De stemmingen in verband met de wetsvoorstellen: Nadere wijziging van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (nadere regeling in verband met verminderd... - Handelingen Tweede Kamer 1985-1986 07 mei 1986 orde 3

1.

Kerngegevens

Officiële titel Handelingen Tweede Kamer 1985-1986 07 mei 1986
Document­datum 07-05-1986
Publicatie­datum 26-01-2016
Nummer 070586 2 3
Aantal pagina's inclusief bijlagen/index/etc 80
Kenmerk 19256, 19257, 19258, 19259, 19260, 19261, 19383, Blz. 4923 - 5002
Originele document in PDF

2.

Tekst

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de wetsvoorstellen: Nadere wijziging van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (nadere regeling in verband met verminderde gelegenheid tot het verkrijgen van arbeid) (19256); Verlenging van toeslagen tot het relevante sociaal minimum aan uitkeringsgerechtigden op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Wet op de arbeidsongeschikt heidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheids voorzie ning militairen, die één of meer personen tot hun financiële last hebben (Toeslagenwet) (19257); Wijziging van de Algemene Ouderdomswet (gelijkstelling niet-gehuwde personen met gehuwden of echtgenoten) (19258); Wijziging van de Algemene Bijstandswet met betrekking tot de gelijke behandeling van niet gehuwde personen met gehuwden (19259); Het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers van wie het recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (19260); Verzekering van werknemers tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid (Werkloosheidswet) (19261); Intrekking van de Werkloosheidswet, invoering van een nieuwe Werkloosheidswet en een aantal andere wetten, alsmede de in het kader van die intrekking en invoering te treffen overgangsregelingen en de daarmee verband houdende wijzigingen van een aantal wetten en regelingen (lnvoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (19383), en over: -de motie-Kraaijeveld-Wouters/Linschoten over de samenhang van normen en regelingen (19257, nr. 26); -de motie-Gerritse/Bosman over een sociale regeling voor oudere zelfstandigen (19260, nr. 28); -de motie-Kraaijeveld-Wouters c.s. over de bepaling van het arbeidsver leden (19261, nr. 46); -de motie-Willems over een volledig geïndividualiseerd sociaal zekerheidsstelsel (19261, nr. 51); -de motie-Brouwer over verwerping van de voorstellen tot wijziging van het stelsel van sociale zekerheid (19261, nr. 55); -de motie-Groenman over de toekomstige financiering van het stelsel van sociale zekerheid (19261, nr. 58); -de motie-Bosman/Nijhuis over een integrale organisatie van sociale zekerheid, abeidsbemiddeling, arbeidsomstandigheden en volksge zondheid op regionale basis (19261, nr. 71); -de motie-Ter Veld over het voorlichtingsbeleid m.b.t. de stelsel herziening (19261, nr. 72); -de motie-Ter Veld over het betrekken van organisaties bij de voorlichtingsopzet (19261, nr. 73); -de motie-Ter Veld over een sanctiebeleid bij vormen van verwijtbare werkloosheid (19261, nr. 74); -de motie-Groenman/Nypels over de vertegenwoordiging van uitkeringsgerechtigden (19261, nr. 79); -de motie-Willems over de uitke ringsregeling voor werkloze politici (19261, nr. 80); -de motie-Brouwer/Willems over het streven naar economische zelfstandigheid van vrouwen (19261, nr. 81); -de motie-Brouwer/Willems over het huidige minimumniveau (19261, nr. 82).

(Zie vergadering van 24 april 1986 en UCV's 62 en 65 van 28 en 29 april 1986.)

©

De Voorzitter: Mevrouw Ter Veld vraagt heropening van de beraadslaging omdat zij behoefte heeft aan een derde termijn. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

Regeling van werkzaamheden Sociale zekerheid Werkloosheidswet

De staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Kappeyne van de Coppello en De Graaf

©

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Voorzitter! Na de belangrijke debatten over de sociale zekerheid, die zich voor een deel in UCV-verband hebben afgespeeld, hebben wij er nog behoefte aan een eindoordeel van onze fractie te geven. Tevens ben ik nog genoodzaakt enige amendemen ten toe te lichten en wens ik nog een motie in te dienen met betrekking tot de positie van politieke ambtsdragers. Om te beginnen geef ik een korte evaluatie van het debat tot zo ver. Het blijft opvallend dat, waar de sociale zekerheid in jaren is opgebouwd door de arbeidersbeweging en het in Nederland gebruikelijk is, dat bij een herziening van het sociaal zekerheidsstelsel er sprake is van een breed sociaal draagvlak, juist bij deze belangrijke wijziging van wetgeving die door de arbeidersbeweging is bevochten, het sociaal draagvlak kennelijk alleen blijkt te bestaan uit de werkgevers. Vakbonden en vele andere maatschappelijke organisaties hebben zich terecht tot ons gewend met de vraag of wij deze afbraak konden stoppen De bescherming die het nieuwe stelsel biedt, is helaas ook voor oudere werklozen geringer dan in de huidige wetgeving. Dat wordt betaald door jongere werklozen. In de nieuwe voorstellen zal een derde van de werkloze werknemers geen langer uitkeringsrecht meer krijgen dan een halfjaar. Waar de maatschappelijke ontwikkeling zich zal richten op een flexibeler arbeidsmarktpatroon, gewenst door zowel werkgevers als werknemers, zullen de wetsvoorstellen en vooral de criteria daarin, waaraan men moet voldoen om een werkloosheidsuitkering te krijgen, leiden tot een verstarring van de arbeidsmarkt en tot een onbescherm-de positie van degenen die geen vaste arbeidsplaats kunnen krijgen, bij voorbeeld omdat zij werken in de horeca, hun arbeid verrichten via een uitzendbureau of als losse arbeids krachten in landbouw, tuinbouw en dergelijke. Voor arbeidsongeschikten leidt de stelselherziening tot een volstrekt vervallen van de Wet op de arbeids ongeschiktheid. In 1921 heeft deze Kamer besloten dat er rekening moest worden gehouden met de werkelijke gelegenheid van arbeidson geschikten om de loonschade als gevolg van arbeidsongeschiktheid te kunnen herstellen. De huidige voorstellen gaan uit van een strikt theoretische schatting. Het zogenaamde opstapje zal het risico in zich houden dat niet alleen de theoretische schatting wordt geëffectueerd, maar ook dat arbeidsongeschikten zo lang zij subsidie krijgen, in dienst genomen worden en na twee jaar weer de straat op worden geschopt, maar dan wel met een lagere uitkering. Het opmerkelijke wapenfeit van de CDA-fractie om degenen die uit de WAO worden 'afgeschat' zonder dat zij een reële kans hebben op een arbeidsplaats, in ieder geval uit de bijstand te houden en hen onder te brengen in de IAOW, betekent weinig meer dan een klein doekje voor het grote bloeden dat willens en wetens arbeidsongeschikten wordt aangedaan. Tijdens een debat van ruim een jaar geleden merkte de heer Linschoten op dat onze voorstellen met betrekking tot de AOW een dolkstoot waren in de rug van de emancipatie van de vrouw. Als ik nu kijk naar de Toeslagenwet, de vrijlatingsregelingen, de mogelijkheden voor vrouwen om buitenshuis te werken wanneer hun man een uitkering heeft, moet ik constateren dat de meest gunstige situatie voor oudere werklozen is dat dat hun vrouw pas buitenshuis gaat werken wanneer zij AOW krijgen, want in de Toeslagenwet zal ieder inkomen van de vrouw in mindering worden gebracht op de uitkering. De PvdA heeft bij deze stelselherziening uitdrukkelijk eigen voorstellen op tafel gelegd. De PvdA heeft bij de Werkloosheidswet gepleit voor een duidelijke loondervingsuitkering in één wet met een minimumdagloonbescherming daarin, meteen uitkeringshoogte oplopend naar 75% en met een uitkeringsduur van twee maanden per leeftijdsjaar voor degenen die een arbeidsverleden hebben met daarbij de mogelijkheid van uitzonderingen voor specifieke beroepsgroepen. Dat is een helder systeem dat meer inspeelt op een nieuwe arbeidsmarkt en dat duidelijker rechtszekerheid biedt aan degenen die werkloos worden. Voorts is dit systeem uitvoerbaar voor de uitvoeringsorganisatie. Bij de WAO wijzen wij uitdrukkelijk de wetsvoorstellen af. Immers, wij achten de terugdringing van de werkloosheidscomponent mogelijk via een actieve invoering van de Wet arbeid gehandicapte werknemers, een quoteringssysteem daarin en door de reïntegratiemogelijkheden die de WAO behoorde te bieden, uitdrukkelijk uit te buiten. Er ligt vanaf 1 981 een advies van de SER over terugdringing van vermijdbaar verzuim. De onmacht om bestaande wetgeving anders tot haar recht te doen komen, heeft ertoe geleid dat de staatssecretaris met een botte bijl in een keer de WAO in tweeën heeft Sociale zekerheid Werkloosheidswet

gehakt. Er bestaat slechts nog bescherming voor degenen die medisch en arbeidskundig volledig arbeidsongeschikt zijn en waarvoor theoretisch geen arbeidsplaats meer is te vinden.

De heer Nijhuis (VVD): Mevrouw Ter Veld sprak zoeven over de botte bijl. Kan zij nu eindelijk eens verklaren waarom de Partij van de Arbeid in 1976 onvoorwaardelijk akkoord ging met de afschaffing van de verdiscontering en nu tegen stemt en daarbij in termen spreekt van 'de botte bijl'?

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Het lijkt mij heel duidelijk dat de Partij van de Arbeid goed heeft gekeken naar de maatschappelijke ontwikkeling.

De heer Nijhuis (VVD): Dat was dan kennelijk in 1976 niet het geval.

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Trouwens, in 1976 ging de discussie niet over de verdiscontering, maar over de hoogte van de uitkeringen waar destijds nog geen premie over werd geheven. Met de hoogte van die uitkeringen was het netto-effect feitelijk dat men 96% tot 94% van het laatstverdiende loon kreeg. Kom daar nu nog eens om! Met uw beleid alleen al heeft u in de afgelopen vier jaren 27% koopkracht van de mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering afgenomen. Nu biedt u ze een nog verdere teruggang in hun inkomen met als vangnet een IOAW.

De heer Nijhuis (VVD): In 1976 ging de Partij van de Arbeid ook akkoord met een verlaging van de uitkeringen van 80% naar 75%.

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Toen was er nog geen premieheffing. Het nettoresultaat zou dan ruim 80% geweest zijn. U biedt een nettoresul taat dat voor ongehuwde alleenstaanden nog onder de 70% ligt. Waar het betreft de gelijke behandeling van gehuwden en ongehuwd samenwonenden, zoals het kabinet dat noemt, de gelijkstel ling, zijn wij daar tegenstander van. Wij zien niet in hoe voor juridisch onvergelijkbare situaties, waarvan ook door het ministerie van Justitie is gezegd dat ze niet te definiëren zijn, een gelijkstelling kan worden gerealiseerd wanneer mensen drie maanden samenwonen. Het betreft een controle op de privacy van onmiskenbare weerga. Bovendien is het een poging tot verzelfstandiging en individualisering middels pseudo-huwelijkssystemen. Wij hebben daar een duidelijke lijn ingezet. Een amendement van mevrouw Van Nieuwenhoven met betrekking tot de Toeslagenwet geeft de richting aan om geleidelijk te komen tot een individuele behandeling, niet alleen van ongehuwden zoals wij die thans kennen, maar ook van echtparen. Wie een zelfstandig inkomen heeft en economisch zelfstandig is, dient dat zo lang mogelijk en bij voorkeur volledig te kunnen blijven. Er is veel kritiek geleverd op de betaalbaarheid van het stelsel dat de Partij van de Arbeid voorstelt. Natuurlijk, een partij die in een tijd van toenemende economische groei, waarin wij de komende vier jaren wellicht kunnen rekenen op een 40 mld. meer aan nationaal inkomen, weigert te bezuinigen op de sociale uitkeringen, geeft meer uit aan de sociale uitkeringen. Voor ons is de sociale zekerheid geen sluitpost op de begroting. Voor ons is het opnemen van koppelingen in een wet geen mogelijkheid om ieder jaar opnieuw te kunnen bezuinigen door de koppeling niet door te voeren en te bevriezen. Voor ons is de koppeling het doorgeven van de gelijke welvaartsontwikkeling aan werkenden en aan niet-werkenden, een basis van onze sociale zekerheid en van solidariteit; dezelfde solidariteit waarmee wij ook aan uitkeringsgerechtigden durven te vragen premies op te brengen voor het in stand houden van het stelsel van sociale zekerheid. Bij de voorstellen van het kabinet zullen de uitkeringen dalen. Een arbeidsongeschikte die nu bijna f27.000 bruto ontvangt zal terugzakken naar f23.000. Dat is in zo'n gezin een verschil van f4000. De staatssecretaris roept: de plannen van de Partij van de Arbeid kosten f550 per gezin tot het jaar 2010. Wat kosten deze plannen op korte termijn en over de zelfde periode aan die mensen die dankzij het falende beleid van de regering om werkgelegenheid te creëren buiten de arbeidswereld worden geplaatst? Wij zijn er eerlijk in. In ons plan voor de sociale zekerheid, in ons gehele alternatieve beleid geven wij toe dat met de uitdrukkelijke herverdeling van arbeid, met de creatie van nieuw werk door investeringen, met de mogelijkheden van premiedifferentiatie die wij willen benutten om arbeidstijdverkorting mogelijk en aantrekkelijk te maken, een koopkrachtverbetering er niet in zit, dat mensen met een inkomen vanaf zo'n f65.000 bruto er inderdaad een half procent op achteruit zullen gaan. Dat zal echter wel leiden tot een daling van de werkloosheid, tot een instandhouding en uitbouw van een stelsel van sociale zekerheid dat mensen echt zekerheid biedt; een zodanig stelsel waarbij, wanneer deze mensen hun kracht en inzet hebben gegeven aan een opbouw van een samenleving en daardoor calamiteiten uitgevallen zijn, hun inkomenspositie ons allen een zorg is. Mijnheer de Voorzitter! Het is duidelijk dat de PvdA, als zij na de verkiezingen de kans krijgt om veranderingen aan te brengen, de stelselherzieningen uitdrukkelijk als onderwerp van de formatiebesprekingen op de agenda zal plaatsen. Voor ons is een stelsel van sociale zekerheid namelijk een belangrijk onderdeel van een samenleving zoals wij die met z'n allen hebben opgebouwd. Ik kom nu toe aan een technisch onderdeel. Ik heb enkele amendementen ingediend op de invoeringswet.

De heer Willems (PSP): Voorzitter! Mevrouw Ter Veld wil de stelselherzieningen op de agenda plaatsen bij de kabinetsformatie als zij daarbij betrokken zou zijn. Maar wat houdt deze toezegging in feite in? Op welke punten wil de PvdA zich sterk maken voor het herstel van de uitkeringsrechten, terwijl die nu in dit stelsel en in de voorschotten daarop afgebroken zijn.

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Ik ben daar heel duidelijk is geweest. Wij hebben amendementen ingediend. Op die punten zullen wij ons sterk maken. De heer Willems wil nu van mij weten of wij bereid zijn om in één keer alle bezuinigingen die tot nu toe gedaan zijn, ongedaan te maken. Hoewel de bereidheid daartoe bestaat, erkennen wij de onmogelijkheid daarvan. De heer Willems kan van de PvdA niet verwachten, dat zij de tien miljard gulden die thans reeds bezuinigd is op de sociale zekerheid in één klap ongedaan maakt. Wij zijn niet in staat om in één klap terug te draaien wat in acht jaar afbraakbeleid is afgebroken.

Mevrouw Brouwer (CPN): Het gaat niet over die ene klap. U legt nu de Sociale zekerheid Werkloosheidswet

nadruk op die ene klap. U zegt dat het in één klap moet worden hersteld.

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Dat staat in uw motie ook.

Mevrouw Brouwer (CPN): Wij hebben het nu over een stelsel voor sociale zekerheid waarin de uitkeringspercentages worden vastgelegd. Het gaat erom of de PvdA uiteindelijk akkoord blijft gaan met 75%. Dan is het nog de vraag of dat percentage wordt gehaald. Of zegt de PvdA dat het percentage uiteindelijk terug moet naar 80? Dan kunnen wij nog eens praten over het tempo waarin dit moet gebeuren.

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Neen, wij hebben uitdrukkelijk gekozen voor 75% en voor een langere uitkeringsduur in de werkloosheidswet, waarbij wij hopen te komen tot een uitkering die geldt zolang de calamiteit duurt.

Mevrouw Brouwer (CPN): Dat betekent dat de PvdA kiest voor een verlaagd percentage ten opzichte van vroeger, namelijk voor 75%.

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Wij kiezen daarbij tegelijkertijd voor een langere uitkeringsduur dan vroeger, omdat 'vroeger' ook niet altijd ideaal was.

Mevrouw Brouwer (CPN): Goed, dat klopt. Dit betekent echter wel dat een heleboel uitkeringsgerechtigden die op het minimumniveau zitten en derhalve 75% van de uitkering hebben nogal snel in aanmerking moeten komen voor een toeslag. Dat betekent dat de PvdA daarmee de toeslagenmaatschappij accepteert.

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Wij zullen inderdaad de noodzaak blijven inzien van een minimumdagloonbescherming, maar dat geldt ook bij een 80%-uitkering. Daarbij gaat het om een minimumdagloonbescherming zoals wij in de wet kenden. Wij hebben voorgesteld om die opnieuw in te voeren en te handhaven. Nogmaals, ook door herverdeling van werk -zie het amendement van mevrouw Van Nieuwenhoven -hopen wij te komen tot een samenleving waarin vrouwen en mannen beiden het recht en de plicht hebben, de kost te verdienen en de zorg voor het gezin te dragen. Wij hopen niet te komen tot een toeslagenmaatschappij.

Mijnheer de Voorzitter! Ik kom nu toe aan een korte toelichting. Ik heb nog enkele amendementen ingediend op de invoeringswet. De heer Willems heeft een motie ingediend over de inkomenspositie van politieke ambtsdragers. Naar ons oordeel wordt in die motie niet voldoende aangegeven wat de PvdA-fractie beoogde. Daarom dien ik alsnog een motie in over de wijze waarop naar ons oordeel de stelselherziening ook haar weerslag hoort te hebben op de politieke ambtsdragers, waartoe wij behoren.

Motie

De Voorzitter: Door het lid Ter Veld wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

vaststellende, dat de kortingen op de uitkeringspercentages vooruitlopend op de stelselherziening ook op ambtenaren van toepassing zijn verklaard;

tevens vaststellende, dat in open en reëel overleg ambtenaren onder de nieuwe wetgeving zullen worden gebracht, onder handhaving van bovenwettelijke aanspraken;

van oordeel, dat de aanpassingen in de regelingen, zoals die gelden voor ambtenaren, hun gevolgen dienen te hebben voor de regelingen, zoals van toepassing op politieke ambtsdragers;

spreekt als haar oordeel uit, dat op korte termijn wetsvoorstellen dienen te worden voorbereid om het hoogste uitkeringspercentage voor politieke ambtsdragers vast te stellen op het niveau als in de nieuwe Werkloosheidswet zal gelden, en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 95 (19261).

Ik stel voor, zowel deze motie als de motie van de heer Willems (19261, nr. 80) volgende week in stemming te brengen. Dat lijkt mij vanwege de samenhang duidelijker.

Daartoe wordt besloten.

©

De heer Weijers (CDA): Voorzitter! Ik meld u dat ik na de stemmingen een stemverklaring zal afleggen in het algemeen en over een aantal aspecten in het bijzonder. Ik heb echter een amendement ingediend bij de Invoeringswet en ik licht dit amendement even toe. In de nieuwe Werkloosheidswet en de Invoeringswet is de definitie van de eerste werkloosheidsdag gewijzigd in die zin, dat als eerste werkloosheidsdag wordt beschouwd de dag, waarop men feitelijk werkloos is geworden, dus bij voorbeeld de datum van ontslag. In de WW en de WWV werd de eerste werkloosheidsdag gekoppeld aan de dag, waarop het recht van uitkering ontstond. Tussen de datum van ontslag en de datum, waarop het recht op uitkering ontstaat, kan een periode liggen, waarin op de werkgever een doorbetalingsverplichting rust. In een dergelijke periode kan een werkloze werknemer net 47,5 of 57,5 jaar worden, waardoor in de oude systematiek enerzijds uitzicht is op de interimregeling WWV -en dus na invoering van het nieuwe stelsel op IOAW -en anderzijds recht ontstaat op een loongerelateerde werkloosheidsuitkering tot het 65ste jaar. Door de wijziging van de definitie van de eerste werkloosheidsdag zou dat niet meer mogelijk zijn. Immers, betrokkenen zijn op de dag van ontslag nog geen 47,5 of 57,5 jaar. Het amendement beoogt de zeer geringe groep van werkloze werknemers, die in de periode van de doorbetalingsverplichting 47,5 of 57,5 jaar worden, tegemoet te komen. Voor hen geldt als eerste werkloosheidsdag de dag, waarop het recht op uitkering ontstond.

©

Mevrouw Brouwer (CPN): Voorzitter! Het is heel duidelijk gebleken -ook mevrouw Ter Veld heeft dat terecht geconstateerd -dat voor de stelselherziening, die de regering aan de Kamer heeft voorgelegd, het maat schappelijk draagvlak ontbreekt. Ik heb in mijn eerste termijn aangegeven, dat naar de mening van de CPN-fractie een sociaal stelsel, dat ze belangrijk is voor miljoenen mensen, niet zo maar kan worden herzien, als hiervoor geen maatschap pelijk draagvlak aanwezig is.

Een dergelijk draagvlak moet aanwezig zijn, omdat -ik zeg dit nogmaals -meer dan drie miljoen mensen aangewezen zijn op een uitkering en dus ook afhankelijk zijn van dit stelsel. Het feit, dat deze wetsontwerpen nu nog even -veertien dagen voor de verkiezingen -in deze Kamer ter stemming komen, is een trieste aangelegenheid. Het geeft aan, dat de meerderheid van deze Kamer, CDA en VVD, zich niets gelegen laat liggen aan het feit, dat in de maatschappij door zeer verschillende groepen een zeer fundamentele kritiek is geleverd op deze stelselplannen. Voorzitter! Het lijkt mij dat door deze gang van zaken de consensus over het sociale stelsel, zoals dat in de afgelopen 40 jaar min of meer was opgebouwd, is doorbroken. Het doorbreken van die consensus is met name veroorzaakt door het wegvallen van de consensus binnen de christendemocratische kring. Terwijl het CDA hier, met een aantal lichte wijzigingen, ondanks het verzet akkoord wil gaan met deze plannen, hebben in de maatschappij zélf juist groeperingen als de Raad van Kerken, het lndustriepastoraat, de Katholieke Bond van Ouderen en dergelijke zich tegen de plannen verzet. Het is toch een merkwaardige zaak dat, ondanks die geluiden, er in deze Kamer op deze dag toch stemmingen plaatsvinden, alsof er niets aan de hand is. Mijnheer de Voorzitter! Ik vind dit niet getuigen van een zorgvuldige behandeling -ik heb het al eerder gezegd -van een stelselherziening. Vooral het schrappen van de verdiscontering in de WAO neemt het hart uit die WAO, zoals wij die hebben gekend, weg. Ik doel daarbij op een WAO, waarin niet alleen rekening wordt gehouden met de medische aspecten maar ook met het feit dat mensen met een handicap nu eenmaal niet gemakkelijk werk kunnen krijgen. Juist daarom was die verdiscontering er en daarom was die verdiscontering in het wetsontwerp opgenomen. Het schrappen van de verdiscontering en het daarvoor in de plaats stellen van een loonsuppletie voor werkgevers kan aan al die WAO'ers, die hiermee te maken krijgen, geen enkele compensatie bieden voor de verslechtering van deze wet. Dat is al zo vaak door WAO-ers, uitvoeringsinstanties, artsen en juristen gezegd dat ik het onbegrijpe lijk vindt dat in de discussie niet inhoudelijker is gesproken over de betekenis van het schrappen van de verdiscontering. Ik vind het ook onbegrijpelijk dat het CDA tot nu toe steeds akkoord is gegaan. Wat de Toeslagenwet betreft, wijs ik erop dat deze wet in feite het symbool ervan is dat toeslagen nodig zijn geworden doordat de bodem uit de werknemersverzekeringen is gehaald. Daarom hebben wij steeds als alternatief naar voren gebracht dat de minimumdaglonen in de werknemersverzekeringen hersteld zouden moeten worden. Je moet niet toe -dat is de achtergrond van mijn interruptie van zoeven bij mevrouw Ter Veld -naar een toeslagenmaatschappij, met alle controle van dien en het telkens weer opnieuw aanvragen van een uitkering, waarbij ook steeds weer al je gegevens op tafel moeten worden gelegd. Een dergelijk systeem is niet alleen niet eenvoudig, niet rechtvaardig en niet doorzichtig, maar is ook het afbreken van de werknemersverzekeringen zoals wij die hebben gekend. Wij gaan dan toe naar een maatschappij waarin de bijstandsregelingen centraler komen te staan dan de werknemersverzekeringen. Dat is de kern van de stelselherziening plannen zoals ze nu voorliggen. Wij zijn niet van plan om die weg op te gaan. Daarom ook onze kritiek op de PvdA. Wij stellen dat je toe zult moeten naar een herstel van de uitkeringspercentages, wil je voorkomen dat de toeslagen de komende jaren een definitief systeem gaan vormen in onze maatschappij. Ten slotte enkele opmerkingen over de gelijke behandeling. De plannen van de heer De Graaf zijn steeds naar voren gebracht als een vernieuwing van de sociale zekerheid. Het betekende het aanpassen van de sociale zekerheid aan de maatschappelijke omstandigheden, aan de nieuwe positie van vrouwen. Daarom zou er een gelijke behandeling moeten komen, hetgeen wij volledig onderschrijven. Echter, volgens de plannen die nu ter stemming voorliggen, is die gelijke behandeling alleen het uitbreiden van het begrip economische eenheid uit de algemene Bijstandswet naar de andere wetten. Het is niet anders dan de controle waar nu bijstandsvrouwen mee te maken hebben, uitbreiden naar werklozen en WAO-ers die er nu veel eerder mee te maken zullen krijgen. Tijdens het debat is zeer duidelijk gebleken dat het ware karakter van de plannen het beste is aan te geven door te wijzen op het verschil in handelen van deze regering ten aanzien van uitkeringsgerechtigden en het gelijkstellen van gehuwden en ongehuwden bij de vermogensbelasting. Daarvan werd toen gesteld dat ongehuwden niet op dezelfde wijze behandeld konden worden als gehuwden. Ik kan niet anders dan tot de conclusie komen dat voor individualisering en economische zelfstandigheid wordt gekozen als het gaat om mensen die zich kunnen redden en die nogal wat geld hebben. Bij uitkeringsgerechtigden gaat het echter om een toename van de afhankelijkheid van uitkeringsgerechtigden ten opzichte van elkaar. Als deze plannen toch in deze Kamer worden aangenomen, menen wij dat er na de verkiezingen een soort moratorium moet worden ingebouw voor het gehele stelsel. Er moet dan eindelijk een maatschappelijke discussie komen met uitkeringsgerechtigden en uitvoeringsorganen over het stelsel zoals dat de komende jaren moet gaan functioneren. Wij zullen daarom steeds blijven zeggen, ook tegen de PvdA, dat ook met lichte verbeteringen en een kleine verhoging van het uitkeringspercentage dit sociale zekerheidsstelsel niet kan worden aanvaard, omdat dit stelsel niet houdbaar is. Na de verkiezingen moet er ruimte komen voor een échte discussie over een goed stelsel van sociale zekerheid. Het kan niet blijven bij een kleine' verbetering, waarna de Eerste Kamer gewoon verder kan gaan. Wij zullen steeds actief blijven op dit punt. Nogmaals, het beste besluit dat deze Kamer na de vele en uitgebreide discussies van de afgelopen weken kan nemen is, de stemming vandaag niet door te laten gaan en de zaak nog even aan te kijken.

©

Mevrouw Groenman (D'66): Mijnheer de Voorzitter! Tijdens de eerdere discussies heb ik al kenbaar gemaakt, dat het onverantwoord is de behandeling van deze wetsvoorstellen -inclusief de stemmingen -af te ronden. Ik heb gewezen op de onzorgvuldige en overhaaste behandeling van een en ander. Mijn grootste bezwaar was dat er geen rekening werd gehouden met het standpunt van de sociale partners. Ik heb gewezen op de dreiging van de Sociale zekerheid Werkloosheidswet

looneisen. Als de uitkeringsrechten in de toekomst verslechteren, zal men proberen de uitkeringsgrondslag te verhogen en dat frustreert het proces van arbeidsduurverkorting omdat men hogere looneisen zal gaan stellen. Ook met maatschappelijke ontwikkelingen op het punt van het streven naar economische zelfstandigheid is onvoldoende rekening gehouden. In verschillende onderdelen wordt een ongerechtvaardigde partnertoets gehanteerd. D'66 is in principe tegen elke aantasting van de privacy, dus tegen elke toets op partnerinkomens. Mensen moeten vrij zijn hun leefvorm zelf te bepalen, zonder dat de overheid als Big Brother in de slaapkamer of in de keuken controleert. De VVD en het CDA hebben geprobeerd de leefvormcontrole te beperken en de subjectieve elementen eruit te halen. Op dat punt zijn de kabinetsvoorstellen verbeterd. Dat vinden wij een nobele poging, hoewel wij ten principale de controle op leefvormen afwijzen. Dat samenwonende verwanten worden uitgezonderd van het gelijk stellen met gehuwden kunnen wij niet billijken als wij kijken naar de draagkracht. Wat betreft de bijstandswet willen wij de status quo handhaven, inclusief de recente jurisprudentie waarop ook het amendement-Linschoten/Kraaijeveld is gebaseerd. Dat amendement zelf in de ABW opnemen, vinden wij riskant omdat er uiteindelijk toegewerkt moet worden naar individualisering van de bijstand. De VVD-houding in dezen vinden wij onbegrijpelijk. Als de VVD vindt dat gehuwden en ongehuwd samenwonenden gelijk moet worden behandeld, zou ook de VVD toe moeten naar een individuele behandeling en niet naar de gelijkstelling als waren mensen gehuwd. Vervolgens een enkele opmerking over de nieuwe werkloosheidswet. De fractie van D'66 stemt in principe in met de koppeling aan het arbeidsverleden. Ik heb al gezegd, dat op dit punt het bezwaar geldt dat de rol van de sociale partners wordt veronachtzaamd. Ook met de wens van economische zelfstandigheid van jongeren wordt onvoldoende rekening gehouden. De vervolguitkering aan jongeren zou nu al met een jaar moeten worden verlengd en elk jaar zou moeten worden bezien of verder moet worden verlengd.

Wat betreft de toetredingseis worden vrouwen en mensen met een onregelmatig arbeidsverleden gedupeerd. Ook alleenstaanden worden gedupeerd aangezien zij niet kunnen kiezen voor deeltijdwerk, terwijl het werken in deeltijd toch door dit kabinet wordt aangemoedigd. Mijnheer de Voorzitter! Wij bepleiten geen verhoging van de uitkeringspercentages. Wij staan op het standpunt dat eventuele economische groei gebruikt moet worden voor verlenging van de uitkeringsduur. De fractie van de PvdA wil op dit punt onrealistisch veel: én verlenging én soepeler toetredingseisen én hogere percentages. Onze prioriteit ligt bij het zo lang mogelijk uit de bijstand houden van uitkeringsgerechtigden. Dat kan door arbeidsduurverkorting. Maar daar heb je de sociale partners voor nodig en die moet je dan niet voor de voeten lopen met deze stelselherziening. De mensen kunnen ook uit de bijstand worden gehouden door de individuele uitkeringen te verlengen. De nieuwe werkloosheidswet moet in de komende kabinetsformatie op essentiële onderdelen worden verbeterd, maar niet om tevens de uitkeringspercentages te verhogen. Ook moet de koppeling worden hersteld tussen de lonen in de marktsector en de inkomens van uitkeringsgerechtigden. Herstel dus van de WAM, maar niet met terugwerkende kracht. De bij verschillende wetten ingevoerde leefvormcontrole is slecht, ondanks de verbetering die wordt aangebracht door het amendement-Linschoten/Kraaijeveld. Ook de verschillende vrijlatingsbepalingen ontmoedigen vooral vrouwen om toe te treden tot de arbeidsmarkt. Er zit in alle wetten, waarin een leefvormcontrole wordt ingevoerd, geen horizonbepaling en dat betreuren wij ten sterkste. Het komt ook niet overeen met het emancipatieplan van de regering. Ook voor de oudere werklozen wordt een partnerinkomenstoets ingevoerd en wordt het gehele vermogen vrijgelaten. D'66 heeft getracht, het vermogen tot een beperkte grens vrij te laten en wel tot f 1 50.000. Nu wordt het opeten van het eigen huis, hoe duur dat ook is, voorkomen ten koste van het inkomen van oudere vrouwen voor wie nu ook een sollicitatieplicht gaat gelden. Wij wijzen dat af en om die reden ook de gehele IOAW.

Wat er nu ten opzichte van de arbeidsongeschikten gebeurt, is onverantwoord te noemen, zeker zolang de Wet arbeid gehandicapte werknemers nog niet op haar merites is beoordeeld, nog niet is geëvalueerd. Uiteindelijk vinden wij het een goed principe dat de verdiscontering wordt afgeschaft en gaan wij dus niet zover als de PvdA op dit punt die deze wetsvoorstellen voor altijd afwijst. Het vastleggen van de leefvormen in de Algemene bijstandswet is onverantwoord; wij hebben genoeg aan de jurisprudentie. Ik heb gezegd dat er pas op de plaats moet worden gemaakt en dat er een plan moet komen voor echte realisatie van individualisering. Toch zullen wij niet de motie van de heer Willems steunen, waarin wordt gevraagd reeds nu te onderzoeken om de RWW te individualiseren. Ook zullen wij niet zijn motie steunen om nu alle voorstellen af te wijzen, omdat er in veel voorstellen een partnerinkomenstoets zit. Wij verwachten dat een nieuw kabinet echt haast gaat maken met individualiseringsbeleid, maar dat moet dan een totaalbeleid zijn, inclusief een aantal randvoorwaarden die moeten worden vervuld. Wij laten dat graag aan een nieuw kabinet over. Als het wetsvoorstel inzake de AOW beschouwd zou kunnen worden als een stap in de richting van individualisering van de AOW-rechten, dan zouden wij bereid zijn geweest, onze bezwaren tegen dat wetsvoorstel opzij te zetten. Dat is echter niet het geval. Door het regeringsvoorstel wordt een leefvormtoets ingevoerd die bij een latere individualisering zal moeten worden afgeschaft. In de plaats hiervan had een voorstel moeten worden ingediend gericht op een geleidelijke invoering van een volledige individualisering. Op grond hiervan zal mijn fractie tegen het wetsvoorstel stemmen. Wij zullen alleen de toeslagenwet steunen, maar dat zal de volgende week bij de eindstemming wel blijken. Tot slot, mijnheer de Voorzitter, de positie van uitkeringsgerechtigden tegenover de positie van werkloze politieke ambtsdragers, dus ex-kamerleden en ex-ministers. Daar waar sprake is van ongerechtvaardig de voordelen -wat ons betreft, met name in de regeling van bijverdiensten -moet deze zaak opnieuw bekeken worden. Wij zullen de motie Sociale zekerheid Werkloosheidswet

van de heer Willems ter zake dan ook steunen, al vinden wij haar wat ongenuanceerd. Het gaat ons om de ongerechtvaardigde voordelen die in de bijverdienstenregeling zitten.

©

Staatssecretaris De Graaf: Voorzitter! Met belangstelling heb ik kennis genomen van de door mevrouw Ter Veld, mevrouw Brouwer en mevrouw Groenman gegeven politieke beoordeling van de wetsvoorstellen die nu ter stemming voorliggen. Het gaat stuk voor stuk om onderwerpen waarover wij al zeer uitvoerig van gedachten hebben gewisseld gedurende de eerste en tweede termijn en ook nog bij de artikelsgewijze behandeling. Naar die discussie en mijn bijdrage daaraan zou ik nu dan ook willen verwijzen en mij nu beperken tot de amendementen en de motie die zijn ingediend. Mevrouw Ter Veld noemde haar amendementen van geheel technische aard. Voor een deel is dat juist, maar haar amendement op stuk nr. 49 op art. 39 van de Invoeringswet is volgens mij toch wel iets meer dan alleen maar technisch, omdat er duidelijk sprake is van een uitbreiding van de overgangsregeling. Ik zie geen reden tot die uitbreiding en daarom luidt ons voorstel ook zoals het luidt. Ik zou het daarop ook willen houden en aanvaarding van dit amendement willen ontraden. Het andere amendement van mevrouw Ter Veld is inderdaad alleen maar van technische aard. De heer Weijers heeft een amendement op stuk nr. 48 ingediend. Hij stelde dat er een bepaalde voorziening moet worden getroffen voor gevallen waarin het naar zijn opvatting niet helemaal rond zou lopen. Het kan zijn dat het in een aantal gevallen inderdaad niet helemaal loopt zoals hij en ik willen, maar volgens mij zou je die ook rustig kunnen regelen bij nadere ministeriële beschikking, een ministeriële regeling. Ik denk dat er geen behoefte bestaat aan dit amendement. Ik wil met betrekking tot de ingediende motie, verwijzen naar de opvatting die ik heb gegeven over de motie van de heer Willems over politieke ambtsdragers. Wat ik toen gezegd heb,geldt ook voor de nu door mevrouw Ter Veld ingediende motie. De beraadslaging wordt gesloten.

©

De Voorzitter: Wij gaan thans over tot de stemmingen. Ik constateer, dat de fractie van het GPV en de leden Scholten en Janmaat afwezig zijn.

Mevrouw Brouwer verzoekt haar motie op stuk nr. 55 (19261) het allereerst in stemming te laten komen. Naar mij blijkt, bestaat hiertegen geen bezwaar.

In stemming komt de motie-Brouwer (19261, nr. 55).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, D'66, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is verworpen.

Wetsvoorstel 19256

De artikelen I t/m III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die Sociale zekerheid Werkloosheidswet

van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Wetsvoorstel 19257

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 31).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de RPF voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 35, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven (stuk nr. 12, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 12 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 35, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP, de RPF en D'66 en de leden Wagenaar en Van der Spek voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 1, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 35, I en II), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Groenman (stuk nr. 27) tot invoeging van een nieuw artikel 2.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de CPN en de PSP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik merk op, dat de heer Scholten inmiddels aanwezig is.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 17, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 1 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 11,1).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D'66, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en de leden Van der Spek en Scholten voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 11 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 16, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 16 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 16, II), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 34, herdruk) tot invoeging van een artikel 2a.

De Voorzitter: Ik contateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

De artikelen 3 t/m 5 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 14).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 20).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 19).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

Artikel 6 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 7, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 16, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 8 en 9 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 32).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 10, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Willems (stuk nr. 32), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 11 t/m 23 worden zonder stemming aangenomen.

De artikelen 24 t/m 26 worden zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: De fractie van de RPF wordt aantekening verleend, dat zij geacht wenst te worden tegen deze artikelen te hebben gestemd.

De artikelen 27 t/m 35 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 33).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 36 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijveld-Wouters (stuk nr. 35, III).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Scholten tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 37, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Linschoten-Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 35, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 38 t/m 43 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Groenman (stuk nr. 28).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van D'66 voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 44 wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden, zoals deze is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 16, I), wordt zonder stenv ming aangenomen.

De Voorzitter: Ik stel voor, volgende week over het wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Wetsvoorstel 19258

De Voorzitter: Mevrouw Van Nieuwenhoven heeft haar gewijzigde amendementen op stuk nr. 17 ingetrokken.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 14).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de RPF voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 16, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 16 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 18, II, herdruk).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 18, herdruk voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd. Ik constateer, dat de amendementen op stukken nrs. 18, II, herdruk en 1 6, II beide zijn aangenomen en dat zij dus in elkaar zullen moeten worden verwerkt.

Artikel I, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 16,1 en II) en het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 18, II, herdruk), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: De fractie van de RPF wordt aantekening verleend, dat zij geacht wenst te worden tegen dit artikel te hebben gestemd.

De artikelen III en IV worden zonder stemming aangenomen.

De beweegreden, zoals deze is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Nieuwenhoven c.s. (stuk nr. 18, I, herdruk), wordt zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Ik stel voor, over het wetsvoorstel volgende week te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Wetsvoorstel 19259

Het begin van artikel I en onderdeel A worden zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: De fractie van de RPF wordt aantekening verleend, dat zij geacht wenst te worden tegeh dit onderdeel te hebben gestemd.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 11).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PSP en de CPN en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 12).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de RPF en het lid Wagenaar voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 13, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 13, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP en de RPF en de leden Wagenaar en Van der Spek voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 13, III).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement is aangenomen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

Onderdeel B, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 13, I t/m III), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m E worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Ik stel voor, volgende week over het wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Wetsvoorstel 19260

In stemming komt het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 20, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD en de SGP en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 20 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 31, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de PSP en de leden Van der Spek en Wagenaar voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 31, III).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

In stemming komt het amendement-Beckers-de Bruijn (stuk nr. 38, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 38 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Scholten/Dales (stuk nr. 40).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 31, IV).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SGP en het lid Wagenaar voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Scholten/Dales (stuk nr. 40), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Dales c.s. (stuk nr. 41, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 41 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 35).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGPen de RPF en het lid Wagenaar voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 39, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 39, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP en de RPF en de leden Wagenaar en Van der Spek voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement" Li nschoten/Kraa ijeveld Wouters (stuk nr. 39, III).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement is aangenomen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

Artikel 3, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 39, I t/m III), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Dales c.s. (stuk nr. 42, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 42 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Groenman (stuk nr. 32, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de CPN en de PSP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 32 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 4 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 9).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 5 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 31, V).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SGP voor dit gewijzigde amende ment hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 6 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 7 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement Dales c.s. (stuk nr. 23).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 8 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 9 en 10 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 31, VI) tot invoeging van een nieuwe paragraaf 2a.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de PvdA en de leden Wagenaar en Scholten voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 37).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 11, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Willems (stuk nr. 37), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 12 t/m 14 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 14, I, herdruk).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de VVD en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de overige op stuk nr. 14 (herdruk) voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 43, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 43 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 1 5, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 43, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 16, 17, 19, 20 en 21 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 12).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 22 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 23 t/m 26 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 27, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 43, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 28, 29 en 31 t/m 37 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Dales c.s. (stuk nr. 29) tot invoeging van een hoofdstuk IVA.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 38 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Dales c.s. (stuk nr. 36).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement" Dales c.s: (stuk nr. 19).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

Artikel 39 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 40 t/m 54 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 31, VII).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SGP en het lid Wagenaar voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 55 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Schutte (stuk nr. 31, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Ik stel voor, volgende week over het wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Wetsvoorstel 19261

De Voorzitter: Mevrouw Ter Veld trekt de amendementen op stuk nr. 90, I t/m IV en VI in.

Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Groenman (stuk nr. 49) tot invoeging van een nieuw artikel 2.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 20).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de RPF tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 3, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 20), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 4 en 5 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 52).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 6 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 7 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 89).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 8, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 89), wordt zonder stemming aange nomen.

De artikelen 9 t/m 1 5 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Beckers-de Bruijn (stuk nr. 88, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, D'66, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit gewijzige amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 88 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Leerling/Van der Vlies (stuk nr. 83).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 16 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 1 7 en 18 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 64, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 64 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 63, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 63 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 19 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Brouwer (stuk nr. 41, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 41 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 20 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 21 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 77).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 78).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 22, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement' Willems (stuk nr. 77), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 23 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Brouwer (stuk nr. 92).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 24 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 25 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Weijers/Linschoten (stuk nr. 87).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de EVP en het lid Scholten tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 26, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Weijers/Linschoten (stuk nr. 87), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Weijers/Linschoten (stuk nr. 86).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is aangenomen met dezelfde stemverhouding als het amendement op stuk nr. 87.

Artikel 27, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Weijers/Linschoten (stuk nr. 86), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 28 t/m 34 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 62, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PSP, de CPN en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 62 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 61, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 61 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 44, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN, de PSP, de RPF en de EVP en de leden Van der Spek en Scholten voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 44 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 35 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 36 t/m 41 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuknr. 48, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuknr. 26, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuknr. 48, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 25,1).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD en de SGP en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, III).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 25, II).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement gelijkluidend is aan het vorige, zodat het per definitie verworpen is.

In stemming komt het amendement Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, IV).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Het gelijkluidende amendement-Ter Veld c.s. (stuk n. 26, II) kan hiermee ook als verworpen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, V).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige. Zijn er nog verdere stemmingen nodig over de op stuk nr. 48 voorkomende amendementen?

Mevrouw Ter Veld (PvdA): Een aantal onderdelen van de amendementen onder de nrs. 48, 25 en 26 zijn hetzelfde. In dit geval is het niet nodig te stemmen over de andere 'indien verworpen'-teksten. Het amendement nr. 48, IV houdt bij voorbeeld exact dezelfde tekst in als de drie daaronder genoemde. Verder merk ik op, dat het amendement op nr. 84 van mevrouw Kraaijeveld en de heer Weijers over het verzorgingsforfait niet uitsluit dat de amendementen van mijn hand die daarna zijn vermeld, in stemming komen. Ze sluiten elkaar dus niet uit.

De Voorzitter: Dat zien wij dan wel. Het staat dus vast dat de amendementen op de nrs. 25, III en 26, II verworpen zijn. Mijn vraag is of er nog verdere stemmingen nodig zijn over andere onderdelen van de amendementen onder de nrs. 48, 25 en 26. Ik constateer, dat dit het geval is.

In stemming komt het amendement-Beckers-de Bruijn (stuk nr. 17).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het subamendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 94).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit subamendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Weijers/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 84).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, VI).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, VII).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de gelijkluidende amendementen-Ter Veld c.s. (stukken nrs. 25, IV en 26, III) als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, VIII).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het gelijkluiden-de amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 26, IV) als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 27).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en de RPF tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, IX).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 42, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Weijers/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 84) en het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 27), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 65, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 65 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 43, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 65, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 44 t/m 46 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Brouwer (stuk nr. 42).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Groenman (stuk nr. 57, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 57 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 47 wordt zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Het amendement-Schutte (stuk nr. 54, II) kan als verworpen worden beschouwd, omdat het gelijkluidende amendement-Brouwer (stuk nr. 41, IV) reeds is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Beckers-de Bruijn (stuk nr. 76).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, D'66, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 48, X).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Het gelijkluidende amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 25, V) kan hierdoor als verworpen worden beschouwd.

Artikel 50 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Groenman (stuk nr. 75).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 51, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 65, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 52 t/m 54 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld/Weijers (stuk nr. 69).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 55, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld/Weijers (stuk nr. 69), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 56 t/m 73, 77 en 78 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Weijers/Linschoten (stuk nr. 85).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de EVP en het lid Scholten tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 79, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Weijers/Linschoten (stuk nr. 85), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 80 t/m 87 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 45, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 45 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 88, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Ter Veld c.s. (stuk nr. 45, I en II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 91 t/m 114 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 115, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 45, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 116 en 117 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 118, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 45, IV), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 119 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 120, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 45, V), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 121 t/m 127 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuknr. 30).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de VVD en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

De heer Weijers (CDA): Ik verzoek U, opnieuw over dit amendement te laten stemmen.

De Voorzitter: Kan de Kamer ermeer akkoord gaan dat de stemming wordt overgedaan? Iedereen moet het goed vinden.

Daartoe wordt besloten.

De Voorzitter: Ik dank u zeer voor deze sportiviteit!

In stemming komt opnieuw het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 30).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 128, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 30), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 129 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 36).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 130 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 131 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld (stuk nr. 31) tot invoeging van een artikel 131a.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

De artikelen 132 t/m 139 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Ik stel voor, volgende week over het wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Willems (PSP): Voorzitter! Is mijn opvatting juist, dat er een amendement 94 in stemming is geweest, waarvan wij in ieder geval niet over de tekst beschikken? Dit zal het allerlaatste amendement moeten zijn.

De Voorzitter: Het is een sub-amendement. Ik beschik over een stemmingslijst, waarop dit sub-amendement met de pen is bijgeschreven.

De heer Willems (PSP): Het staat niet op onze stemmingslijst en wij hebben het stuk zelf ook niet ontvangen. Ik was er verbaasd over, dat het ineens aan de orde kwam.

De Voorzitter: Zijn er nog meer leden, bij wie op pagina 8 van de stemmingslijst het bedoelde sub-amendement niet in de marge is bijgeschreven? Het amendement zelf is er wèl bij, maar het gaat erom of het op de stemmingslijst is bijgeschreven. Zo niet, dan maak ik hiervoor mijn excuses. De stemming kan echter niet worden overgedaan. Dan had men op dat moment moeten protesteren. Als ik te snel ga, moet men mij vooral remmen.

De heer Willems (PSP): U gaat niet te snel, Voorzitter, de regeringspartijen gaan te snel!

De Voorzitter: Hartelijk dank!

Wetsvoorstel 19383

De Voorzitter: Ik merk op, dat op de stemmingslijst op bladzijde 12 met de pen iets is bijgeschreven. Laten wij dat eerst controleren. Het gaat om een amendement van mevrouw Ter Veld op stuk nr. 49, dat in stemming komt na artikel 39, het eerste t/m derde lid. Mij blijkt, dat verschillende leden niet beschikken over een bijgewerkte stemmingslijst. Ik schors de vergadering totdat alle leden over de nieuwste stemmingslijst beschikken.

De vergadering wordt van 14.35 uur tot 14.53 uur geschorst.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de fractie van het GPV en het lid Janmaat nog steeds afwezig zijn.

De artikelen 1 t/m 5 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Weijers/Gerritse (stuk nr. 48, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 48 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 6, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Weijers/Gerritse (stuk nr. 48, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 8).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de PSP en het lid Wagenaar voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 7, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Weijers/Gerritse (stuk nr. 48, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 7a en 8 t/m 15 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 39, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en de RPF en het lid Wagenaar voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 39 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 1 6 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 43, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 43 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 16a, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 43, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 16b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 43, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 1 7 t/m 19 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld (stuk nr. 30) tot invoeging van een artikel 19a.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 20 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 27, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de VVD en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 27 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 21 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 21a en 22 t/m 28 worden zonder stemming aangenomen.

Het begin van artikel 29 en de onderdelen A en B worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, I, A).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en de leden Van der Spek en Scholten tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk nr. 32 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement Ter Veld c.s. (stuk nr. 26).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Onderdeel C, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, I, A en B), wordt zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Ik stel vast, dat door de aanneming van het amendement-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, I, C) een nieuw onderdeel D is ingevoegd.

Het oorspronkelijke onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 28, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 28 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel E, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, II, A t/m G), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen F en G worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 29 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 30 t/m 34 worden zonder stemming aangenomen.

Het begin van artikel 35 en de onderdelen A t/m C worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 34, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD en de RPF tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 34 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel E wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 17,1).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, D'66 en de SGP en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 1 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Willems/Brouwer (stuk nr. 18,1).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PSP, de CPN en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 18 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 19,1).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 19 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen G, H en I worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel J, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32,111, A t/m H), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen K t/m Q worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 35 wordt zonder stemming aangenomen.

Het begin van artikel 36 en de onderdelen A en B worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement Ter Veld c.s. (stuk nr. 44,1).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP, de RPF en de EVP en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen. Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 44 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel C, zoals het is gewijzigd door aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 44,1), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 45,1).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 45 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel E wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen F t/m M worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel N, zoals het is gewijzigd door aanneming van de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32,IV, A t/m H), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen 0 t/m R worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 38).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Onderdeel S wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen T t/m Y worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 36 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 37 en 38 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 49).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 29).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuknr. 22).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

Artikel 39 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 39a en 40 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 31).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 41, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 31), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 42 t/m 44, 44a en 45 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 33).

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 42).

De Voorzitter: Ik constateer, dat ook dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 46, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Ter Veld c.s. (stukken nrs. 33 en 42), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuknr. 23).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 47 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 48, 49 en 49a worden zonder steming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 40).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Artikel 49b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 40), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 49c en 50 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Beckers-de Bruijn (stuk nr. 25) tot invoeging van een artikel 50a.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PPR, D'66, de CPN, de PSP en de EVP en het lid Van der Spek voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het begin van artikel 51 en de onderdelen A en B worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel C, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 44, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen D t/m 0 worden zonder stemming aangenomen.

Onderdeel P, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, V, A t/m H), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen 0 t/m Y worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 51 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 52 t/m 60 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 61, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, VI), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 62, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, VII), wordt zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Ik constateer, dat door de aanneming van de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, VI en VII) de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters op de nrs. 12 en 13 zijn vervallen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Weijers/Nijhuis (stuk nr. 36) tot invoeging van een afdeling IV.

De Voorzitter: Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Willems (stuk nr. 37) tot invoeging van een afdeling IV.

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aawezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

De artikelen 63 t/m 66 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 35, I).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen. Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op dit stuk voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 67, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Linschoten/Kraaijeveld-Wouters (stuk nr. 32, VIII en IX), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 68 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Ter Veld c.s. (stuk nr. 47).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Artikel 69 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 70 t/m 72 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De Voorzitter: Ik stel voor, volgende week over het wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Kraaijeveld-Wouters/Linschoten (19257, nr. 26).

De Voorzitter: Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Gerritse/ Bosman (19260, nr. 28).

De Voorzitter: Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Kraaijeveld-Wouters c.s. (19261, nr. 46).

De Voorzitter: Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Willems (19261, nr. 51).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PSP, de CPN, de PPR en de EVP en het lid Van der Spek voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Groenman (19261, nr. 58).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D'66, de PPR, de CPN, de PSP en de EVP en de leden Van der Spek en Scholten voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bosman/ Nijhuis (19261, nr. 71).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de PPR, de CPN en de EVP en het lid Scholten tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ter Veld (19261, nr. 72).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP en de RPF en het lid Wagenaar tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Ter Veld (19261, nr. 73).

De Voorzitter: Ik constateer, dat deze motie is verworpen met dezelfde stemverhouding als de vorige.

In stemming komt de motie-Ter Veld (19261, nr. 74).

De Voorzitter: Ik constateer, dat deze motie is verworpen met dezelfde stemverhouding als de vorige.

In stemming komt de motie-Groenman/Nypels (19261, nr. 79).

De Voorzitter: Ik constateer, dat deze motie is verworpen met dezelfde stemverhouding als de vorige.

In stemming komt de motie-Brouwer/ Willems (19261, nr. 81).

De Voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, de SGP, de RPF en D'66 en het lid Wagenaar tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Brouwer/ Willems (19261, nr. 82).

De Voorzitter: Ik contateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de CPN, de PSP, de EVP en de PPR en het lid Van der Spek voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. Ik stel voor, de stukken onder de nrs. 19453, 19262 en 17475 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.