De stad is niets zonder dorp

Met dank overgenomen van H.A.G. (Erik) Ronnes i, gepubliceerd op maandag 18 januari 2016, 2:46.

Sinds het interview met Ahmed Aboutaleb in VPRO Zomergasten, is het debat over de positie van de stad weer actueel. De steden willen meer. Meer geld, meer macht en meer invloed. Er moet een minister voor Grote Steden en Metropoolregio’s komen. Het zijn ingrijpende voorstellen die een opmaat waren voor een breed lobbytraject van de steden. Onder de noemer Agenda Stad willen de grote steden willen zich losweken uit het bestel van gelijkwaardigheid van gemeenten en een klassenverschil maken: de steden met hun stadsrechten enerzijds en de dorpen zonder rechten anderzijds. Gaan we bestuurlijk terug naar de middeleeuwen?

De stad bestaat niet

Vóór de negentiende eeuw was een stad een plaats die stadsrechten had gekregen. De stad bood met haar stadmuren zelfs bescherming aan dorpsbewoners in tijden van strijd en belegering. Maar de stad had ook een bevoorrechte positie. De stad had bijvoorbeeld het alleenrecht op markten, het tolrecht of het recht op eigen rechtspraak. Maar er was ook een standsverschil. In de stad woonden de slimmere mensen, daar was meer inkomen, beschaving en scholing. In de dorpen was men arm, onbeschaafd en dom. In de Nederlandse wetgeving komt de term ‘stad’ niet meer voor. Sinds 1848 hebben we het middeleeuwse systeem achter ons gelaten en kennen we alleen nog het begrip gemeente. Steden of dorpen? Het zijn allemaal gemeenten.

Uitdagingen

De behoefte aan een opwaardering van de positie van de stad wordt vooral ingegeven door de veranderende omstandigheden. Het CDA ziet die veranderende omstandigheden in de samenleving ook, zowel veranderingen in de stad als op het platteland. De uitdagingen waar we voor staan zijn groot. Nederland telt bijna 16,9 miljoen inwoners. Dit inwonersaantal zal toenemen tot 17,8 miljoen in het jaar 2040. De komende 25 jaar moeten ongeveer 1 miljoen extra Nederlanders gehuisvest worden. Daar komen de statushouders nog bij. Er is gelijktijdig sprake van vergrijzing en ontgroening. Tot 2040 zal de beroepsbevolking in de leeftijdscategorie van 20 tot 65 jaar met 1 miljoen dalen tot 9 miljoen. Dat gaat gevolgen hebben voor steden en dorpen. Ga er maar aan staan in dit dichtbevolkte lage land.

Drie grote bewegingen

Eén is dat Nederlanders van het platteland naar de steden trekken. Die stroom is in feite al gaande sinds de industriële revolutie en het heeft consequenties voor de stads- en dorpsinrichting van Nederland. Er zijn krimpregio’s ontstaan met teveel woningen, winkels, kantoren en maatschappelijk vastgoed. In steden is juist een krapte met een tekort aan woningen en maatschappelijk vastgoed. De trek naar de stad is overigens wereldwijd. Overal op deze aardbol trekken mensen van het platteland naar de steden.

De tweede beweging is dat die verschuiving gepaard gaat met verduurzaming van zowel woningen, bedrijfspanden en openbare gebouwen. Dat is nodig in verband met klimatologische ontwikkelingen (broeikaseffecten, verdroging, extreme wateroverlast of inklinking gronden).

De derde beweging is dat door mondialisering de behoefte aan snelle infrastructuur. Het reizen neemt toe. Meer vliegtuigbewegingen, meer treinen meer auto’s. Maar ook het gebruik van snel internet neemt toe. Lokaal neemt de behoefte aan goed (openbaar) vervoer ook toe, denk aan de schaalvergroting en marktwerking. Daardoor wordt de reisafstand naar zorgvoorzieningen (verzorgings-, en ziekenhuizen) vergroot. Deze ontwikkeling staat overigens haaks op de toename van 3D-printen. Als die vorm van productie-op-afstand grote vormen aan gaat nemen dan zal de behoefte aan snelle infrastructuur vooral digitaal zijn.

Platteland

Het CDA heeft bijzondere aandacht voor het platteland. We zien dat daar veel bedreigingen zijn en dat leidt er toe dat op het platteland de komende decennia veel leegstand zal komen. Veel agrariërs zullen moeten stoppen. Functiewijziging in combinatie met sloop moeten het buitengebied in Nederland mooi en leefbaar houden. Maar de agrarische sector waarbij schaalvergroting onontkoombaar is blijft belangrijk een verdiend dan ook een goede inpassing. Niet voor niets staat Nederland in de mondiale top 5 van voedsel exporterende naties. Voor het CDA is kwaliteit van voedsel en voedselveiligheid essentieel. Dit in combinatie met een zo’n optimaal mogelijk dierenwelzijn. Onze boeren maken grote stappen om dat dierenwelzijn nog verder te verbeteren. Agrariërs horen in het landschap thuis. Net als de dorpen met hun kerktorens, de Grutto en de Tureluur, de poldermolens en de weidse vergezichten.

Voor krimpgebieden geldt dat de rijksoverheid moet helpen om de grote negatieve gevolgen op te vangen.

Agenda Dorp

In de visie van het CDA blijven platteland en stad met elkaar verbonden. We zien geen rangorde in belangrijkheid tussen stad en land. Het platteland is bijzonder waardevol voor de stedeling, en omgekeerd.

Iedere stedeling zou binnen 15 minuten fietsen tussen de koeien moeten kunnen staan en iedere dorpsbewoner zou ook in 15 minuten bij de V&D moeten kunnen zijn. De stad verliest haar waarde als het met de rug naar het platteland gaat staan en niet de bijzondere waarde ervan waardeert.

Sterker nog: dorpen kunnen een “countervailing power” kunnen zijn waar de stad beter van gaat functioneren. Dan is het wel nodig dat de dorpen rondom de stad een eigenstandige positie hebben. Dorpen die een onderdeel zijn van een door de stad gedomineerde stadsregio, delven het onderspit. En dorpen die aan de stad worden toegevoegd verliezen op termijn ook hun waarde als dorp.

We hebben dus geen geboefte aan een tegenstelling van grote steden of stadsregio’s enerzijds en de dorpen op het platteland anderzijds. Dat zou een teruggang zijn naar de bestuurlijke situatie van de middeleeuwen. Zo’n scheiding is niet alleen onwenselijk, het is ook niet nodig want welk instrumentarium zou de grote stad missen om haar taak goed uit te oefenen?

Eerst de samenleving

Het CDA staat voor een overheid die inwoners en bedrijven ruimte geeft om maximaal de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Eerste de samenleving, daarna de overheid of het bedrijfsleven. Dorpen en steden spelen daarbij een cruciale rol, waarbij de fijnmazige sociale structuur van het dorp over het algemeen leidt tot meer geborgenheid en een menselijke maat. Dat heeft niets te maken met nostalgie a lá “het tuinpad van mijn vader”, maar met een door vele eeuwen ontwikkelde dorpscultuur dat een onuitwisbaar deel is van het DNA van Nederland. Als we dat in handen geven van de steden, dan zal de sociale structuur van Nederland ingrijpend veranderen waarbij de menselijke maat verloren dreigt te gaan.