Conclusies van de Raad over migratie - Conclusies van de Raad (12 oktober 2015) - Hoofdinhoud

Raad van de Europese Unie Luxemburg, 12 oktober 2015 (OR. en)

12880/15

COAFR 294 RELEX 796 ACP 137 DEVGEN 181 ASIM 114 JAI 736 COPS 304 MAMA 160 COWEB 104

RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 12 oktober 2015 aan: de delegaties nr. vorig doc.: 12789/15

Betreft: Conclusies van de Raad over migratie

• - 

  Conclusies van de Raad (12 oktober 2015)

Voor de delegaties gaan in de bijlage de conclusies van de Raad over migratie die door de Raad zijn aangenomen tijdens zijn 3416e zitting van 12 oktober 2015.

BIJLAGE

Conclusies van de Raad over migratie

Raad Buitenlandse Zaken, 12 oktober 2015

• 1. 

  De ongekende migratie- en vluchtelingencrisis waarmee de EU momenteel wordt geconfronteerd, geeft een sterke toename van gemengde migratiestromen langs de route via het Oostelijk Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan te zien, parallel aan een constante stroom langs de route door het centrale Middellandse Zeegebied. De Westelijke Balkan is onder steeds grotere druk komen te staan, terwijl andere partnerlanden en buurlanden

1 van de EU, met name Jordanië, Libanon, Turkije en Irak, die het merendeel van

de Syrische vluchtelingen en Iraakse intern ontheemden opvangen, het tijdens de crisis het zwaarst te verduren hebben gekregen.

• 2. 

  De crisissen in onze nabuurschap en daarbuiten staan centraal als oorzaak van gedwongen ontheemding, die nog wordt verergerd door andere negatieve factoren zoals armoede,

  schendingen van de mensenrechten en gebrekkige sociaaleconomische ontwikkeling, en tonen eens te meer aan dat een integraal, evenwichtig extern migratie- en asielbeleid voor de EU nodig is. In dit verband is de Raad ingenomen met de gezamenlijke mededeling van de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter (HV/VV) en de Commissie van 9 september met als titel "Aanpak van de vluchtelingencrisis in Europa: de rol van het externe optreden van de EU", en de maatregelen die daarin worden omschreven, als basis voor verdere werkzaamheden. In dit verband bevestigt de Raad hoezeer hij hecht aan de mensenrechten, met name wat betreft de situatie van vrouwen en meisjes en andere kwetsbare personen en groepen.

1 Het gebruik van het woord "landen" of "grenzen" in deze Raadsconclusies houdt geen

erkenning als staat in.

• 3. 

  De Raad bevestigt dat hij alle passende instrumenten en beleidsmaatregelen wil inzetten en inspanningen wil ondersteunen om de onderliggende oorzaken van migratiestromen aan te pakken, in het bijzonder conflicten, politieke instabiliteit, mensenrechtenschendingen gebrekkige sociaaleconomische ontwikkeling, waaronder een gebrek aan werkgelegenheid, slecht bestuur en klimaatverandering. De Raad blijft in dit verband steun verlenen aan

  diplomatieke initiatieven van de VN die ten doel hebben een oplossing te vinden voor de conflicten in Syrië en Libië; deze worden geschraagd door inspanningen van de HV/VV, de Commissie en de lidstaten.

• 4. 

  De Raad herhaalt dat nauwe samenwerking met de eerste landen van asiel, de landen van herkomst en van doorreis belangrijk is om deze gemeenschappelijke uitdaging samen aan te pakken.

  In dit verband memoreert de Raad de stappen van de HV/VV, de Commissie en de lidstaten om de steun aan Jordanië, Libanon en Turkije, alsmede aan de Westelijke Balkan, op te voeren. De Raad spreekt zijn tevredenheid uit over de resultaten van de Conferentie op hoog niveau over de route door het Oostelijk Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan die op 8 oktober 2015 in Luxemburg is gehouden, onderschrijft de verklaring van deze Conferentie en vraagt om een spoedige en volledige uitvoering en follow-up ervan.

• 5. 

  De Raad acht het essentieel de samenwerking tussen de EU en Turkije inzake de steun aan vluchtelingen en migratie op te voeren, en ziet uit naar een overeenkomst met Turkije als onderdeel van een omvattende agenda op basis van wederzijdse toezeggingen. De Raad steunt de lopende werkzaamheden voor de opstelling van een actieplan, en ziet uit naar de bespreking met het oog op een akkoord daarover.

• 6. 

  De Raad is ingenomen met het besluit om de financiering van het Regionaal Trustfonds van de Europese Unie (het "Madad-fonds") dat recentelijk is opgericht in respons op de Syrische crisis, aanzienlijk te verhogen met meer dan 500 miljoen euro aan EU-financiering. Daar

  dient een gelijke inspanning van de EU-lidstaten en andere landen tegenover te staan. De uitbreiding van het fonds tot de Westelijke Balkan wordt voorgesteld.

• 7. 

  De Raad herinnert aan het belang van een brede dialoog met Afrikaanse landen van herkomst en doorreis, om samen de migratie- en asielstromen te beheren in een geest van partnerschap, ownership en gedeelde verantwoordelijkheid. In dit verband is de Raad ingenomen met de

  inspanningen van de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Commissie en het voorzitterschap van de EU, in nauwe samenwerking met de HV/VV, ter voorbereiding van de top van Valletta op 11 en 12 november, en spoort hij alle betrokkenen ertoe aan alomvattende, evenwichtige oplossingen te vinden en aanzienlijke vorderingen te maken met alle prioritaire domeinen van het ontwerpactieplan. De Raad hoopt dat spoedig de laatste hand wordt gelegd aan het ontwerpactieplan en onderstreept het belang van deelname op de hoogste niveaus aan beide zijden.

• 8. 

  De Raad vraagt in dit verband om nauwere contacten met de Afrikaanse partners door middel van de op continentaal niveau te voeren dialoog tussen de EU en Afrika inzake migratie en mobiliteit, de regionale strategieën (Sahel, Hoorn van Afrika, Golf van Guinee) en dialogen (Rabat, Khartoem) van de EU en de partnerschapsovereenkomst van Cotonou, teneinde de huidige uitdagingen gezamenlijk aan te pakken via humanitaire hulp, ontwikkelingsbeleid en -hulp, alsmede inspanningen om stabiliteit te garanderen en de weerbaarheid te versterken. De Raad is voorts ingenomen met de vorderingen die worden gemaakt in de richting van de oprichting van een noodtrustfonds voor stabiliteit en het aanpakken van de diepere oorzaken van irreguliere migratie en ontheemding in Afrika, en brengt in herinnering dat de financiering ervan moet worden verhoogd middels extra bijdragen van de lidstaten.

• 9. 

  De Raad steunt de lopende dialogen op hoog niveau over migratie met belangrijke landen langs de voornaamste migratieroutes naar Europa, die in nauw overleg met de lidstaten door de HV/VV en andere betrokken Commissieleden worden onderhouden. Deze dialogen op hoog niveau over de ruim opgevatte agenda over migratie en asiel moeten worden gevoerd in een geest van partnerschap en moeten hefbomen in kaart helpen brengen en samenwerking, met name inzake overname, versterken. Alle hulpmiddelen moeten worden ingezet om de samenwerking inzake terugkeer en overname te verhogen, waardoor overname een centrale plaats gaat bekleden in alle dialogen met de landen van herkomst van irreguliere migranten. De Raad herhaalt zijn oproep aan de Commissie om, samen de EDEO, binnen zes maanden alomvattende en op maat gemaakte pakketten voor te stellen om de algehele samenwerking met derde landen te versterken, met als doel daadwerkelijk uitvoering te geven aan overname en terugkeer. Die dialogen zullen voorts een belangrijk instrument vormen voor de verdere uitvoering van de resultaten van de Conferentie op hoog niveau in Luxemburg over de route via het Oostelijk Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan, alsmede van de top van Valletta.

  De Raad neemt in dat verband nota van met name de vruchtbare besprekingen van de HV/VV met de ministers van Buitenlandse Zaken van de Sahel G5 op 17 juni en met Niger op 17-18 september, met Senegal en Ethiopië in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) in New York op 29 september, alsmede van de komende besprekingen met andermaal Ethiopië en met de Commissie van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba op 20 oktober.

• 10. 

  De Raad is ingenomen met de snelle inzet van Europese migratieverbindingsfunctionarissen bij EU-delegaties als een belangrijke bijdrage aan de samenwerking met belangrijke partners.

• 11. 

  De Raad is ingenomen met de bijkomende steun aan de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR), het Wereldvoedselprogramma (WFP) en andere programma's en gespecialiseerde agentschappen waartoe de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad op 23 september heeft besloten. In dit verband, en zoals is omschreven in de mededeling van de Commissie van 9 september, roept de Raad ertoe op de samenwerking met belangrijke internationale partners en met de Verenigde Naties, in het bijzonder de UNHCR, het VN-OCHA, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), alsmede met organisaties zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) Kruis te versterken. De Europese Unie verzoekt in dat opzicht de internationale gemeenschap haar inspanningen bij de aanpak van de huidige crisis op te voeren.

• 12. 

  De Raad herhaalt dat de bestrijding van criminele netwerken van mensenhandelaars en smokkelaars een prioriteit blijft en is ingenomen met de overgang naar de tweede fase in volle zee van de EU NAVFOR MED-operatie Sophia, als bepaald in artikel 2, lid 2, punt b), onder i), van Besluit (GBVB) 2015/778, wat een belangrijke en gelegen komende stap is bij het ontwrichten van het bedrijfsmodel van de migrantensmokkelaars, en hij verwelkomt de aanneming van Resolutie 2240 van de VN-Veiligheidsraad op 9 oktober. De Raad verzoekt de HV/VV de werkzaamheden voort te zetten om de overgang naar de opeenvolgende fasen van de operatie mogelijk te maken.

• 13. 

  De Raad is tevens ingenomen met de versterking van EUCAP Sahel Niger waardoor de cruciale werkzaamheden ter ondersteuning van de Nigerese autoriteiten wat betreft het voorkomen, controleren en beheren van irreguliere migratie via Niger en in het bijzonder in Agadez verder kunnen worden verricht, in combinatie met de spoedige oprichting van het multifunctionele proefcentrum en de steun aan de Nigerese regering. In dit kader kan worden nagegaan hoe de EUCAP Sahel-missies kunnen worden versterkt.

• 14. 

  De Raad onderstreept dat een oplossing voor het Libische conflict essentieel blijft bij de aanpak van de migratiestromen via het centrale Middellandse Zeegebied, en herinnert eraan dat de EU klaar staat om de Libische autoriteiten opnieuw te ondersteunen bij hun aanpak van irreguliere migratie, met name op het gebied van grensbeheer en de strijd tegen

  mensenhandel.

• 15. 

  De Raad steunt de HV/VV en de Commissie bij hun niet-aflatende werk om de hierboven uiteengezette agenda snel uit te voeren, in nauwe samenwerking met de lidstaten, en roept hen ertoe op de externe dimensie van het migratiebeleid van de EU te blijven versterken, onder meer door samen te werken met andere partners van de internationale gemeenschap en de samenwerking met derde landen van herkomst en doorvoer op te voeren.

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.