Initiatiefwet: de Kamer aan zet

Met dank overgenomen van T. (Tamara) van Ark i, gepubliceerd op dinsdag 15 juli 2014, 8:56.

1.

Column Hart van Holland week 17

15 jul 2014

Initiatiefwet: de Kamer aan zet

De meeste wetten die in de Tweede Kamer behandeld worden, worden gemaakt op een ministerie. Er zijn wetten die hun oorsprong vinden in een regeerakkoord, en er zijn wetten die “zelfstandig” gemaakt worden in het departement. Daarnaast kunnen Tweede Kamerleden ook zelf wetten maken. Dit heet het recht van initiatief. Het is een belangrijk recht, omdat hierdoor het Parlement ook daadwerkelijk zelf instrumenten heeft om aan zet te zijn en wetten te maken. Het komt wel regelmatig voor dat er initiatiefwetten worden ingediend. Ze daadwerkelijk door de Tweede en de Eerste Kamer loodsen zodat de wet ook van kracht wordt is niet altijd een gegeven. Veel initiatiefwetten “stranden” in de complexe processen tussen publicatie van het idee en de handtekening die er uiteindelijk vanuit het kabinet ook op gezet moet worden als beide Kamers akkoord zijn. Je kunt dit in je eentje doen als Kamerlid, met z’n allen (zoals bijvoorbeeld bij de Veteranenwet) of met een groep.

Dat laatste maak ik op dit moment aan den lijve mee. Samen met Kamerleden van D66, Groen Links, PvdA en SP ben ik vanuit de VVD mede-initiatiefnemer voor een wet die de enkele feit constructie schrapt uit de Algemene Wet gelijke behandeling. Kort en goed komt het er op neer dat het op dit moment mogelijk is voor bijvoorbeeld scholen op een bepaalde religieuze grondslag om door middel van indirect onderscheid een leraar te kunnen weigeren of te ontslaan. Niet om het enkele feit dat hij homosexueel is, maar wel door bijkomende omstandigheden. Er is veel onduidelijk over wat die bijkomende omstandigheden dan zijn, maar een ding is wel duidelijk: die zijn wel terug te voeren op het feit dat iemand homosexueel is. Dat is een onderscheid dat we in Nederland niet willen maken. We willen af van die onduidelijkheid. Er wordt al heel lang gesproken om dit in de wet aan te passen. Een aantal jaar geleden heeft een aantal Kamerleden zelf de handschoen opgepakt en heeft dus een initiatiefwet gemaakt. Nu werkt het bij initiatiefwetten zo dat als een Kamerlid vertrekt, de opvolger met dezelfde portefeuille deze wet overneemt. Zodoende ben ik nu mede-initiatiefnemer. De afgelopen maanden is de initiatiefwet door de Kamer in behandeling genomen. Dat betekent dat er eerst schriftelijke vragen gesteld worden door de fracties en dat daarop een antwoord moet komen. Daarna kan het voorstel plenair behandeld worden. De initiatiefnemers zitten dan op de plek waar normaliter de bewindspersonen zitten. En de minister die er vakmatig bij betrokken is (in dit geval de minister van Binnenlandse Zaken) zit er ook bij. Vorige week was de Kamer aan zet. Vanuit alle fracties spreken de woordvoerders dan hun inbreng uit. Wij hebben vervolgens een week de tijd om de beantwoording voor te bereiden. En aankomende donderdag (als tenminste de agenda van de Kamer blijft zoals deze is beoogd) gaan we antwoord geven in eerste termijn. We hopen ook gelijk de tweede termijn te kunnen doen. Dan kan dit wetsvoorstel door naar de Eerste Kamer. En is wederom een belangrijk instrument van het parlement ingezet.