‘Helikoptergeld’ belachelijk idee

Met dank overgenomen van C. (Cora) van Nieuwenhuizen-Wijbenga i, gepubliceerd op donderdag 7 april 2016.

7Onlangs maakte ECB president Mario Draghi bekend kwantitatieve verruiming nog een stap verder te brengen. In plaats van 60 mrd, pompt hij nu 80 mrd per maand in de Europese economie. En dat terwijl bekend is dat QE niet helpt om de reële economie aan te zwengelen. Zonder een solide begrotingsbeleid en structurele hervormingen, waardoor economieën weer concurrerend worden, schiet je er op lange termijn niets mee op.

Met deze nieuwe ronde van kwantitatieve verruiming laat Draghi zien dat de QE die hij in januari vorig jaar inzette het gewenste resultaat -een prijsstijging van zo’n 2% op jaarbasis -bij lange na niet heeft bereikt. Verrassend is dit niet: anders dan in de VS of Engeland is in Europa veel van het spaargeld gestald bij banken en, in Nederland, bij pensioenfondsen. De stabiliteit van zulke instellingen is juist in gevaar gebracht door QE, waardoor banken minder kunnen uitlenen en er grote kans bestaat dat pensioenen moeten worden gekort en pensioenpremies verhoogd. Kleine kans dus dat met QE bestedingen en groei worden gestimuleerd. Nu het er meer en meer op begint te lijken dat monetaire beleidsopties uitgeput raken, wordt gekeken naar andere mogelijkheden.

Zo denkt mijn collega Paul Tang dat het een goed idee is om de ECB cheques te laten drukken en naar burgers te sturen; hij kiest voor het ridicule plan van het uitdelen van 'helikoptergeld'. Bovenop de financiële steroïden die ECB president Mario Draghi maandelijks in de economie spuit, stelt Tang nu dus voor om nog eens een extra pepmiddel toe te dienen.

Zo’n ‘free lunch’, kan de inflatie in rap tempo opjagen en uit de hand laten lopen. Maar nog veel gevaarlijker zijn de politieke bijeffecten. Het is nu al moeilijk om landen in Zuid-Europa te bewegen tot structurele hervormingen en ik voorspel dat dat helemaal onmogelijk wordt, als ze er op kunnen rekenen dat de ECB wel te hulp zal komen door rechtstreeks geld op de bankrekeningen van hun burgers te gaan storten. ‘Helikoptergeld’ is slechts symptoombestrijding en een aanmoediging om vooral níet te hervormen!

Kijk naar landen als Ierland, Duitsland, Zweden, Groot-Brittannië en ook Nederland. Die laten wel groei zien; en dat zonder helikoptergeld en zonder enorme begrotingstekorten. Wat hebben al deze landen gemeen? Ze staan in de top 10 van de Global Competitiveness Index, een ranglijst van de meest dynamische en concurrerende economieën ter wereld.

Hetzelfde kan niet worden gezegd van Frankrijk en Italië -Frankrijk komt op de 22ste plek in de ranglijst; Italië staat nog lager op de 43ste positie, net achter Kazachstan. De lage groei in deze twee economische reuzen, die ook het gemiddelde groeicijfer in het hele Eurogebied omlaag trekt, kan vooral worden toegeschreven aan tegenvallende investeringen. Dit is goed verklaarbaar als je kijkt naar de onderliggende concurrentiekracht: investeringen zijn vooral afhankelijk van de verwachte toekomstige economische groei; investeerders willen immers rendement zien. De hoge werkloosheid, dalende arbeidsproductiviteit en verslechterende internationale concurrentiepositie die we zien in Italië, Frankrijk en andere Zuid-Europese landen, drukken de toekomstige groei en maken vandaag investeren in die economieën dus niet aantrekkelijk.

Natuurlijk weet de ECB dit ook wel. Keer op keer heeft Draghi gehamerd op het feit dat monetaire stimulansen alleen, niet genoeg zijn om de Europese economie uit het slop te trekken en dat landen nu eindelijk echt eens werk moeten gaan maken van hervormingen van hun vastgelopen arbeidsmarkten, pensioenstelsels etc. Politici en beleidsmakers die echt groei willen creëren, zouden hem hier vol in moeten steunen. Ze moeten hun verantwoordelijkheid nemen, moeilijke beslissingen niet voor zich uit schuiven en zeker niet aan Draghi vragen voor Sinterklaas te spelen.