Kamp gaat aan de slag met voorstel Bart de Liefde

Met dank overgenomen van B.Ch. (Bart) de Liefde i, gepubliceerd op woensdag 9 december 2015, 3:44.

Waarom stoppen bij het afschaffen van roamingkosten bij de grens van de EU? De wereld ligt aan onze voeten.

 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Bart de Liefde

Wij Nederlanders zijn een reislustig volk. Naar welke afgelegen plek ter wereld je ook reist, je komt landgenoten tegen. Vakantie, werk of familiebezoeken, er zijn redenen genoeg om te reizen. Helaas komt na de reis altijd de hoge telefoonrekening door het bellen en gebruik van data in het buitenland. In Europa wordt dit nu geregeld. Per juni 2017 zal roaming binnen de Europese Unie afgeschaft worden. Maar waarom stoppen bij de Europese grens? De VVD wil dat het bellen en gebruik van data in de landen waar wij veel naartoe reizen net zo aantrekkelijk wordt als binnen de Europese Unie.

Bart de Liefde heeft daarom aan minister Kamp van Economische Zaken voorgesteld om als Europese Unie in gesprek te treden met onze belangrijkste handelspartners over het afschaffen van roaming. Denk aan landen als Amerika, China, Japan of Turkije. De minister was hierover positief en gaat dit onderwerp met de Europese Commissie bespreken.

Bart de Liefde: "Het zou ontzettend mooi zijn als de EU deze ambitie van Nederland omarmt. De Commissie probeert nu van de EU een 'connected continent' te maken. Het zou nog mooier zijn als dit een 'connected world' gaat worden. Waar je ook bent op vakantie, bij familie of voor werk; altijd tegen het thuistarief kunnen bellen is een enorme besparing voor consumenten en bedrijven. Geld dat hierdoor overblijft kan weer geïnvesteerd worden in allerlei zaken die échte banen opleveren. Ik ben dus heel blij met de ambitie van de minister."

Hieronder de spreektekst van Bart de Liefde tijdens het Algemeen Overleg Telecommunicatie op 9 december 2015.

Voorzitter,

De afschaffing van roaming per 15 juni 2017 is afhankelijk gemaakt van het bereiken van een overeenkomst over de maximale wholesale-tarieven. De Europese Commissie zou hier op uiterlijk 15 juni 2016 een voorstel voor moeten doen, waarna lidstaten en parlement hierover kunnen gaan onderhandelen. Daarnaast moet de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen per 15 december 2016. Hoe schat de minister de slagingskans van beide trajecten in? Wat gebeurt er als de partijen er niet uitkomen?

Wat betreft netneutraliteit; deze verordening zal ondanks de Nederlandse en Sloveense tegenstemmen in april 2016 in werking treden. Het ontbreken van een verbod op prijsdiscriminatie kan de keuzevrijheid van eindgebruikers gaan beperken. Dit baart de VVD zorgen. De minister wil de ACM toezichthoudende geven taken op de netneutraliteitsbepalingen uit de verordening. Aan welke bevoegdheden denkt de minister?

Voorzitter,

In het kader van ‘two is not enough’ hebben we het al eerder gehad over de modernisering van toegangsregulering. Mijn fractie vindt het raar dat er nog steeds sprake is van een ongelijk speelveld. Voor consumenten maakt het immers niet uit hoe zij TV kijken, via de kabel, het glasvezel of de telefoonlijn. Maar voor de wet maakt het wel uit en dat is vreemd.

De minister zegt dat maatwerk voor lidstaten mogelijk moet zijn. Ook stelt de minister voor geschillen over toegang aan de nationale toezichthouder voor te kunnen leggen en beslechten. De VVD is het met beide voorstellen eens. Welke instrumenten zou de ACM moeten krijgen en hoe breed zijn de bevoegdheden? Gaat het bijvoorbeeld over non-discriminatie, transparantie en efficiëntie in de wholesale-prijzen? Worden consumentenprijzen meegenomen?

Zou Nederland wellicht als pilot-land kunnen dienen? Kan de minister met de sector in Nederland in gesprek gaan om de knelpunten en potentiële oplossingen in kaart te brengen? Dit levert ook waardevolle informatie op voor zijn inzet richting Europa.

Tot slot voorzitter nog een vraag over de veiling van digitale ethertelevisie. De vergunning van KPN loopt begin 2017 af. Wij twijfelen of voor die tijd een veiling georganiseerd kan worden en dat een eventuele nieuwkomer dan ook nog tijdig zijn infrastructuur voor elkaar heeft. De consument lijkt door dit straffe tempo de dupe te worden. Is het niet handiger een redelijke overgangstermijn in te bouwen?