijdkrachten)
-
-Lucht (zie tabel Projecten Luchtstrijdkrachten)
-
-Projecten Defensiebreed (zie tabel Projecten Defensiebreed)
-
-Projecten < € 25 miljoen
Opdracht Voorzien in infrastructuur
240.239
255.481
142.451
309.820
197.960
217.110
212.602
141.432
123.562
136.784
55.379
Opdracht Voorzien in ICT
78.518
62.042
47.460
64.938
120.722
135.252
185.382
180.270
180.154
80.093
50.160
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
69.447
70.663
59.166
59.403
61.612
60.690
62.468
62.471
62.472
62.472
62.472
Bijdrage aan de NAVO
34.547
16.852
31.434
27.305
31.359
38.843
28.350
28.351
28.351
28.351
28.351
Noemer (totaal defensiebudget minus HGIS en attachés)
7.949.870
7.861.154
7.511.951
7.531.416
7.528.454
8.022.471
8.346.997
8.470.457
8.550.408
8.527.129
8.386.959
Gerealiseerde investeringsquote per jaar (t/m 2015)
16%
15%
14%
14%
15%
Raming van investeringsquote 2016 en verdere jaren
17%
20%
21%
23%
22%
20%
5 jaars voortschrijdend gemiddelde investeringsquote
15%
15%
16%
17%
19%
20%
21%
De tabel maakt onderscheid in de realisatie van 2010 tot en met 2015 en het vijf jaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2016.
Grafiek 6.1 realisatie investeringsquote en het voortschrijdend gemiddelde investeringsquote
Aan te gane verplichtingen
Gedurende 2017 worden de volgende verplichtingen aangegaan. Projecten waarvoor een verplichting groter dan € 25 miljoen wordt aangegaan en die geen commercieel vertrouwelijke informatie bevatten zijn separaat weergegeven. Niet alle nu voorziene aan te gane verplichtingen zullen daadwerkelijk in 2017 worden aangegaan. Zo is het mogelijk dat contracten later worden ondertekend. Daarom wordt rekening gehouden met overlopende verplichtingen van € 721 miljoen.
Verplichtingen voorzien in nieuw materieel
Aan te gaan in 2017
-
*NH-90
49,5
-
*Verwerving F-35
827,7
-
*AH-64 Zelfbescherming (ASE)
80,0
-
*Instandhouding LC-fregatten (LCF)
98,0
-
*Defensie Bewaking en Beveiligingssysteem
59,7
-
*Dienstpersonenauto’s
41,6
-
*Diverse projecten
1.496,9
-
*Bandbreedte projecten (investeringen door operationele commando's)
95,1
-
*Projecten met aan te gane verplichting ≥ 25 miljoen
75,2
-
*Projecten met aan te gane verplichting < 25 miljoen
299,0
Totaal
3.122,7
-/- overlopende verplichtingen
720,6
Totaal aan te gane verplichtingen
2.402,1
Toelichting op de instrumenten
In dit beleidsartikel wordt inzicht gegeven in de uitgaven en verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn geraamd en die van invloed zijn op de investeringsquote. Tevens wordt aangegeven wat de verwachte risico’s zijn voor de realisatie van de uitgaven.
In de tabellen van Voorzien in nieuw materiaal, Voorzien in infrastructuur, Voorzien in IT en Bekostiging Wetenschappelijk Onderzoek zijn alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. De projecten in realisatie waarvan de financiële omvang van meer dan € 10 miljoen is gewijzigd, alsmede de projecten waarvan de planning met meer dan een jaar is gewijzigd, worden onderaan de tabellen nader toegelicht. Tevens worden de projecten in planning met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen opgesomd waarvan wordt verwacht dat deze in 2017 tot uitgaven leiden. Wezenlijke veranderingen ten opzichte van de begroting 2016 worden hierbij toegelicht.
Voorzien in nieuw materieel
In het Materieelprojectenoverzicht (MPO) worden alle strategische materieelprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen uitgebreid toegelicht. Voor de projecten in planning wordt bovendien de verwachte fasering in het Defensie Materieel Proces (DMP) vermeld.
Het onderzoek naar andere mogelijkheden om in de behoefte aan een MALE UAV te voorzien is nog gaande. Daarom kan daar in deze begroting nog niet op worden ingegaan.
Risico’s bij Voorzien in nieuw materieel
Aan de uitvoering van projecten zijn diverse risico’s verbonden. Hierdoor kan de realisatie afwijken van de initiële planning. Naast risico’s van meer algemene aard, zoals juridische procedures, vertraagde leveringen of het leveren van onvoldoende kwaliteit, kan bij de uitvoering van projecten sprake zijn van omstandigheden die kunnen leiden tot een verhoogd risicoprofiel. Deze zijn:
Internationale samenwerking/co-financiering
Sommige projecten worden in samenwerking met andere landen gepland en uitgevoerd. Het NH-90 project en het project MRTT zijn hier voorbeelden van. Internationale samenwerking brengt extra risico’s met zich mee. De doorlooptijd van de nationale en internationale besluitvorming kan bijvoorbeeld niet altijd worden beïnvloed en duurt mogelijk langer dan initieel voorzien. Vertraging in het sluiten van (gezamenlijke) contracten kan leiden tot latere levering waardoor later in de behoeften van de deelnemende landen wordt voorzien. Bij projecten met cofinanciering bestaat bovendien een risico op het niet tijdig - door alle partners - zekerstellen van de financiering. Vertraging hierin kan leiden tot vertraging in de realisatie.
Wijziging project / scope
Wanneer tijdens de plannings- of realisatiefase de scope van een project wijzigt, bijvoorbeeld als gevolg van ervaringen tijdens missies, kan dit leiden tot vertragingen of kostenstijging. Herprioriteren of harmoniseren van het investeringsbudget kan nodig zijn om uitvoering mogelijk te blijven maken. Hierdoor kunnen kasuitgaven vertraagd tot realisatie komen.
Vertraging in levering
Het risico bestaat dat zich vertragingen voordoen ten opzichte van het beoogde of overeengekomen leverschema, waardoor budget moet worden doorgeschoven.
Kwaliteit
Als bij een levering blijkt dat niet is voldaan aan de kwaliteitseisen worden betalingen opgeschort. In dit geval zullen geplande budgetten pas tot betaling komen nadat aan de kwaliteitseisen is voldaan.
Projecten Zeestrijdkrachten
Projecten in realisatie zeestrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Project-volume
Raming uitgaven
Fasering
tot en met
t/m 2016
2017
2018
2019
2020
2021
Instandhouding Goalkeeper
34,5
30,4
3,5
0,6
2018
Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten
88,8
51,3
6,4
8,0
5,2
5,2
4,3
2022
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)
128,5
99,1
14,5
4,1
5,6
2,8
2,4
2021
Midlife upgrade BV206D (MLU BV206D)
32,3
9,8
10,8
7,9
3,8
2019
Verbetering MK48 torpedo
150,4
45,6
17,8
24,1
34,0
18,6
10,4
2021
Bij het project Verbetering MK48 torpedo zijn zowel het projectbudget als de looptijd gewijzigd als gevolg van de contractsluiting voor de modificatie van een tweede serie torpedo’s. Hiermee komt het aantal gemodificeerde torpedo’s op het niveau van de operationele behoefte, zoals aangekondigd in de Kamerbrief 27 830 nr. 145 van 30 januari 2015.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2017
Als gevolg van het duurder uitvallen van een aantal deelprojecten in de B/C-fase van het project is de scope van het project Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP LCF) aangepast. De Kamerbrief (kamerstuk 27 830, nr.174) bevat de inhoudelijke aanpassing van het project en informatie over de voortgang. Bij het project Midlife Upgrade Landing Craft Utility is de planning voor uitvoering van dit project bijgesteld omdat uitgevoerde studies langer hebben geduurd. Naar verwachting is de verwervingsvoorbereiding van dit project in 2017 gereed.
Projecten Landstrijdkrachten
Projecten in realisatie landstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2016
2017
2018
2019
2020
2021
Aanvulling Bushmasters
32,8
24,9
7,9
2017
Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)
133,3
126,2
6,0
2023
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie
805,9
682,7
105,1
10,4
7,7
2019
PATRIOT vervanging COMPATRIOT
38,9
20,5
14,2
4,1
2018
Precision Guided Munition
56,6
26,8
8,8
21,0
2018
Nieuw in realisatie is het project Precision Guided Munition.
Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)
Bij het project Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) is de fasering gewijzigd naar 2023 als gevolg van een verwachte FMS case closure.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2017
C-RAM en Class 1 UAV detectiecapaciteit
Er wordt een haalbaarheidsstudie verricht naar de vereiste technische specificaties van het systeem. Oorspronkelijk was het de bedoeling om vanaf 2017-2018 met de resultaten van die studie de realisatiefase in te gaan, maar door prioriteitsstelling in het investeringsplan is de realisatie verschoven naar 2020 en verder.
Bij de volgende projecten zijn geen wezenlijke wijzigingen opgetreden:
-
-
-
•Levensduurverlenging zwaar bergingsvoertuig.
-
-
-
-
•Patriot verlenging levensduur;
-
-
-
-
•Vervanging brugleggende tank.
-
Projecten Luchtstrijdkrachten
Projecten in realisatie luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering tot en met
t/m 2016
2017
2018
2019
2020
2021
AH-64D Block II upgrade
120,7
54,6
15,0
29,5
11,5
2023
AH-64D verbetering bewapening
38,9
20,8
4,9
4,7
8,5
2019
AH-64D zelfbescherming (ASE)
98,5
7,3
1,0
12,9
16,2
16,2
2025
F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket
50,5
17,6
5,1
5,8
9,1
12,9
2020
F-16 M6.5 onderhoudstape
26,1
15,4
7,2
3,5
2018
F16 mode 5 IFF
42,5
37,4
5,1
2017
F-16 zelfbescherming (ASE)
97,5
61,1
23,3
13,1
2018
Langer doorvliegen F-16 - Instandhouding
83,0
31,9
15,7
16,9
9,5
0,1
0,2
2022
Langer doorvliegen F-16 - Operationele Zelfverdediging
94,2
57,0
22,9
14,3
2018
Langer Doorvliegen F-16 - Vliegveiligheid & Luchtwaardigheid
44,3
10,8
7,0
7,6
6,6
5,4
6,9
2021
Obsolescence Prevention Program PC-7
38,3
3,4
16,0
18,9
2018
Vervanging Medium Power Radars Wier en Nieuw-Milligen
63,2
25,6
11,4
12,6
11,2
2,4
2020
Verwerving F-35 (budgetreeks)
4.700,0
619,8
324,3
537,2
673,2
601,6
596,7
2023
Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT)
250 - 1.000
2023
Nieuw in realisatie zijn de projecten Langer Doorvliegen F-16 - Instandhouding en Langer Doorvliegen F-16 - Operationele Zelfverdediging en Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT). Hoewel het MRTT een project in voorbereiding betreft, bevat het opties voor andere landen, waardoor de prijzen commercieel vertrouwelijk behandeld moeten worden.
AH-64D Block II upgrade
Bij het project AH-64D Block II upgrade is de fasering aangepast naar 2023 omdat de apparatuur voor het deelproject «video down-/uplink» later ter beschikking komt.
AH-64D Zelfbescherming (ASE)
Bij het project AH-64D Zelfbescherming (ASE) is de fasering gewijzigd. Dit is het gevolg van de, in de begroting voor 2016 gemelde, verdere uitwerking van de keuze voor het Amerikaanse zelfbeschermingssysteem voor de Apache AH-64D. Deze keuze is een logisch gevolg van het streven naar standaardisatie bij de helikoptervloot van de Luchtmacht omdat ook de nieuwe Chinooks worden uitgerust met dit zelfbeschermingssysteem. Een nieuw verwervingstraject voor dit deelproject moet worden opgestart waardoor dit project langer doorloopt.
F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket
Bij het project F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket is de fasering twee jaar verlengd. Dit komt doordat de behoeftestelling is uitgebreid met extra raketten. Deze raketten zijn opgenomen in een contract met 2019-2020 als levertijd.
Verwerving F-35
Raming uitgaven
(bedragen x 1 miljoen)
Project
omschrijving
Project
volume
Raming uitgaven
Fasering tot
t/m 2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022 en verder
2023
Budget VF-35
4.700
619,8
324,3
537,2
673,2
601,6
596,7
1.347,2
2023
Raming VF-35
5.286,5
630,0
254,9
598,3
856,8
990,5
828,8
1.127,2
2023
Waarvan 2 testtoestellen (incl. bijkomende middelen)
281,8
280,2
1,6
0
0
0
0
0
2013
Waarvan verwerving toestellen (inclusief bijkomende middelen)
4.484,7
349,8
253,3
298,3
856,8
895,4
759,9
1.071,2
2023
Waarvan PSFD MOU
205,4
157,3
11,1
9,6
6,7
5,5
5,5
9,5
2023
Waarvan deelname IOT&E (inclusief exploitatie testtoestellen t/m 2019)
91,1
61,4
17,3
12,4
0
0
0
0
2019
Waarvan voorziening risicoreservering investeringen
487,0
0
0
0
0
111,3
111,3
264,4
2023
In voorgaande tabel is weergegeven hoe het investeringsbudget en de kosten van het project F-35 zich ontwikkelen. De prijsbijstelling van € 8,4 miljoen is aan het projectbudget toegevoegd. Het tekort voor de prijsbijstelling van de F-35, bestaande uit het verschil tussen benodigde indexatie en toegekende indexatie, bedraagt € 33,1 miljoen.
Dit jaar is het investeringsbudget door prijsbijstelling toegenomen tot € 4.700 miljoen (prijspeil 2016). Per saldo is sprake van een negatief verschil tussen budget en raming van € 586,5 miljoen. Het verschil tussen raming en beschikbaar budget wordt veroorzaakt door de hoge dollarkoers ten opzichte van de koers gebruikt bij het vaststellen van het budget in 2013.
In navolgende tabel is de ontwikkeling van het beschikbare budget voor de verwerving F-35 weergegeven.
Aanpassing taakstellend budget investeringen (bedragen x € 1 miljoen)
Bedrag
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2015
4691,6
Bijstelling budget
8,4
Budget verwerving F-35 in prijspeil 2016
4.700
Project in planning met verwachte uitgaven in 2017
Chinook Vervanging en Modernisering
Dit project bestaat uit twee delen. In 2015 is besloten tot de aanschaf van 14 Chinook CH-47D toestellen. Daarnaast wordt voor de overgebleven 6 CH-47F een plan gemaakt voor de modernisering van deze toestellen.
Projecten Koninklijke Marechaussee
De investeringsprojecten (voor zover niet in infrastructuur en informatievoorziening) voor de Koninklijke Marechaussee hebben een investeringsbudget van minder dan € 25 miljoen.
Projecten Defensiebreed
Projecten in realisatie Defensiebreed (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering
Tot
t/m 2016
2017
2018
2019
2020
2021
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) Blok 3
54,6
14,6
11,1
15,1
10,4
1,6
0,9
2023
Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens
60,2
21,5
27,5
11,0
0,2
2019
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn Defensiebreed (MILSATCOM)
132,3
123,9
7,5
0,9
2018
Modernisering navigatiesystemen
38,9
24,2
4,9
3,6
3,0
1,2
2,0
2021
Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden
109,1
2,9
38,1
44,6
23,4
0,1
2020
NH-90
1.191,3
1.038,5
38,0
50,0
29,1
10,7
8,0
2023
Uitbreiding Chemische Biologische Radiologische en Nucleaire (CBRN)-capaciteit in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS), materieel
62,1
38,4
13,6
3,2
4,3
2,5
2020
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)
215,5
47,7
61,6
50,6
41,1
14,5
2020
Vervanging ETS (Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem) (DBBS)
216,2
17,5
59,7
76,4
36,9
25,8
2020
Nieuw in realisatie is het project vervanging ETS (Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) en Munitie ten behoeve van aanvulling inzetvoorraden.
Modernisering navigatiesystemen
De fasering van het project Modernisering navigatiesystemen is met twee jaar gewijzigd. Dit wordt veroorzaakt doordat dit project gerelateerd is aan het Instandhoudings-programma Walrus dat een uitloop kent. De leveringen vanuit Modernisering navigatiesystemen hebben een doorlooptijd t/m 2021.
NH-90
Alle twintig NH-90 toestellen zijn aan Defensie geleverd. De financiële fasering is gewijzigd. Dit is het gevolg van het later contracteren van deelbehoeften en de verschuiving van de risicoreservering. Zo zijn bijvoorbeeld de aanpassingen voor transporttaken verschoven naar latere jaren. De verschuivingen maken het mogelijk aan te sluiten bij reeds onder contract gebrachte behoeften en te profiteren van internationale - technologische - ontwikkelingen. De herfasering heeft geen gevolgen voor de levering en de voorziene maritieme inzet van de toestellen.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2017
Samenvoegen LVNL en LVL op Schiphol
Het betreft het samenvoegen van de militaire luchtverkeersleiding van AOCS Nieuw-Milligen met de luchtverkeersleiding op Schiphol. Dit project bestaat uit drie componenten (voorzien in nieuw materieel, voorzien in infrastructuur en voorzien in IT). Het gezamenlijke volume is meer dan € 25 miljoen.
Verwerving HV brillen
In 2016 is een deelcontract ondertekend. De productie van de uitrustingsstukken verloopt voorspoedig, zodat deze in 2017 aan de gebruiker kunnen worden uitgeleverd. Een tweede deelcontract wordt naar verwachting in 2017 ondertekend en deze uitrustingsstukken worden in 2018 aan de gebruiker verstrekt.
Bij de volgende projecten zijn geen wezenlijke veranderingen opgetreden:
-
-
-
•Defensiebrede vervanging handgedragen warmtebeeldkijkers;
-
-
-
-
•Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen (DVOW);
-
-
-
-
•Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS);
-
-
-
-
•Joint Fires;
-
-
-
-
•Nieuwe generatie identificatie systemen (IFF mode 5/mode S);
-
-
-
-
•Vervanging 60/81mm mortieren;
-
-
-
-
•Vervanging grondterminals MILSATCOM.
-
Voorzien in infrastructuur
Grote infrastructuurprojecten in realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
Project-omschrijving
Defensie-onderdeel
Project
volume
t/m 2016
2017
2018
2019
2020
2021e.v.
Fasering
t/m
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Algemeen
142,2
10,3
18,2
25,0
22,6
21,6
44,5
2024
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Algemeen
126,7
17,7
33,0
55,0
21,0
2019
Deelproject 1.3.7.1. HVD: Schuifplan Ermelo (GSK, JPK, PMK en VHK)
CLAS
65,7
57,3
0,3
0,0
5,0
3,1
2020
Deelproject 1.3.7.5. HVD: Herbeleggen RVS Oirschot
CLAS
40,1
27,4
10,7
2,0
2018
Deelproject 2a.6. HVD: Belegging Breda (KvB, TvZ, Seelig)
CDC
36,3
22,5
8,3
0
0
0
5,5
2021
EPA Maatregelen
Algemeen
65,3
47,7
8,8
8,8
2018
Hoger Onderhoud Woensdrecht
CLSK
67,7
42,4
10,0
15,3
2018
Nieuwbouw OTCKMar
KMar
84,5
63,1
18,0
3,4
2018
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Wijzigingen in wet- en regelgeving, aanscherping van milieu- en veiligheidseisen en ontwikkelingen in het omgevingsrecht hebben geleid tot nieuwe eisen aan het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. Het aanpassingsproject vastgoed als gevolg van gewijzigde regelgeving omvat een pakket aan maatregelen dat tot en met 2024 uitgevoerd moet worden. De verschillende maatregelen zijn onder andere:
-
-
-
•Vervanging en/of aanpassing van installaties die werken op koelmiddelen met hydrochloorfluorkoolwaterstof (HCFK);
-
-
-
-
•Op norm brengen van drinkwaterinstallaties;
-
-
-
-
•Verbetering brandveiligheid van gebouwen;
-
-
-
-
•Verwijderen asbest;
-
-
-
-
•Het op norm brengen en houden van monumentale panden en terreinen.
-
Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid
Met de uitvoering van verbetermaatregelen brengt Defensie de brandveiligheid van de meest risicovolle gebouwen op orde en biedt ze haar personeel een veilige woon- (legering) en werkomgeving. De planning is in lijn met de nalevingsafspraak die is overeengekomen met de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Deelproject 1.3.7.1. Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (HVD) Schuifplan Ermelo
Het schuifplan Ermelo zorgt ervoor dat de verhuizing en sluiting van de Koninklijke Militaire School (KMS) in Weert mogelijk wordt. Daarvoor moet eerst ruimte worden gemaakt door eenheden na elkaar te verhuizen van Havelte naar Wezep, van Ermelo naar Havelte en tot slot van Weert naar Ermelo. De KMS is reeds naar Ermelo verhuisd. Een aantal deelprojecten wordt nog voltooid.
Deelproject 1.3.7.5. HVD Herbeleggen Ruyter van Steveninckkazerne Oirschot
Door gebruik te maken van vrijgevallen infrastructuur (tankbataljons) is een schuifplan opgesteld om oude gebouwen leeg te maken en te slopen en vooral goede infrastructuur aan te houden en te gebruiken voor het huisvesten van de nieuwe organisatie. Aanvullende nieuwbouw wordt gerealiseerd voor de nieuw opgerichte (Chemische, Biologische, Radiologische, en Nucleaire (CBRN)-eenheid. Het project is in uitvoering.
Deelproject 2.a.6. HVD Belegging Breda
Met dit project wordt de verhuizing mogelijk van het Instituut Defensie Leergangen van Rijswijk naar Breda, onder meer door aanvullende nieuwbouw van legering en aanpassing van lesaccommodaties en kantoren op de Trip van Zoutlandkazerne (TvZ). Een verdere concentratie op de Trip van Zoutlandkazerne, het Kasteel van Breda en de Luchtmachttoren maakt het mogelijk elders in de stad locaties af te stoten. Het project is in uitvoering.
Energie Prestatie Adviezen (EPA) Maatregelen
Dit project betreft een verzameling van energiebesparende maatregelen voor de bestaande infrastructuur.
Hoger onderhoud Woensdrecht
Het project betreft de totale behoefte aan infrastructuur om het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) op Vliegbasis Woensdrecht te kunnen huisvesten. Hiermee kunnen de defensielocaties LCW Rhenen en LCW Dongen worden afgestoten. De nieuwbouw legering is opgeleverd, evenals het werkcentrum Avionica en het Logistiek Complex. Nieuwbouw voor het squadron Technologie en Missieondersteuning is in ontwikkeling. Het LCW Rhenen is reeds voor afstoting overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf.
Nieuwbouw OTCKMar (Opleidings- en Trainings Centrum KMar)
Het OTCKMar wordt ondergebracht op het complex Koning Willem III/Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn. Het project is in uitvoering en wordt naar verwachting in 2018 voltooid.
Risico’s bij Voorzien in infrastructuur
De volgende drie projecten hebben op basis van de huidige inzichten een risico in het in 2017 realiseren van het geplande budget. In het algemeen geldt dat projecten in uitvoering en dus aanbesteed, een beperkt risico hebben. Alle benodigde vergunningen zijn verleend. Er is immers sprake van een «fixed price» behoudens onvoorzien werk. Als gevolg van een gebrek aan capaciteit zijn er risico’s in de realisatie van nieuwbouwprojecten en het verkopen van infrastructuur.
Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving
Dit project wordt momenteel ontwikkeld en moet nog worden aanbesteed. Het project kent een onzekerheid voor tijd en budget ten opzichte van de planning.
Deelproject HVD 1.3.6.2. MARKAZ Zeeland
Dit project bevindt zich momenteel in de voorbereidingsfase. Het project kent een onzekerheid voor tijd en budget ten opzichte van de planning.
F-35 Motoronderhoud
Dit project wordt momenteel ontwikkeld en kent een onzekerheid in het tijdig verkrijgen van de benodigde vergunningen en tijd die beschikbaar is voor de realisatie van de faciliteit. Dit kan gevolgen hebben voor de planning. Ook is een gedeelte van het project qua geld gevoelig voor valutaschommelingen.
Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2017
Deelproject HVD 1.3.6.2. MARKAZ Zeeland
Met de bouw van een geheel nieuwe kazerne te Vlissingen wordt de verhuizing mogelijk gemaakt van het Mariniers Trainingscommando vanuit de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn en het Logistiek Centrum Maartensdijk. Het project wordt gerealiseerd met een geïntegreerd contract. Vooruitlopend op de uitvoering zal worden geïnvesteerd in diverse omgevingsonderzoeken en is bouwgrond aangekocht.
Deelproject 2.a.5. HVD Realisatie 20 Gezondheidscentra (GZHC) en 7 tandheelkundige centra
Dit project betreft de aanpassing van de huisvesting aan de nieuwe organisatie van de bedrijfsgroep Gezondheidszorg, door aanpassing van bestaande infrastructuur en door nieuwbouw op verschillende locaties. De locaties Ermelo en Stroe zijn in voorbereiding en de overige locaties volgen op korte termijn.
F-35 Motoronderhoud
Nederland is als één van de Europese landen aangewezen om in de toekomst het F-35 motoronderhoud te gaan uitvoeren. Hiervoor moeten faciliteiten worden gebouwd op Vliegbasis Woensdrecht. De motoronderhoudsfaciliteit inclusief de inrichting van de faciliteit vergt een investering. Naast Defensie nemen het Ministerie van EZ en de provincie Noord-Brabant daarvan een deel voor hun rekening.
Huisvesting Operations Center JIVC DMO/OPS
Dit project voorziet op Camp New Amsterdam met renovatie van bestaande huisvesting en nieuwbouw in het onderbrengen van het Operations Center JIVC DMO/OPS. Hierdoor kunnen verschillende (beheer)activiteiten op één locatie worden geconcentreerd.
KMar en Informatie Gestuurd Optreden
In de nota «In Het Belang Van Nederland» is vastgelegd dat het optreden van de KMar transformeert van een gebiedsgebonden aansturing naar een centraal landelijk en meer flexibel optreden. De hierbij behorende centrale aansturing zal plaatsvinden op basis van het sturingsmechanisme informatie gestuurd optreden. Om de KMar informatie gestuurd te laten optreden zullen de districtsstaven bij de brigades komen te vervallen en gereduceerd opgaan in het centraal Landelijk Tactisch Commando (LTC), waarvoor huisvesting gerealiseerd zal worden op het Camp New Amsterdam. Door het vervallen van de districtsstaven kunnen de huidige locaties in Baarn, Fort de Bilt Utrecht en Kamp Nieuw Milligen worden afgestoten.
Nieuwbouw/renovatie NCIA
Nabij de Waalsdorpervlakte in Den Haag bevindt zich één van de vestigingen van het NATO Communications and Information Agency (NCIA). Momenteel heeft het agentschap een drietal hoofdvestigingen in Brussel, Mons (beiden België) en Den Haag. Met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering is besloten een groter aantal activiteiten te concentreren op de NCIA-hoofdvestiging in Den Haag. Om dit mogelijk te maken heeft Nederland zich als Host Nation bereid verklaard om in de jaren 2015-2018 een grootschalig nieuwbouw- en renovatieproject uit te voeren en te financieren, met bijdragen uit het HGIS-budget, het defensiebudget en een bijdrage van de gemeente Den Haag.
Voorzien in IT
Projecten in realisatie IT (bedragen x € 1 miljoen)
Projectomschrijving
Projectvolume
Raming uitgaven
Fasering
t/m
t/m 2016
2017
2018
2019
2020
2021
ERP M/F/P Fase 2
120,0
33,1
12,0
12,0
12,0
12,0
12,0
2025
IT-KMAR IGO
51,1
6,9
16,5
12,2
7,7
7,8
2020
Bij het project ERP /M/F/P Fase 2 is de fasering vervroegd om het jaarlijks benodigde budget aan te laten sluiten bij de behoefte, binnen het projectbudget. Nieuw in realisatie is het project IT-KMAR Informatiegestuurd Optreden (IGO).
Risico’s bij Voorzien in IT
Het project «IT-KMar IGO» heeft een hoog risico qua impact op het proces. Een succesvolle invoering van het IGO bij de KMar is essentieel voor de toekomstige bedrijfsvoering van de KMar.
Het programma IT-problematiek, dat nog in planning is, kent risico’s op het gebied van projectresultaat, architectuur en doorlooptijd. Om deze risico’s te mitigeren, wordt het project stringent gefaseerd.
Project in planning met verwachte uitgaven in 2017
IT-problematiek
Een belangrijk element in de oplossing van de IT problematiek is de vernieuwing van de IT-infrastructuur in samenwerking met de markt. De aanbesteding hiervan loopt vertraging op. Dat komt door aanpassing van de aanbestedingsstrategie waarin een fase van publicatie is toegevoegd. Deze is nodig om het marktpotentieel optimaal te benutten en de risico op juridische procedures te verkleinen. De gevolgen van de vertraging zijn beheersbaar.
Vernieuwing TITAAN
Door een wijziging in de scope van het project zal het project vernieuwing Theatre Independent Tactical Army Airforce Network (TITAAN) opnieuw worden aanbesteed.
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Programmafinanciering TNO
33.543
37.028
36.807
36.808
36.808
36.808
36.808
Programmafinanciering NLR
517
517
517
517
517
517
517
Contractonderzoek technologieontwikkeling
22.853
18.050
18.049
18.051
18.051
18.052
18.052
Contractonderzoek kennistoepassing
4.699
5.095
5.095
5.095
5.095
5.095
5.095
Overig Wetenschappelijk Onderzoek
0
0
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Totaal
61.612
60.690
62.468
62.471
62.471
62.472
62.472
Het centrale kennis- en technologiebudget voor wetenschappelijk onderzoek wordt gebruikt om een defensiespecifieke kennisbasis op te bouwen en in stand te houden. Hiermee kan Defensie wetenschappelijk worden ondersteund in haar taakuitvoering. Het budget wordt ook ingezet om innovatieve operationele capaciteiten, werkwijzen of concepten in de defensieorganisatie mogelijk te maken waarmee het operationeel handelingsvermogen wordt vergroot, verbeterd of tegen lagere (levensduur)kosten beschikbaar komt. Met de uitvoering van onderzoekprogramma’s en -projecten wordt tevens invulling gegeven aan de prioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2016 - 2020.
Programmafinanciering TNO (inclusief MARIN) en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)
De uit te voeren onderzoeksprogramma’s bouwen een defensiespecifieke kennisbasis op bij TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het NLR en houden deze in stand conform de Herijking Kennisportfolio Defensie (HKD, Kamerstuk 27 830, nr. 71 van 28 januari 2010). Om praktische redenen wordt het budget voor MARIN toegevoegd aan dat van TNO. Voor 2017 betreft het € 1 miljoen. Naar verwachting zal er ook de komende jaren budget worden besteed voor een defensiespecifieke kennisbasis bij MARIN. Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder een gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze gebieden. De programmafinanciering bedraagt in 2017 ongeveer € 37 miljoen.
Contractonderzoek technologieontwikkeling
Voor technologieontwikkeling is in 2017 € 18 miljoen beschikbaar. Deze projectmatige uitgaven worden ingezet waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS, Kamerstuk 31 125, nr. 20 van 13 december 2013) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. In de begrotingsafspraken van oktober 2013 is een bezuiniging doorgevoerd op subsidies in het kader van het bedrijfsleven-beleid. De defensiebijdrage hieraan in 2017 bedraagt € 1 miljoen en is in deze reeks verwerkt. De technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (NAVO en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed.
Bijdragen en contractonderzoek kennistoepassing
De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis, wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de behoeftestellende defensieonderdelen. Op centraal niveau is nog een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning. Vooral de interdepartementaal afgesproken bijdragen aan de instandhouding van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten bij TNO en het NLR worden uit de centrale middelen betaald. In 2017 is hiervoor € 5 miljoen beschikbaar.
Overig wetenschappelijk onderzoek
Onder Overig Wetenschappelijk Onderzoek vallen de uitgaven die niet direct toe te schrijven zijn aan technologieontwikkeling en kennistoepassing. Het betreft hier onder andere zaken als sociale innovatie en het investeren in en onderhouden van innovatie- en kennisnetwerken.
CODEMO
De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat vooral wordt ingezet voor innovatieve productontwikkeling met het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie in de vorm van royalties over de verkoop van de ontwikkelde producten zijn beschikbaar voor nieuwe ontwikkelingsvoorstellen. Defensie heeft € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. In totaal is voor een bedrag van € 8,5 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd. In 2014 en 2015 hebben ontvangsten plaatsgevonden van royalties die met behulp van CODEMA-gelden (de voorloper van de huidige regeling) zijn ontstaan. Deze ontvangsten van € 3,3 miljoen komen ten goede aan het fonds en vergroten de ruimte voor nieuwe projectvoorstellen
Als antwoord op de motie Günal-Gezer/Eijsink (Kamerstuk 33 750-X, nr. 24) is onderstaande tabel weergegeven.
CODEMO
Ingediende voorstellen
73
Gehonoreerde voorstellen
19
Afgewezen voorstellen
53
Afgeronde voorstellen
7
De gehonoreerde voorstellen betreffen zestien Midden- en Klein Bedrijven (MKB) en drie grootbedrijven. Eén projectvoorstel is nog in behandeling.
Bijdragen aan de NAVO
De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde NAVO-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.
Verkoopopbrengsten Groot Materieel
Het uitgavenkader wordt aangepast vanwege bijgestelde ontvangsten. De wijzigingen in de ontvangsten betreffen de neerwaartse bijstelling van de verkoopopbrengsten van groot materieel onder meer door het overdragen van de Leopard 2 tank aan Duitsland (- € 18 miljoen), daarnaast is de raming van de PzH2000 op basis van actuele marktinformatie neerwaarts bijgesteld met € 16 miljoen.
Afstotingen
Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:
-
-
-
•De Pantserhouwitser 2000 (PzH2000) en mijnenbestrijdingvaartuigen: dit betreft afname van deze capaciteit conform eerder genomen maatregelen;
-
-
-
-
•Rupsvoertuigen YPR en voorraad wielvoertuigen: dit betreft de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
-
-
-
-
•Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.
-
Verkoopopbrengsten Infrastructuur
De verkoopopbrengsten Infrastructuur hebben betrekking op opbrengsten van af te stoten objecten. In 2014 is besloten dat departementen en diensten het vastgoed dat zij niet langer nodig hebben voor hun bedrijfsvoering over moeten dragen aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het RVB zal op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) het overtollige vastgoed van de departementen en rijksdiensten overnemen tegen een inkoopprijs die wordt vastgesteld door gecertificeerde (onafhankelijke) vastgoedtaxateurs van het RVB. De opbrengsten van alle objecten die voor ingangsdatum van het KORV zijn aangeboden aan het RVB worden geëffectueerd na daadwerkelijke verkoop aan een marktpartij. Op dit moment zijn meerdere objecten zowel onder het oude regime als binnen het KORV in afstoting. De grootste overtolligheid van het Defensievastgoed loopt door tot 2019. Vanaf 2019 nemen de verkoopopbrengsten van overtolligheid af.
3.7. Beleidsartikel 7: Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
Algemene doelstelling
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
830.487
781.912
830.335
832.397
834.819
863.071
869.810
Uitgaven
758.507
781.912
830.335
832.397
834.819
863.071
869.810
Waarvan juridisch verplicht
45%
Programma uitgaven
304.662
324.773
365.671
370.629
364.766
387.086
384.933
Opdracht Logistieke ondersteuning
304.662
324.773
365.671
370.629
364.766
387.086
384.933
-
-Gereedstelling
222.537
227.817
266.784
269.515
265.444
277.122
271.841
-
-Instandhouding
82.125
96.956
98.887
101.114
99.322
109.964
113.092
Apparaatsuitgaven
453.845
457.139
464.664
461.768
470.053
475.985
484.877
Personele uitgaven
189.754
191.086
185.732
184.878
185.950
187.718
191.647
-
-waarvan eigen personeel
167.815
174.386
176.032
176.078
181.447
183.218
182.331
-
-waarvan externe inhuur
21.939
16.700
9.700
8.800
4.500
4.500
9.313
Materiële uitgaven
264.091
266.053
278.932
276.890
284.103
288.267
293.230
-
-waarvan IT; bijdrage aan SSO DMO/OPS
172.048
182.925
181.442
182.112
189.323
189.432
188.816
-
-waarvan IT; Overig
25.706
26.702
43.137
43.135
40.164
40.982
40.982
-
-waarvan overige exploitatie
65.923
55.326
52.534
49.824
52.797
56.034
61.613
-
-waarvan overige exploitatie; bijdrage aan SSO Paresto
414
1.100
1.819
1.819
1.819
1.819
1.819
Apparaatsontvangsten
44.077
42.909
43.433
43.433
43.433
43.433
43.433
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan en op de apparaatsuitgaven die voor het merendeel uit personele uitgaven bestaan. Voor 2017 gaat het om 45 procent. Het betreft verplichtingen die zijn aangegaan voor de apparaatsuitgaven, de aanschaf van munitie, brandstof en instandhoudingsuitgaven.
Toelichting op de instrumenten
Gereedstelling
De uitgaven voor gereedstelling bestaan vooral uit brandstof voor varend, rijdend en vliegend materieel en munitie. Dit betreft uitgaven voor Defensiebrede contracten.
Instandhouding
De uitgaven voor instandhouding betreffen vooral grote wapensystemen en eenheden van de operationele commando’s. In de doelstellingenmatrices bij de beleidsartikelen van de operationele commando’s staan de wapensystemen vermeld waarvoor uitgaven worden geraamd.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
Formatie DMO
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2.559
2.560
2.586
2.597
2.623
2.623
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 (Centraal apparaat).
IT-uitgaven
De uitgaven voor de exploitatie IT zijn met ingang van 2013 voor alle defensieonderdelen verantwoord op dit artikel. Dit betreffen uitgaven voor de werkplekdiensten en het onderhoud van IT-systemen.
Materiële uitgaven (waarvan bijdragen aan SSO’s)
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s (shared service organisation). Het betreft voor 2017 uitgaven aan de Defensie Telematica Organisatie (DTO) (€ 181,4 miljoen) en Paresto (€ 1,8 miljoen).
De overige exploitatie is voor het grootste deel persoonsgebonden. Deze uitgaven bestaan voornamelijk uit opleidingen, werving, dienstreizen, kleding en uitrusting en overige materiële uitgaven.
3.8. Beleidsartikel 8: Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Algemene doelstelling
Het Commando DienstenCentra (CDC) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het CDC draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht. Een groot deel van de ondersteuning levert het CDC zelf, een deel van de ondersteuning wordt geleverd door organisaties buiten het Ministerie van Defensie. Het CDC is daarbij de verbindende schakel tussen vraag en aanbod.
De ondersteuning van het CDC is ingedeeld in drie categorieën, te weten normgestuurd (vast, zoals vastgoed, gezondheidszorg), capaciteitgestuurd (semi-flexibel, zoals opleidingen) en budgetgestuurd (flexibel, zoals transport en media). De drie categorieën zijn nader onderverdeeld in achttien dienstenclusters.
Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening binnen Defensie waaraan het CDC een bijdrage levert.
Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit
Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
1.078.400
1.160.849
1.162.083
1.136.757
1.118.407
1.130.527
1.118.770
Uitgaven
1.051.112
1.169.649
1.162.083
1.136.757
1.118.407
1.130.527
1.118.770
Waarvan juridisch verplicht
44%
Programma uitgaven
Opdracht Dienstverlenende eenheden
204
-
-Gereedstelling
198
-
-Instandhouding
6
Apparaatsuitgaven
1.050.908
1.169.649
1.162.083
1.136.757
1.118.407
1.130.527
1.118.770
Personele uitgaven
465.998
524.565
513.566
508.237
509.231
512.106
507.183
-
-waarvan eigen personeel
436.045
510.109
504.007
498.678
499.672
502.547
497.624
-
-waarvan externe inhuur
18.157
4.378
118
118
118
118
118
-
-waarvan overig; attachés
11.796
10.078
9.441
9.441
9.441
9.441
9.441
Materiële uitgaven
584.910
645.084
648.517
628.520
609.176
618.421
611.587
-
-waarvan bijdrage agentschap RVB (huisvesting en infrastructuur
220.607
246.114
236.781
236.716
224.269
222.990
229.416
-
-waarvan huisvesting en infrastructuur overig
134.615
100.630
110.993
107.645
105.039
115.253
115.253
-
-waarvan overige exploitatie
189.660
261.234
264.824
249.440
246.149
247.059
233.999
-
-waarvan overige exploitatie; attachés
8.102
7.739
7.122
7.122
7.122
7.122
7.122
-
-waarvan bijdrage door SSO Paresto (catering)
31.706
29.367
28.797
27.597
26.597
25.997
25.797
-
-waarvan bijdrage SSO DTO (DMO/OPS)
220
Apparaatsontvangsten
56.903
58.347
75.866
73.772
69.672
69.472
69.472
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de apparaatsuitgaven die uit materiële en personele uitgaven bestaan. Voor 2017 gaat het om 44 procent.
Toelichting op apparaatsuitgaven
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
Formatie CDC
2016
2017
2018
2019
2020
2021
7.586
7.551
7.487
7.460
7.460
7.445
Materiële uitgaven (waarvan bijdragen aan SSO’s)
De materiële uitgaven betreffen uitgaven voor Huisvesting & Infrastructuur, overige exploitatie, bijdragen aan SSO, attachés en departementsbrede uitgaven.
De ondersteuning die het CDC levert is voornamelijk voor de defensieonderdelen en haar personeel in Nederland en het buitenland. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
-
-
-
•Verzorgen van catering en voeding;
-
-
-
-
•Verzorgen van facilitaire diensten zoals centraal wagenparkbeheer en audiovisuele diensten;
-
-
-
-
•Verzorgen van P&O diensten voor circa 53.000 defensiemedewerkers;
-
-
-
-
•Verzorgen van gezondheidsdiensten voor circa 41.000 militairen;
-
-
-
-
•Verzorgen van wereldwijd vervoer van personen en goederen;
-
-
-
-
•Leveren van producten op het gebied van kennis, opleiding en ontwikkeling.
-
Het CDC levert daarnaast, in samenwerking met het RVB, alle ondersteuning op het gebied van het vastgoed van Defensie. Defensie beschikt momenteel over circa 34.503 hectare terreinoppervlak en 5.096.000 m2 bruto vloeroppervlak gebouwen. De ondersteuning bestaat uit de volgende activiteiten:
-
-
-
•Het onderhoud van alle vastgoedobjecten;
-
-
-
-
•Beheer van alle huurobjecten en PPS-constructies alsmede het leveren van rijkshuisvesting in het buitenland;
-
-
-
-
•Facilitaire ondersteuning voor het vastgoed zoals beveiliging en schoonmaak;
-
-
-
-
•Zorg voor nutscontracten.
-
De bijdrage aan het agentschap RVB (€ 236,8 miljoen) respectievelijk de SSO Paresto (€ 28,8 miljoen) zijn onderdeel van de bovengenoemde uitgaven Huisvesting & Infrastructuur en Overige Exploitatie.
Voor een nadere toelichting op de apparaatsuitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden en het niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat.
-
4.DE NIET-BELEIDSARTIKELEN
4.1. Niet-beleidsartikel 9: Algemeen
Algemene doelstelling
In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies en bijdragen, bijdragen aan de NAVO-exploitatie uitgaven en internationale militaire samenwerking en overige (departementsbrede) uitgaven.
Budgettaire gevolgen
Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
103.254
105.955
95.717
96.559
96.256
95.994
96.488
Uitgaven
84.447
106.855
95.717
96.559
96.256
95.994
96.488
Programma uitgaven
84.447
106.855
95.717
96.559
96.256
95.994
96.488
Subsidies en bijdragen
31.495
31.669
30.086
30.058
30.116
29.501
29.597
Bijdrage NAVO en internationale samenwerking
22.085
57.461
52.588
52.608
52.477
52.546
52.545
-
-waarvan voorziening Very High readiness Joint Taskforce
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
Overige uitgaven
30.867
17.725
13.043
13.893
13.663
13.947
14.346
Toelichting op de instrumenten
Subsidies en bijdragen
De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben en die defensiebeleid voor bijzondere doelgroepen uitvoeren, omdat zij hiertoe beter geëquipeerd zijn. De defensiesubsidies zijn er op gericht de exploitatie van stichtingen, en daarmee de uitvoering van hun doelen, in stand te houden. De subsidies zijn te verdelen in subsidies voor veteranenzorg, bijzondere vormen van personeelszorg en doelgroepenbeleid. Daarnaast worden er subsidies verstrekt in het kader van het cultureel erfgoed en tradities en op het gebied van onderwijs, kennis en technologie. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in bijlage 6.6.
Bijdragen aan de NAVO en Internationale samenwerking
De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op NAVO-exploitatie uitgaven, waaronder uitgaven voor AWACS-vliegtuigen en voor de NAVO-commandostructuur en programma’s (NCSEP: NATO Command Structure Entities and Programmes). De Internationale Militaire Samenwerking omvat militaire samenwerkingsactiviteiten die Defensie in internationaal verband uitvoert. Het betreft onder meer militair-operationele samenwerking, defensiematerieelsamenwerking, militaire inlichtingensamenwerking en juridische samenwerking. Daarnaast staat er op nader te verdelen € 10 miljoen voor de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF).
Overige uitgaven
Deze Defensiebrede uitgaven hebben onder meer betrekking op voorlichtings- en communicatieactiviteiten. Overige uitgaven hebben tevens betrekking op de behandeling en uitvoering van schadevergoedingen en de uitvoering van energie- en milieuwetgeving van de Defensie organisatie.
4.2. Niet-beleidsartikel 10: Centraal Apparaat
Algemene doelstelling
Defensie is een operationele en uitvoerende organisatie bedoeld om de belangen van het Koninkrijk te verdedigen en de internationale rechtsorde te bevorderen. Ten behoeve van de drie hoofdtaken van de krijgsmacht stelt zij militaire eenheden gereed en zet deze in nationaal en internationaal verband in. Die inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan en het opstellen van kaders voor de Defensiebrede bedrijfsvoering.
Budgettaire gevolgen
Artikel 10 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
1.529.741
1.584.959
1.580.732
1.542.042
1.498.860
1.491.017
1.507.878
Uitgaven
1.527.669
1.621.659
1.580.732
1.542.042
1.498.860
1.491.017
1.507.878
Apparaatsuitgaven
1.527.669
1.621.659
1.580.732
1.542.042
1.498.860
1.491.017
1.507.878
Personele uitgaven
1.513.893
1.605.620
1.562.644
1.524.210
1.480.497
1.472.657
1.488.612
-
-waarvan eigen personeel
121.123
136.082
144.687
145.253
146.533
149.168
148.962
-
-waarvan externe inhuur
3.128
4.418
3.564
2.564
2.564
2.564
2.564
-
-waarvan pensioenen
1.219.738
1.292.592
1.262.391
1.237.751
1.209.646
1.210.165
1.236.577
-
-waarvan wachtgelden en SBK-gelden
169.904
172.528
152.002
138.642
121.754
110.760
100.509
Materiele uitgaven
13.776
16.039
18.088
17.832
18.363
18.360
19.266
-
-waarvan overig
13.193
15.658
17.364
17.108
17.639
17.636
18.542
-
-waarvan bijdrage aan SSO Paresto
583
381
724
724
724
724
724
Totaal ontvangsten
28.255
35.195
41.055
37.399
24.973
26.520
35.345
Toelichting op de apparaatsuitgaven
Bestuursstaf
De Bestuursstaf (bestaande uit (hoofd)directies en bijzondere organisatie eenheden) draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Defensie. De Bestuursstaf geeft namens de Minister sturing aan de defensieorganisatie. Dit gebeurt door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan de defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan en het opstellen van kaders voor de Defensiebrede bedrijfsvoering. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, externe inhuur en overig materieel. De Bijzondere Organisatie Eenheden van de Bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), het Militair Huis van de Koning en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).
Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Als grootste Bijzondere Organisatie Eenheid (BOE) ressorterend onder de Bestuursstaf is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de Nederlandse krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. De uitgaven die daarmee binnen dit artikel gemoeid zijn, betreffen vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en niet gecentraliseerde materiële uitgaven.
Personele uitgaven
De apparaatsuitgaven bevatten vooral personele uitgaven. Deze uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De personele uitgaven zijn bedoeld voor de volgende aantallen (formatie):
Formatie BS
2016
2017
2018
2019
2020
2021
1.728
1.812
1.827
1.834
1.857
1.857
Pensioenen en uitkeringen
Deze uitgaven betreffen de betaling van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig militair defensiepersoneel.
Op verzoek van de Kamer is in onderstaande grafiek te zien wat de verdeling is van de pensioenen en uitkering ten opzichte van de totale begroting:
De pensioenen en uitkeringen zijn als volgt verdeeld:
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden
Deze post betreft de verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, krachtens het Sociaal Beleidskader en overige regelingen voor voormalig defensiepersoneel.
De overige exploitatie bestaat voornamelijk uit opleidingen, dienstreizen en overige uitgaven.
Bijdragen aan SSO’s
Om de apparaatsuitgaven binnen de baten-lastendiensten beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden rijksbreed de betalingen aan de baten-lastendiensten zichtbaar gemaakt in de uitgavenbegroting, onder de noemer «waarvan bijdragen aan SSO’s» (Shared Service Organisations). Het betreft hier de uitgaven voor Paresto (€ 0,7 miljoen voor 2017).
Voor verder inzicht in de personele uitgaven wordt verwezen naar de personeelsrapportage die periodiek aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten Ministerie van Defensie
Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
5.544.554
5.746.814
5.673.187
5.617.710
5.581.172
5.609.343
5.640.399
Kerndepartement
1.527.669
1.621.659
1.580.732
1.542.265
1.499.308
1.491.829
1.509.389
Uitvoeringsorganisaties
4.016.885
4.125.155
4.092.455
4.075.445
4.081.864
4.117.514
4.131.010
Taakuitvoering Zeestrijdkrachten
609.193
594.831
589.259
592.393
596.237
602.519
605.039
Taakuitvoering Landstrijdkrachten
1.062.542
1.055.374
1.043.357
1.053.712
1.061.182
1.067.811
1.076.063
Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten
504.987
504.987
500.333
500.109
501.308
503.075
503.917
Taakuitvoering Koninklijke marechaussee
335.410
346.140
332.388
329.343
331.874
332.669
334.669
Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie
453.845
457.139
464.664
462.119
470.746
477.239
487.018
Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
1.050.908
1.169.649
1.162.083
1.136.757
1.118.407
1.130.527
1.118.770
Totaal apparaatsuitgaven
5.544.554
5.749.779
5.672.816
5.611.338
5.568.800
5.586.971
5.601.028
De uitgaven voor salarissen en sociale lasten worden besteed aan de volgende aantallen personeel van het Ministerie van Defensie in totaal (gemiddelde jaarsterktes):
Formatie Defensie totaal
2016
2017
2018
2019
2020
2021
54.896
55.015
55.042
55.056
55.120
54.975
Overzicht formatie defensiepersoneel
formatie voor reorganisatie
Personeel
1 juli 2016
formatie 2017
formatie 2021
burgerpersoneel
Schaal 16 t/m 18
35
25
27
27
schaal 15
46
42
36
36
schaal 14
107
85
89
90
schaal 13
275
294
273
273
schaal 12
743
799
783
803
schaal 11
1.109
1.057
1.107
1.139
schaal 10
1.389
1.215
1.268
1.318
schaal 9
1.046
851
860
872
schaal 8
969
830
788
804
schaal 7
1.442
1.222
1.191
1.196
schaal 6
1.480
1.282
1.245
1.255
schaal 5
2.141
1.904
1.955
1.902
schaal 1 t/m 4
3.224
2.520
3.053
2.794
Totaal burgerpersoneel
14.006
12.126
12.675
12.509
militair personeel
GEN
95
72
68
67
KOL
365
321
322
330
LKOL
1.562
1.350
1.320
1.359
MAJ
2.813
2.236
2.260
2.307
KAP
3.106
2.699
2.841
2.920
LNT
2.490
1.986
2.264
2.316
AOO
3.551
2.740
2.847
2.893
SM
5.587
4.348
4.553
4.667
SGT (1)
12.598
10.469
10.939
11.002
SLD/KPL
14.391
10.558
11.928
11.607
totaal op functie
46.558
36.779
39.342
39.468
Initiële opleidingen (NBOF)
4.841
3.202
2.998
2.998
Totaal militair personeel (inclusief NBOF)
51.399
39.981
42.340
42.466
totaal burger en militair personeel
65.405
52.107
55.015
54.975
Taakstelling Rijksdienst
In het huidige regeerakkoord is vanaf 2017 een apparaatstaakstelling voor Defensie opgenomen die oploopt tot € 48 miljoen. Binnen Defensie is de taakstelling belegd bij de apparaatsbudgetten van Defensie, de DMO en het CDC
Extracomptabele tabel invulling taakstelling
(Bedragen x € 1 miljoen)
2017
2018
Structureel
Departementale taakstelling (totaal)
39
48
48
Kerndepartement
26
31
31
Agentschappen
DTO
8,8
8,8
8,8
DVD
4,2
7,2
7,2
Paresto
1
1
Totaal agentschappen
13
17
17
Bedrijfsvoering bij Defensie
Samenhangende bedrijfsvoering
Om voldoende samenhang in de bedrijfsvoering van Defensie te borgen, wil Defensie een bedrijfsvoering die de gereedstelling, inzet en dus de militair adequaat ondersteunt (primair proces centraal). Hiervoor moeten de processen goed op elkaar aansluiten en moeten mensen elkaar versterken (integraal). Daarbij wordt complexiteit zoveel mogelijk teruggedrongen (eenvoud) om het aanpassingsvermogen van de organisatie en het werkplezier voor haar medewerkers te vergroten. Samenhangende bedrijfsvoering betekent daarnaast ook het bewaken van de samenhang met de Rijksbrede bedrijfsvoering en overige militaire en civiele partners. Defensie werkt continu aan het verbeteren van haar bedrijfsvoering, onder andere in projecten en thematische samenwerkingsverbanden.
4.3. Niet-beleidsartikel 11: Geheime uitgaven Artikel 11 Geheime uitgaven (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen
5.385
5.390
5.389
5.391
5.388
5.387
5.387
Geheime uitgaven
5.385
5.390
5.389
5.391
5.388
5.387
5.387
Totaal uitgaven
5.385
5.390
5.389
5.391
5.388
5.387
5.387
4.4. Niet-beleidsartikel 12: Nominaal en onvoorzien Artikel 12 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen en uitgaven
0
50.641
52.407
67.427
26.568
56.757
51.339
Loonbijstelling
Prijsbijstelling
Nader te verdelen
0
50.641
52.407
67.427
26.568
56.757
51.339
Onvoorzien
Totaal uitgaven
0
50.641
52.407
67.427
26.568
56.757
51.339
Toelichting
In 2016 is de onderstaande loon- en prijsbijstelling ontvangen op het artikel Nominaal en onvoorzien. Met de 1e suppletoire begroting 2016 is de loon- en prijsbijstelling uitgekeerd aan de defensieonderdelen.
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Prijsbijstelling tranche 2016
16.083
16.602
16.765
16.835
17.081
16.882
-
-waarvan investeringen
2.900
3.484
3.562
3.750
3.483
3.365
-
-waarvan exploitatie
13.183
13.118
13.203
13.085
13.598
13.517
-
-Loonbijstelling tranche 2016
90.206
79.599
79.010
77.847
78.028
78.045
Naar aanleiding van de motie-Knops (Kamerstuk 34 200, nr. 9) en de motie-Knops/Teeven (Kamerstuk 27 830, nr. 154) onderzoekt het kabinet de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen in relatie tot de te ontvangen prijsbijstelling. In het rapport van de SBR (Kamerstuk 34 300, nr. 74) is de Kamer geïnformeerd dat de voorgestelde loon- en prijsindexatie voor Defensie ruimte biedt voor een oplossing. Defensie heeft op basis hiervan het CBS gevraagd om de mogelijkheid van een specifieke Defensie prijsindex te onderzoeken. Als het CBS onderzoek voldoende aanknopingspunten biedt, zal in 2017, in samenspraak met het Ministerie van Financiën, bekeken worden hoe verder met deze specifieke index omgegaan wordt in het begrotingsproces.
Nader te verdelen
Op de post «Nader te verdelen» is de risicovoorziening voor het toekomstige AOW-gat, de bijstelling van de VUT equivalent en een voorziening voor de flexibele schil ondergebracht.
Aanvullende middelen personele gereedheid (PG)
De middelen voor de personele gereedheid in het kader van het versterken van de basisgereedheid worden voor een deel op het artikel Nominaal en onvoorzien op Nader te verdelen geparkeerd. Bij de voorjaarsnota 2017 wordt de definitieve inzet van deze middelen bezien. Defensie onderzoekt met het Ministerie van Financiën de nu berekende personele kosten en beziet welke mogelijkheden er zijn om deze omlaag te brengen. Als dit niet mogelijk is zonder de basisgereedheid te raken, dan zullen de middelen alsnog worden overgemaakt ten behoeve van de personele gereedheid. Als dit wel mogelijk is, kan het geld op het artikel Nominaal en onvoorzien beschikbaar komen voor stappen op het terrein van investeringen of CS/CSS.
-
5.BATEN-LASTENDIENSTEN
5.1. Defensie Telematica Organisatie
Algemeen
De Defensie Telematica Organisatie (DTO) maakt als agentschap deel uit van de DMO. DTO levert geïntegreerde hoogwaardige IT-diensten aan Defensie en ketenpartners binnen de rijksoverheid op het gebied van de openbare orde en veiligheid. Tevens ondersteunt DTO de operationele informatievoorziening van de operationele commando’s bij internationale en nationale inzet.
Begroting van baten en lasten
(Bedragen x € 1.000)
2014
2015
Begroting 2016
Raming 2017
2018
2019
2020
2021
Baten
Omzet moederdepartement
296.897
265.237
220.929
256.580
236.612
243.823
243.932
243.316
-
-waarvan betaald uit IT-E
-
-
157.208
181.442
182.112
189.323
189.432
188.816
-
-waarvan betaald uit IT-I
-
-
58.721
60.638
40.000
40.000
40.000
40.000
-
-waarvan betaald uit niet IT-budgetten en door BLD-en
-
-
5.000
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
Omzet overige departementen
36.019
36.258
30.160
30.160
30.160
30.160
30.160
30.160
Omzet derden
120
31
-
-
-
-
-
-
Rentebaten
-
-
-
-
-
-
-
-
Vrijval voorzieningen
27
95
-
-
-
-
-
-
Bijzondere baten via Eigen Vermogen
-
-
7.000
-
-
-
-
-
Totaal baten
333.063
301.621
258.089
273.740
253.772
260.983
261.092
260.476
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
164.390
158.790
140.729
150.300
150.300
150.300
150.300
150.300
-
-waarvan eigen personeel
118.251
115.559
113.908
112.850
112.850
112.850
112.850
112.850
-
-waarvan externe inhuur tbv apparaat
46.139
13.666
6.400
17.500
17.500
17.500
17.500
17.500
-
-waarvan externe inhuur tbv IT-projecten
-
29.565
20.421
19.950
19.950
19.950
19.950
19.950
Materiële kosten
132.309
117.096
91.460
96.840
76.872
84.083
84.192
83.576
-
-directe kosten
61.340
43.992
-
-
-
-
-
-
-
-huisvestingskosten
515
52
-
-
-
-
-
-
-
-kantoorkosten
7.671
72
-
-
-
-
-
-
-
-algemene kosten
36
1.394
-
-
-
-
-
-
-
-kosten hard- en software
62.747
71.586
-
-
-
-
-
-
Rentelasten
610
507
900
600
600
600
600
600
Afschrijvingskosten
24.433
23.691
25.000
26.000
26.000
26.000
26.000
26.000
-
-licenties
4.060
4.471
-
-
-
-
-
-
-
-gebouwen
3.643
2.339
-
-
-
-
-
-
-
-inventaris/installaties
1.448
1.003
-
-
-
-
-
-
-
-computerhardware en -software
15.263
15.871
-
-
-
-
-
-
-
-overige materiele vaste activa
19
7
-
-
-
-
-
-
Overige kosten
2.612
6.330
-
-
-
-
-
-
-
-dotaties voorzieningen
54
-
-
-
-
-
-
-
-
-bijzondere lasten
2.558
6.330
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten
324.354
306.414
258.089
273.740
253.772
260.983
261.092
260.476
Saldo van baten en lasten
8.709
-
-4.793
-
-
-
-
-
-
Toelichting op de begroting baten en lasten
Baten
Het agentschap wordt bekostigd uit het IT-Exploitatiebudget (IT-E), het IT-Investeringsbudget (IT-I), uit niet IT-budgetten en budgetten van de agentschappen en uit budgetten van externe (niet Defensie) opdrachtgevers.
Omzet moederdepartement
De staat van baten en lasten is opgesteld op basis van going concern. Naar aanleiding van de realisatie van de exploitatie van de IT gedurende 2016, is dit jaar in de staat van baten en lasten rekening gehouden met een stijging ten opzichte van begroting 2016. Als gevolg daarvan is de omzet vanuit het moederdepartement in de staat van baten en lasten voor de IT-E hoger dan in 2016
Omzet overige departementen
De omzet van de overige departementen betreft de IT-ondersteuning van ketenpartners van Defensie. Dit zijn onder andere de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie waarmee contractuele dienstverleningsafspraken, de zogenaamde Service Level Agreements (SLA’s), zijn vastgelegd.
Lasten
Apparaatskosten
In de kosten voor eigen personeel is nog geen rekening gehouden met de gevolgen van de implementatie van de High Performance Organisation en de vernieuwde IT-omgeving. De daling ten opzichte van realisatie 2015 en begroting 2016 betreft alleen natuurlijk verloop.
De materiële kosten betreffen voor het overgrote deel vaste lasten voor afgesloten onderhouds- en licentiecontracten. Deze zijn noodzakelijk om de IT- en IV-voorzieningen in stand te houden (Life Cycle Management, Security, Compliance, etc.).
Kasstroomoverzicht
KASSTROOMOVERZICHT DEFENSIE TELEMATICA ORGANISATIE
(Bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
Raming 2017
2018
2019
2020
2021
-
1.Rekening Courant RHB 1 januari incl. deposito
2.722
922
7.736
736
736
736
736
736
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
2.622
36.817
16.581
14.900
17.800
19.100
19.300
20.600
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
9.167
-
-8.619
-
2.Operationele kasstromen
11.789
28.198
16.581
14.900
17.800
19.100
19.300
20.600
Totaal investeringen (-/-)
-
-30.572
-
-36.714
-
-25.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
1.388
6.958
-
3.Totaal investeringskasstroom
-
-29.184
-
-29.756
-
-25.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
-
-26.000
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
-
-971
-
-9.716
-
-7.000
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
Aflossingen op leningen (-/-)
-
-8.594
-
-12.107
-
-16.581
-
-14.900
-
-17.800
-
-19.100
-
-19.300
-
-20.600
Beroep op leenfaciliteit (+)
25.160
30.195
25.000
26.000
26.000
26.000
26.000
26.000
-
4.Totaal financieringskasstroom
15.595
8.372
1.419
11.100
8.200
6.900
6.700
5.400
-
5.Rekening Courant RHB 31 december incl. deposito
922
7.736
736
736
736
736
736
736
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De kasstroom wordt voornamelijk bepaald door de mutaties in het werkkapitaal, het bedrijfsresultaat en de afschrijvingslasten.
Investeringskasstroom
In 2017 en de jaren daarna wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 26 miljoen. Het grootste deel van de investeringen betreft computerapparatuur, gebouwen (voornamelijk datacentra) en kleinere investeringen in software, machines en installaties. Desinvesteringen worden niet verwacht.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom geeft het (vreemd) vermogen weer dat aangetrokken wordt voor de financiering van de investeringen via de leenfaciliteit.
Doelmatigheidsparagraaf
Doelmatigheid is te onderscheiden in operationele prestaties (generiek deel) en financiële doelmatigheid (specifiek deel).
Doelmatigheidsparagraaf
(Bedragen x € 1.000)
2014
2015
2016
Raming 2017
2018
2019
2020
2021
Indicator Generiek
Housing
2.541
1.061
1.200
800
742
763
763
762
Defensiepas / MFSC
7.016
6.521
5.364
5.561
5.156
5.302
5.304
5.292
Handelsgoederen
20.181
17.870
-
-
-
-
-
-
Dienstontwikkeling en klantopdrachten
12.096
12.432
4.044
12.010
11.134
11.450
11.455
11.428
Werkplekdiensten
104.529
88.042
78.066
92.289
85.557
87.988
88.025
87.817
Communicatie
21.768
14.176
12.872
14.835
13.753
14.144
14.150
14.116
Connectivity
37.327
33.526
29.749
35.114
32.553
33.478
33.492
33.413
Totale omzet product(groep) Generiek
205.457
173.628
131.295
160.610
148.894
153.125
153.189
152.827
Advies en applicaties
6.313
7.697
5.396
14.134
13.103
13.475
13.481
13.449
IT-Services
102.574
68.512
72.477
67.904
62.951
64.740
64.767
64.614
IT-I (inhuur + inkoop)
18.575
51.489
48.721
30.792
28.546
29.357
29.369
29.300
Niet standaard aanvragen
143
295
200
300
278
286
286
285
Totale omzet product(groep) Specifiek
127.606
127.993
126.794
113.130
104.878
107.858
107.903
107.649
Totale omzet
333.063
301.621
258.089
273.740
253.772
260.983
261.092
260.476
Gemiddeld gewogen tarief per uur
€ 76,08
€ 73,60
€ 76,20
€ 75,80
€ 75,80
€ 75,80
€ 75,80
€ 75,80
Totaal aantal FTE per 31 december T-1 (exclusief inhuur)
1.593
1.559
1.595
1.520
1.520
1.520
1.520
1.520
Saldo baten/lasten als percentage totale baten
3%
-
-2%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Betrouwbaarheid informatievoorziening
99,5%
99,6%
99,0%
99,0%
99,0%
99,0%
99,0%
99,0%
Indicator specifiek
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Ontwikkeling tarief werkplek Defensie (2007 = 100%)
57%
50%
57%
50%
50%
50%
50%
50%
Gemiddeld gewogen kostprijs applicatietaken
€ 63,19
€ 64,10
€ 63,30
€ 66,00
€ 66,00
€ 66,00
€ 66,00
€ 66,00
Gemiddeld gewogen kostprijs ontwikkeltaken
€ 66,88
€ 63,50
€ 67,00
€ 65,40
€ 65,40
€ 65,40
€ 65,40
€ 65,40
Percentage niet facturabele medewerkers
10%
10%
9%
10%
10%
10%
10%
10%
Declarabiliteit in uren per jaar
1.428
1.390
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
1.450
Aantal externe inhuur t.b.v. eigen apparaat
172
130
40
109
109
109
109
109
Aantal externe inhuur t.b.v. klanten(opdrachten)
79
108
128
125
125
125
125
125
Toelichting
Als indicator voor de ontwikkeling van de doelmatigheid wordt de prijs per werkplek gebruikt. De prijs per werkplek in het jaar 2007 is gesteld op 100 procent. De daling van de kostprijs per werkplek is het gevolg van efficiencymaatregelen. Het tarief is in 2017 gebaseerd op de afgenomen accounts, printers en beeldschermen etc.
De werkplekprijs daalt ten opzichte van de begroting 2016 met 7 procent (conform realisatie 2015). De dalende trend zal zich echter niet voortzetten na 2017.
Hoewel de fysieke werkplekken steeds verder worden afgebouwd en daarmee ook de kosten, komen daar nieuwe kosten voor terug in de vorm van licentiekosten en kosten voor mobile device management.
Ten opzichte van realisatie 2015 stijgt het gemiddelde uurtarief en de kostprijs van applicatietaken/ontwikkeltaken als gevolg van de CAO verhoging.
De benodigde externe inhuur ten behoeve van klantopdrachten heeft betrekking op de aanvullende capaciteit die nodig is voor de uitvoering van IT-I projecten.
5.2. Paresto
Algemeen
Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het Commando DienstenCentra. Paresto en is een professionele cateringorganisatie die een hoogwaardig pakket aan cateringdiensten levert aan de gehele defensieorganisatie en aan NAVO-bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt op een zo doelmatig, doeltreffend en klantgericht mogelijke wijze.
De Minister van Defensie heeft op 23 september 2015 de Tweede Kamer geïnformeerd dat het uitbestedingstraject wordt beëindigd. De cateringdienstverlening moet op termijn meer in samenwerking met de markt uitgevoerd worden. Hiervoor worden plannen uitgewerkt.
Begroting van baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
2015
Begroting
2016
Raming
2017
2018
2019
2020
2021
BATEN
Omzet moederdepartement
70.592
69.264
58.325
57.325
56.550
56.200
56.250
Omzet overige departementen
Omzet derden
645
773
675
675
675
675
675
Rentebaten
30
65
Vrijval voorzieningen
148
Bijzondere baten
1.030
900
1.150
1.150
1.150
1.150
Totaal baten
72.445
70.102
59.900
59.150
58.375
58.025
58.075
LASTEN
Apparaatskosten
-
•personele kosten
40.321
37.483
36.410
35.482
34.582
34.093
33.987
-
-Waarvan eigen personeel
34.315
33.805
32.755
31.845
30.963
30.483
30.379
-
-Waarvan externe inhuur
4.821
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
-
-Waarvan overige personele kosten
1.185
678
655
637
619
610
608
-
•materiële kosten
32.379
32.619
23.356
23.275
23.401
23.542
23.699
-
-Waarvan apparaat ICT
409
524
400
300
300
300
300
-
-Waarvan bijdrage aan SSO's
872
939
875
875
875
875
875
-
-Waarvan overige materiele kosten
673
1.977
623
623
623
623
623
Rentelasten
9
8
7
5
4
Afschrijvingskosten
-
•materieel
4
125
385
385
385
385
-
-Waarvan apparaat ICT
260
260
260
260
-
•immaterieel
Overige kosten
-
•dotaties voorzieningen
-
•bijzondere lasten
143
Totaal Lasten
72.847
70.102
59.900
59.150
58.375
58.025
58.075
Saldo van baten en Lasten
-
-402
Toelichting begroting baten en lasten
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement bestaat uit omzet lopende bedrijfsvoering en omzet werkgeversbijdragen. De omzet werkgeversbijdragen bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen ter dekking van de personele en overige kosten die gemaakt worden om de service op locaties te kunnen bieden.
Voor 2017 en verder is rekening gehouden met een reductie als gevolg van sluiten van locaties vanwege de nota «In Het Belang Van Nederland». In 2016 heeft de overdracht van de operationele catering plaatsgevonden van Paresto naar resp. het CLAS en CZSK. Dit heeft als gevolg gehad dat de bijbehorende omzet en kosten bij Paresto in mindering zijn gebracht. Het totale financiële effect is € 10,6 miljoen.
Omzet derden
De omzet derden betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt bij het CDC voor de cateringkosten van het Militair Revalidatie Centrum.
Bijzondere baten
De bijzondere baten betreffen producentenbonussen en betalingskorting
Lasten
Personele kosten
In 2015 bestond de personele sterkte van Paresto uit 731 vaste vte’n. Vanwege de overdracht van de Operationele Catering (27,5 vte), pensioenuitstroom en sluiten van locaties neemt de personele sterkte in 2017 af tot 689 vte’n, wat de daling in personele kosten verklaart. Op plekken waar dit noodzakelijk is, worden capaciteitsproblemen opgevangen met inhuur.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor 90 procent uit de kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties. Vanwege de overdracht van de Operationele Catering worden er minder ingrediënten verbruikt (€ 9,2 miljoen), waardoor de kosten vanaf 2017 lager zijn. De overige materiële kosten bestaan voornamelijk uit exploitatiekosten van de locaties, het servicekantoor en het onderhoud van IT, waaronder kassa’s.
Investeringen in bedrijfsvoeringsmiddelen
De afschrijvingskosten betreffen de nieuwe kleding voor medewerkers.
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
2015
Begroting
2016
Raming
2017
2018
2019
2020
2021
-
1.Rekening courant RHB 1/1
8.914
8.591
8.473
8.159
7.938
7.724
7.689
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
7.565
125
385
385
385
385
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
-
-5.718
-
2.Totaal operationele kasstroom
1.847
125
385
385
385
385
Totaal investeringen (-/-)
-
-2.425
Totaal boekwaarde desnivesteringen (+/+)
-
3.Totaal investeringskasstroom
-
-2.425
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
-
-2.170
-
-118
-
-315
-
-221
-
-214
-
-35
-
-18
Eenmalige storting door moederdepartement (+/+)
Aflossingen opleningen (-/-)
-
-125
-
-385
-
-385
-
-385
-
-385
Beroep op leenfaciliteit (+/+)
2.425
-
4.Totaal financieringskasstroom
-
-2.170
-
-118
1.985
-
-606
-
-599
-
-420
-
-403
-
5.Rekening courant RHB 31/12
8.591
8.473
8.159
7.938
7.724
7.689
7.671
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
In het overzicht van de kasstromen staan de meerjarige verwachting van de omvang en de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting in het algemeen centraal.
Investeringskasstroom
In 2017 investeert Paresto in de vervanging van de kledinglijn, nieuwe kassa’s en IT. Hiervoor wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit.
Financieringskasstroom
In 2017 wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit voor de geplande investeringen. De uitkering aan het moederdepartement betreft de afstorting van het overschot aan eigen vermogen van Paresto, indien de realisatie conform begroting verloopt.
Doelmatigheidsparagraaf
De onderstaande tabel is verdeeld in een generiek en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de dienstverlening door Paresto.
Kengetallen en doelmatigheidsindicatoren Paresto
Realisatie
2015
Begroting
2016
Raming
2017
2018
2019
2020
2021
Generiek deel
Totaal omzet verkopen (x € 1.000)
43.619
43.775
34.200
34.400
34.625
34.875
35.125
Vte'n totaal
814
838
749
735
714
701
688
-
-waarvan in eigen dienst
731
768
689
675
654
641
628
-
-waarvan inhuur
84
70
60
60
60
60
60
Saldo van baten en lasten
-
-0,6%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Specifiek deel
Aantal locaties
77
80
76
75
75
75
75
Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)
53.559
52.212
45.667
46.811
48.475
49.749
51.023
% Ziekteverzuim
7,4%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
8,0%
% Bruto marge locaties
37,2%
37,8%
37,2%
37,2%
37,2%
37,2%
37,2%
Toelichting
Het overgrote deel van de kosten van Paresto bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet / aantal vte) en het percentage bruto marge (verbruik ten opzichte van de omzet).
De productiviteit per vte laat in 2017 een daling zien door de overdracht van de operationele catering. Vanaf 2018 laat deze een lichte stijging zien door een daling in het aantal vte’n. In de bruto marge van 2016 zit een eenmalige meevaller, Paresto verwacht vanaf 2017 de bruto marge op het niveau van 2015 te kunnen voortzetten.
-
6.BIJLAGEN
6.1. Verdiepingshoofdstuk
In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2016 kort toegelicht.
Toelichting mutaties
Bijdrage ruilvoet HGIS
Om te blijven voldoen aan de Europese begrotingsregels is het kabinet genoodzaakt een taakstelling door te voeren in verband met het ruilvoetverlies. Dit betreft voor Defensie voor de jaren 2017 en verder een taakstelling van structureel € 2,6 miljoen. Dit zal ten laste worden gebracht van de voorziening van het BIV-budget op artikel 1.
Versterking basisgereedheid
Met dit extra budget kunnen de komende jaren de resterende beperkingen in de basisgereedheid worden weggenomen. De materiële gereedheid, personele gereedheid en geoefendheid worden, met andere woorden, op peil gebracht. Defensie geeft prioriteit aan eenheden die gereed moeten worden gesteld voor inzet, inclusief snelle reactiemachten. In de eerste jaren is een deel van de intensivering gereserveerd voor dubbele beheerlasten IT. De intensivering komt in 2021 in volle omvang beschikbaar voor de versterking van de basisgereedheid. Een verdiepende tabel met nadere toelichting wordt gegeven in het mutatieoverzicht per artikel.
Personele gereedheid
Er wordt toegewerkt aan herstel van balans tussen personeelsbudget en formatieplan. Binnen de budgettaire kaders kan de vulling van eenheden verder worden verbeterd. Hierdoor ontstaat er bij gevechtseenheden meer ruimte voor het uitvoeren van kerntaken.
Materiële gereedheid
Door het verhogen van de materiële gereedheid kan de krijgsmacht voldoen aan de aangescherpte eisen die de NAVO aan de bondgenootschappelijke strijdkrachten stelt.
Geoefendheid
De generieke geoefendheid wordt verder op peil gebracht, ook met betrekking tot grootschalig optreden op hogere geweldsniveaus. Om dit mogelijk te maken wordt er geïnvesteerd in onder meer brandstof, oefenmunitie, operationele IT en verbindingsmiddelen. Door meer capaciteit aan te wenden voor initiële opleidingen, functieopleidingen en de opleiding «Veiligheid & Vakmanschap», kunnen organieke eenheden worden ontlast.
Faciliteren operationele gereedheid
Ter ondersteuning van het op orde brengen van de basisgereedheid worden enkele diensten versterkt die ondersteunend zijn aan die basisgereedheid. Dit betreft met name de directe ondersteuning vanuit het CDC aan de operationeel commando’s.
Herschikking tussen de defensieonderdelen
Dit betreft het overhevelen van enkele activiteiten van het ene naar het andere Defensieonderdeel. Het betreft de operationele catering (gevechtsrantsoenen bij oefeningen) van CZSK, CLSK en CDC naar het CLAS. De mutaties zijn verder het gevolg van het beleggen van de assortimenten «Lucht-(wapen-)systemen en (wapen-) systeemgebonden specifieke artikelen/reservedelen» en «(wapen-)systeemgebonden algemene artikelen/reservedelen» bij het CLSK en het CLAS.
Op artikel 6 Investeringen is vanaf 2021 de reeks voor de exploitatiekosten voor de instandhouding Kromhout overgeheveld naar het CDC. Dit komt omdat deze mutatie niet eerder structureel is verwerkt. Ook is er in 2021 een eenmalige correctie verwerkt van de overheveling van de afstotingskosten vanuit de DMO.
Als gevolg van de oprichting van het Eerstelijns Gezondheidszorg Bedrijf en de Defensie Tandheelkundige Dienst gaan de ontvangstenbudgetten (€ 9 miljoen) van de geneeskundige behandelingen over van het CLAS naar het CDC.
Extrapolatie (mutaties 1e suppletoire begroting 2016)
De extrapolatie betreft technische mutaties die voortkomen uit de 1e suppletoire begroting en daar al toegelicht zijn. Dit betreft onder andere het voor een deel corrigeren van de eerder genomen maatregel korting op het personele exploitatie, de (restant) toewijzing van het cyberbudget en de eindheffing van de werkkostenregeling.
Interdepartementale overboekingen
In onderstaand overzicht worden alle budgetoverhevelingen van en naar andere departementen weergegeven. Door deze mutaties stijgt het uitgavenkader van defensie per saldo met € 4,9 miljoen voor 2017.
Art.no.
Omschrijving
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2
Taakuitvoering zeestrijdkrachten
Bijdrage van I&M tbv Noodsleephulp
3.400
3
Taakuitvoering landstrijdkrachten
Bijdrage van V&J tbv Mobiel Toezicht Veiligheid
52
4
Taakuitvoering luchtstrijdkrachten
Bijdrage van V&J tbv Mobiel Toezicht Veiligheid
3
6
Investeringen krijgsmacht
6.1
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
Bijdrage van EZ tbv oprichting motoren faciliteit F-35 op LCW
10.000
10.000
1.950
Bijdrage van I&M, RWS/ZD tbv kustwacht
650
1.000
250
Bijdrage van I&M, RWS / IL&T tbv kustwacht
108
167
42
Bijdrage van EZ / NVWA tbv kustwacht
108
167
42
Bijdrage van VenJ DG Politie tbv kustwacht
108
167
42
Bijdrage van I&M tbv Kustwacht Maritime Operations Centre
500
6.2
Opdracht Voorzien in Infrastructuur
Bijdrage van V&J tbv Behoud Van Ghent kazerne
500
500
500
500
Bijdrage min Wonen en Rijksdienst: Verkoopactiviteiten RVB
3.750
3.750
3.750
3.750
3.750
6.3
Opdracht Voorzien in ICT
Bijdrage aan BZK tbv Verwerving MIVD Materiaal
-
-739
8
Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra
Bijdrage van Buza tbv Kolonel functie VN
73
156
Aflossen egalisatieschuld RVB
2.695
-
-371
-
-371
-
-371
-
-371
-
-371
9
Algemeen
Bijdrage aan BZKB tbv Bundeling Wet Normering Topinkomens
-
-2
-
-2
Bijdrage aan BZK tbv Overheverling Sociaal Beleid Defensiescholen
-
-413
-
-401
-
-418
-
-343
-
-299
-
-203
Bijdrage aan BZK tbv Financiering Loonkosten 1 FTE
-
-118
-
-118
-
-118
-
-207
0
0
Bijdrage aan I&M tbv Benchmark Persvoorlichting RWS
-
-7
Totaal
6.688
4.515
13.719
13.329
5.530
3.676
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
De komende jaren wordt een aantal nieuwe systemen in gebruik genomen. Voor deze nieuwe systemen worden financiële middelen voor de exploitatie vanuit het Defensie Investeringen Plan (DIP) overgeheveld naar de instandhouding van wapensystemen. Ook voor een aantal bestaande systemen is de exploitatiereeks geactualiseerd. Dit betreft de volgende nieuwe en bestaande systemen:
-
-
-
•Joint fires (naar de operationele commando’s).
-
-
-
-
•Mobiele hijskraan (naar het CLAS).
-
-
-
-
•Medium Power Radars (van het CLSK naar investeringen).
-
-
-
-
•Nederlands Operationeel Inlichtingen Systeem (naar de operationele commando’s).
-
-
-
-
•Radiologische meetuitrusting (van het CLAS naar investeringen).
-
-
-
-
•Radio's fase II (naar het CLAS).
-
-
-
-
•Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (van het CDC naar investeringen).
-
-
-
-
•Theatre Independent Tactical Army Air force Network (TITAAN) naar de DMO.
-
-
-
-
•NOIS) Nederlandse Operationele Inlichtingen Services - het herschikken van de budgetten van de operationele commando’s naar het DMO vanwege het beheer van het assortiment.
-
-
-
-
•De vervanging van de vrachtauto’s van de DAF-familie en van de Landrovers van CZSK is herhaaldelijk uitgesteld als gevolg van vertragingen in het project DVOW. Er zijn extra maatregelen nodig om het huidige bestand voertuigen in ieder geval deels in gebruik te kunnen houden.
-
Harmoniseren DIP
Om de budgetten en de investeringsplannen beter op elkaar aan te laten sluiten, is een deel van het investeringsbudget (binnen het artikel investeringen) verschoven in de jaren. Hiermee wordt ook de gewenste bandbreedte voor IT en infrastructurele projecten gerealiseerd.
Lening ABP
Defensie is met het ABP een lening overeengekomen voor het op kapitaaldekking brengen van de militaire ouderdomspensioenen. De ramingen voor opname en aflossing van de lening zijn aangepast naar de actuele cijfers.
Business case civiel dienstpersonenauto’s
Defensie heeft besloten om het wagenpark voor niet-operationele dienstauto’s in een sneller tempo te gaan vervangen. Een business case heeft uitgewezen dat het doelmatiger is om dienstauto’s na twee jaar te vervangen. Door dit besluit nemen zowel de verkoopopbrengsten als de investeringsuitgaven toe en de exploitatieuitgaven nemen af.
Risicobijdrage aan dubbele beheerlasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
Naast de bijdrage uit de extra middelen voor dubbele beheerlasten IT, worden vanuit de verschillende beleidsartikelen middelen gereserveerd voor de dubbele beheerlasten IT.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 december jl. zal Defensie in de begroting een voorziening treffen voor de kosten van de schadeloosstelling van de (rest)schade voor veteranen met een schadeclaim.
Doorwerking ontvangsten (huur Nationaal Militair Museum)
Met de oplevering van de nieuwe locatie in Soesterberg is Defensie eigenaar van het gebouw waarin het Nationaal Militair Museum is gehuisvest. Defensie verhuurt dit aan de Stichting Defensie Musea. Defensie betaalt een maandelijkse gebruiksvergoeding aan het consortium dat verantwoordelijk is voor de nieuwbouw en het beheer van de locatie. Met ingang van 2016 gebeurt dit door het CDC. Dit betekent voor het CDC dat de in de begroting zowel de ontvangsten (huur) als de uitgaven (gebruiksvergoeding) stijgen.
Doorwerking verkoopopbrengsten
Met het harmoniseren van het Defensie Investeringsplan (DIP) zijn ook te verwachten verkoopopbrengsten van de roerende en onroerende goederen bijgesteld. Deze bijstelling in de ontvangsten werken ook door op het uitgavenkader.
De meest prominente wijzigingen voor afstoting van groot materieel zijn:
-
-
-
•Een herziene betaalreeks van de Leopard 2A6 tanks waarmee een groot gedeelte in eerdere jaren wordt betaald (ruim € 58 miljoen).
-
-
-
-
•De 16 resterende Leopard tanks zijn overgegaan naar Duitsland als onderdeel van VDS1. Hiermee daalt de inkomstenderving met € 18 miljoen.
-
-
-
-
•De raming van de PzH2000 is op basis van actuele marktinformatie neerwaarts bijgesteld met € 16 miljoen.
-
-
-
-
•Gebleken is dat in de financiële administratie een onrealistische structurele reeks aan geplande verkoopopbrengsten. In 2020 en 2021 was opgenomen. Deze was beduidend hoger dan de geplande opbrengsten conform het DAP. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat de hoeveelheid te verkopen groot materieel de komende jaren nog verder afneemt.
-
-
-
-
•In het kader van de beantwoording van de motie Van der Staaij II is besloten dat tot nader order geen onomkeerbare besluiten tot afstoting (voor de projecten AMBV’s en PzH2000) worden genomen.
-
Voor de ramingen van vastgoed voor 2017 en verder is opnieuw naar de ramingssystematiek gekeken en de ontwikkelingen van het Rijksvastgoedbedrijf. De defensieobjecten worden nu getaxeerd conform Kader Overname RijksVastgoed (KORV)-systematiek.
Doorwerking overige ontvangsten
Dit betreft de ontvangsten van IT medische investeringen en de ontvangsten van de stichting ziektekosten verzekering krijgsmacht als bijdrage voor de infrastructurele aanpassingen van het Centraal Militair Hospitaal.
Doorwerking overige ontvangsten (investeringen)
Dit betreft de verwachte ontvangsten van het bouwrijp van de Marinierskazerne en de verwachte ontvangsten medegebruik van de van Ghentkazerne.
Aanvullende middelen personele gereedheid (PG)
De middelen voor de personele gereedheid in het kader van het versterken van de basisgereedheid worden voor een deel op het artikel Nominaal en onvoorzien op Nader te verdelen geparkeerd. Bij de voorjaarsnota 2017 wordt de definitieve inzet van deze middelen bezien. Defensie onderzoekt met het Ministerie van Financiën de nu berekende personele kosten en beziet welke mogelijkheden er zijn om deze omlaag te brengen. Als dit niet mogelijk is zonder de basisgereedheid te raken, dan zullen de middelen alsnog worden overgemaakt ten behoeve van de personele gereedheid. Als dit wel mogelijk is, kan het geld op het artikel Nominaal en onvoorzien beschikbaar komen voor stappen op het terrein van investeringen of CS/CSS. Bij het opstellen van de doelstellingenmatrices is rekening gehouden met de middelen voor de personele gereedheid die geraamd zijn op de post Nominaal en onvoorzien.
Mutatieoverzicht per artikel
Artikel 1 Inzet uitgaven (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
272.617
367.889
318.389
318.389
318.388
318.388
318.387
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
-
-78.288
10.022
22
22
22
22
Stand 1e suppletoire begroting 2016
272.617
289.601
328.411
318.411
318.410
318.410
318.409
Nieuwe mutaties
Bijdrage ruilvoet HGIS
-
-2.618
-
-2.618
-
-2.618
-
-2.618
-
-2.618
Stand ontwerpbegroting 2017
272.617
289.601
325.793
315.793
315.792
315.792
315.791
Artikel 2 Taakuitvoering zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
744.365
689.550
684.177
674.286
674.158
676.368
676.089
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
35.372
28.582
34.609
43.818
50.866
50.684
Stand 1e suppletoire begroting 2016
744.365
724.922
712.759
708.895
717.976
727.234
726.773
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-900
-
-900
-
-900
-
-900
-
-900
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
18
18
18
18
18
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
3.400
Personele gereedheid
3.900
7.852
6.140
4.516
2.019
Materiële gereedheid
8.800
3.900
6.900
5.300
7.300
Geoefendheid
700
700
1.300
1.500
1.700
Risicobijdrage aan dubbele beheerslasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
-
-3.800
-
-3.800
-
-3.800
-
-3.800
Stand ontwerpbegroting 2017
744.365
728.322
721.477
716.665
727.634
733.868
736.910
Artikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
1.221.224
1.137.980
1.125.045
1.117.259
1.116.346
1.111.648
1.113.398
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
76.241
67.202
94.805
110.639
132.805
139.333
Stand 1e suppletoire begroting 2016
1.221.224
1.214.221
1.192.247
1.212.064
1.226.985
1.244.453
1.252.731
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
2.650
2.650
2.650
2.650
2.650
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
7.444
3.855
-
-158
-
-158
-
-148
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
52
Personele gereedheid
20.596
17.680
15.866
12.139
6.339
Materiële gereedheid
27.613
26.867
27.713
28.111
30.300
Geoefendheid
7.291
7.094
7.317
7.422
8.000
Risicobijdrage aan modernisering IT en voorziening schadeclaims veteranen
-
-6.500
-
-6.500
-
-6.500
-
-6.500
Stand ontwerpbegroting 2017
1.221.224
1.214.273
1.251.341
1.263.710
1.273.873
1.288.117
1.299.872
Artikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
711.856
633.799
633.609
631.473
623.416
621.628
618.539
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
39.096
24.669
31.590
41.079
47.140
46.988
Stand 1e suppletoire begroting 2016
711.856
672.895
658.278
663.063
664.495
668.768
665.527
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-1.570
-
-1.570
-
-1.570
-
-1.570
-
-1.570
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
-
-6.530
-
-30
2.570
1.970
570
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
3
Personele gereedheid
6.746
6.496
4.083
3.292
1.935
Materiële gereedheid
25.321
27.636
19.968
21.342
25.900
Geoefendheid
2.933
3.201
2.313
2.472
3.000
Risicobijdrage aan dubbele beheerslasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
-
-3.500
-
-3.500
-
-3.500
-
-3.500
Stand ontwerpbegroting 2017
711.856
672.898
681.678
695.296
688.359
692.774
695.362
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
337.157
319.517
323.890
319.724
320.102
320.097
320.097
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
33.037
12.262
13.483
14.736
15.736
15.736
Stand 1e suppletoire begroting 2016
337.157
352.554
336.152
333.207
334.838
335.833
335.833
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-50
-
-50
-
-50
-
-50
-
-50
Personele gereedheid
4.450
3.838
4.030
2.924
1.472
Risicobijdrage aan modernisering IT en voorziening schadeclaims veteranen
-
-1.800
-
-1.800
-
-1.800
-
-1.800
Stand ontwerpbegroting 2017
337.157
352.554
338.752
335.195
337.018
336.907
337.255
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
1.101.504
1.446.203
1.737.320
1.774.760
1.866.337
1.732.509
1.673.438
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
-
-109.404
-
-161.856
-
-15.667
42.652
183.914
36.827
Stand 1e suppletoire begroting 2016
1.101.504
1.336.799
1.575.464
1.759.093
1.908.989
1.916.423
1.710.265
Nieuwe mutaties
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
0
1.474
42.669
-
-29.767
-
-57.730
-
-88.780
14.157
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-6.703
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
5.268
957
3.170
3.470
4.960
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
1.474
1.501
10.376
10.000
1.950
Doorwerking verkoopopbrengsten roerend goed
8.900
-
-35.100
-
-19.000
-
-119.200
-
-25.100
Doorwerking ontvangsten medische IT investeringen
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
Harmoniseren Defensie Investeringsplan
5.900
-
-41.500
-
-70.900
6.000
22.000
Doorwerking Verkoopopbrengsten Business Case Dienstauto's
22.600
37.000
20.500
20.500
20.500
Faciliteren operationele gereedheid
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
Opdracht Voorzien in Infrastructuur
0
-
-4.710
3.305
-
-8.355
4.520
-
-5.480
-
-21.080
Doorwerking ontvangsten van SVZK voor renovatie van CMH
-
-4.710
2.385
2.125
200
Doorwerking verkoopopbrengsten onroerend goed
-
-2.400
-
-12.300
2.500
-
-7.300
-
-22.900
Doorwerking overige ontvangsten investeringen
-
-530
-
-2.530
-
-2.530
-
-2.530
-
-2.530
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
3.750
4.250
4.250
4.250
4.250
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
100
100
100
100
100
Opdracht Voorzien in IT
0
-
-739
17.100
69.500
98.900
22.000
-
-24.000
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
-
-2.000
Harmoniseren Defensie Investeringsplan
-
-7.900
39.500
68.900
-
-8.000
-
-24.000
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
-
-739
Risicobijdrage aan dubbele beheerslasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
27.000
30.000
30.000
30.000
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
0
0
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Harmoniseren Defensie Investeringsplan
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Reserve valutaschommelingen
-
-40.000
Reservering valutaschommelingen
40.000
Stand ontwerpbegroting 2017
1.101.504
1.372.824
1.640.538
1.792.471
1.956.679
1.846.163
1.681.342
Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Stand ontwerpbegroting 2016
1.700.083
1.723.996
1.737.196
1.751.146
1.748.806
1.771.556
1.772.856
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
11.319
-
-7.760
-
-7.770
-
-7.780
-
-10.731
-
-10.083
-
-10.083
Stand 1e suppletoire begroting 2016
1.688.764
1.716.236
1.729.426
1.743.366
1.738.075
1.761.473
1.762.773
Nieuwe mutaties
Opdracht Voorzien in nieuw materieel
19.660
19.650
19.750
19.540
19.640
19.640
19.630
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-2.200
-
-2.200
-
-2.200
-
-2.200
-
-2.200
-
-2.200
-
-2.200
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
4.860
4.850
4.950
4.740
4.840
4.840
4.830
Doorwerking ontvangsten medische IT investeringen
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
Harmoniseren Defensie Investeringsplan
-
-2.000
-
-2.000
-
-2.000
-
-2.000
-
-2.000
-
-2.000
-
-2.000
Doorwerking Verkoopopbrengsten Business Case Dienstauto's
20.500
20.500
20.500
20.500
20.500
20.500
20.500
Faciliteren operationele gereedheid
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
-
-3.000
Opdracht Voorzien in infrastructuur
1.820
1.820
1.820
1.820
1.820
1.820
1.820
Doorwerking verkoopopbrengsten onroerend goed
-
-2.430
-
-2.430
-
-2.430
-
-2.430
-
-2.430
-
-2.430
-
-2.430
Bijdrage V&J Behoud Van Ghent kazerne
500
500
500
500
500
500
500
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
3.750
3.750
3.750
3.750
3.750
3.750
3.750
Opdracht Voorzien in IT
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
Extrapolatie mutaties 1e suppletoir 2016
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
-
-18.872
Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Harmoniseren Defensie Investeringsplan
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Stand ontwerpbegroting 2017
1.712.244
1.739.706
1.752.996
1.766.726
1.761.535
1.784.933
1.786.223
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
758.507
743.894
735.066
731.362
718.756
742.071
746.321
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
38.018
49.394
55.510
70.380
75.978
66.352
Stand 1e suppletoire begroting 2016
758.507
781.912
784.460
786.872
789.136
818.049
812.673
Nieuwe mutaties
Herschikking tussen de defensieonderdelen
4.503
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
2.600
2.600
2.600
2.600
2.600
Personele gereedheid
2.975
2.625
2.283
1.722
834
Materiële gereedheid
14.200
14.200
14.200
14.200
14.200
Geoefendheid
29.400
29.400
29.900
29.800
34.000
Faciliteren operationele gereedheid
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
Risicobijdrage aan dubbele beheerslasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
-
-4.300
-
-4.300
-
-4.300
-
-4.300
Stand ontwerpbegroting 2017
758.507
781.912
830.335
832.397
834.819
863.071
869.810
Artikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
1.051.112
1.040.571
1.023.483
999.341
972.377
976.188
980.419
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
126.040
96.993
101.906
107.719
118.091
118.063
Stand 1e suppletoire begroting 2016
1.051.112
1.166.611
1.120.476
1.101.247
1.080.096
1.094.279
1.098.482
Herschikking tussen de defensieonderdelen
-
-130
-
-130
-
-130
-
-130
2.070
Doorwerking Ontvangsten huur Nationaal Militair Museum
8.277
8.277
8.277
8.277
8.277
Delta exploitatie nieuwe en bestaande systemen
-
-6.900
-
-7.500
-
-8.300
-
-8.000
-
-8.100
Interdepartementale Budgetoverhevelingen
73
156
Personele gereedheid
5.349
4.799
5.740
4.542
2.012
Geoefendheid
5.964
6.066
8.339
8.747
8.000
Faciliteren operationele gereedheid
6.262
6.369
8.756
9.184
8.400
Risicobijdrage aan dubbele beheerslasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
23.000
18.000
16.000
14.000
Aflossen egalisatieschuld RVB
2.965
-
-371
-
-371
-
-371
-
-371
-
-371
Stand ontwerpbegroting 2017
1.051.112
1.169.649
1.162.083
1.136.757
1.118.407
1.130.527
1.118.770
Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
84.447
100.136
96.386
97.236
96.949
96.440
96.339
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
7.259
352
359
357
353
352
Stand 1e suppletoire begroting 2016
84.447
107.395
96.738
97.595
97.306
96.793
96.691
Interdepartementale Budgetoverhevelingen:
-
-540
-
-521
-
-536
-
-550
-
-299
-
-203
Risicobijdrage aan dubbele beheerslasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
-
-500
-
-500
-
-500
-
-500
Stand ontwerpbegroting 2017
84.447
106.855
95.717
96.559
96.256
95.994
96.488
Niet-beleidsartikel 10 centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
1.527.669
1.595.554
1.554.518
1.535.397
1.454.377
1.437.616
1.437.236
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
-
-6.730
2.853
-
-5.794
48.742
65.320
75.939
Stand 1e suppletoire begroting 2016
1.527.669
1.588.824
1.557.371
1.529.603
1.503.119
1.502.936
1.513.175
Nieuwe mutaties
Personele gereedheid
1.893
1.670
1.480
1.116
589
Faciliteren operationele gereedheid
3.607
3.607
3.672
3.672
4.000
Aflossing ABP lening en rente aan Minfin
-
-28.342
-
-34.200
-
-30.544
-
-18.118
-
-19.665
-
-28.490
Doorwerking ontvangsten aflossing oude lening en rente
28.342
34.200
30.544
18.118
19.665
28.490
Vervallen oude lening
-
-10.743
-
-11.039
-
-11.138
-
-11.011
-
-10.607
-
-9.886
Raming nieuwe lening
43.578
37.500
26.900
10.200
2.500
0
Risicobijdrage aan dubbele beheerslasten IT en voorziening schadeclaims veteranen
-
-8.600
-
-8.600
-
-8.600
-
-8.600
Stand ontwerpbegroting 2017
1.527.669
1.621.659
1.580.732
1.542.042
1.498.860
1.491.017
1.507.878
Niet-beleidsartikel 11 Geheime uitgaven (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
5.385
5.353
5.352
5.354
5.351
5.350
5.350
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
37
37
37
37
37
37
Stand 1e suppletoire begroting 2016
5.385
5.390
5.389
5.391
5.388
5.387
5.387
Nieuwe mutaties
Stand ontwerpbegroting 2017
5.385
5.390
5.389
5.391
5.388
5.387
5.387
Niet-beleidsartikel 12 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Stand ontwerpbegroting 2016
153.484
178.628
228.979
282.725
356.568
340.894
Mutaties 1e suppletoire begroting 2016
-
-102.843
-
-126.221
-
-167.552
-
-268.157
-
-321.811
-
-328.555
Stand 1e suppletoire begroting 2016
50.641
52.407
61.427
14.568
34.757
12.339
Nieuwe mutaties
-
-personele gereedheid
-
-6.000
-
-12.000
-
-22.000
-
-39.000
Stand ontwerpbegroting 2017
0
50.641
52.407
67.427
26.568
56.757
51.339
6.2. Financieel overzicht Wapensystemen
De nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) is mede gebaseerd op de zogenaamde wapensysteemsjablonen. Deze wapensysteemsjablonen bevatten de investeringen en de relevante samenhangende exploitatie van de belangrijkste wapensystemen en geven daarmee aanvullende informatie op de begroting. Bij deze ontwerpbegroting 2017 worden de wapensysteemsjablonen wederom geactualiseerd.
Met de brief «Inzicht in kosten en uitgaven van wapensystemen en plan van aanpak daarvoor» (Kamerstuk 33 763, nr. 27) is gemeld hoe Defensie zijn financiële duurzaamheid op langere termijn structureel zal verankeren in de bedrijfsvoering.
De sjablonen dienen om te laten zien op welke manier de benodigde investeringen en exploitatielasten van wapensystemen binnen de meerjarige financiële kaders passen. De sjablonen dragen bij aan de integrale beoordeling van operationele en financiële gevolgen die voortvloeien uit gebruik en inzet, vervanging en modernisering. Door investeringen en exploitatie in samenhang te bekijken, worden gevolgen van systeemveroudering en obsolescence beter inzichtelijk. Ook wordt duidelijker waar het nodig is om systemen operationeel te verbeteren of tenminste operationeel relevant en veilig te houden.
Werkwijze opbouw wapensysteemsjablonen
De wapensysteemsjablonen (tabel 1) zijn op dezelfde wijze opgesteld als voor de ontwerpbegroting 2016. Er is een breed gedragen besef dat verbetering van ramingen een meerjarig proces is dat vanuit het groeitraject financiële duurzaamheid verder vorm gaat krijgen.
Het proces van totstandkoming vergt nog veel handwerk om informatie zodanig bruikbaar te maken dat het kan worden gebruikt in de bedrijfsvoering. Het betreft verschillende soorten broninformatie, zoals realisatiegegevens, de investerings- en exploitatieplannen, maar ook gegevens over personele sterkte en de bijbehorende middensommen die voor ramingen worden gebruikt. Het geactualiseerde inzicht wordt op basis hiervan zero base opgebouwd.
In de aansluitingstabel (tabel 2) wordt weergegeven op welke wijze de sjablonen aansluiten op de artikelen in de begroting. In de tabel is te herleiden hoe de uitgaven op de (beleids)artikelen worden toegerekend aan inzet, defensiebrede uitgaven, organieke eenheden en wapensystemen. Per uitgave is bekeken onder welke categorie dit type uitgave valt. Dit betekent dat er een dwarsdoorsnede is gemaakt van zowel de beleidsartikelen als van de uitgavencategorieën zoals die in de sjablonen zijn opgenomen. Als voorbeeld de JSS, hiervoor zijn opgenomen in de aansluitingstabel:
-
-
-
•de uitgaven in beleidsartikel 6 voor de verwerving van het JSS;
-
-
-
-
•de uitgaven uit beleidsartikel 2 voor personele en materiële exploitatie (de bemanning respectievelijk de instandhouding van het JSS);
-
-
-
-
•de uitgaven uit beleidsartikel 7 voor het resterende deel aan materiële exploitatie (brandstof en munitie).
-
De uitgaven voor het wapensysteem JSS zijn dus afkomstig uit verschillende beleidsartikelen. In de aansluitingstabel wordt deze dwarsdoorsnede inzichtelijk gemaakt.
De beleidsartikelen 2 tot en met 5 financieren het merendeel van de instandhoudingsuitgaven voor wapensystemen en uitgaven voor opwerken en gereedstellen van operationele eenheden. Deze uitgaven worden gedeeltelijk toegerekend aan wapensystemen en gedeeltelijk aan organieke eenheden. Uitgaven die direct toe te rekenen zijn aan een wapensysteem, zoals de bemanning van een schip, een vliegtuigsquadron of een voertuig, worden aan het betreffende wapensysteem toegerekend. De overige uitgaven, zoals de resterende formatie van operationele eenheden en de staf van een operationeel commando, worden aan organieke eenheden toegerekend.
Uitgaven voor wapensystemen die ten laste komen van artikel 1 Inzet en de niet-beleidsartikelen 9 Algemeen, 10 Centraal Apparaat, 11 Geheime Uitgaven en 12 Nominaal en onvoorzien zijn geheel aan de categorieën Inzet respectievelijk defensiebreed toegerekend.
De investeringsprojecten worden gefinancierd uit beleidsartikel 6 Investeringen. Het grootste deel van de uitgaven op beleidsartikel 6 wordt aan de wapensystemen toegerekend. Beleidsartikel 6 omvat ook investeringen in vastgoed en algemene uitgaven, zoals de uitgaven voor onderzoek en de NAVO. Deze worden toegerekend aan defensiebrede uitgaven.
Beleidsartikel 7 DMO is van belang voor wapensystemen, omdat hieruit de behoefte aan munitie en brandstof wordt gefinancierd die nodig is voor gereedstelling en opwerken naar inzetgereedheid, maar bijvoorbeeld ook kleding en uitrusting voor militairen. Deze uitgaven zijn toegerekend aan de wapensystemen.
Daarnaast is de DMO ook de organisatie die functionele behoeftestellingen voor investeringen transformeert naar materieel projecten zodat deze verworven kunnen worden. DMO heeft voorts ook het merendeel van de technische expertise in huis voor het uitvoeren van configuratiemanagement. Deze uitgaven zijn toegerekend aan organieke eenheden.
Beleidsartikel 8 (CDC) is overwegend toegerekend aan defensiebrede uitgaven, een klein deel (transport en voeding) is toegerekend aan organieke eenheden.
Actualisatie van de wapensysteemsjablonen
De grootste wijzigingen in deze actualisatie van de wapensysteemsjablonen zijn het gevolg van het actualiseren van het DIP waaronder het herfaseren van projecten in de tijd van 2015 naar latere jaren, het toevoegen van prijscompensatie en het verwerken van veranderingen in wisselkoersen. Daarnaast hebben deze herfaseringen van grote projecten invloed op een scala aan kleinere projecten. Ook de loonbijstelling in het kader van het arbeidsvoorwaardenakkoord is verwerkt. Tenslotte zijn de toegekende extra budgetten in het kader van de doorontwikkeling krijgsmacht verwerkt in de actualisatie van de wapensysteemsjablonen.
Als voorbeelden van wapensystemen die met name zijn beïnvloed door de actualisatie van het DIP zijn te noemen:
-
-
-
•LCF (WS-sjabloon 1): overloop uit 2015 naar 2016 en het bijstellen van de raming van de vervanging vanaf 2017;
-
-
-
-
•AGBADS (WS-sjabloon 10B): overloop uit 2015 naar de betalingsjaren 2016 en 2017;
-
-
-
-
•NH-90 (WS-sjabloon 22): De financiële fasering is gewijzigd. Dit is het gevolg van het later contracteren van deelbehoeften en de verschuiving van de risicoreservering.
-
Het aandeel voor de wapensystemen van de toegekende extra budgetten in het kader van de doorontwikkeling krijgsmacht is als volgt verdeeld:
-
-
-
•Bij het CZSK worden extra budgetten voor instandhouding en gereedstelling toegevoegd aan alle scheepstypen, maar vooral bij de wapensysteemsjablonen 1 (LCF), 4 (LPD) en 5 (AOR/JSS).
-
-
-
-
•Bij het CLSK zijn extra budgetten voor gereedstelling aan alle vliegende systemen toegevoegd. Extra budgetten voor instandhouding zijn toegevoegd aan de sjablonen 16A (F-16) en 22 (NH-90).
-
-
-
-
•Bij het CLAS zijn alle extra budgetten vooralsnog toegevoegd aan wapensysteemsjabloon 28B (overige systemen land). Een substantieel deel van deze budgetten (ter waarde van € 21,7 miljoen structureel vanaf 2021) dient nog nader te worden verdeeld over de diverse landsystemen. Deze nadere verdeling zal worden verwerkt en nader toegelicht in het financieel overzicht Wapensystemen bij de Ontwerpbegroting 2018.
-
In het Materieelprojecten Overzicht (MPO) wordt inhoudelijk dieper ingegaan op individuele en met elkaar samenhangende projecten.
Overzicht Wapensystemen en overige kostensoorten
FINANCIEEL OVERZICHT 2016 BIJ ONTWERPBEGROTING 2017
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
TOTAAL BEGROTING NAAR BELEIDSARTIKELEN
7.788
7.816
8.367
8.686
8.800
8.880
8.856
8.716
8.691
8.674
8.676
8.679
8.680
8.680
8.680
8.671
8.671
8.671
INZET
subtotaal 1 (Inzet)
253
273
290
326
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
DEFENSIEBREED
Algemeen
100
84
107
96
97
96
96
96
97
97
97
97
97
97
97
97
97
97
Centraal apparaat
1.589
1.528
1.622
1.581
1.542
1.499
1.491
1.508
1.457
1.428
1.414
1.395
1.391
1.368
1.360
1.347
1.349
1.345
Geheime uitgaven
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Nominaal en onvoorzien
0
0
51
52
67
27
57
51
66
60
65
72
78
81
72
94
92
96
Exploitatie huisvesting en infrastructuur
391
359
365
352
351
338
349
346
346
346
346
346
346
346
346
350
346
350
Exploitatie ICT
232
200
212
227
228
232
233
232
232
232
232
232
231
231
231
231
231
231
Niet toerekenbare apparaatskosten ondersteunende diensten CDC/DMO
619
606
717
728
708
701
702
694
694
692
692
693
693
693
693
694
693
694
Investeringen overig (niet gespecificeerd naar wapensystemen)
470
362
480
306
302
358
472
588
198
204
600
560
675
1.136
1.369
1.558
1.648
1.662
subtotaal 2 (Defensiebrede uitgaven)
3.405
3.145
3.559
3.347
3.301
3.256
3.404
3.521
3.094
3.063
3.451
3.399
3.515
3.957
4.173
4.376
4.462
4.481
ORGANIEKE EENHEDEN
Formatie organieke eenheden
1.603
1.613
1.551
1.556
1.559
1.562
1.581
1.581
1.591
1.599
1.608
1.607
1.607
1.607
1.606
1.606
1.606
1.597
Formatie operationeel commando indirect
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Gereedstelling en overige exploitatie operationeel commando indirect
360
438
355
304
302
292
300
320
318
285
283
284
283
278
296
288
287
284
Dienstverlening CDC indirect
93
90
91
86
81
83
84
83
83
83
83
83
83
83
83
83
83
83
subtotaal 3 (Organieke eenheden)
2.055
2.141
1.997
1.947
1.943
1.936
1.965
1.984
1.992
1.966
1.973
1.974
1.973
1.968
1.985
1.976
1.975
1.965
WAPENSYSTEMEN
Wapensysteem 1 - Luchtverdedigings- en commandofregatten
106
163
112
119
111
126
126
112
113
106
97
90
90
90
90
90
90
90
Wapensysteem 2 - Multipurpose fregatten
48
43
61
55
44
44
42
41
41
48
165
331
297
83
59
41
41
41
Wapensysteem 3 - Patrouilleschepen
38
33
43
41
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
Wapensysteem 4 - Landing Platform Docks
41
41
43
54
38
37
37
45
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
Wapensysteem 5 - Joint Support Ship
105
36
36
29
26
21
21
21
22
22
22
22
22
22
22
22
22
22
Wapensysteem 6 - Onderzeeboten
61
78
85
90
99
110
95
87
224
404
436
488
508
441
313
189
76
55
Wapensysteem 7 - Mijnenbestrijdingsvaartuigen
31
32
31
31
31
32
39
38
41
32
32
32
32
32
32
32
32
32
Wapensysteem 8 - CV9035NL Infanteriegevechtsvoertuigen
58
42
66
46
43
43
42
41
43
48
63
56
41
41
41
41
41
41
Wapensysteem 9 - Pantserwielvoertuigen
197
164
241
211
109
103
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
96
99
Wapensysteem 10 - Grondgebonden luchtverdediging
66
71
80
96
93
95
84
101
107
76
73
73
73
73
73
73
73
74
Wapensysteem 11 - WisselLaadSystemen en TrekkerOpleggerCombinaties
27
40
42
43
44
46
46
46
46
46
45
43
43
43
43
43
43
44
Wapensysteem 12 - Ondersteunende tanks
33
25
26
16
40
53
14
14
16
26
26
14
16
16
15
15
16
19
Wapensysteem 13 - Artillerie
50
31
58
50
63
45
46
52
75
104
38
35
35
35
35
35
62
38
Wapensysteem 14 - Unmanned Aerial Vehicle's
7
5
24
25
8
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
Wapensysteem 15 - Mercedes Benz Terreinvoertuigen
121
120
135
142
128
128
128
128
128
128
127
127
127
127
127
127
127
127
Wapensysteem 16A - Jachtvliegtuigen F-16
223
259
373
300
278
225
186
140
104
58
14
21
43
18
21
14
14
14
Wapensysteem 16B - Vervanging jachtvliegtuigen F-16 (F-35)
37
35
139
335
551
723
696
717
778
641
409
306
260
260
301
260
260
293
Wapensysteem 17 - Tankvliegtuigen KDC-10
49
54
167
231
63
71
53
44
124
121
51
51
51
51
51
51
51
51
Wapensysteem 18 - Transportvliegtuigen C-130
44
38
38
38
34
35
36
36
36
36
36
36
36
36
36
36
36
36
Wapensysteem 19 - Gevechtshelikopters AH-64 Apache
82
92
102
87
117
91
90
90
87
157
249
215
166
164
75
74
74
74
Wapensysteem 20 - Transporthelikopters CH-47 Chinook
62
68
78
158
331
253
208
109
172
215
96
96
94
91
89
79
79
79
Wapensysteem 21 - Transporthelikopters AS-532 Cougar
30
32
29
25
18
18
14
13
10
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Wapensysteem 22 - Maritieme helikopters NH-90
81
80
95
122
136
109
93
92
94
92
85
85
85
85
85
85
85
85
Wapensysteem 23 - Klein Kaliber Wapens
41
48
69
79
61
53
52
53
54
53
54
54
56
56
56
56
56
56
Wapensysteem 24 - Kleding en Persoonlijke Uitrusting
52
60
74
143
122
119
95
82
83
70
70
71
72
77
73
70
69
70
Wapensysteem 25 - Militaire Satelliet Communicatie
18
25
24
40
26
18
21
17
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
Wapensysteem 26 - TITAAN commandovoeringssysteem
19
16
31
25
21
34
34
32
20
20
20
20
20
20
20
20
20
19
Wapensysteem 27 - Mobile Combat Training Centre
6
5
6
6
5
5
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
Wapensysteem 28 - overige (wapen)systemen
334
520
719
807
818
862
872
741
663
619
521
518
503
371
341
345
346
342
Vrije ruimte / spanning 1)
0
0
-
-508
-
-378
-
-254
-
-175
-
-149
-
-148
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
subtotaal 4 (wapensystemen)
2.066
2.258
2.521
3.067
3.240
3.371
3.171
2.895
3.289
3.329
2.936
2.991
2.877
2.439
2.206
2.003
1.919
1.910
TOTAAL BEGROTING NAAR WAPENSYSTEMEN
7.788
7.817
8.367
8.686
8.800
8.880
8.856
8.716
8.691
8.674
8.676
8.679
8.680
8.680
8.680
8.671
8.671
8.671
Aansluitingstabel bij ontwerpbegroting 2017
Bedragen * € miljoen
Begrotingsoverzicht / aansluitingstabel
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
TOTAAL BEGROTING
7.788
7.816
8.367
8.686
8.800
8.880
8.856
8.716
8.691
8.674
8.676
8.679
8.680
8.680
8.680
8.671
8.671
8.671
INZET volgens financieel overzicht
253
273
290
326
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
INZET naar begrotingsartikel
253
273
290
326
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
waarvan beleidsartikel 1 - Inzet
253
273
290
326
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
316
DEFENSIEBREED volgens financieel overzicht
3.405
3.145
3.559
3.347
3.301
3.256
3.404
3.521
3.094
3.063
3.451
3.399
3.515
3.957
4.173
4.376
4.462
4.481
DEFENSIEBREED naar begrotingsartikel
3.405
3.145
3.559
3.347
3.301
3.256
3.404
3.521
3.094
3.063
3.451
3.399
3.515
3.957
4.173
4.376
4.462
4.481
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
9
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen
470
362
480
306
302
358
472
588
198
204
600
560
675
1.136
1.369
1.558
1.648
1.662
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
264
198
210
225
225
229
230
230
229
229
229
229
229
229
229
229
229
229
waarvan beleidsartikel 8 - Commando DienstenCentra
969
961
1.079
1.076
1.055
1.036
1.047
1.036
1.036
1.034
1.034
1.035
1.035
1.035
1.035
1.040
1.036
1.040
waarvan niet-beleidsartikel 9 - Algemeen
100
84
107
96
97
96
96
96
97
97
97
97
97
97
97
97
97
97
warvan niet-beleidsartikel 10 - Centraal Apparaat
1.589
1.528
1.622
1.581
1.542
1.499
1.491
1.508
1.457
1.428
1.414
1.395
1.391
1.368
1.360
1.347
1.349
1.345
waarvan niet-beleidsartikel 11 - Geheime uitgaven
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
waarvan niet-beleidsartikel 12 - Nominaal en Onvoorzien
0
0
51
52
67
27
57
51
66
60
65
72
78
81
72
94
92
96
ORGANIEKE EENHEDEN volgens financieel overzicht
2.055
2.141
1.997
1.947
1.943
1.936
1.965
1.984
1.992
1.966
1.973
1.974
1.973
1.968
1.985
1.976
1.975
1.965
ORGANIEKE EENHEDEN naar begrotingsartikel
2.055
2.141
1.997
1.947
1.943
1.936
1.965
1.984
1.992
1.966
1.973
1.974
1.973
1.968
1.985
1.976
1.975
1.965
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
452
437
424
396
393
396
403
404
404
404
404
403
404
404
403
404
404
404
waarvan beleidsartikel 3 - taakuitvoering landstrijdkrachten
803
812
747
761
769
780
789
798
798
798
798
798
796
794
810
800
799
788
waarvan beleidsartikel 4 - taakuitvoering luchtstrijdkrachten
202
256
204
191
189
181
194
201
212
194
206
208
208
206
208
208
208
208
waarvan beleidsartikel 5 - taakuitvoering marechaussee
331
334
349
335
332
333
333
334
334
334
334
334
334
334
334
334
334
334
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
176
212
183
177
179
162
162
165
162
154
148
148
148
148
148
148
148
148
waarvan beleidsartikel 8 - Commando DienstenCentra
93
90
91
86
81
83
84
83
83
83
83
83
83
83
83
83
83
83
WAPENSYSTEMEN volgens financieel overzicht
2.074
2.258
2.521
3.067
3.240
3.371
3.171
2.895
3.289
3.329
2.936
2.991
2.877
2.439
2.206
2.003
1.919
1.910
WAPENSYSTEMEN naar begrotingsartikel
2.074
2.258
2.521
3.067
3.240
3.371
3.171
2.895
3.289
3.329
2.936
2.991
2.877
2.439
2.206
2.003
1.919
1.910
waarvan beleidsartikel 2 - taakuitvoering zeestrijdkrachten
275
301
298
319
318
325
325
327
326
326
326
326
326
326
326
326
326
326
waarvan beleidsartikel 3 - taakuitvoering landstrijdkrachten
401
409
468
490
495
494
499
502
508
505
505
505
508
508
507
507
508
518
waarvan beleidsartikel 4 - taakuitvoering luchtstrijdkrachten
451
456
469
490
506
507
499
494
482
497
482
482
482
482
482
482
482
481
waarvan beleidsartikel 5 - taakuitvoering marechaussee
3
3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen
596
740
1.401
1.713
1.744
1.774
1.524
1.241
1.491
1.513
1.130
1.184
1.067
629
397
194
109
91
waarvan beleidsartikel 6 - Investeringen (spanning)1
0
0
-
-508
-
-378
-
-254
-
-175
-
-149
-
-148
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan beleidsartikel 7 - Defensie Materieel Organisatie
348
348
389
429
428
443
470
475
478
485
490
490
490
490
490
490
490
490
Noot 1
Een negatief bedrag betekent spanning
6.3. Overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg
Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende posten in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht zijn deze posten samengebracht.
Uitgaven erkenning en waardering
De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.
Stichting het Veteraneninstituut
De Stichting het Veteraneninstituut richt zich primair op de directe dienstverlening aan veteranen en hun relaties en versterkt daarmee de erkenning en waardering voor veteranen. Het Veteranenloket is bij de Stichting het Veteraneninstituut ondergebracht en hierdoor verzorgt de Stichting het Veteraneninstituut de loketfunctie naar dienstverlening en zorg voor veteranen en hun relaties. Stichting het Veteraneninstituut fungeert daarnaast als kennis- en onderzoekscentrum op veteranengebied.
Stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD)
De Stichting NLVD heeft tot doel het bevorderen van de maatschappelijke erkenning en waardering voor Nederlandse veteranen onder regie van het Nationaal Comité Veteranendag. De Stichting NLVD bereikt deze doelstelling door onder meer het jaarlijks organiseren van de Nederlandse Veteranendag, waarbij ook aandacht wordt besteed aan het initiëren, coördineren en stimuleren van educatieve activiteiten. Daarnaast wordt een publiciteitscampagne gevoerd, worden diverse evenementen georganiseerd en lokale veteranendagen gestimuleerd.
Vereniging Veteranen Platform
Het Veteranen Platform (VP) behartigt, als overkoepelend samenwerkingsverband van de Nederlandse veteranenorganisaties, de belangen van veteranen. Het VP vervult voor Defensie een waardevolle klankbord- en adviesfunctie op het gebied van veteranen. Het VP draagt tevens zorg voor de integrale coördinatie van de nuldelijnsondersteuning.
Dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers
Sinds 2006 worden dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers) georganiseerd. De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning en waardering aan MOD-ers en hun partners, het bieden van informatie over de (pensioen)regelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.
Reüniefaciliteiten
Verenigingen voor veteranen, post-actieven en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, die geregistreerd zijn in het reünieregister van het Veteraneninstituut, kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast organiseert elk operationeel commando een eigen veteranendag die, waar mogelijk, wordt gecombineerd met de open dag van het operationeel commando.
Het bedrag voor deze faciliteiten op de begrotingen van de operationele commando’s is als volgt te specificeren:
Operationele commando’s
Bedragen
x € 1.000
Commando Zeestrijdkrachten
294
Commando Landstrijdkrachten
400
Commando Luchtstrijdkrachten
102
Commando Koninklijke Marechaussee
75
Totaal
871
Totaaloverzicht van uitgaven voor veteranen erkenning en waardering
Omschrijving
Bedragen
x € 1.000
Subsidie Stichting het Veteraneninstituut1
5.597
Subsidie Nederlandse Veteranendag
2.553
Subsidie Vereniging Veteranen Platform2
306
Ondersteuning organisatie dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers
330
Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando’s (zie bovenstaande tabel)
871
Totaal
9.657
Noot 1
inclusief uitgaven voor zorg en nazorg, die zijn onderdeel van de kosten van het Veteranenloket
Noot 2
inclusief tijdelijke bijdrage nuldelijnsondersteuning
Uitgaven zorg en nazorg
De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op beleidsartikel 8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando DienstenCentra en niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Centraal apparaat.
Kaderwet militaire pensioenen
Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, militairen buiten dienst en ex-militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid.
Voor 2017 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 66,7 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2017 zijn de uitgaven begroot op € 23,8 miljoen.
Medio 2014 is de volledige schadevergoedingsregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers vastgesteld. Deze regeling beoogt finale kwijting te bieden voor alle ten gevolge van een dienstongeval of dienstverbandaandoening veroorzaakte schade. Met deze regeling worden juridische procedures over aansprakelijkheid overbodig en kan Defensie proactief voorzien in materiële zorg. De hiermee gemoeide uitgaven zijn voor 2017 begroot op € 8,8 miljoen.
Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties. Met ingang van 1 januari 2015 is, in het kader van de hervorming langdurige zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo 2015) van kracht. Voorzieningen die met ingang van 1 januari 2015 niet of niet meer volledig worden toegekend op grond van de Wmo 2015, zullen aanvullend worden vergoed via de Voorzieningenregeling militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Deze meerkosten voor Defensie zijn moeilijk vooraf in te schatten. Meerkosten die het gevolg zijn van wijzigingen in de Wmo 2015 worden daarom achteraf op basis van realisatiecijfers vergoed door het Ministerie van VWS. De benodigde ondersteuning blijft daarmee voor de groep veteranen en MOD-ers ongewijzigd op het niveau zoals dat is vastgelegd in de Veteranenwet.
Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie
De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van dienstverband. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 1,3 miljoen geraamd.
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
Defensie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor veteranen met maatschappelijke of psychische problemen. Hiervoor is het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) ingericht dat bestaat uit militaire en civiele instellingen voor maatschappelijk werk en geestelijke gezondheidszorg. Voor 2017 zijn de uitgaven begroot op € 750.000.
In de personeelsrapportage wordt ingegaan op de toezegging om de wachttijden die door het LZV zijn gemeld bij de RZO aan uw Kamer te melden.
Maatschappelijke ondersteuning voor veteranen
Binnen het LZV verzorgt de Stichting de Basis het gespecialiseerd maatschappelijk werk voor post-actieve veteranen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt. Hiermee wordt beoogd te bereiken dat de post-actieve veteraan weer deel kan nemen aan het maatschappelijk verkeer. De kosten van het maatschappelijk werk voor veteranen bedragen voor 2017 € 3 miljoen.
Het Veteranenloket
Op 11 juni 2014 is het Veteranenloket opgericht met als doel de toegang tot zorg en dienstverlening voor veteranen, MOD-ers en hun relaties te verbeteren en eenvoudig toegankelijk te maken. Daarnaast monitort het Veteranenloket de procesgang van veteranen, MOD-ers en hun relaties met een materiële of immateriële zorgvraag, zodat wordt voorkomen dat zij uit het zicht raken. Het Veteranenloket betreft een samenwerkingsverband tussen het Vi, het ABP, Stichting de Basis, het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk (DCBMW), het Uitvoeringsbedrijf Veteranen, Reservisten en Decoraties (UBVRD) en het VP. Het Veteranenloket registreert de zorgvraag en geeft toegang tot revalidatie, re-integratie, materiële zorg, maatschappelijke ondersteuning, en het LZV. De kosten (€ 6,5 miljoen) betreffen de centrale kosten voor het veteranenloket en de totale uitvoeringskosten (inclusief zorgcoördinatoren van het ABP).
Nuldelijnsondersteuning
Het VP is belast met de integrale coördinatie van de nuldelijnsondersteuning aan post-actieve veteranen en de aansluiting daarvan op de professionele hulpverlening van het LZV. Het VP voert de regie over de inrichting van dit landelijk dekkend en financieel zelfdragend systeem van nuldelijnsondersteuning. Tot en met 2018 draagt Defensie jaarlijks bij aan de organisatie-, opleidings- en inzetkosten van de nuldelijnshelpers van het landelijk dekkend en genormeerd nuldelijnsondersteuningssysteem. De uitgaven voor Defensie bedragen € 135.000 per jaar. Ter versterking hiervan heeft het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) toegezegd om de regionale nuldelijnsactiviteiten voor dezelfde periode financieel te ondersteunen. De bijdrage van het fonds bedraagt € 100.000 per jaar.
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
De onafhankelijke RZO oefent toezicht uit op de ketenzorg aan veteranen die gebruik maken van het LZV en bevordert de gewenste specialisatie van de betrokken (LZV) instanties. De RZO adviseert daarnaast over (de richting van) het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen die verband houden met uitzendingen en draagt zorg voor en bewaakt de noodzakelijke convergentie tussen die onderzoeken. De RZO is door zijn samenstelling in staat om het veteranenzorgsysteem vanuit verschillende perspectieven te beschouwen. Voor 2017 bedragen de begrote uitgaven € 100.000.
Onderzoeken
In de begroting van de Militair Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ) is € 1 miljoen opgenomen ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek dat vanuit de MGGZ wordt verricht. Dit bedrag is verdeeld in twee categorieën onderzoek. Er wordt € 500.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van onderzoeken naar de neurobiologische gevolgen van stress en trauma dat vanuit de Wetenschappelijke Onderzoeksgroep van de MGGZ wordt uitgevoerd. Ten behoeve van onderzoek naar de verbetering van de kwaliteit van zorg in het LZV is eveneens € 500.000 euro beschikbaar. LZV heeft op haar eigen begroting zelf ook € 500.000 euro gereserveerd voor onderzoek naar de verbetering voor de kwaliteit van zorg.
Overige
Verscheidene organisatiedelen houden zich bezig met de zorg en nazorg aan veteranen in werkelijke dienst, post-actieven en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, zoals het Eerstelijns Gezondheidszorgbedrijf (EGB), het Centraal Militair Hospitaal, de Militaire Geestelijke gezondheidszorg (MGGZ), het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk werk (DCBMW), de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV) en het Militair Revalidatie Centrum (MRC). De taken van deze organisatiedelen gaan verder dan alleen de zorg en nazorg aan veteranen. In de bedrijfsvoering van deze organisatiedelen wordt geen onderscheid gemaakt in veteranenzorg en overige zorg. Een dergelijke registratie is ook niet eenvoudig te realiseren. Dit deel van de uitgaven aan veteranenzorg is daarom niet inzichtelijk. Overigens wordt ook bij de zorg aan post-actieve militairen in veel gevallen dat onderscheid niet gemaakt, dus de financiële omvang van dat deel van de veteranenzorg is eveneens niet eenvoudig zichtbaar te maken. Defensie laat TNO onderzoek verrichten naar een kostenmodel voor veteranenzorg, waarin de zorgbehoefte op grond van meetbare parameters kan worden voorspeld. Dat onderzoek bevindt zich nog in de beginfase.
Totaaloverzicht van uitgaven voor zorg en nazorg voor veteranen
Omschrijving
Bedragen
x € 1.000
Invaliditeitspensioenen
66.700
Nabestaandenpensioenen
23.800
Volledige schadevergoedingsregeling voor MOD-slachtoffers
8.800
Ereschulduitkering
1.900
Sociale zorg (Voorzieningenregeling MOD-slachtoffers)
9.700
Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie
1.300
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
750
Maatschappelijk ondersteuning voor veteranen (subsidie)
3.000
Veteranenloket1
6.500
Nuldelijnsondersteuning2
135
Raad voor civiele-militaire Zorg en Onderzoek (RZO)
100
Bijdragen aan onderzoeken MGGZ
1.000
Totale uitgaven
123.685
Noot 1
Inclusief deel dat onderdeel is van de subsidie Veteranen Instituut.
Noot 2
Dit is onderdeel van de subsidie Veteranen Platform.
6.4. Overzicht uitgaven IT
Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een integraal overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven aan IT. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt op de begrotingsartikelen Investeringen krijgsmacht (investeringen IT) en Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (exploitatie IT). In het overzicht wordt het gereserveerde bedrag van € 40 miljoen voor het vernieuwen van IT-infrastructuur, waarover de Kamer in de brief Ontwerp IT-infrastructuur en herijking IT-sourcing is geïnformeerd, separaat inzichtelijk gemaakt in lijn met de toezegging.
Tabel: Overzicht uitgaven aan IT
Totaaloverzicht van uitgaven aan IT
x € 1.000
Omschrijving
Begroting
2017
2018
2019
2020
2021
Voorzien in IT, exploitatie
Artikel 2
2.680
2.679
2.679
2.678
2.678
Voorzien in IT, investering
Artikel 6
185.382
180.270
180.154
80.093
50.160
-
waarvan reservering van 40,2 miljoen vernieuwing IT (vanaf 2016)
22.200
6.800
5.100
700
-
waarvan reservering dubbele beheerlasten IT
27.000
30.000
30.000
30.000
Bijdrage aan DMO/OPS /IT exploitatie
Artikel 7
181.442
182.112
189.323
189.432
188.816
Voorzien in IT, exploitatie (overig)
Artikel 7
43.137
43.135
40.164
40.982
40.982
Totaal uitgaven IT
412.641
408.196
412.320
313.185
282.636
De reservering van € 40,2 miljoen vernieuwing IT bestaat uit drie posten: IV-problematiek (€ 31,8 miljoen), versterken IT-regie (€ 4,3 miljoen) en Programma Grensverleggende IT (GRIT) (€ 4,1 miljoen). Hiervan is tot en met 2016 € 5,4 miljoen gerealiseerd.
6.5. Overzicht Cyber
Het digitale domein is, naast het land, de lucht, de zee en de ruimte, inmiddels het vijfde domein voor militair optreden. Tijdens de recente top in Warschau heeft ook de NAVO het digitale domein erkend als domein voor militair optreden. Om de inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht te waarborgen en haar effectiviteit te verhogen, versterkt Defensie haar digitale weerbaarheid en het vermogen om cyberoperaties uit te voeren. Defensie heeft de afgelopen jaren forse stappen in het digitale domein gezet en forse investeringen gedaan. De Defensie Cyber Strategie legde daarvoor de basis. De nota «In Het Belang Van Nederland» versnelde de tenuitvoerlegging. In 2015 is de Defensie Cyber Strategie geactualiseerd en aan de Kamer gepresenteerd (Kamerstuk 33 321, nr. 5). De actualisering bepaalt de richting waarin Defensie zich op dit vlak de komende jaren verder zal ontwikkelen. In maart 2016 is de voortgang op de uitvoering van de strategie gerapporteerd en aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 33 321, nr. 7).
De doelstellingen uit de eerste Defensie Cyber Strategie uit 2012 zijn grotendeels nog valide en blijven staan, in het volle besef dat de digitale revolutie om flexibiliteit in de uitvoering van deze strategie vraagt. De geactualiseerde strategie uit 2015 legt de nadruk op het organiseren van de benodigde randvoorwaarden voor effectief optreden in het digitale domein:
-
-
-
1.Het boeien, binden en ontwikkelen van cyberprofessionals;
-
-
-
-
2.Het verruimen van de mogelijkheden binnen Defensie om in het digitale domein snel te innoveren;
-
-
-
-
3.Het bundelen van de krachten bij Defensie en het intensiveren van de samenwerking met partners;
-
-
-
-
4.Het verbreden en verdiepen van de kennis over het digitale domein binnen Defensie
-
Een deel van het in de Miljoenennota 2015 beschikbaar gestelde extra budget voor Defensie wordt geïnvesteerd in cyber. Het betreft een bedrag van € 7 miljoen in 2016 en € 9 miljoen vanaf 2017. De gelden uit de intensivering zullen worden ingezet om Defensie op vier kerngebieden te versterken:
-
-
-
1.Ontwikkeling operationele cybermiddelen;
-
-
-
-
2.Doorontwikkeling inlichtingenvermogen;
-
-
-
-
3.Versterking digitale weerbaarheid;
-
-
-
-
4.Ontwikkeling cybercapaciteit KMar, ten behoeve van uitvoering taken in het digitale domein.
-
6.6. Overzicht Subsidies
De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op een wettelijk voorschrift anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/).
Defensie publiceert deze beschikkingen niet en kan daarom geen externe publicaties of bronnen weergeven. Bij reguliere verantwoording over beleid wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de effectiviteit van het instrument.
De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico's beoordeeld. De grootte en eventuele risico's zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie.
Een toekomstig evaluatiemoment is niet meer van toepassing (zie «n.v.t.» in kolom einddatum) wanneer, volgend uit een eerder evaluatiemoment, is besloten de subsidie te stoppen. Voor de overige subsidies betreft de einddatum, voor zover er geen specifieke andere afspraken bestaan omtrent eindigheid, het jaar van de volgende evaluatie. Dit om voorzichtigheidshalve met een mogelijke afbouw van jaar rekening te houden (dit voor arrangement 2 + 3 subsidies).
x € 1.000
Naam Subsidies
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Laatste evaluatie1
Volgende evaluatie
Einddatum
Stichting Homosexualiteit en Krijgsmacht
10
10
10
10
-
-
-
2013
2018
2018
Stichting Protestants Interkerkelijk Thuisfront
30
15
15
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Nationaal Katholiek Thuisfront
10
10
10
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Nederlandse Veteranendag
2.538
2.538
2.553
-
-
-
-
2012
2017
2017
Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen
15
25
25
25
25
25
-
2013
20202
2020
Multicultureel netwerk Defensie
10
10
10
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Veteranen Platform
165
303
306
139
-
-
-
2012
20173
2017
Stichting Veteraneninstituut
5.782
5.685
5.597
-
-
-
-
2012
2017
2017
Koninklijke Stichting Defensie Musea
16.420
15.800
15.893
15.894
15.894
-
-
nieuw
2019
20194
Stichting Nationale Taptoe
263
263
265
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting de Basis (Maatschappelijk werk voor veteranen)
3.056
2.945
2.962
-
-
-
-
2012
2017
2017
Universiteit van Amsterdam (leerstoel militair recht)
74
74
74
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Maritiem Kenniscentrum
28
28
28
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Gasturbine Onderwijs
5
5
5
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Phantasy in Blue
19
25
25
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Historische Vlucht
100
100
100
-
-
-
-
2012
2017
2017
SWoon NLDA
20
22
22
-
-
-
-
n.v.t.
2017
2017
ASL BISL Foundation
39
40
40
-
-
-
-
n.v.t.
2017
2017
Wapen- en dienstvakverenigingen
23
35
35
-
-
-
-
2012
2017
2017
Stichting Vincent van Gogh
399
399
-
-
-
-
-
n.v.t.
2016
2016
Koning Boudewijn Stichting, ten behoeve van project Hougoumont
125
125
-
-
-
-
-
n.v.t.
n.v.t.
2016
Subsidies te verstrekken na evaluatie
773
12.790
12.869
28.736
28.610
Totaal subsidies
29.131
28.457
28.748
28.858
28.788
28.761
28.610
Noot 1
Voor toekomstige evaluaties wordt onderzocht hoe deze op effectieve wijze kunnen worden ontsloten d.m.v. publicatie;
Noot 2
In 2015 zijn concrete afspraken gemaakt tussen Defensie en de Stichting Nationaal Comité Herdenking Capitulaties voor de periode van 2016 - 2020
Noot 3
Per 2016 is de financiering van de nuldelijnsondersteuning aan de subsidie aan het Veteranenplatform toegevoegd. Daar deze voor 3 jaar is toegezegd zal de nuldelijnsondersteuning nog tot 2018 doorlopen. Het reguliere subsidiedeel zal in 2017 worden geëvalueerd.
Noot 4
Einddatum betreft eerstvolgend evaluatiemoment. Onderliggende verplichtingen, volgend uit o.a. de publieke-private samenwerking die hierbij van tot 2040 (Kamerstuk 33 864, nr. A/1).
6.7. Overzicht Evaluaties- en overig onderzoek
Tot het overige evaluatieonderzoek behoren onder meer de toetsingskaderevaluaties naar lopende en voltooide operaties waaraan Nederlandse militairen deelnemen. Op grond van het Toetsingskader 2014 sturen de Ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken elk jaar op de derde woensdag in mei een tussentijdse evaluatie van lopende operaties naar het parlement. Na beëindiging van de inzet wordt een eindevaluatie opgesteld waarin zowel militaire als politieke aspecten aan de orde komen. Indien dit opportuun is, bijvoorbeeld bij een specifiek verzoek van de Kamer of vanwege de omvang van de Nederlandse bijdrage, wordt de evaluatie afzonderlijk aan het parlement aangeboden. Evaluatie en monitoring van Nederlandse bijdragen aan internationale operaties dienen twee doelen. Ten eerste bieden ze de mogelijkheid tussentijds bij te sturen om de effectiviteit van de inzet verder te vergroten. Ten tweede zijn ze instrumenteel met het oog op de verantwoording van de inzet van Nederlands personeel en materieel in internationale operaties, waarbij sprake is van bijzondere risico’s.
Onderwerp
Artikel
Aanvang
Voltooiing
Evaluatie Veteranenbeleid
8; CDC
2016
2016
Evaluatie Nederlandse bijdrage aan missies en operaties in 2016
1; Inzet
2017
2017
Evaluatie Basisimplementatie ERP
6; Investeringen
2017
2017
6.8. Toezichtrelaties en ZBO/RWT’s Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen
Naam Organisatie
RWT
ZBO
Functie
Begrotingsartikel
Begrotingsraming
Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO
Stichting Ziektekosten-
Verzekering Krijgsmacht (SZVK)
X
De SZVK is namens het Ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële Regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst: militairen vallen niet onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW).
Wordt per Defensieonderdeel (artikel 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10) betaald uit de post salarissen en sociale lasten
€ 92,4 miljoen Bedrag is gebaseerd op de begroting/premiestelling 2016. Bedrag omvat de te betalen werknemers en werkgeverspremie.
Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON)
X
In 2011 is de stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) opgericht. De stichting verzorgt als onderdeel van de officiersopleiding van officieren in de Nederlandse krijgsmacht de wetenschappelijke bachelor en master programma’s, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt het wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de wetenschappelijke opleidingen. Defensie ondersteunt de stichting met een jaarlijkse subsidie (zie 4.6 Subsidies). Tevens stelt Defensie «om niet» middelen ter beschikking. Deze middelen bestaan uit uitgaven voor salarissen en sociale lasten, IV/IT, huisvesting en overige ondersteuning. De middelen zijn begroot in artikel 8.
8 Ondersteuning krijgsmacht door Commando Dienstencentra
€ 14,4 miljoen
KSD
X
Beheer van de museum collectie van Defensie
Beleidsartikel 9 subsidies en bijdragen
€ 15,8 miljoen
6.9. Moties en toezeggingen Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken
Eijsink c.s. over monitoren van geluidscontouren rond vliegbases Volkel en Leeuwarden.
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 22
In behandeling, deels afgedaan met 26 488, nr. 404 en 33 763, nr. 96
Hachchi en Eijsink over verkennen van mogelijkheden tot samenwerking met België.
Notaoverleg toekomst van de krijgsmacht, 6 november 2013, 33 763, nr. 30
Afgedaan met 33 729, nr. 10 en 33 729, nr. 12 en 33 279, nr. 16
Hachchi c.s. over besparen via pooling and sharing.
Begrotingsbehandeling Defensie, 14 november 2013, 33 750-X, nr. 28
Afgedaan met 31 125, nr. 63, en 33 279, nr. 16
Van Tongeren-Smaling over de Kamer op de hoogte houden over de voortgang van de aanplant van compensatiebos.
VAO AWACS, 13 mei 2014, 33 750-XII, nr. 86
In behandeling, deels afgedaan met 34 300-XII, nr. 69
Cegerek over afspraken met de NAVO over het structureel maken van de 35% geluidsreductie.
VAO AWACS, 13 mei 2014, 33 750-XII, nr. 88
In behandeling, deels afgedaan met 34 000-XII, nr. 27 en 34 300-XII, nr. 69
Van der Staaij c.s. over het noodzakelijke ambitieniveau van onze krijgsmacht in de komende jaren.
Algemene Politieke Beschouwingen, 18 september 2014, 34 000, nr. 23
In behandeling, deels afgedaan met 33 763, nr. 81 en 33 763, nr. 98 en deze begroting
Eijsink-Bosman over een evaluatie van het beleid en aanzien van de inzet en inhuur van lokaal personeel.
Nederlandse deelname aan vredesmissies, 14 oktober 2014, 29 521, nr. 262
Afgedaan met 29 521, nr. 316
Knops over opschorten van de verkoop van modern materieel.
Begrotingsbehandeling, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 27
In behandeling
Segers en Eijsink over een thuisfrontcheck.
Wetgevingsoverleg personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 24
Afgedaan met 30 139, nr. 154
Eijsink en Bosman over onevenredige effecten op het ondersteunend personeel.
Wetgevingsoverleg personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 19
In behandeling
Knops over een inhaalslag op het gebied van loonontwikkeling.
Wetgevingsoverleg personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 18
Afgedaan met 34 300-X, nr. 11
Segers over de benodigde capaciteit van de MIVD.
Begrotingsbehandeling Defensie, 13 november 2014, 34 000-X, nr. 55
In behandeling, deels afgedaan met 33 763, nr. 81 en deze begroting
Knops over het bij de uitvoering van de motie-Van der Staaij voorzien in een structurele oplossing voor de problematiek van onvoldoende ontvangen prijsbijstelling en stijgende kosten van defensiematerieel.
Wetgevingsoverleg jaarverslag Defensie, 17 juni 2015, 34 200-X, nr. 9
In behandeling, deels afgedaan met 33 763, nr. 81 en 33 763, nr. 98 en deze begroting
Hachchi c.s. over een realistische inschatting van de investeringen.
Wetgevingsoverleg jaarverslag Defensie, 17 juni 2015, 34 200-X, nr. 11
Afgedaan in deze begroting
Eijsink en Teeven over aanvullende middelen om ambities waar te maken.
Wetgevingsoverleg jaarverslag Defensie, 17 juni 2015, 34 200-X, nr. 12
Afgedaan met 33 763, nr. 81 en 33 763, nr. 98 en deze begroting
Servaes en Eijsink over het integraal opnemen en expliciteren van de gevolgen van deelname aan missies voor de interne bedrijfsvoering en gereedheid van eenheden, inclusief de gevolgen van het uitzenden van specialistische functies.
Plenair debat ISIS, 2 juli 2015, 27 925, nr. 550
Doorlopend
Knops over het pleiten voor een gezamenlijke inzet van de coalitie om te komen tot betere coördinatie en effectievere leverantie van wapens en andere benodigdheden voor de Peshmerga in Irak.
Plenair debat ISIS, 2 juli 2015, 27 925, nr. 553
In behandeling
Knops en Teeven over het op korte termijn serieus onderzoeken van de gevolgen van valutawisselingen en de ontwikkeling van materieel- en munitieprijzen en daarop in de begroting van 2016 nadrukkelijk terug te komen.
VAO Materieel, 2 juli 2015, 27 830, nr. 154
In behandeling
Teeven en Eijsink over het sneller volgen van richtinggevende jurisprudentie om de afwikkeling van schadeclaims sneller te laten verlopen.
AO Veteranen 26 juni 2015, 30 139 nr. 149
Afgedaan met 30 139, nr. 155
Knops over het niet toelaten van sympathiseren met het salafisme.
VAO MIVD, 22 september 2015, 29 924 nr. 134
Afgedaan met 29 614, nr. 39
Teeven en Eijsink over de bezetting en uitrusting van de medische troepen.
Wetgevingsoverleg Personeel 2 november 2015, 34 300-X, nr. 24
In behandeling
Knops over met kracht het reservistenbeleid voort te zetten, de groeiende inzet van reservisten voluit te accommoderen binnen de Defensieorganisatie en af te zien van toekomstige bezuinigingen of tijdelijke beheersmaatregelen ten koste van reservisten.
Wetgevingsoverleg Personeel 2 november 2015, 34 300-X, nr. 25
In behandeling
Knops over het voorzien in een structurele versterking van de personele capaciteit in de verwervingsketen en de Kamer hierover uiterlijk 1 mei 2016 te informeren.
Wetgevingsoverleg Materieel 2 november 2015, 34 300-X, nr. 34
Afgedaan met 34 300-X, nr. 39 en 34 300-X, nr. 115
Gunal-Gezer en Vuijk over een overzicht van de toegekende prijsbijstelling, de verdeling daarvan over de investeringsprojecten en exploitatie-uitgaven en de mate waarin de prijsbijstelling toereikend is.
Wetgevingsoverleg Materieel 2 november 2015, 34 300-X, nr. 35
Doorlopend
Eijsink c.s. over oriëntatie op de voordelen van meerjarige defensieplannen.
Wetgevingsoverleg Materieel 2 november 2015, 34 300-X, nr. 63
Afdoening aan Kamer
Teeven en Knops over een relevante, substantiële en langdurige bijdrage van de krijgsmacht aan het bewaken van de Europese en Nederlandse grenzen, alsmede de bestrijding van mensensmokkel en de informatie daarover effectief uit te wisselen.
Begrotingsbehandeling 24 november 2015, 34 300-X, nr. 62
Afgedaan met 32 317, nr. 399
Teeven over evaluatie van de inzet van civiel en diplomatiek personeel.
VAO kleine missies, 18 november 2015, 29 521, nr. 302
Afgedaan met 29 521, nr. 315
Belhaj en Dijk over aantal ingediende claims en causaliteit met werken met PX-10.
Plenair debat over het gebruik van wapenolie PX-10 bij Defensie, 18 februari 2016, 34 300-X, nr. 86
In behandeling
Samsom en Pechtold over onvoorwaardelijke en dwingende informatie-uitwisseling op het terrein van de politie en de inlichtingendiensten binnen de EU.
Plenair debat Bestrijding Internationaal Terrorisme, 12 april 2016, 29 754 en 27 925, nr. 380
Afgedaan met 27 925, nr. 595
Knops c.s. over met meer urgentie en tempo de huidige knelpunten bij de reservisten oplossen.
VAO Reservistenbeleid, 7 juli 2016, 34 300-X, nr. 121
In behandeling
Knops en Dijkgraaf over het werkelijk aan opleiding en training bestede aantal uren per Natres-reservist vaststellen op minimaal 121 uur per jaar.
VAO Reservistenbeleid, 7 juli 2016, 34 300-X, nr. 122
In behandeling
Door de Minister gedane toezeggingen
Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
Kamer ontvangt de eindevaluatie van het project SPEER na de afronding van de migratie in de lijnorganisatie en na de uitschakeling van de oude (IT-)systemen.
AO SPEER, 2 april 2013, 31 460, nr. 33
In behandeling, deels afgedaan met 31 460, nr. 41
De Kamer ontvangt een brief over de verkoop van overtollige F-16’s, zodra er daadwerkelijk sprake is van overeengekomen verkoop.
AO Vervanging F-16, 25 april 2013, 26 488, nr. 322
In behandeling
De Minister zegt toe om in de Voorjaarsnota 2014 de financiële gevolgen van de vervanging van de Cutters toe te lichten. Indien de commissie eerder informatie wil over het vervangingsplan dan moet zij de Minister daar na oktober 2013 over informeren.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 14 mei 2013, 33 400-X, nr. 86
Afgedaan met 34 300-X nr. 102
De Minister informeert de Kamer over de BTW-compensatie zodra hier meer informatie over bekend is.
AO Personeel, 13 juni 2013, 33 400-X, nr. 94
In behandeling, deels afgedaan met 34 300-X, nr. 75
De Minister stuurt het onderzoek over zelfdoding, met de correctie van het CBS, aan de Kamer wanneer deze af is (termijn nog niet bekend).
Notaoverleg Veteranen, 24 juni 2013, 30 139, nr. 118
Afgedaan met 30 139, nr. 122 en 30 139, nr. 148
De Kamer ontvangt voor de behandeling van de begroting voor 2016 het evaluatierapport over Life Cycle Costs bij defensiematerieel.
Begrotingsbehandeling, 14 november 2013
Afgedaan met 33 763, nr. 89
De Minister komt terug op de vragen van het lid Eijsink over de re-integratie van langdurig zieken in relatie tot het Dienstencentrum re-integratie.
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38
Afgedaan met 28 719, nr. 96
De Kamer ontvangt eind 2014 een nadere brief over de uitkomsten van het lopende onderzoek naar homo's, lesbiennes, bi- en transgenders.
AO Personeel, 23 januari 2014, 33 763, nr. 38
In behandeling, deels afgedaan met 33 763, nr. 49
De Minister zegt toe de Kamer bij brief meer duidelijkheid te verschaffen over de LCC-systematiek, voor zover de vertrouwelijkheid zich daartegen niet verzet.
AO Drones/UAV's, 5 februari 2014, 30 806, nr. 22
Afgedaan met 27 830, nr. 136 en 33 763, nr. 89
Voor de behandeling van de begroting voor het jaar 2015 doet de Minister verslag van de uitgevoerde analyse van de problemen bij de re-integratiebegeleiding.
AO Jaarverslag IMG, 24 juni 2014, 34 000-X, nr. 9
Afgedaan met 28 719 nr. 96
De weergave van de personeelscijfers in het jaarverslag zullen meer in lijn worden gebracht met de verantwoording in plaats van (alleen) in de personeelsrapportage.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2013, 24 juni 2014, 33 930-X, nr. 6
Afgedaan met 34 200-X, nr. 3
De Kamer ontvangt nadere informatie over de inspanningen van Defensie om de capaciteit van de Defensie Materieel Organisatie op orde te houden.
AO Helikopters, 2 juli 2014, 25 928, nr. 67
Afgedaan 34 300-X, nr. 39
De Minister zal in het kabinet de mogelijkheden bespreken om Nederlandse deelname aan NAVO-toppen ook voor Kamerleden open te stellen en ze op te nemen in de delegatie.
AO EU informele Defensieraad, 3 september 2014, 21 501-28, nr. 118
Afgedaan
De Kamer wordt geïnformeerd als een Nederlander in Irak wordt ingezet voor Forward Air Controlling.
AO ISIS, 2 oktober 2014, 27 925, nr. 523
In behandeling
De Kamer ontvangt in de eerste helft 2015 een brief over de toekomst van Paresto na het toetsmoment.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr.42
Afgedaan met 34 300-X, nr. 5
De Kamer ontvangt eind 2015 een brief over de resultaten van de pilots uit de Reservistennota, waarin ook wordt ingegaan op geleerde lessen en slimme doelen.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr.42
Afgedaan met 34 300-X, nr. 70
De Kamer ontvangt medio 2015 een plan van aanpak over de verbetering van het re-integratieproces, met als doel dat dit vóór eind 2015 wordt uitgevoerd.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr.42
Afgedaan met 28 719, nr. 96
De Kamer ontvangt in het voorjaar van 2015 een brief over de lessen die uit de ervaringen in Australië te leren zijn voor de inzet van de doorstroomorganisatie.
WGO Personeel, 3 november 2014, 34 000-X, nr.42
Afgedaan 34 300-X, nr. 17
In de volgende begrotingen wordt een toelichting op de berekening van de investeringsquote opgenomen.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
Afgedaan met 34 300-X, nr. 12
De Minister zegt toe de Kamer bij brief te informeren over het cultuurtraject binnen de DMO-verbeteringsprocessen.
WGO Materieel, 3 november 2014, 34 000-X, nr. 58
Afgedaan met 32 678, nr. 31
De Kamer krijgt voor het eind van het jaar of begin 2015 informatie over de afspraken omtrent de tolken. Dit is een herhaling van de toezegging die de Minister eerder plenair heeft gedaan.
AO Nederlandse bijdrage aan NAVO-missie in Afghanistan, 11 november 2014, 29 521, nr. 280
Afgedaan met 29 521, nr. 316
De Minister stuurt een brief over de uitkomsten van het interne onderzoek naar de wijze waarop Defensie nu met gevaarlijke stoffen omgaat en naar de beschikbare capaciteit voor de uitvoering en handhaving van beschermingsmaatregelen, inclusief de rol van de IGK, IMG, HDBV en HDP.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 22, item 26
In behandeling, deels afgedaan met 34 000-X, nr. 87
De Minister stuurt een brief over de resultaten van het aanvullende onderzoek van de GGD Zuid Limburg en andere GGD's.
Plenair debat Giftige stoffen bij Defensie, 11 november 2014
In behandeling, deels afgedaan met 34 000-X, nr. 95
De Minister gaat in de eerstvolgende jaarrapportage over internationale militaire samenwerking dieper in op het soevereiniteitsvraagstuk in relatie tot verdergaande internationale militaire samenwerking, de uitgangspunten en het onlangs aangepste toetsingskader voor de artikel-100 procedure.
Begrotingbehandeling Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
Afgedaan met 29 521, nr. 310
De resultaten van het Zweedse onderzoek naar herinvoering van de dienstplicht worden t.z.t. naar de Kamer verzonden.
Begrotingbehandeling Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
Afgedaan met 34 300-X, nr. 79
Alle suggesties die op het punt van emancipatie en inclusiviteit zijn gemaakt over doorstroom naar hogere rangen en deelname aan de HDV worden meegenomen bij de verdere uitwerking van de agenda van de toekomst.
Begrotingbehandeling Defensie, 12-13 november 2014, Handelingen 2014-2015, nr. 23, item 2 en nr. 24, item 17
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
Indien er concrete ontwikkelingen zijn waarmee de huidige achterstand in het Nederlandse werkaandeel ingelopen wordt, zal dat gemeld worden in de volgende voortgangsrapportage.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
In behandeling
Indien het opzetten van een poule met andere landen, met name Duitsland, tot concrete afspraken leidt, zal dat in een volgende rapportage Internationale samenwerking worden opgenomen.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
Afgedaan met 33 279, nr. 16
De Minister zal de Kamer in het eerste kwartaal van 2015 informeren over de definitieve invulling van de SAR-taken, met name wat betreft het ziekenvervoer.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
Afgedaan met 34 000-X, nr. 93 en 34 000-X, nr. 103 en 34 000-X, nr. 104 en 34 000-X, nr. 110
De Minister zal de Kamer proactief informeren als zich grote problemen voordoen met de NH90 die niet in de reguliere voortgangsrapportage kunnen worden meegenomen.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
Doorlopend
Ontwikkelingen met betrekking tot de Cougar zullen worden opgenomen in een separate paragraaf in de volgende rapportage over de NH90.
AO Helikopters, 17 december 2014, 25 928, nr. 70
Afgedaan met 25 928, nr. 72
Begin 2015 ontvangt de Kamer een beleidsstandpunt over de ruimte die er is nadat de grenzen in zicht zijn van de Vessel Protection Detachments, militair, tenzij.
AO Evaluatie piraterijbestrijding, 17 december 2014, 29 521, nr. 285
Afgedaan met 32 706, nr. 74
Tussen nu en het MoU over de Joint Expeditionary Force zal de Minister het beeld over de invulling van deze samenwerking verder inkleuren. De Kamer ontvangt hierover informatie in een bijlage bij de brief ter voorbereiding van de NAVO-Ministeriële in juni 2015, en daarna opnieuw in de brief over de IMS in oktober 2015. Als de agenda’s van de Europese Raad in 2015 en de NAVO-Ministeriële te laat komen, komt er vooruitlopend op de geannoteerde agenda’s een aparte brief naar de Kamer. Daarmee is zeker gesteld dat de informatie waarom gevraagd is, zal worden ontvangen.
AO Europese en internationale defensiesamenwerking, 11 februari 2015, 33 279, nr. 4
Afgedaan met 33 279, nr. 16
De volgende brief over de IMS zal een verdiepingsbrief zijn, waarin onder andere wordt ingegaan op de vier prioritaire landen die door de Minister zijn genoemd, en op de criteria zoals gevraagd.
AO Europese en internationale defensiesamenwerking, 11 februari 2015, 33 279, nr. 4
Afgedaan met 33 279, nr. 16
De Minister informeert de Kamer in een brief over het EU-voorzitterschap hoe parlementen betrokken kunnen worden bij POLEX tijdens het Nederlandse voorzitterschap. Dit vergt enig overleg met lead nation Duitsland.
AO EU Defensieraad, 12 februari 2015, 21 501-28, nr. 124
Afgedaan met 21 501-28, nr. 125
De Kamer wordt bij toekomstige aanschaf van meer F-35 toestellen opnieuw vooraf geïnformeerd, echter niet meer met een DMP-D brief.
AO DMP-D vervanging F-16, 26 februari 2015, 26 488, nr. 384
In behandeling, deels afgedaan met 26 488, nr. 401 en 26 488, nr. 408
De Kamer blijft het jaarlijkse rapport van de Amerikaanse Rekenkamer (GAO) toegezonden krijgen, inclusief een appreciatie van het kabinet.
AO DMP-D vervanging F-16, 26 februari 2015, 26 488, nr. 384
In behandeling, deels afgedaan met 26 488, nr. 407
De Minister zal de Kamer voor eind 2015 informeren over de stand van zaken met betrekking tot de thuisfrontcheck, zo mogelijk nog voor de begrotingsbehandeling van 2016.
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
Afgedaan met 30 139, nr. 154
De Minister zal de Kamer voor het wetgevingsoverleg Personeel een reactie toezenden op het boek «De Colombo-tragedie» (auteurs J.C. Bijkerk en J.F. van Wijnen).
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
Afgedaan met 34 300-X, nr. 7
De Minister zendt de Kamer na de zomer de stand van zaken/resultaten van haar evaluatie van het rapport van de commissie-De Veer Georganiseerd Overleg van april 2013.
AO Personeel, 11 maart 2015, 34 000-X, nr. 85
Afgedaan met 34 300-X, nr. 87
De Kamer wordt geïnformeerd zodra er duidelijkheid bestaat over waar de main operating base wordt gevestigd in het kader van het MRTT.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
Afgedaan met 27 830, nr. 183
De Minister is bereid het gesprek aan te gaan over de mogelijkheden van een privaat investeringsfonds en zal de Kamer hierover informeren.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
In behandeling
De Kamer zal tijdig worden geïnformeerd over een voorgenomen verkoop van materieel in lijn met de motie-Van den Doel.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
In behandeling, deels afgedaan met 26 396, nr. 102 en 22 054, nr. 261
De Minister informeert de Kamer over zowel de aanschafkosten als onderhoudskosten van onbemande vliegtuigen.
AO Materieel Defensie, 26 maart 2015, 27 830, nr. 152
Afgedaan met 33 763, nr. 89 en 34 300-X, nr. 2
In de volgende rapportage van de Defensie Cyber Strategie wordt de Kamer geïnformeerd over de ontwikkeling van capaciteiten in relatie tot zero-bases (kwetsbaarheden).
AO Defensie Cyber Strategie, 21 april 2015, 33 321, nr. 6
Afgedaan met 28 676, nr. 249
In de volgende rapportage van de Defensie Cyber Strategie wordt een uitwerking opgenomen van de scheiding tussen militaire en civiel-humanitaire doelen/netwerken.
AO Defensie Cyber Strategie, 21 april 2015, 33 321, nr. 6
Afgedaan met 33 321, nr. 7
De Minister stuurt de Kamer een reactie op het AIV-rapport van 30 april. De Minister zal laten weten hoeveel sneller dan de gebruikelijke drie maanden zij de reactie zal toesturen.
AO EU Defensieraad, 30 april 2015, 21 501-28, nr. 128
Afgedaan met 34 300-X, nr. 10
In september volgt een update over de coulanceregeling.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
Afgedaan met 34 300-X, nr. 10
De Minister stuurt indien mogelijk de uitkomsten van het vervolgonderzoek van de GGD Zuid-Limburg in september naar de Kamer, of wanneer dit gereed is.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
Afgedaan met 34 300-X, nr. 10
De Minister deelt eind juni de overige vervolgonderzoeken van de GGD'en (locaties Vriezenveen, Ter Apel, Coevorden) met de Kamer (één op één).
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
Afgedaan met 34 300-X, nr. 10
De Minister deelt de onderzoeksvragen en het plan van het RIVM met de Kamer, naar verwachting in september.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
Afgedaan met 34 300-X, nr. 77
Inzake de verschillende onderzoeken naar het gebruik van chroomverf bij Defensie zal de Minister de Kamer in september informeren over (1) de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de aanbevelingen van het Coördinatiecentrum Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) en (2) de stand van zaken met betrekking tot de luchtmetingen door de GGD, waarbij ook de metingen in ter Apel worden meegenomen.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
Afgedaan met 34 300-X, nr. 10
In kwartaalrapportages wordt de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de onderwerpen op het gebied van chroom. Hierbij doet de Minister aan verwachtingenmanagement voor lopende onderzoeken en/of maatregelen.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling, deels afgedaan met 34 300-X nr. 10
De Minister zal de Kamer in september 2015 informeren over de stand van zaken met betrekking tot (de implementatie van) het communicatieplan van de paritaire commissie (commissie Vreeman).
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
In behandeling, deels afgedaan met 34 300-X, nr. 65
De Minister informeert de Kamer later dit jaar over de tekorten aan capaciteit op veiligheidsgebied, naar aanleiding van de evaluaties van de reorganisaties.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
Afgedaan met 34 300-X, nr. 10
De Minister blijft de capaciteit van de DC BMW monitoren en komt hier later dit jaar op terug.
Plenair debat Chroomverf bij Defensie, 3 juni 2015, Handelingen 2014-2015, nr. 91, item 3
Afgedaan met 34 300-X, nr. 10
De uitkomst van het onderzoek van de vakbonden naar de super-RHIBS wordt opgenomen in het volgende jaarverslag.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 11 juni 2015, 33 750-X, nr. 106
Afgedaan met 34 300-X, nr. 102
De Minister zal, in samenwerking met de verantwoordelijke partijen, meer inzicht verkrijgen in de exacte cijfers van (illegale) immigratie en het resultaat daarvan opnemen in de volgende jaarrapportage.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 11 juni 2015, 33 750-X, nr. 106
Afgedaan met 34 300-X, nr. 102
De Minister geeft in het volgende jaarverslag de stand van zaken met betrekking tot de inzet van UAV's (drones) weer.
AO Kustwacht Caribisch gebied, 11 juni 2015, 33 750-X, nr. 106
Afgedaan met 34 200-X, nr. 3
De Minister gaat in het volgende jaarverslag in op de (effecten van) eventuele prijsbijstellingen.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
Afgedaan met 34 200-X, nr. 3
De Minister zendt het rapport over het op orde brengen van de verwervingsketen in het najaar van 2015 aan de Kamer.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
Afgedaan met 34 300-X nr. 39
De Minister geeft in de volgende begroting een overzicht van de geraamde budgetten en de realisatie daarvan (investeringen).
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
Afgedaan in deze begroting
De Minister geeft bij de komende begroting in een aparte brief aan wanneer knelpunten bij de materiële gereedstelling te verwachten zijn, wat ervoor nodig is om deze op te lossen en wat de doorwerking daarvan is op de materiële gereedheid.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
Afgedaan met 33 763, nr. 74 en 33 763, nr. 78
De Minister neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgen voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.
WGO Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2014, 11 en 17 juni, 34 200-X, nr. 15
In behandeling, deels afgedaan met 27 925, nr. 570
De Minister informeert de Kamer over de kosten voor deelname aan test bed VJTF voor het einde van dit jaar.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
Afgedaan met 29 521, nr. 306
De Minister informeert de Kamer over de inzichten die zijn opgedaan naar aanleiding van de oefeningen met de test bed VJTF die op dit moment gaande zijn in Polen wanneer zij zich hiervan een beeld heeft gevormd.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
Afgedaan met 29 521, nr. 306
De Minister zegt uitbreiding toe van de jaarlijkse brief over de Nederlandse bijdrage aan snelle reactiemachten. Te ontvangen voor het kerstreces.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
Afgedaan met 29 521, nr. 306
De Minister komt bij de eerstvolgende brief over de EU Defensieraad terug op de inhoud van de overeenkomst tussen de EDA en Oekraïne (en de gevolgen hiervan voor de capaciteit van EDA) waarover is bericht.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
Afgedaan met 21 501-28, nr. 129
De Minister zal in het contact met haar Turkse ambtgenoot de berichten ter sprake brengen dat via Turkije steun wordt verleend aan IS, zoals ook in de ambtelijke contacten gebeurt. Een eventuele ontmoeting (op dit moment niets voorzien) zal pas in het najaar van 2015 zijn.
AO NAVO Ministeriële, 16 juni 2015, 28 676, nr. 228
In behandeling
In de eerstvolgende rapportage over internationale samenwerking gaat de Minister nader in op de samenwerking met de Duitsers, in het bijzonder op het gebied van de Patriots/Meads.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
Afgedaan met 33 279, nr. 16
De Kamer wordt geïnformeerd als de Minister het voornemen heeft om alsnog over te gaan tot de verkoop van een of meer pantserhouwitsers.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
Afgedaan met 34 200-X, nr. 3
De Kamer wordt in een volgende voortgangsrapportage Verwerving F-35 nader geïnformeerd zodra er iets te melden is over nadere plannen met betrekking tot capaciteitsbehoefte F-35 voor opleiding en inzetbaarheid, binnen de financiële kaders.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
Afgedaan met 26 488, nr. 393
De Kamer ontvangt waarschijnlijk eind 2015 de DMP-A brief voor vervanging onderzeeboten en het streven is om uiteindelijk in 2018 de D-brief aan de Kamer te zenden.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
Afgedaan met 34 225, nr. 13
In de volgende brief over patiëntenvervoer Friese Waddeneilanden zal de Minister ook ingaan op de stand van zaken aangaande de Search and Rescue-taken.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
Afgedaan met 34 000-X, nr. 110
Bij het Materieelprojectenoverzicht bij de begroting 2016 komt de Minister terug op de stand van zaken met de MQ-9 Reaper.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
Afgedaan met 27 830, nr.158
Rond Prinsjesdag ontvangt de Kamer een nadere brief over Defence agreement.
AO Materieel Defensie, 17 juni 2015, 27 830, nr. 156
Afgedaan met 33 763, nr. 85
De Kamer zal twee keer per jaar worden geïnformeerd over IT en ERP. De eerste rapportage komt in september. De rapportage bevat, als verfijning van het high level ontwerp, de concrete plannen in termen van product, tijd en geld voor de komende 1-2 jaar. Voorts bevat de rapportage plannen voor latere jaren op hoofdlijnen.
AO IV ICT en ERP, 23 juni 2015, 31 125, nr. 60
In behandeling, deels afgedaan met 31 125, nr. 67
Naar aanleiding van het rapport van Gartner geeft de Minister een reactie op de financiële consequenties, zoals verwoord op pagina's 23 en 29 van het rapport.
AO IV ICT en ERP, 23 juni 2015, 31 125, nr. 60
Afgedaan met 31 125, nr. 64
De Minister zal in de volgende Veteranennota op grond van uitgevoerd onderzoek ingaan op de maatregelen die zij neemt om de respons op de nazorgvragenlijsten te vergroten, inclusief de monitor nazorgtraject en een meer individuele benadering. De conclusies en resultaten van het onderzoek worden in de nota vermeld, waarbij eventuele alternatieven voor het verplichtstellen van het invullen van de vragenlijst worden beschreven.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
Afgedaan met 30 139, nr. 159
Eind 2015 stuurt de Minister de Kamer een brief met de stand van zaken over het PTSS-protocol en een overzicht van afgehandelde en openstaande bezwaarschriften en beroepszaken BNMO. In deze brief wordt ook opgenomen of er eventueel maatwerk wordt geleverd in bepaalde gevallen en wat de stand van zaken is omtrent de motie Teeven/Eijsink (aanwezige richtinggevende jurisprudentie volgen om de afwikkeling van schadeclaims sneller te laten verlopen). Tevens wordt de Kamer in deze brief geïnformeerd over de duur tussen het intakegesprek en de start van een behandeling in de GGZ. Deze termijn wordt vergeleken met de hiervoor vastgestelde norm en bij afwijking hiervan wordt gemeld welke actie hierop wordt ondernomen.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
Afgedaan met 30 139, nr. 155
De Minister meldt in de volgende Veteranennota de stand van zaken met betrekking tot alle materiële voorzieningen (Inkomensvoorziening, Ereschuldregeling, Regeling volledige schadevergoeding, Kaderwet militaire pensioenen). Tevens wordt in de nota het verschil duidelijk gemaakt tussen bezwaarschriften BNMO/PTSS en aanvullend ingediende claims ten aanzien van de zorgplicht van Defensie.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
Afgedaan met 30 139, nr. 159
De Minister geeft in de volgende Veteranennota een reactie (appreciatie) op de adviezen van de Veteranenombudsman.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
Afgedaan met 30 139, nr. 159
Vanaf volgend jaar wordt in elke Veteranennota een apart hoofdstuk over de ISAF-veteranen opgenomen.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
In behandeling, deels afgedaan met 30 139, nr. 159
De Minister stuurt de Kamer voorafgaand aan de komende begrotingsbehandeling en na consultatie van betrokken partijen per brief een outline van de beleidsdoorlichting/evaluatie van het Veteranenbesluit.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
Afgedaan met 30 139, nr.151
De Minister stuurt de Kamer voor het eind van 2015 per brief een overzicht van de samenwerking tussen het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake de nazorg aan militairen en politiemensen.
Notaoverleg Veteranen, 26 juni 2015, 30 139, nr. 150
Afgedaan met 30 139, nr. 155
De Minister zal in de volgende brief over de RBZ een korte passage opnemen op het rapport van Clingendael.
AO EU Defensieraad, 1 juli 2015, 21 501-28, nr. 128
Afgedaan met 21 501-28, nr. 127
De Minister geeft in de bijlage bij de volgende brief over de RBZ een overzicht met defensiesamenwerkingsverbanden tussen de lidstaten.
AO EU Defensieraad, 1 juli 2015, 21 501-28, nr. 128
Afgedaan met 21 501-28, nr. 127
Als er stukken van de Hoge Vertegenwoordiger komen, dan zit er ook een appreciatie van het kabinet bij.
AO EU Defensieraad, 1 juli 2015, 21 501-28, nr. 128
Doorlopend
De toezegging van 11 maart jl. (AO personeel) ten aanzien van duidelijkheid over wel of niet outsourcen Paresto staat nog steeds. Zo spoedig mogelijk ontvangt de Kamer daarover een brief.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
Afgedaan met 34 300-X, nr. 5
In de volgende P-rapportage ontvangt de Kamer ook informatie over de voortgang naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid over vliegveiligheid, inclusief wel/geen disciplinaire maatregelen.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
Afgedaan met 34 300-X, nr.17 en 34 300-II, nr. 3121
In de volgende P-rapportage wordt inzicht gegeven in de stand van zaken met de tekorten per personeelscategorie.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
In de eerder toegezegde evaluatie van het reservistenbeleid wordt ook in gegaan op de optie om een reservistengeneraal aan te stellen.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
Afgedaan met 34 300-X, nr. 70
Bij de begrotingsbehandeling komt de Minister terug op de vragen over de tooth to tail.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
In behandeling
In de P-rapportage komt de Minister terug op de best practices ten aanzien van genderbeleid.
AO Personeel/IGK/IMG, 1 juli 2015, 34 000-X, nr. 108
Afgedaan met 34 300-X, nr. 17
De Minister herhaalt haar eerdere toezegging om, indien mogelijk, de Kamer voor het einde van het jaar te informeren over de stand van zaken in de aanschaf van een nieuwe onderzeedienst.
AO Defensieraad, 1 september 2015, 21 501-28, nr. 130
Afgedaan met 34 225, nr. 13
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over het proces van de Strategic Review, als er nieuwe ontwikkelingen zijn of tussenrapportages door de Hoge Vertegenwoordiger worden geagendeerd, en neemt de rol van de nationale parlementen daarin mee.
AO Defensieraad, 1 september 2015, 21 501-28, nr. 130
Afgedaan met 21 501-20, nr. 1140
De Minister zal de Kamer informeren over de resultaten van het onderzoek naar de actief dienende militair die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS, zodra de vertrouwelijkheid zich daartegen niet meer verzet.
AO MIVD, 9 september 2015, 29 924, nr. 135
In behandeling
De Minister zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren).
AO MIVD, 9 september 2015, 29 924, nr. 135
In behandeling
De Minister zal in de volgende voortgangsrapportage ingaan op het vraagstuk van vredesverliezen.
AO Behoeftestelling vervanging F-16, 29 september 2015, 26 488, nr. 398
Afgedaan met 26 488, nr. 404
De P-rapportage wordt in 2016 gelijktijdig met de begrotingsstukken op Prinsjesdag aan de Kamer toegezonden.
Wetgevingsoverleg Personeel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 67
In behandeling
De Kamer ontvangt in het voorjaar van 2016 en voor de behandeling van het jaarverslag de reactie op het rapport en de nadere uitwerking van de aanbevelingen uit het rapport over de oorzaken van de onderrealisatie in de «voorzien in»-keten van Defensie.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
Afgedaan met 34 300-X, nr. 39 en 34 300-X, nr. 115
De Minister informeert de Kamer in het tweede kwartaal van 2016 over de evaluatie van (het proces van) uitbesteding van cateringdiensten bij Defensie.
Wetgevingsoverleg Personeel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 67
In behandeling, deels afgedaan met 34 300-X, nr. 113
De Minister brengt in kaart hoe het staat met diversiteit, inclusiviteit en doorstroommogelijkheden van vrouwen binnen Defensie. De Kamer wordt hierover in de P-rapportage bij de volgende begrotingsstukken geïnformeerd.
Wetgevingsoverleg Personeel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 67
Afgedaan met 34 300-X nr. 108
Zoals eerder toegezegd ontvangt de Kamer voor het einde van dit jaar een brief over de internationale samenwerking met betrekking tot het Joint Support Ship Zr. Ms. Karel Doorman.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
Afgedaan met 33 763, nr. 104
De Kamer ontvangt de DMP-A brief over de onderzeedienst niet meer dit jaar maar in april 2016.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
Afgedaan met 34 225, nr. 13
De Minister informeert de Kamer bij de volgende P-rapportage over de mogelijke openstelling van het Korps Mariniers voor vrouwen.
Wetgevingsoverleg Personeel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 67
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
De Kamer ontvangt bij de begroting Defensie 2017 en het Materieelprojectenoverzicht 2016 nadere informatie over de lease-optie Male UAV en eventuele andere opties voor de komende jaren.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
In behandeling
De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door Minister van Financiën.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
Doorlopend, deels afgedaan in deze begroting
De Kamer ontvangt hopelijk eind dit jaar de uitkomst over de verhuizing DMO, afhankelijk van de voortgang van het proces.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
In behandeling
De Kamer ontvangt bij begroting 2017 of eerder in een aparte brief nadere informatie over de toekomstige opzet cq. invulling van de investeringsquote.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
Afgedaan in deze begroting
De Kamer ontvangt nadere informatie over het Codemofonds en specifiek de royalties.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
In behandeling
De Minister informeert de Kamer bij de P-rapportage in voorjaar van 2016 over de (stand van zaken met betrekking tot de) doorstroming van lagere rangen.
Wetgevingsoverleg Personeel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 67
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
De Minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten. Dit met als voorbeeld dit jaar om de MALE UAV voor een aantal jaar uit te stellen.
Wetgevingsoverleg Materieel Defensie, 2 november 2015, 34 300-X, nr. 68
Doorlopend
De Kamer ontvangt een brief over de lopende onderzoeken naar de EULEX missie in Kosovo, als daar aanleiding toe is.
AO Evaluatie inzet Nederlandse militairen 2014 - Nederlandse deelname aan vredesmissies, 4 november 2015, 29 521, nr. 308
In behandeling
De Kamer ontvangt bij het jaarverslag 2015 inzicht in de nationale inzet van militairen en de ontwikkelingen door de jaren heen.
AO Evaluatie inzet Nederlandse militairen 2014 - Nederlandse deelname aan vredesmissies, 4 november 2015, 29 521, nr. 308
Afgedaan met 34 200-X, nr. 3
De Minister zal in het voorjaar 2016 opnieuw een stand van zaken GVDB overzicht (incl. uitvoering raadsconclusies 2013 en de daarop volgende raadsconclusies) naar de Kamer sturen en zij zal onderzoeken of dit overzicht nog voor de van 6 tot en met 8 april 2016 interparlementaire GBVB/EVDB conferentie aan de Kamer kan worden toegezonden.
AO EU Defensieraad, 10 november 2016, 21 501-28, nr. 134
Afgedaan met 21 501-20, nr. 1128 en 21 501-20, nr. 1129
De Minister informeert de Kamer in de loop van 2016 met een nieuwe Reservistennota over de stand van zaken met betrekking tot het reservistenbeleid, waaronder de nadere uitwerking van de aangekondigde intensivering.
Plenair debat Begroting Defensie 2016, 12 november 2015, Handelingen II 2015/16, nr. 24, Begroting Defensie
In behandeling
De Minister herhaalt de tijdens het wetgevingsoverleg Materieel Defensie op 2 november 2015 gedane toezegging dat de Kamer bij de begroting Defensie 2017 en het Materieelprojectenoverzicht 2016 nadere informatie ontvangt over de lease-optie Male UAV en eventuele andere opties voor de komende jaren.
Plenair debat Begroting Defensie 2016, 12 november 2015, Handelingen II 2015/16, nr. 24, Begroting Defensie
Doorlopend
De Minister gaat bij de volgende vastgoedrapportage in op de uitvoering van de motie Knops c.s. over recreatie medegebruik (32 123-X, nr. 69), mede o.b.v. signalen van de leden.
AO Vastgoed Defensie, 1 maart 2016, 33 763, nr. 99
Afgedaan met 33 763, nr. 106
De Minister gaat bij de volgende vastgoedrapportage in op het traject en de resultaten om te komen tot verbetering van de risicobeheersing van en de verantwoording over de vastgoedportefeuille.
AO Vastgoed Defensie, 1 maart 2016, 33 763, nr. 99
Afgedaan met 33 763, nr. 106
De Minister gaat in de volgende vastgoedrapportage nader in op de second opinion Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
AO Vastgoed Defensie, 1 maart 2016, 33 763, nr. 99
Afgedaan met 33 763, nr. 106
De Minister informeert de Kamer als er meer resultaat is van de onderhandelingen met de VS over Eygelshoven, op zijn vroegst waarschijnlijk na deze zomer.
AO Vastgoed Defensie, 1 maart 2016, 33 763, nr. 99
In behandeling
De Minister beschrijft in de volgende vastgoedrapportage duidelijker wat de herinrichting van de munitieketen inhoudt.
AO Vastgoed Defensie, 1 maart 2016, 33 763, nr. 99
Afgedaan met 33 763, nr. 106
De Minister neemt contact op met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de heliport Eemshaven i.r.t. De Kooij en stuurt daarover een brief aan de Kamer.
AO Vastgoed Defensie, 1 maart 2016, 33 763, nr. 99
In behandeling
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over de financiële belasting van een eventuele Nederlandse bijdrage aan het initiatief om op rotatiebasis eenheden van beperkte omvang te stationeren op het grondgebied van de oostelijke bondgenoten, indien daar meer duidelijkheid over is.
AO NAVO, 9 februari 2016, 29 676, nr. 240
In behandeling
De Minister zegt toe de Kamer in de aanloop naar de NAVO-top in Warschau te informeren over de Nederlandse inzet op het financiële meerjarenperspectief voor het defensiebudget.
AO NAVO, 9 februari 2016, 29 676, nr. 240
Afgedaan met 28 676, nr. 249
De Minister zegt toe de Kamer te informeren over de samenstelling van de klankbordgroep.
AO Toekomst van de Nederlandse onderzeedienst, 23 maart 2016, 34 225, nr. 12
Afgedaan met 34 225, nr. 10
De Minister zegt toe de beleidsdoorlichting Samenstelling Koninklijke Marine zeer binnenkort naar de Kamer te sturen.
AO Toekomst van de Nederlandse onderzeedienst, 23 maart 2016, 34 225, nr. 12
In behandeling
De Minister zegt toe in juni 2016 het eerste rapport over de uitwerking van het rapport van Policy Research toe te zenden en neemt - op verzoek van dhr. Knops - daarin mee een aantal zaken zo SMART mogelijk te formuleren.
AO Defensie materieelproces, 31 maart 2016, 27 830, nr. 170
Afgedaan met 34 300-X, nr. 39 en 34 300-X, nr. 115
De Minister zegt toe rond de zomer 2016 de nieuwe DMP-brochure toe te zenden aan de Kamer.
AO Defensie materieelproces, 31 maart 2016, 27 830, nr. 170
In behandeling
De Minister zegt toe het juridisch advies ten aanzien van de defensiesamenwerking met Oekraïne wat betreft de overeenkomst tussen het EDA en Oekraïne aan de Kamer toe te zenden. Indien er gezamenlijke projecten met Oekraïne worden geïnitieerd, wordt de Kamer daarover geïnformeerd.
AO Defensieraad, 14 april 2016, 21 501-28, nr. 141
Afgedaan met 21 501-28, nr. 142
De Minister zegt toe de Kamer nader te zullen informeren over het vervolg op de Group of Personalities in de vorm van een Europese Defensieraad of anderszins met een kabinetsappreciatie dienaangaande.
AO Defensieraad, 14 april 2016, 21 501-28, nr. 141
In behandeling
De Minister zal - indien er tijdens de tweede helft van dit jaar een Political Exercise (POLEX) wordt georganiseerd voor de zes EU Battle Group-landen - het hierbij betrekken van de parlementen actief bevorderen.
AO Defensieraad, 14 april 2016, 21 501-28, nr. 141
In behandeling
De Minister zegt toe de Kamer zo spoedig mogelijk nader te informeren over het technisch defect van de Karel Doorman en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse bijdrage aan internationale missies, mede naar aanleiding van de reeds gestelde Kamervragen hierover.
AO Defensieraad, 14 april 2016, 21 501-28, nr. 141
Afgedaan met 33 763, nr. 103 en 33 763, nr. 104 en 33 763, nr. 108
In het verslag van de EU-Defensieraad zal de Minister terugkomen op de stand van zaken rond de EUPOL-missie.
AO Defensieraad, 14 april 2016, 21 501-28, nr. 141
Afgedaan met 21 501-28, nr. 140
De Minister zegt toe de Kamer, zodra deze informatie met haar gedeeld kan worden, te zullen informeren over eventuele initiatieven van EU-lidstaten voor een Center of Excellence.
AO Defensieraad, 14 april 2016, 21 501-28, nr. 141
In behandeling
De Minister zegt toe vóór 12 mei 2016 een brief te sturen, waarin inzicht wordt gegeven in het gemiddeld aantal geplande uren voor oefenen/trainen en inzet en de realisatie daarvan en besteedt daarin speciaal aandacht aan de cyberreservisten.
AO Reservistenbeleid, 20 april 2016, 34 300-X, nr. 112
Afgedaan met 34 300-X, nr. 118
De Minister neemt mee in de nieuwe reservistennota in de vorm van een Plan van Aanpak, het punt van de vrijwilligheid die de reservist ervaart ten aanzien van de inzet bij missies.
AO Reservistenbeleid, 20 april 2016, 34 300-X, nr. 112
In behandeling
De Minister neemt het onderwerp ziekteverzuim op in de volgende Personeelsrapportage.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
De Minister komt in de eerstvolgende nota Veteranen terug op de nazorg vragenlijst.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
Afgedaan met 30 139, nr. 159
De Minister laat contact opnemen met de wethouder in Rotterdam ten aanzien van de werkloze jongeren die nog net niet geheel voldoen aan de opleidingseisen.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
De Minister komt in de volgende Personeelsrapportage terug op de vraag van dhr. Houwers over de kortlopende contracten die worden aangeboden aan artsen.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
De Minister zal de verklaringen van de twee supervisors over Chroom 6, ontvangen van dhr. van Dijk, aan de RIVM doorgeleiden en betrekken bij het onderzoek.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
In behandeling
De Minister houdt de Kamer op de hoogte van de gesprekken met het Ministerie van VWS en de consequenties voor het calamiteitenhospitaal en de rol 4 als een deel van de financiering wordt stopgezet.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
In behandeling
De Minister informeert de Kamer nader over de ophanging van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) onder de Secretaris-generaal.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
In behandeling
De Minister informeert de Kamer over het vervoer van «flares» op vliegbasis Eindhoven zodra er meer informatie beschikbaar is.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
In behandeling
De Minister komt in het eerstvolgende verslag NAVO Ministeriële terug op haar gesprek met haar Turkse collega over de Turkse dienstplicht voor Nederlanders met Turkse achtergrond.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
In behandeling
De Minister gaat in de eerstvolgende Personeelsrapportage in op de ongelijkheid die in de praktijk is ontstaan tussen het personeel van de Defensie bewakingsorganisatie.
AO Personeel Defensie, 21 april 2016, 34 300-X, nr. 116
Afgedaan met 34 300-X, nr. 108
Eind deze maand krijgt de Kamer, zoals bekend, de inbreng van het kabinet voor de NAVO-top in Warschau, daarin o.a. ingaand op standpunt samenwerking NAVO en Oekraïne.
AO NAVO Defensieministeriële, 9 juni 2016
Afgedaan met 21 501-28, nr. 142
Naar verwachting wordt de Europese Global Strategie op 28/29 juni 2016 gepresenteerd in de Europese Raad. Over de verdere planning van de strategie en de toezending aan en de betrokkenheid van de Kamer, wordt de Kamer z.s.m. geïnformeerd.
AO NAVO Defensieministeriële, 9 juni 2016
Afgedaan met 21 501-20, nr. 1128 en 21 501-20, nr. 1129
De Kamer ontvangt spoedig na volgende week, indien beschikbaar, nadere informatie over de stand van zaken met de Polex bijeenkomst.
AO NAVO Defensieministeriële, 9 juni 2016
In behandeling
De Kamer ontvangt ten behoeve van het algemeen overleg over de NAVO-top een nadere brief over de samenwerking en inzet EU-NAVO op het terrein van Cyber(defence).
AO NAVO Defensieministeriële, 9 juni 2016
Afgedaan met 28 676, nr. 249
In de volgende voortgangsrapportage over de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS gaat het kabinet nader in op het contact met Turkije over de vermeende banden met ISIS.
AO NAVO Defensieministeriële, 9 juni 2016
In behandeling
De Minister gaat nog duidelijker aangeven in rapportages en brieven wat het aandeel van pensioenen en uitkeringen is.
Wetgevingsoverleg Jaarverslag Defensie 2015, 16 juni 2016, 34 475 X, nr. 15
In behandeling, deels afgedaan in deze begroting
De Minister stuurt een brief over wat mogelijk is om het bedrag van de pensioenen en uitkeringen apart te boeken.
Wetgevingsoverleg Jaarverslag Defensie 2015, 16 juni 2016, 34 475 X, nr. 15
In behandeling
Bij het volgende Wetgevingsoverleg Personeel Defensie zal de Minister ingaan op de stand van zaken rond de aanbeveling van de veteranenombudsman t.a.v. de Bosnië veteraan, zonder specifiek in te gaan op de casus zelf.
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
Voor het eind van het jaar stuurt de Minister de resultaten van het onderzoek t.a.v. het PTSS protocol naar de Kamer.
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
De Minister informeert de Kamer over de resultaten van de gesprekken met het Ministerie van VWS o.a. over de verantwoordelijkheid voor de zorgkosten en de uitkomsten van de evaluatie van de Veteranenwet, in de vorm van een toekomstvisie of iets van dien aard, voor eind van dit jaar.
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
De Minister komt in de volgende Veteranennota terug op het punt van de reiskosten op Veteranendag en op het punt van de schadeclaims.
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
In de evaluatie van de Veteranenwet komt de Minister terug op het punt van de flexibele schil van het Veteranenloket.
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
De Minister stuurt de afgeronde onderzoeken van het RZO meteen naar de Kamer (en niet 1x per jaar).
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
De Minister kijkt nog naar de praktijk rond het begrip relatie van de veteraan.
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
In een brief bij de begroting en in de veteranennota neemt de Minister de wachttijden bij de LZV instellingen op, zoals gemeld bij de RZO.
Notaoverleg Veteranenzorg, 20 juni 2016, 30 139, nr. 164
In behandeling
De Minister geeft de Kamer inzage in de extra kosten die gemoeid waren met de belevingsvluchten.
AO Verwerving F-35, 23 juni 2016
Inbehandeling
In de volgende voortgangsrapportage Verwerving F-35 (bij Prinsjesdag 2016) informeert de Minister de Kamer verder over de vervolgstappen n.a.v. de aanbevelingen van de Stuurgroep Geluid.
AO Verwerving F-35, 23 juni 2016
In behandeling
Indien er sprake is van het aanschaffen van toestellen middels een Block Buy, informeert de Minister de Kamer daarover tijdig.
AO Verwerving F-35, 23 juni 2016
In behandeling
De Minister stuurt een brief over het convenant met de Noren.
AO Verwerving F-35, 23 juni 2016
Afgedaan met 26 488, nr. 409
De Minister stuurt de bevindingen van de studiegroep Begrotingsruimte naar de Kamer zodra deze beschikbaar zijn, hopelijk rond de zomer 2016.
AO Verwerving F-35, 23 juni 2016
Afgedaan met 34 300, nr. 74
De Minister stuurt een aparte brief, naast de al toegezegde brochure, over het nieuwe DMP-proces, waarin alle wijzigingen zijn opgenomen (in een overzichtelijke tabel), naar verwachting eind augustus 2016.
AO Materieel Defensie, 29 juni 2016
In behandeling
De Minister stuurt, naar verwachting voor het eind van het jaar, een brief over de vervanging van de kanonnen van de LC-fregatten.
AO Materieel Defensie, 29 juni 2016
In behandeling
De Minister informeert de Kamer bij de komende begrotingsbehandeling over de gevolgschade van de JSS, de Karel Doorman, en de extra te maken kosten.
AO Materieel Defensie, 29 juni 2016
In behandeling
De Minister stuurt nadere informatie aan de Kamer over het weer operationeel zijn van de Patriots en over de modern man stations en over de B/C/D-brief, nog voor het zomerreces (2016).
AO Materieel Defensie, 29 juni 2016
Afgedaan met 27 830, nr. 178
De Minister stuurt de Global Strategy (on Foreign and Security Policy) zo spoedig mogelijk naar de Kamer, naar verwachting binnen een week.
AO MIVD, 29 juni 2016
Afgedaan met 21 501-20, nr. 1128 en 21 501-20, nr. 1129
Bij de eerstvolgende voortgangsrapportage actualiseert de Minister de tabel en de vijf criteria van Gartner.
AO Sourcing, IV/ICT en ERP, 5 juli 2016
In behandeling
De Minister neemt de Kamer voortaan in de voortgangsrapportages, de eerstvolgende in okt/nov 2016, (nog) meer mee in alle voortgang en behaalde en nog te behalen mijlpalen, alsmede in het overzicht/schema t.a.v. de basisimplementatie etc. en stuurt deze vóór de begrotingsbehandeling toe.
AO Sourcing, IV/ICT en ERP, 5 juli 2016
In behandeling
De Minister komt schriftelijk terug op de cijfers van de onterecht nog actieve toegangspassen van in- en externe medewerkers, nog voor het eind van het zomerreces.
AO Sourcing, IV/ICT en ERP, 5 juli 2016
In behandeling
De Minister geeft in de begroting een overzicht van de kosten van IT uitgesplitst naar investeringen en exploitatie inclusief de gereserveerde bedragen.
AO Sourcing, IV/ICT en ERP, 5 juli 2016
Afgedaan in deze begroting
De Minister is bereid om een vertrouwelijke briefing te geven over de resultaten (een terugblik) van de inzet tegen ISIS na zomer 2016.
AO Nederlandse bijdrage strijd tegen ISIS, 7 juli 2016
In behandeling
De Minister stuurt een brief over de problemen en de mogelijke vertraging die is opgetreden met de aanbesteding en de verschillende leveringen van de communicatiemiddelen, zoals radio's en IED-scanners, zo snel mogelijk en in ieder geval voor het einde van het zomerreces.
AO Nederlandse bijdrage strijd tegen ISIS, 7 juli 2016
In behandeling
6.10. Lijst van afkortingen
(BG)T
(Bedrijfsgroep) Transport
AAS
Amsterdam Airport Schiphol
ABP
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
AC
Aanmeldcentrum
ACOTA
African Contingency Operations Training and Assistance
AE
Aanhoudingseenheid
AEHF
Advanced Extreme High Frequency
AIV
Adviesraad Internationale Vraagstukken
AIVD
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
AMBV
Alkmaar-klasse Mijnenbestrijdingsvaartuig
AMDTF
Air Missile Defence Taskforce
AMISOM
African Union Mission Somalia
AO
Algemeen Overleg
AOCS
Air Operations Control Station
AOM
Allied Operations and Missions
AR
Algemene Rekenkamer
ASE
Aircraft Survivability Equipment
ASSM
Anti Surface Ship Missiles
ATF ME
Air Taskforce Middle-East
AUP
Afghan Uniformed Police
AVDD
Audio-Visuele Dienst Defensie
AWACS
Airborne Early Warning and Control System
BE
Bijstandseenheid
BES
Bonaire, Sint Eustatius en Saba
BETER
Biologische effecten van traumatische ervaringen, behandeling en herstel
BG
Bedrijfsgroep
BMS
Battlefield Management System
BPB
Beleids-, Plannings- en Begrotingsprocedure
BS
Bestuursstaf
BSB
Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
BTW
Belasting op de Toegevoegde Waarde
C2
Command and Control
C4ISR
Command & Control, Communications, Computers & Information and Intelligence, Surveillance & Reconnaissance
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CARIB
Caribisch Gebied
CBMI
Capacity Building Mission in Iraq
CBO
Crisisbeheersingsoperaties
CBRN
Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CC
Central Command
CDC
Commando DienstenCentra
CDS
Commandant der Strijdkrachten
CE
Chemische Energie
CG
Cluster Gezondheidszorg
C-IED
Counter Improvised Explosive Devices
CIMIC
Civil-Military Cooperation
CIS
Communicatie- en informatiesysteem
CKMAR
Commando Koninklijke marechaussee
CLAS
Commando landstrijdkrachten
CLSK
Commando luchtstrijdkrachten
CMF
Combined Maritime Forces
CMH
Centraal Militair Hospitaal
CODEMO
Commissie Defensie Materieelontwikkeling
COID
Centrale Organisatie Integriteit Defensie
COMPATRIOT
Communication Patriot
CPA
Comprehensive Peace Agreement
CPD
Cluster Personele Diensten
CPT
Close Protection Teams
CRC
Crowd and Riot Control
CS
Combat Support
CSS
Combat Service Support
CTF
Combined Task Force
CUP
Capability Upgrade Programme
CV
Commandovoertuig
CZMCARIB
Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied
CZSK
Commando zeestrijdkrachten
DBB
Defensie Bedrijfsstoffenbedrijf
DBBO
Defensie Bewaking en Beveiligingsorganisatie
DBBS
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem
DBV
Dienst Beveiliging Vastgoed
DC
DienstenCentrum
DCC
Defensie Cybercommando
DCDI
Dienstencentrum Documentaire Informatievoorziening
DCDV
Dienstencentrum Dienstverlening
DCIOD
Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie
DCMO
Datacommunicatie Mobiel Optreden
DDG
Duik- en Demonteer Groep
DDN
Defensie Duurzaamheidnota
DEFCERT
Defensiebreed Computer Emergency Response Team
DGI
Defensie Gerelateerde Industrie
DGLC
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando
DHC
Defensie Helikopter Commando
DI
Documentaire Informatie
DIC
Defensie Innovatie Competitie
DIS
Defensie Industrie Strategie
DLBE
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden
DMO
Defensie Materieel Organisatie
DMP
Defensie Materieel Proces
DMUNB
Defensie Munitiebedrijf
DNB
De Nederlandsche Bank
DOKS
Defensie Operationeek Kledingsysteem
DPD
Defensie Personele Diensten
DR&D
Defence Research and Development
DSI
Dienst Speciale Interventies
DTO
Defensie Telematica Organisatie
DVD
Dienst Vastgoed Defensie
DVO
Dienstverleningsovereenkomst
EATC
European Air Transport Command
EDA
Europees Defensie Agentschap
EFP
Enhanced Forward Presence
EGF
Europese Gendarmerie Force
EKMS
Electronic Key Management System
EOD
Explosieven Opruimingsdienst
EOV
Elektronische Oorlogsvoering
EPA
Energie Prestatie Adviezen
ERP
Enterprise Resource Planning
ERP M&F
Enterprise Resource Planning: materieel en financieel
EU
Europese Unie
EUFOR
European Force
EULEX
European Union Rule of Law Mission (Kosovo)
EUPOL
EU Police (Afghanistan)
EUSEC
EU Communications Security and Evaluation Agency
EVC
Erkenning van eerder verworven competenties
EVDB
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
EZB
Enkel Zijband
EZ
Ministerie van Economische Zaken
FBD
Facilitair Bedrijf Defensie
FBUH
Fysieke Bescherming en Uitrusting Hulpverleners
FDC
Financieel Dienstencentrum
FES
Fonds Economische Structuurversterking
FMW
Faculteit Militaire Wetenschappen
FNIK
Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht
FPS
Flexibel Personeelssysteem
FRISC
Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft
FRONT
Future Relevant Operations with Next-generation Technology
FS
Facility Services
GET
Green Energy Technologies
GLA
Geweer Lange Afstand
GPM
Geïntegreerde Politietrainingsmissie
GPW
Groot Pantserwielvoertuig
GZ
Gezondheidszorg
HDP
Hoofd Directie Personeel
HDV
Hogere Defensie Vorming
HF
High Frequency
HGIS
Homogene Groep Internationale Samenwerking
HQ
Headquarter
HR
Human Resource
HRB
Hoogrisico Beveiliging
HRF(L)
High Readiness Forces (Land)
HRM
Human Resource Management
HV
Helderheid Versterkend
I&M
Infrastructuur en Milieu
IBO
Interdepartementaal Beleidsonderzoek
ICMS
Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking
ICT
Informatie- en Communicatietechnologie
ID
Identification
IDL
Instituut Defensie Leergangen
IDP
Internaly Displaced Person
IDS
Indringer Detectie Systeem/Intrusion Detection System
IED
Improvised Explosive Device
IFF
Identification Friend or Foe
IG
Innovation Game
IGK
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht
IGV
Infanterie Gevechtsvoertuig
IJC
ISAF Joint Command
IOT&E
Initial Operational Test & Evaluation
IPU
Integrated Police Unit
IRF
Immediate Response Force
IRTC
International Recommanded Transit Corridor
ISAF
International Security Assistance Force
ISTAR
Intelligence Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance
IV
Informatie Voorziening
IVENT
Informatievoorziening en -Technologie
JCG
Joint CIS Group
JIP
Joint Investment Programs
JISTARC
Joint ISTAR Commando
JIVC
Joint Informatievoorziening Commando
JSF
Joint Strike Fighter
JSS
Joint Support Ship
KFOR
Kosovo Force
KIM
Koninklijk Instituut voor de Marine
KMA
Koninklijke Militaire Academie
Kmar
Koninklijke Marechaussee
KORV
Kader Overname Rijksvastgoed
KPU
Kleding- en Persoonsgebonden Uitrusting
KWCARIB
Kustwacht voor het Koninkrijk in het Caribisch gebied
KWW
Klein Kaliber Wapens
LC(F)
Luchtverdedigings- en Commando(fregat)
LCW
Logistiek Centrum Woensdrecht
LION
Light Infrared Observation Night Sight
LIVS
Licht Indirect Vurend Systeem
LOKKMAR
Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum Kmar
LPD
Landing Platform Dock
LRIP
Low Rate Initial Production
LTC
Landelijk Tactisch Commando (Kmar)
LTD
Leergang Topmanagement Defensie
LZV
Landelijk Zorgsysteem Veteranen
M(-FREGAT)
Multi-purpose(-fregat)
MALE UAV
Medium Altitude Long Endurance Unmanned Air Vehicle
MARIN
Maritiem Research Instituut Nederland
MBMD
Maritime Ballistic Missile Defence
ME
Mobiele eenheid
MECHBRIG
Gemechaniseerde Brigade
MG
Materiele Gereedheid
MGGZ
Militair Geestelijke Gezondheidszorg
MIA(-V)
Maatschappelijke Innovatie Agenda (Veiligheid)
MILSATCOM
Military Satellite Communications
MINUSMA
United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali
MIP
Militair Invaliditeitspensioen
MIVD
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
MK
Medische Keuringen
MKB
Midden- en Kleinbedrijf
MLU
Midlife Upgrade
MOD
Militair Oorlogs- of Dienstslachtoffer
MOR
Mortier Opsporingsradar
MOU
Memorandum of Understanding
MPO
Materieel Projecten Overzicht
MRTT
Multirole Tanker Transport
MSMT
Multi ship, multi type
MTADS
Modernized Target Acquisition and Designation Sight
MTF
Maritime Task Force/Mentoring Task Force
MTV
Mobiel Toezicht Veiligheid
NAR
Noord-Atlantische Raad
NATO
North Atlantic Treaty Organization
NATRES
Nationale Reserve
NAVFOR
Naval Force
NAVO
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
NBI
Nationale Bijdrage aan ISAF-staven
NCIRC
NATO Computer Incident Response Capability
NCSC
Nationaal Cyber Security Center
NDMC
Nationale Datalink Managementcel
NIC
Nationale Inlichtingen Cel
NIDV
Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid
NIMH
Nederlands Instituut voor de Militaire Historie
NLD
Nederland
NLDA
Nederlandse Defensie Academie
NLMARFOR
Netherlands Maritime Force
NLR
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
NLTC
Netherlands Liaison Team CENTCOM
NRF
NATO Response Force
NSE
National Support Element
NTM
Notice To Move
O&T
Oefeningen & Trainingen
OAD
Operationele Aanpassingen Diemaco
OD
Operationele doelstelling
OG
Operationeel Gereed
OG
Operationele Gereedheid
OGRV
Object Grondverdediging
OIV
Operationele Informatievoorziening
OOCL
Operationeel Ondersteuningscommando Land
OZD
Onderzeedienst
PA
Palestijnse Autoriteit
PALS
Project Aanpassingen Legacy Speer
Paresto
Paarse Restaurant Organisatie
PDC
Producten- en Dienstencatalogus
PG
Personele Gereedheid
PGM
Precision Guided Munition
PGU
Persoonsgebonden Uitrusting
PI
Prestatie-Indicator
PPS
Publiek-Private Samenwerking
PRISMO
Prospectie in stressgerelateerd militair onderzoek
PRTL
Pantserrupsvoertuig tegen luchtdoelen
PSFD
Production, Sustainment and Follow - on Development
PTG
Police Trainings Group
PTSS
Post-Traumatisch Stress Syndroom
PZH
Pantserhouwitser
QRA
Quick Reaction Alert
R&D
Research and Development
RBV
Rijksbegrotingsvoorschriften
RBZ
Raad Buitenlandse Zaken
RC
Regional Command
RDTF
Redeployment Taskforce
ROC
Regionaal Opleidingscentrum
RPE
Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek
RSM
Resolute Support Mission
RVB
Rijksvastgoedbedrijf
RWT
Rechtspersoon met een wettelijke taak
RZO
Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek
SAC
Strategic Airlift Command
SAP
Systemen, Applicaties en Producten
SAR
Search and Rescue
SBIR
Small Business Innovation Reseach
SBK
Sociaal Beleidskader
SDD
System Development and Demonstration
SHF
Super High Frequency
SKIA
Strategische Kennis- en Innovatieagenda
SLA
Service Level Agreements
SNMG
Standing NATO Reaction Force Maritime Group
SPEER
Strategic Process and Enterprise Resource Planning Enabled Reengineering
SSM
Single Service Management
SSO
Shared Service Organisatie
SSR
Security Sector Reform
STARS
Sensor Technology Applied in Reconfigurable Systems for Sustainable Security
SZVK
Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht
TACF
Transportable Air Control Facility
TACTIS
Tactische Indoor Simulation
TFU
Task Force Uruzgan
TITAAN
Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network
TNO
Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
TU
Technische Universiteit
UAS
Unmanned Aerial Systems
UIM
Unit Interventie Mariniers
UMS
Unmannend Maritime Systems
UN
United Nations
UNAMID
United Nations African Union Mission in Darfur
UNMIS
United Nations Mission in Sudan
UNODC
United Nations Office on Drugs and Crime
UNTSO
United Nations Truce and Supervision Organization
USCENTCOM
United States Central Command
VAO
Verslag Algemeen Overleg
VHF
Very High Frequency
VJTF
Very High readiness Joint Tastforce
VN
Verenigde Naties
VNVR
Verenigde Naties Veiligheidsraad
VOSS
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem
VPD
Vessel Protection Detachment
VTE
Voltijdsequivalent
WGO
Wetgevingsoverleg
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WIV
Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
WVO
Wet Veiligheidsonderzoeken
YPR
Pantserrupsvoertuig, type Y
ZBO
Zelfstandig Bestuursorgaan
Zr. Ms.
Zijner Majesteits
ZVW
Zorgverzekeringswet
Noot 1
Budgettaire compensatie van deze taak wordt jaarlijks bij de eerste suppletoire begroting toegekend en is nog niet in de begroting opgenomen.