Loze dreigementen Europese leiders

Met dank overgenomen van H. (Harry) van Bommel i, gepubliceerd op woensdag 15 juni 2016, 17:25.

Op dezelfde dag dat premier Rutte de uitslag van het Oekraïnereferendum “desastreus” noemde, hebben Raadsvoorzitter Tusk en Commissievoorzitter Juncker opmerkelijke uitspraken gedaan over dat andere beruchte referendum dat vlak voor de deur staat: het Brexit-referendum van 23 juni, waarbij de Britten stemmen over hun toekomst “in or out” de EU. In mijn stellige optiek is het in de eerste plaats aan de Britten zelf om die keuze te maken. Natuurlijk staat het anderen, zo ook politiek leiders, vrij om zich uit te spreken over de betekenis van het lidmaatschap van het VK voor de EU. Maar zeker gezien de gevoeligheid van dit onderwerp, zijn redelijkheid en nuchterheid hier de enige gepaste maatstaven om het democratisch proces niet te verstoren. De Europese leiders lijken daar echter lak aan te hebben. Tusk sprak de onheilspellende woorden dat een Brexit “de vernietiging van de Westerse politieke beschaving” zou kunnen inluiden, en Juncker beantwoordde de vraag of de Brexit een ramp zou impliceren met een “ja”.

Deze dreigementen doen mij veel denken aan de eerdere omineuze uitspraak van toenmalig minister Brinkhorst, die voorspelde dat “het licht uit zou gaan” als Nederland tegen de EU-grondwet zou stemmen. De rest is geschiedenis. Voor de Brexit geldt dat niemand de gevolgen precies kan voorspellen, maar vaststaat dat uitspraken over rampspoed en het einde van onze beschaving absoluut geen zinnige bijdrage leveren aan het debat.