Wildlife crime: de bal ligt nu bij de lidstaten

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gerben-Jan) Gerbrandy i, gepubliceerd op maandag 29 februari 2016.

Zonder dat we ons er bewust van zijn, wordt momenteel onder onze ogen de aarde leeggeplunderd. Alles wat vliegt, zwemt, kruipt, groeit of op een andere manier beweegt is geld waard en heel gemakkelijk uit de natuur weg te nemen. Van hout tot haaien, van koraal tot kikkers. De meesten kennen inmiddels het verhaal over het stropen van neushoorns. De hoorn, van hetzelfde materiaal als onze eigen nagels, is in gewicht meer waard dan goud of diamanten. Deze in het wild rondrennende Fort Knoxes worden in zo'n recordtempo gestroopt dat ze over enkele jaren alleen nog in dierentuinen voorkomen. Minder bekend is het lot van gordeldieren, paradijsvogels, slangen, hagedissen, kikkers, orchideeën en zoveel andere soorten. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze worden gestroopt.

De stroperij is natuurlijk een drama voor de natuur zelf. Duizenden soorten, die het al moeilijk hebben door de vernietiging van leefgebieden, dreigen hierdoor uit te sterven. Dit heeft grote gevolgen voor hele ecosystemen. Maar sociaal en economisch hebben deze illegale praktijken ook zeer negatieve gevolgen. Criminele bendes die Afrikaanse gemeenschappen ontwrichten door mensen te verleiden hun geld te verdienen met stroperij. Deze criminelen worden nooit gepakt, de lokale inwoners die hun plannen uitvoeren wel. Het gaat om regionale rebellen zoals het beruchte Lord's Resistance Army in Oeganda, die via wildlife crime geld verdienen om wapens te kopen.

Europa speelt hierin uiteraard een rol. Als bestemming: van ivoor tot bush meat, van traditionele medicijnen op basis van neushoorn of tijger tot een terrarium vol zeldzame kikkertjes. En als doorvoerhaven, door de lucht of over zee. Vanwege de Europese interne markt is er dus een stevige Europese aanpak nodig om met dit probleem om te gaan. Sinds ik hier enkele jaren geleden politieke aandacht voor vroeg is er al veel gebeurd, met als voorlopig hoogtepunt het afgelopen vrijdag gepresenteerde Europese Actieplan tegen wildlife trafficking.

De EU wil nauw gaan samenwerken in deze strijd. Meer expertise en douane, politie en justitie versterken. Het aanbod aanpakken door landen waar de smokkelwaar vandaan komt te assisteren en sterk aandringen op het verlagen van de vraag naar producten in vooral Zuidoost-Azië. Een sterk, holistisch Actieplan, waar ik oprecht trots op ben.

Alleen, zoals zo vaak in Europa, staat of valt het succes van deze aanpak bij de bereidheid van de lidstaten om daadwerkelijk maatregelen te nemen. Ieder Europees land moet bereid zijn de politieke urgentie te verhogen. Dat wil zeggen, voldoende capaciteit vrijmaken om de strijd tegen stroperij op alle fronten aan te gaan. De Nederlandse regering is momenteel voorzitter van de Europese Raden van Ministers, dus als eerste aan zet om daar werk van te maken. In dat kader organiseert Nederland deze week een internationale conferentie over wildlife crime. Op zich een mooi initiatief, want meer aandacht is nog steeds van groot belang. Het is nu alleen belangrijk dat er echt wat gaat gebeuren. We weten wat nodig is. Daar kunnen we nog jaren met elkaar over praten, maar let's do it!

Daarom roep ik staatssecretaris Van Dam op de conferentie van deze week te gebruiken om de lidstaten het EU Actieplan against Wildlife Trafficking te laten omarmen en uit te laten voeren. Geen minister, premier of president wil toch uitleggen aan de bevolking waarom hij of zij niets heeft gedaan toen de laatste neushoorn, olifant of tijger nog gered kon worden?