Dubbelinterview Karin Straus en Chantal Nijkerken-de Haan in Limburg Liberaal

Met dank overgenomen van Ch.N.A. (Chantal) Nijkerken-de Haan i, gepubliceerd op maandag 1 juni 2015, 10:33.

Sinds 31 maart jongstleden bestaat het Limburgse VVD-team weer uit twee Kamerleden. Chantal Nijkerken-de Haan verdedigt nu samen met Karin Straus het liberale gedachtegoed met een zachte G. Samen maken zij zich sterk voor de provincie Limburg in het algemeen en de specifieke uitdagingen waar Limburg voor staat, zoals werken en leren over de grens.

Participatiewet

Chantal: “Ik ben geboren in Rijswijk en opgegroeid in Den Haag. Na een aantal omzwervingen door Nederland ben ik met mijn gezin in 2000 verhuisd naar Zuid Limburg. In de gemeente Onderbanken waar ik nog steeds woon, is mijn interesse in de (lokale) politiek verder aangewakkerd. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 kreeg ik de kans om namens de VVD wethouder te worden in de gemeente Onderbanken. Hier heb ik de eerste kneepjes van het besturen van een gemeente mogen leren. Naast de 'harde' portefeuilles als financiën, openbare werken en infrastructuur was ik ook verantwoordelijk voor de portefeuille Sociale Zaken. In 2013 ben ik als interim wethouder aan de slag gegaan in de gemeente Meerssen. Ook hier had ik de portefeuille Sociale Zaken onder mijn hoede. In beide gemeenten heb ik een bijdrage mogen leveren aan de invoering van de Participatiewet. Ik ben er sterk van overtuigd dat iedereen een waardevolle bijdrage kan leveren aan onze maatschappij. Hoe klein deze bijdrage soms ook kan zijn. Hier in Den Haag ben ik nu als woordvoerder verantwoordelijk voor de Participatiewet, een terrein dat ik dus al vanaf de gemeentelijke kant heb leren kennen.

Als woordvoerder Participatiewet wil ik mij er vooral voor inzetten dat gemeenten de ruimte krijgen hun verantwoordelijkheid te nemen. Dit betekent dus ook vertrouwen geven maar vooral durven loslaten. Met name door gemeenten binnen de kaders van de wet middels innovatieve ideeën voorwaarden te laten scheppen om zoveel mogelijk mensen die (deels) afhankelijk zijn van ondersteuning weer eigen regie over hun leven te geven. Zicht op reguliere arbeid is hierbij van cruciaal belang. Vooral voor gemeenten in de grensregio's is het daarbij van belang dat we eventuele barrières rondom werken over de grens beslechten. TomTom moet bij de grens niet aangeven "keer om indien mogelijk", maar de weg wijzen naar de vacatures die net over de grens van Nederland worden aangeboden.”

Duits in het onderwijs

Karin: “Als onderwijswoordvoerder merk ik regelmatig dat onderwijswetgeving erg vanuit ‘Den Haag’ is vormgegeven. De afgelopen periode heb ik op een aantal dossiers juist de regionale kaart gespeeld. Met de grensregio in gedachte heb ik gekeken wat er nu echt nodig is om in de regio voor het onderwijs het verschil te maken.

Nederland is als land bijvoorbeeld de afgelopen jaren steeds meer Angelsaksisch georiënteerd. Op televisie geen Derreck meer, maar CSI. Ouders zijn geen fan meer van Udo Jurgens, maar van Coldplay. Het Duits raakt steeds verder op de achtergrond en kinderen komen steeds minder natuurlijk in aanraking met ‘de andere kant van de grens’. Het is dan ook niet vreemd dat de kennis van de Duitse taal de laatste jaren achteruit is gehold. En dat terwijl kennis van de taal van de buren, met name voor het verbeteren van de positie op de arbeidsmarkt in de grensregio, onmisbaar is. Dat weten wij hier in de grensregio maar al te goed. Werkgevers staan hier te springen om personeel dat het Duits, en in mindere mate het Frans, voldoende beheerst.

Gelukkig zijn er steeds meer mogelijkheden om de Duitse taal weer op de kaart te zetten. Zo kennen we in Limburg al meer dan 35 zgn 'Euregio scholen' die specifiek aandacht aan buurtaal onderwijs besteden. En sinds kort hebben basisscholen de mogelijkheid om niet alleen Engels, maar dankzij de VVD, ook Duits of Frans als tweede taal in hun onderwijsprogramma op te nemen. Want in veel regio’s ben je gewoon beter af met een goede beheersing van het Duits dan van het Engels. Ondernemers in Duitsland maken zich zorgen over de teruggang in taalvaardigheid in de Duitse taal van Nederlanders. Inmiddels zijn er zelfs meer Duitse kinderen die Nederlandse leren dan dat er Nederlandse kinderen zijn die nog Duits leren. Belangrijke zorgpunten waaraan, mede op initiatief van de VVD, gelukkig ook in het coalitieprogramma in de Provincie Limburg aandacht wordt besteed.

Want we zijn er nog niet. Vorige maand gingen we in de Kamer op mijn initiatief in gesprek met experts over Duits in het onderwijs. Uit deze gesprekken bleek dat er nog veel knellende regelgeving in de weg zit. Zo zijn er bijvoorbeeld talloze bedrijven over de grens, waar onze (V)MBO studenten stage zouden kunnen lopen, maar die niet erkend zijn.De staatssecretaris gaat nu aan de slag om deze knelpunten aan te pakken. Want als deze knelpunten worden opgelost kan het buurtaalonderwijs in Nederland écht een impuls krijgen en zal dit ook de inspanningen van de Provincie Limburg om het belang van zowel de Franse als Duitse taal voor grensoverschrijdend werken, ondernemen, studeren, besturen, wonen en recreëren te onderstrepen, ten goede komen."

Belang nauwe band grensregio’s

Chantal: “Ik was laatst op werkbezoek in de gemeenten Roermond, Sittard-Geleen en Maastricht. Erg interessant om van deze zeer betrokken wethouders te horen waar zij tegen aan lopen bij de invulling van de Participatiewet. Uit deze gesprekken bleek dat er nog wel wat hobbels zijn maar ze spraken allemaal hun vertrouwen dat de invoering gaat slagen. Ik vind het belangrijk dat als hier in Den Haag wordt besloten dat gemeenten verantwoordelijk zijn, dat hen ook het vertrouwen wordt gegeven. Je moet uiteraard wel constant blijven luisteren wat er vanuit de gemeenten naar Den Haag komt.

Nederland heeft vele regio’s die allemaal van elkaar verschillen. Sommige regio’s lijken op elkaar, andere zijn wezenlijk anders. De grensregio’s van ons land hebben veel gemeen maar Limburg is toch bijzonder. Door de uitgerekte geografische ligging van de provincie zijn er vele mogelijkheden die net over de grens liggen. De arbeidsmarkt direct over onze Nederlandse grens met Duitsland en België wordt op dit moment onvoldoende benut en betrokken bij ons arbeidsmarktbeleid. Hier liggen echt nog vele kansen voor gemeenten. Wet- en regelgeving die het werken over de grens bemoeilijken moeten op landelijk niveau worden aangepakt. Het is natuurlijk vreemd dat ze in Duitsland staan te springen om mensen in de kinderopvang terwijl hier in Limburg gemotiveerde mensen thuis in de bijstand zitten. Omdat de grens vanuit de Tweede Kamer in Den Haag ver weg lijkt, is het handig om betrokken Kamerleden te hebben die een nauwe band hebben met hun (grens)regio’s. Het helpt echt als je in de grensstreek een netwerk hebt van mensen die ervaring hebben op dit gebied en zelf hebben weten welke hordes er staan. ”

Erkenning (MBO) beroepskwalificaties over de grens

Karin: “Dat is inderdaad heel belangrijk. Momenteel lopen er bijvoorbeeld vele lokale en regionale initiatieven op het gebied van werken over de grens. Wij komen die initiatieven op onze werkbezoeken tegen, maar jammer genoeg werken zij soms door elkaar en langs elkaar heen, vaak zonder dat ze dat van elkaar weten. Niet alleen kunnen wij hen met elkaar in contact brengen, ook kunnen wij hun vanuit Den Haag helpen om bepaalde probleempunten op te pakken.

Bij al deze regionale initiatieven speelt bijvoorbeeld het probleem dat het voor Nederlanders die in Duitsland willen werken heel ingewikkeld is om hun mbo-diploma erkend te krijgen. Werken over de grens wordt momenteel eerder gefrustreerd dan gestimuleerd en dat kost banen, tijd en geld. In Nederland zitten mensen in de grensstreek vaak onnodig werkloos thuis omdat er in Nederland in hun beroep soms weinig vacatures zijn, terwijl er net over de grens bedrijven zijn die geen geschikt personeel kunnen vinden. Over de grens solliciteren is echter een tijdrovende en moeilijke klus. Voordat je in een ander land aan de slag kunt, dien je eerst inzicht te geven in je opleidingsniveau en beroepskwalificaties. Werkgever en werknemer worden door tussenkomst van ambtelijke organisaties onbedoeld tegengewerkt. Ik ken zelfs een geval waar het bijna een jaar heeft geduurd voordat er groen licht werd gegeven voor iemand om te kunnen solliciteren bij de oosterburen. Vandaar dat ik Minister Bussemaker van Onderwijs heb opgeroepen om met de Duitse deelstaten NordRhein Westfalen en Niedersachsen hierover afspraken te maken zodat de erkenning van beroepsdiploma’s vergemakkelijkt wordt.

Het is fijn dat Chantal hier nu ook zit, samen hebben we de neuzen de goede kant op en zetten wij ons in voor Limburg. Aan ons de uitdaging om de rest van de Kamer te laten zien wat voor

mogelijkheden er in de grensregio’s liggen. Regio’s die wel willen, regio’s die wel kunnen maar regio’s die nu soms nog worden tegengehouden door beperkende regelgeving vanuit Den Haag.”