Besluit 2016/351 - Standpunt EU in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van Jordanië om een WTO-ontheffing met betrekking tot de overgangsperiode voor de afschaffing van zijn uitvoersubsidieprogramma

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Dit besluit is op 11 maart 2016 gepubliceerd en is op 4 maart 2016 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Besluit (EU) 2016/351 van de Raad van 4 maart 2016 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van Jordanië om een WTO-ontheffing met betrekking tot de overgangsperiode voor de afschaffing van zijn uitvoersubsidieprogramma

officiële Engelstalige titel

Council Decision (EU) 2016/351 of 4 March 2016 establishing the position to be taken on behalf of the European Union within the General Council of the World Trade Organization on Jordan's request for a WTO waiver relating to the transitional period for the elimination of its export subsidy program
 
Rechtsinstrument Besluit
Wetgevingsnummer Besluit 2016/351
Origineel voorstel COM(2016)22 NLEN
Celex-nummer i 32016D0351

3.

Key dates

Document 04-03-2016; Datum goedkeuring
Bekendmaking in Publicatieblad 11-03-2016; PB L 65 p. 63-63
Inwerkingtreding 04-03-2016; in werking datum document zie art 2
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

11.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 65/63

 

BESLUIT (EU) 2016/351 VAN DE RAAD

van 4 maart 2016

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van Jordanië om een WTO-ontheffing met betrekking tot de overgangsperiode voor de afschaffing van zijn uitvoersubsidieprogramma

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel IX, leden 3 en 4, van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie („de WTO-overeenkomst”) worden de procedures vastgesteld voor het verlenen van ontheffingen betreffende de multilaterale handelsovereenkomsten in de bijlagen 1A, 1B of 1C bij de WTO-overeenkomst en de bijlagen daarbij.

 

(2)

Op 27 juli 2007 is aan Jordanië een verlenging verleend van de overgangsperiode voorzien in de Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen (de „SCM-overeenkomst”), met het oog op de afschaffing van zijn uitvoersubsidieprogramma in de vorm van een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van de inkomstenbelasting op winsten uit de uitvoer van bepaalde producten. Die verlenging werd voortgezet tot en met 31 december 2013, met een overgangsperiode eindigend op 31 december 2015, in overeenstemming met de procedures voor voortzetting van verlengingen, overeenkomstig artikel 27, lid 4, van de SCM-overeenkomst, van de overgangsperiode overeenkomstig artikel 27, lid 2, onder b), van de SCM-overeenkomst voor bepaalde ontwikkelingslanden,

 

(3)

Overeenkomstig artikel IX, lid 3, van de WTO-overeenkomst heeft Jordanië een verzoek ingediend om ontheffing van de verplichte overgangsperiode als bedoeld in artikel 27, lid 4, van de SCM-overeenkomst, tot en met 31 december 2018, met betrekking tot zijn uitvoersubsidieprogramma.

 

(4)

De verlening van die ontheffing zou geen negatieve invloed hebben op de economie of de belangen van de Unie en zij zou Jordanië ondersteunen in zijn inspanningen om het hoofd te bieden aan de economische uitdagingen waarvoor het land zich gesteld ziet als gevolg van de problematische en onstabiele politieke situatie in de regio.

 

(5)

Daarom moet het standpunt worden vastgesteld dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de WTO ter ondersteuning van het ontheffingsverzoek van Jordanië,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Europese Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen, luidt dat steun wordt gegeven aan het verzoek van Jordanië tot verlenging van de overgangsperiode voor de afschaffing van zijn uitvoersubsidieprogramma tot en met 31 december 2018 in overeenstemming met de voorwaarden in dat verzoek.

Dit standpunt zal door de Commissie tot uitdrukking worden gebracht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

S.A.M. DIJKSMA

 


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.