Aftreden Tweede Kamervoorzitter

Met dank overgenomen van Parlement.com.

Er is in de parlementaire geschiedenis één keer een Tweede Kamervoorzitter i afgetreden. Dat was Anouchka van Miltenburg i in december 2015. Daarnaast stelde in september 1912 voorzitter Van Bylandt i zich niet meer herkiesbaar voor het voorzitterschap in de volgende zittingsperiode (tot 1983 werd de Tweede Kamervoorzitter jaarlijks benoemd). In beide gevallen was er kritiek op de leiding door de Voorzitter, maar in 2015 was een bevinding in een rapport directe aanleiding voor het vertrek.

1.

Aftreden Van Miltenburg

In 2015 oordeelde een commissie-Oosting, die de gang van zaken rond een deal van het OM met de crimineel Cees H. uit 2001 onderzocht, dat Kamervoorzitter Van Miltenburg ten onrechte een brief van een klokkenluider over deze zaak niet aan de commissie had doorgeleid. Bovendien had zij de brief laten vernietigen, omdat dit de standaardprocedure zou zijn geweest. De kritiek ondermijnde haar toch al verzwakte positie, waarna zij terugtrad. Van Miltenburg liet weten het ambt van Voorzitter niet langer met deze zaak te willen belasten.

Eerder waren er tijdens haar voorzitterschappen diverse kleinere en grotere incidenten geweest. In april 2013 verweet CDA-fractievoorzitter Buma i haar van partijdigheid in een debat met staatssecretaris Weekers i, waarop zij emotioneel had gereageerd. Anoniem lieten sommige leden daarna weten haar ongeschikt te vinden voor het voorzitterschap.

Het negatieve beeld werd versterkt toen zij bij de presentatie van een onderzoeksrapport over mislukte ict-projecten bij de overheid liet weten dat ze had moeten 'googelen' wat ict betekende. Na een in haar ogen overbodige hoofdelijke stemming over een PvdD-motie zei zij - terwijl de microfoon nog openstond - 'much to do about nothing'. (het gezegde luidt 'much ado about nothing').

Zij kreeg verder soms het verwijt dat zij debatten voortijdig smoorde door interrupties niet toe te staan. In procedurele kwesties stelde zij zich bovendien nogal formeel op. Zo werden leden ter verantwoording geroepen die een minister i of staatssecretaris i met hun naam aanspraken. Daar stond tegenover dat kwalificaties als 'heel klein, zielig, miezerig mannetje' en 'nepparlement' door haar werden toegestaan. Daarnaast was er kritiek op haar optreden in een kwestie rond het mogelijk lekken van informatie door GroenLinks-Kamerlid Linda Voortman i. Het beeld was dat zij (alleen) te voortvarend naar het OM was gestapt.

Toen de kwestie van de versnipperde brief speelde, ontbrak het haar aan krediet om nog verder te kunnen blijven functioneren.

2.

Terugtreden Van Bylandt

Tijdens het voorzitterschap van Van Bylandt i kwamen enkele incidenten en rumoerige vergaderingen voor. In de eerste vergadering na Prinsjesdag in 1910 kreeg Van Bylandt te maken met grote onrust in de Kamer, nadat op voorstel van De Savornin Lohman i (na een stemming van 'rechts' tegen 'links') was besloten geen Adres van Antwoord i op de troonrede op te stellen. Daarmee kon ook niet - zoals de sociaaldemocraten wensten - worden gedebatteerd over uitbreiding van het kiesrecht.

Na dit, onder groot tumult genomen, besluit, gingen de sociaaldemocraten onder leiding van Schaper i over tot obstructie van de werkzaamheden. Zo hield Schaper over alle onderwerpen (ingekomen brieven, regeling van werkzaamheden, berichten van verhindering etc.) redevoeringen. Van Bylandt liet zich toen in de vergadering na enige tijd vanwege ziekte vervangen door ondervoorzitter jhr. O. Van Nispen tot Sevenaer i.

Na een nieuwe zeer rumoerige vergadering op 30 juni 1911 werd in sommige persorganen gesuggereerd dat Van Bylandt beter ontslag kon nemen. De koningin weigerde in september 1911 de zitting van de Staten-Generaal te openen, vanwege de herbenoeming van de in haar ogen te zwakke voorzitter.

In september 1912 werd Van Bylandt opgevolgd door Van Nispen van Sevenaer. Formeel werden daarvoor gezondheidsredenen aangevoerd. De dagbladen noemden hem na zijn vertrek een beminnelijke, humane en plichtsgetrouwe edelman, die echter niet was opgewassen tegen de zware taak en die niet in staat was om het prestige van de Kamer te handhaven.

Een krant had eerder over zijn voorzitterschap geschreven:

"De heer Van Bylandt heeft evenveel verstand van een parlement te presideeren als een kat van de Verelendungs-theorie."

Lees verder: "Smerige bende! Dompers ben jullie" i

 

Meer over