Besluit 2014/888 - Goedkeuring van het Protocol bij het Verdrag inzake internationale zekerheden op mobiel materieel betreffende voor rijdend spoorwegmaterieel specifieke aangelegenheden, vastgesteld te Luxemburg op 23 februari 2007 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
2014/888/EU: Besluit van de Raad van 4 december 2014 inzake de goedkeuring namens de Europese Unie van het Protocol bij het Verdrag inzake internationale zekerheden op mobiel materieel betreffende voor rijdend spoorwegmaterieel specifieke aangelegenheden, vastgesteld te Luxemburg op 23 februari 2007officiële Engelstalige titel
2014/888/EU: Council Decision of 4 December 2014 on the approval, on behalf of the European Union, of the Protocol to the Convention on International Interests in Mobile Equipment on Matters Specific to Railway Rolling Stock, adopted in Luxembourg on 23 February 2007Rechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2014/888 |
Origineel voorstel | COM(2013)349 |
Celex-nummer i | 32014D0888 |
Document | 04-12-2014 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 10-12-2014; PB L 353 p. 9-12 |
Inwerkingtreding | 04-12-2014; in werking datum document zie art 4 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
10.12.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 353/9 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 4 december 2014
inzake de goedkeuring namens de Europese Unie van het Protocol bij het Verdrag inzake internationale zekerheden op mobiel materieel betreffende voor rijdend spoorwegmaterieel specifieke aangelegenheden, vastgesteld te Luxemburg op 23 februari 2007
(2014/888/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Unie werkt aan de totstandbrenging van een gemeenschappelijke justitiële ruimte die is gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen. |
(2) |
Het Protocol bij het Verdrag inzake internationale zekerheden op mobiel materieel betreffende voor rijdend spoorwegmaterieel specifieke aangelegenheden (hierna het „Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel”), dat is vastgesteld te Luxemburg op 23 februari 2007, levert op dit gebeid een nuttige bijdrage aan de regelgeving op internationaal niveau. Daarom is het wenselijk dat de bepalingen van dit instrument die betrekking hebben op aangelegenheden die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen, zo spoedig mogelijk worden toegepast. |
(3) |
De Commissie heeft namens de toenmalige Europese Gemeenschap onderhandeld over de onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallende onderdelen van het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel. |
(4) |
Artikel XXII, lid 1, van het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel bepaalt dat regionale organisaties voor economische integratie die bevoegdheid hebben over bepaalde door dat Protocol beheerste aangelegenheden, het Protocol kunnen ondertekenen, aanvaarden, goedkeuren of ertoe kunnen toetreden. |
(5) |
Enkele van de aangelegenheden die worden beheerst door Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad (1), die met ingang van 10 januari 2015 vervangen moet worden door Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2), Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad (3), Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4), Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) en Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad (6), worden ook in het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel behandeld. |
(6) |
De Gemeenschap heeft het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel op 10 december 2009 ondertekend, na de vaststelling op 30 november 2009 van Besluit 2009/940/EG van de Raad (7). |
(7) |
De Unie heeft exclusieve bevoegdheid over sommige van de door het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel geregelde aangelegenheden, terwijl de lidstaten bevoegd zijn voor andere door dit instrument geregelde aangelegenheden. |
(8) |
De Unie moet het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel derhalve goedkeuren. |
(9) |
Artikel XXII, lid 2, van het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel bepaalt dat een regionale organisatie voor economische integratie op het tijdstip van ondertekening, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, kennisgeving doet van de door dat protocol beheerste aangelegenheden ten aanzien waarvan haar lidstaten hun bevoegdheid aan die organisatie hebben overgedragen. |
(10) |
De Gemeenschap heeft de vereiste verklaring over haar bevoegdheid afgelegd bij de ondertekening van het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel. De Unie dient evenwel deze verklaring te hernieuwen bij de goedkeuring van het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel om een fout te corrigeren en rekening te houden met de wetgevingsontwikkelingen en de toetreding van de... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.