Inbreng verslag (wetsvoorstel) Carola Schouten inzake de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties

Met dank overgenomen van C.J. (Carola) Schouten i, gepubliceerd op vrijdag 10 juli 2015.

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën ten behoeve van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties

Onderwerp:   Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties

Kamerstuk:    34 036

Datum:           4 juni 2015

De leden van de ChristenUnie-fractie danken de regering voor de beantwoording van de eerder gestelde vragen in de nota naar aanleiding van het verslag. Over de recent ingediende nota van wijziging willen deze leden graag enkele vragen stellen.

Voorstel voor alternatief voor de BGL en de VAR

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen een nadere toelichting waarom de regering niet sterker inzet op breder gedragen (model)overeenkomsten, bijvoorbeeld door sectorale criteria te stellen. Hoe weegt de regering voordelen van sectorale (model)overeenkomsten hierin mee, zoals het bredere draagvlak en de mogelijkheid om criteria op te stellen die aansluiten bij de sector en zo bijdragen aan een beter onderscheid tussen ZZP’ers en werknemers.

De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat de regering denkt aan een termijn van vijf jaar als geldigheidsduur van een (model)overeenkomst. Kan de regering toelichten van welke afwegingen de besluitvorming over de termijn nog afhankelijk is en wanneer hierover een definitief besluit wordt genomen, zo vragen deze leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in hoeverre er momenteel al positief beoordeelde modelovereenkomsten zijn. Kan de regering aan de hand van voorbeelden toelichten hoe de in de memorie van toelichting genoemde factoren voor de beoordeling hierin zij meegenomen, zo vragen deze leden. Genoemde leden willen weten of het klopt dat in de modelovereenkomst voor de zorg alleen het criterium van een aansprakelijkheidsverzekering is opgenomen. Kan de regering dit dan toelichten en hoe wordt dan voorkomen dat een deel van de betrokkenen ten onrechte als ZZP’er wordt aangemerkt, zo vragen deze leden.

De regering geeft aan dat nieuwe jurisprudentie aanleiding kan zijn om nieuwe of anderen factoren te betrekken in het beoordelen van (voorbeeld)overeenkomsten. Als de rechter oordeelt dat er toch sprake is van een arbeidsovereenkomst, zal de betreffende (voorbeeld)overeenkomst voor de toekomst worden ingetrokken. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een toelichten of het ‘voor de toekomst intrekken’ inhoudt dat de betreffende (voorbeeld)overeenkomst op dat moment direct komt te vervallen. Genoemde leden vragen op welke wijze andere opdrachtgevers en opdrachtnemers die dezelfde of een vergelijkbare voorbeeldovereenkomst gebruiken dan worden geïnformeerd over de intrekking van een (voorbeeld)overeenkomst.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een toelichting welke mogelijkheden opdrachtgevers en opdrachtnemers hebben om bezwaar te maken als zij het niet eens zijn met de beoordeling van een (voorbeeld)overeenkomst.

Handhaving

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke wijze het voorgestelde alternatief in de praktijk zal bijdragen aan het eenvoudiger opsporen en terugdringen van schijnzelfstandigheid.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.