Verslag commissie Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven; Verslag over het verzoekschrift van M.J. van D. te D.H. betreffende een betalingsregeling door het CJIB - Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven - Hoofdinhoud

Deze verslagen van de commissies voor de verzoekschriften is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 34307 - Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven van de Tweede Kamer 2015-2016.

Officiële titel	Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven; Verslag commissie Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven; Verslag over het verzoekschrift van M.J. van D. te D.H. betreffende een betalingsregeling door het CJIB
Document­datum	24-09-2015
Publicatie­datum	24-09-2015
Nummer	KST343072
Kenmerk	34307, nr. 2
Commissie(s)	de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (VERZ)
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

34 307 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 2 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT¹ VAN M.J. VAN D. TE D.H.² BETREFFENDE EEN BETALINGSREGELING DOOR HET CJIB

Vastgesteld 24 september 2015

Klacht

Verzoekster beklaagt zich over de weigering van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) om een betalingsregeling te treffen voor een haar opgelegde administratieve sanctie in verband met het overtreden van een verkeersvoorschrift.

Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Volgens het CJIB is aan verzoekster in februari 2013 een (Mulder-)sanctie opgelegd van € 390 exclusief administratiekosten, aangezien haar auto in december 2012 niet verzekerd was. Omdat de sanctie niet op tijd en volledig werd voldaan, volgden in mei en juni 2013 verhogingen van € 195 respectievelijk € 585. Inmiddels had verzoekster in mei 2013 wel € 296 betaald. Om de resterende vordering alsnog te innen, is de zaak in augustus 2013 in handen gegeven van een gerechtsdeurwaarder, maar aangezien deze daarin niet slaagde, heeft de officier van justitie verzoekster begin augustus 2014 gedreigd over te zullen gaan tot het toepassen van het dwangmiddel «inneming rijbewijs». In een brief aan de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) heeft verzoekster aangegeven de sanctie niet in een keer te kunnen betalen. Omdat de CVOM alleen inhoudelijke bezwaren tegen een beschikking in behandeling neemt en het verzoek niet als een beroepschrift werd gezien, wordt de zaak weer overgedragen aan het CJIB, die begin september aan verzoekster laat weten dat in dit stadium van inning geen betalingsregeling meer mogelijk is. Te zelfder tijd wordt van verzoekster nog € 229,06 ontvangen, zodat een vordering van € 600 resteert. Omdat het openstaande bedrag nog niet is ontvangen, besluit de officier van justitie in oktober het dwangmiddel buitengebruikstelling toe te passen, dat voor de duur van de behandeling van het verzoekschrift is opgeschort.

Overwegingen

Verzoekster, een alleenstaande moeder, geeft aan bereid te zijn de openstaande vordering te betalen, maar heeft als flexwerker in de zorg met aanvullende bijstand niet voldoende financiële armslag om de boete in een keer te voldoen. Ook zou zij de aanvullende bijstand van de gemeente te laat ontvangen. Zij schrijft dat na verschillende telefoontjes en een concrete vraag aan het CJIB een betalingsregeling is geweigerd omdat de wet dit niet zou toestaan. Daarnaast geeft zij toe zelf ook nalatig te zijn geweest in het contact met het CJIB.

De Staatssecretaris antwoordt in eerste instantie dat uit het feitenoverzicht van het CJIB blijkt dat verzoekster geen contact met het CJIB heeft gezocht tussen het tijdstip van verzending van de initiële beschikking (februari 2013) tot aan de toepassing van het dwangmiddel ïnneming rijbewijs (augustus 2014) en dat het CJIB dus niet kon weten van de betalingsproblemen. In beginsel wordt gespreide betaling van Mulder-sancties niet toegestaan, tenzij sprake is van een zeer uitzonderlijke of onredelijke situatie, zoals bijvoorbeeld ernstige schuldenproblematiek. Volgens het CJIB was daarvan in het onderhavige geval onvoldoende sprake. Verder heeft verzoekster geen beroep ingesteld tegen de beschikking, een mogelijkheid waarop zijn door de CVOM is gewezen. Het CJIB heeft recentelijk tevergeefs gepoogd telefonisch contact met verzoekster te krijgen. Ook is haar onlangs een brief toegestuurd met het advies spoedig contact op te nemen met het CJIB om te bezien of er alsnog een betalingsregeling kan worden getroffen.

Oordeel van de commissie³

De commissie gaat ervan uit dat er alsnog een redelijke betalingsregeling zal worden getroffen, zodat verzoekster aan haar betalingsverplichting kan voldoen.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers

Noot ¹

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

Noot ²

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

Noot ³

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Jacobi (PvdA), Van Raak (SP), Schouw (D66), Helder (PVV), Bruins Slot (CDA), Klein (Klein), Dik-Faber (CU), Van der Linde (VVD) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Van Nispen (SP), Berndsen-Jansen (D66), Krol (50PLUS) en De Caluwé (VVD).