Algemeen Overleg Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

Met dank overgenomen van L.A. (Leendert) de Lange i, gepubliceerd op maandag 11 april 2016, 2:25.

SPREEKTEKST AO IGZ 7 april 2016

Voorzitter,

Afgelopen maandag heb ik met eigen ogen op de OK van het AMC mogen meemaken hoe inhoud wordt gegeven aan patiëntveiligheid. Ter geruststelling, ik heb alleen gekeken. Het totale medisch team ging net voor de operatie het gesprek aan met de patiënt om de meeste basale informatie nog even te checken. Het klopte, alles was gecontroleerd en na de ‘time out’ procedure kon de operatie beginnen. Op dit soort momenten realiseer je je nog weer eens, hoe complex de zorg is en het aankomt op vakbekwaamheid van mensen. Heel veel gaat er goed. Helaas zijn er soms incidenten te betreuren. Voor de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland is het van het grootste belang dat we kunnen beschikken over een fitte Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). In de afgelopen periode heeft de IGZ stevige slagen gemaakt om dit ook waar te kunnen maken. In dit overleg wil ik aandacht vragen voor het grote belang van tijdig wettelijk melden door zorginstellingen en de rol die de IGZ heeft om naast iemand te gaan staan met een klacht.

De afgelopen tijd zijn er in de media berichten verschenen over het niet tijdig of niet melden van calamiteiten door zorginstellingen aan de IGZ. Voor de VVD is de wettelijke norm helder. Calamiteiten moeten door de zorginstelling altijd, actief en tijdig worden gemeld aan de IGZ. Als je iets niet weet, kun je het ook niet onderzoeken en staat het risicogestuurd handhaven met lege handen. Dit is zeer ongewenst.

Voorzitter,

Om dit te borgen nog een enkele vraag aan de minister. Is de minister van mening dat er voldoende duidelijkheid is bij de instellingen over de definitie van een calamiteiten? Hoe kan het dan dat er soms toch wordt gekozen om niet te melden?

Zou er niet veel meer gewerkt moeten worden vanuit het principe je meldt en bij twijfel kun je ook gewoon terecht bij de IGZ. Hoe kijkt de minister hiernaar? Hoe zou dit kunnen worden bevorderd? Op een dag mee met inspecteurs van de IGZ heb ik gezien wat voor impact de inspectie heeft op bestuurders en zorgprofessionals. In dat kader nog een vraag. Op welk wijze is het belang van melden onderwerp van gesprek tussen de periodieke en jaarlijkse gesprekken tussen de IGZ en de besturen van de zorginstellingen? Op welke wijze wordt door de IGZ erop toegezien dat binnen de instellingen en cultuur heerst van veilig kunnen melden en het belang daarvan door de hele organisatie wordt doorleefd?

Wanneer een zorginstelling ervoor kiest om niet of te laat te melden en het komt toch aan het licht, dan bestaat de mogelijkheid om bestuurlijk te handhaven. Wat de VVD betreft geld hier het principe: ‘veel vertrouwen, maar ook een hoge straf als de zorginstelling het schaad’. Hoe kijkt de minister hier tegenaan? Heeft de IGZ voldoende bevoegdheden om dit ook zo uit te voeren?

Voorzitter,

De Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz) regelt dat zorginstellingen bij een calamiteit contact moeten opnemen met betrokkene of de naaste familie. De VVD maakt zich sterk voor het belang van het slachtoffer. In een vaak toch al verdrietige situatie is het relevant dat mensen via een goed gesprek antwoorden krijgen op heel veel vragen die op zo’n moment leven. Helaas komt dit nog niet altijd goed op gang en lijken de juridische risico’s belangrijker dan het voeren van een ‘goed gesprek’. Toch moet het gaan om spreken in plaats van toe te werken naar het zwijgen. Zou de minister willen aangeven hoe zij hier naar kijkt en wat haar beeld is hoe zorginstellingen hiermee om zouden moeten gaan?

Het voornemen bestaat om het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ) onder te brengen bij de IGZ; die ook weer samen gaat met de Inspectie Jeugdzorg. Op dit moment zitten ze al onder hetzelfde Utrechtse dak. Dit is voor wat de VVD betreft een goede ontwikkeling. Zeker als dit er toe leidt dat een melding van een misstand of klacht voor de betrokken persoon geruisloos kan worden overgedragen van meldpunt naar inspectie. Kan de minister aangeven op welke wijze op dit moment door de organisaties wordt gewerkt aan het meenemen van mensen, wat ze kunnen verwachten van de afwikkeling van de klacht? Wordt op dit moment de klanttevredenheid gemeten en zou dit meegenomen kunnen worden in een evaluatie? Op welke wijze wordt de doelstelling gehaald om zoveel mogelijk te werken met een vast aanspreekbaar contactpersoon? Op welk moment kan de Kamer hier nader over worden geïnformeerd?