Natuur en landbouw hebben elkaar nodig

Met dank overgenomen van H.J.M. (Henk) Leenders i, gepubliceerd op zaterdag 3 september 2016, 2:32.

Natuurvriendelijk boeren moet de norm worden, niet de uitzondering. Veel boeren en veehouders maken graag de overgang naar een vorm van landbouw die hand in hand gaat met natuur en biodiversiteit, maar worden belemmerd door een Europees landbouwsysteem dat louter uit is op productieverhoging. Kamer en Kabinet moeten het heft in handen nemen en boeren helpen de stap naar natuurvriendelijke landbouw te maken.

Dit schreef ik vandaag in een opiniestuk in Trouw.

Natuur en soortenrijkdom worden in Nederland bedreigd door de intensieve landbouw en veeteelt, zo is te lezen in de jongste cijfers over biodiversiteit in het Compendium voor de Leefomgeving. Recent onderzoek van de Europese Unie en het Wereld Natuurfonds hadden dit al duidelijk gemaakt: Nederland is hekkensluiter van het Europese natuurbeleid. De soortenrijkdom loopt terug door monocultuur, overbemesting, het gebruik van kunstmest en landbouwgif. De maximalisatie van productie, kenmerkend voor de huidige landbouwpraktijk, is een race tot the bottom.

De landbouw is nu het probleem, maar het kan onderdeel worden van de oplossing. Volgens een denktank van de Europese Commissie moet het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) niet langer gericht zijn op geïndustrialiseerde landbouw, maar op de ontwikkeling van het platteland. Natuur beschermen terwijl de agrarische sector zo’n negatieve impact heeft is dweilen met de kraan open. Echte verandering bereiken we pas als met landbouwsysteem waarbij natuur en landbouw met elkaar in evenwicht zijn, waarbij gebruik wordt gemaakt van de meerwaarde die de natuur aan de landbouw te bieden heeft, omdat biodiversiteit de noodzakelijke voorwaarde is voor voedselproductie. Natuur en landbouw hebben elkaar nodig.

En het kan. Er zijn mooie voorbeelden van agrarische bedrijven die met respect voor natuur en milieu een goede boterham verdienen. Zoals de agrarische collectieven Ablasserwaard en Eemland, waar door goede samenwerking het leefgebied van de weidevogels wordt beschermd. Betrokken agrariërs slaan de handen ineen met burgers uit de omgeving voor het behoud van de natuur en het aantrekkelijker maken van het landschap. Of de Natuurboeren uit Overijssel die de zorg voor dieren, de variatie aan grassen en kruiden en gematigde bemesting combineren bij het produceren van eerlijke vleesproducten. Of de 2 jonge melkveeboeren uit Friesland, die ik onlangs bezocht, en die enkele jaren terug beiden zijn gestart met een biologisch melkveebedrijf die nu zeer winstgevend zijn. In tegenstelling tot vele andere veehouders wisten zij onder het fosfaatplafond te blijven vanwege het beperkte aantal dieren dat zij houden. Een winstgevend boerenbedrijf runnen én de natuur beschermen gaan dus prima samen.

Het zijn helaas nog uitzonderingen. Vaak willen boeren wel veranderen maar worden belemmerd door het economische systeem en belangen van grote partijen, die hen dwingen tot verdere productieverhoging. Omschakelen van gangbaar naar biologisch is niet gemakkelijk, onder meer door een wachtlijst voor biologische melkveehouders. Bovendien is omschakelen tijdrovend en kostbaar. Toch moet iets gebeuren om dit te veranderen en daarmee de natuur, én op termijn landbouw en veeteelt, effectief te beschermen. Dat vraagt om investeringen die gangbare boeren vaak niet kunnen dragen.

Tweede Kamer en Kabinet moeten daarbij helpen. Om te beginnen door duidelijk te maken dat de Nederlandse landbouw van de toekomst in evenwicht moet zijn met de natuur. Door de overgang van gangbare landbouw naar landbouw in evenwicht met de natuur te stimuleren. Dat moet door boeren en natuurorganisaties samen te brengen, door kennisontwikkeling en -verspreiding te stimuleren en het agrarisch onderwijs daarmee te steunen. Dat moet door pilots te ondersteunen die kunnen laten zien dat hiermee een goed inkomen kan worden verdiend. Dat moet door geld beschikbaar te stellen om die overgang ook financieel waar te kunnen maken. En dat kan, op basis van het advies van de genoemde denktank van de Europese Commissie, worden gefinancierd uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het is aan de Tweede Kamer om helder aan te geven welke richting het op moet met natuur en landbouw. Het is aan het Kabinet om dit om te zetten in daden.

We moeten af van het traditionele beeld van landbouw, waarin natuur en biodiversiteit op de tweede plaats komen. Natuurbescherming moet een vast onderdeel worden van de bedrijfsvoering bij de boeren in Nederland. Alleen als de boeren meehelpen de natuur te beschermen, is onze natuurbescherming effectief en kunnen we niet alleen de natuur, maar ook de landbouw redden. Natuur en landbouw hebben elkaar nodig.