Blij met ratificatie EU vrouwenrechtenverdrag

Met dank overgenomen van M.J.J. (Marith) Volp i, gepubliceerd op donderdag 4 juni 2015, 13:32.

Foto Flickr / PvdA

Ik ken ze, de vrouwen die slachtoffer zijn van geweld. Geweld veelal onvermijdelijk dichtbij, achter de voordeur. Geweld dat we eufemistisch ‘’huiselijk’’ noemen. En ik ken ze niet alleen vanuit mijn werk als huisarts. Ik kan ze zo voor de geest halen, hun verdriet, hun letsels, hun angst, hun zelfverwijt, hun zorgen over de kinderen. Daarom ben ik heel blij dat we gisteren eindelijk spraken over het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld: het Istanboel verdrag.

Het verdrag is uniek van aard en vormt een internationaal, juridisch bindend en alomvattend instrument om actief op te treden op het gebied van preventie, slachtofferhulp en vervolging van daders. Het verdrag van Istanboel is niet zomaar een Europese variant van het VN-Vrouwenverdrag, het legt de ontwikkelingen vast die op internationaal niveau hebben plaatsgevonden en is een uitvoerig verdrag met belangrijke handvatten voor de verschillende soorten maatregelen die een overheid moet nemen. En ook Nederland moet nog een aantal stappen zetten voor een krachtige aanpak van geweld tegen vrouwen.

Ten eerste maak ik mij zich zorgen over de aard en omvang van geweld in huiselijke kring en seksueel geweld tegen vrouwen in Caribisch Nederland. Het taboe op huiselijk geweld is daar groot. Daarom moet er zo snel mogelijk een specifieke aanpak komen van huiselijk en seksueel geweld op de eilanden. Bijvoorbeeld door het invoeren van het tijdelijk huisverbod, zodat een pleger van huiselijk geweld tijdelijk zijn of haar woning niet meer in kan. Hiernaast wordt de pleger van huiselijk geweld in die periode ook ontboden van contact opnemen met de partner of de kinderen.

Ten tweede vindt de registratie van geweldsincidenten te versnipperd plaats. Dat is een belemmering voor goed zicht op de aard en omvang van de problematiek en geen goede basis voor effectief beleid. Dat moet beter. Ook maak ik mij zorgen over vrouwen die afhankelijk zijn van hun man voor een verblijfsvergunning of in huwelijkse gevangenschap. Als er sprake is van geweld vinden zij vaak geen toegang tot hulpverlening. Dat moet beter.

Het laatste punt van zorg is de problematiek van vrouwelijke genitale verminking. Juist nu de toestroom van vluchtelingen uit gebieden waar dit als cultureel verschijnsel voorkomt is een goede screening in de opvang nodig. Artsen en voorvechters uit etnische groepen hebben daarin een sleutelrol. Zij leggen huisbezoeken af en organiseren voorlichtingsbijeenkomsten. Daarom is het van belang dat er financiële steun blijft voor deze mensen en dat artsen samenwerken met de justitiële autoriteiten om misstanden te signaleren en te melden.

De Engelse actrice Emma Watson, bekend als Hermelijn uit de Harry Potter films, heeft vrij recent een spraakmakende toespraak gegeven voor de VN. Zij zei: "We want to try and galvanize as many men and boys as possible to be advocates for gender equality." “Zodat hun dochters, zusters en moeders vrij kunnen zijn van vooroordelen, maar ook zodat hun zonen toestemming hebben om kwetsbaar en menselijk te zijn.” Ik ben dan ook blij dat de mannen in onze regering zich opstellen als voorvechters voor gendergelijkheid en eindelijk het Istanboel verdrag ratificeren.