Terug bij de kern

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gerben-Jan) Gerbrandy i, gepubliceerd op donderdag 10 december 2015.

Het is de op een na laatste dag van de klimaatconferentie in Parijs en we zijn weer terug bij de kern. Midden op de onderhandelingstafel ligt een megagroot vraagteken dat eenmaal opgelost alle knopen zal ontwarren: wie betaalt?

We hebben een klimaatprobleem doordat er teveel CO2 is uitgestoten de afgelopen 150 jaar. Wie hebben dat gedaan? De rijke landen. Door hun natuur te vernietigen (ontbossing) en door een ongekende industriële revolutie. De rijkdom van nu is dus opgebouwd met CO2-uitstoot uit het verleden. En met de opgebouwde rijkdom is het ook gemakkelijker je aan te passen aan klimaatverandering. Die dijk wordt gewoon iets hoger. Arme landen hebben dus wel een punt als ze zeggen dat de rijken hun rommel moeten opruimen en hen moeten helpen problemen op te lossen waar ze part noch deel aan hebben gehad. Kwestie van rechtvaardigheid.

Ondanks allemaal toezeggingen van een miljard euro hier of 860 miljoen dollar daar blijven de westerse bijdragen gerommel in de marge. En, belangrijker, het betreffen vooral ad hoc bijdragen en veel te weinig langdurige verplichtingen. Ngo's brachten dat deze week weer goed in beeld door erop de wijzen dat de winst van twee bedrijven, Exxon en Chevron, vorig jaar even hoog was als de totale adaptatiekosten in arme landen: 50 miljard dollar.

Vanuit het rijke deel is er irritatie over allerlei landen die wel degelijk geld hebben, maar zich verschuilen in het kamp van de armen. Saoedi-Arabië, China, Brazilië om er een paar te noemen. Die schuiven verantwoordelijkheden van zich af, terwijl 65% van de wereldwijde uitstoot van klimaatgassen voor rekening van de ontwikkelende landen komt. Rijk wil pas bewegen als arm, en quasi-arm, toezeggingen doet. Patstelling dus.

Dat was hét probleem in 2009 in Kopenhagen en dat is het nog steeds. Een echte oplossing lijkt hier in Parijs nog niet in beeld.

Het eenvoudigst zou natuurlijk een wereldwijde CO2-belasting zijn, waarvan de opbrengsten gebruikt worden om het klimaatprobleem aan te pakken. Zowel voor preventie (mitigatie) als voor aanpassingen (adaptatie). Maar dat is politiek onbereikbaar. Waarom begrijp ik niet, want zowel het bedrijfsleven als ngo's vragen erom.

Second best zou zijn als Europa, de VS en andere rijke groepen landen meerjarige financiële toezeggingen doen. Toezeggingen die niet afhankelijk zijn van de bui van een minister van financiën of een politieke uitruil in een parlement. Nee, toezeggingen die automatisch worden nagekomen. Bijvoorbeeld door een deel van de opbrengsten van veilingen van emissierechten daarvoor opzij te zetten. Een voorstel van mijn hand daartoe is al door het Europees Parlement omarmd. Maar ik ben bereid het in te ruilen voor elke andere oplossing die hetzelfde doel dient.

Zo'n gebaar zou de onderhandelingen volledig open breken. Het zou de weg vrijmaken voor compromissen op alle andere terreinen. In 1970 besloten alle OESO landen dat ze 0,7% van hun BNP zouden reserveren voor ontwikkelingshulp. Alleen Zweden en Nederland hebben dat ooit gehaald, maar ook landen die zich beperkten tot 0,1% zorgden in ieder geval voor een gegarandeerde bijdrage. Ik vind het echt onbegrijpelijk dat zoiets nu voor klimaat niet mogelijk is, terwijl we voor een van de grootste uitdagingen ooit staan.