Een vraag om een vraag

Met dank overgenomen van M. (Jet) Bussemaker i, gepubliceerd op woensdag 1 april 2015, 1:56.

Hoe oud kan de mens worden? Leidt meer historisch besef tot meer empathie en begrip voor andere mensen? Wat moeten we doen om de betrokkenheid van de burger bij de politiek te vergroten? Het zijn vragen die mij bezig houden, en het zou me verbazen als ze niet ook anderen bezighielden. Het zijn vragen die je wel zou willen stellen aan wetenschappers.

Nou, dat treft. Iedereen kan sinds vandaag zijn of haar vraag stellen aan de wetenschap, want vandaag gaat de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) van start. Voorzitters Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan van de NWA inventariseren vanaf vandaag vragen die de wetenschap uitdagen. En iedereen mag meedoen: organisaties, verenigingen, bedrijven maar vooral ook individuele burgers.

Enige voorwaarde voor deelname is dat de vraag beantwoord zou kunnen worden door de wetenschap. De vragen geven gezamenlijk een beeld van wat de samenleving verwacht van de wetenschap en vormen de basis voor de NWA die komend najaar gepresenteerd wordt. De Graaf en Rinnooy Kan bundelen de meest prangende vragen in thema’s die de komende jaren als inspiratie kunnen dienen voor de wetenschap.

Het voorzittersduo verwacht dat er uiteindelijk ongeveer tien thema’s in de agenda komen te staan. Er wordt geselecteerd en dat betekent dat er ook onderwerpen zullen afvallen. Die keuze maak ik niet zelf, dat doen de voorzitters. Ze selecteren daarbij op vragen uit de samenleving die helpen onze wetenschap nóg beter te maken; beter te worden in waar we al goed in zijn en te ontdekken waar we ook goed in kunnen worden.

“Alles wat in de wetenschapsagenda komt is belangrijk, maar niet alles wat belangrijk is, komt in de wetenschapsagenda”, geven De Graaf en Rinnooy Kan als antwoord op de vraag over de gevolgen van de selectie. Lang niet al het onderzoek dat bijvoorbeeld door NWO wordt gesubsidieerd zal in de agenda belanden. Dat hoeft ook niet. Vrij en ongebonden onderzoek laat zich niet vangen in een vraaggestuurde agenda. Veel wetenschappelijke ontdekkingen komen immers bij toeval tot stand, op zoek naar iets anders, of puur gedreven door nieuwsgierigheid.

Om te voorkomen dat ongeruste wetenschappers onmiddellijk verontwaardigd in de pen klimmen: de NWA gaat niet ten koste van het vrij en ongebonden onderzoek. De ruimte voor onderzoekers om buiten de agenda om vrij onderzoek te blijven doen, blijft bestaan. Daar mag u mij aan houden.

Sterker nog: in onze Wetenschapsvisie 2025 ‘Keuzes voor de toekomst’ hebben staatssecretaris Dekker en ik €50 miljoen structureel toegezegd aan wetenschappers die Europese onderzoeksbeurzen binnenhalen. Door dit extra geld worden de matchingslasten lager en blijft er meer geld over voor het vrij en ongebonden onderzoek. Wij hechten ook zeer aan programma’s zoals de vernieuwingsimpuls voor jonge onderzoekers.

Overigens verbaas ik me nog wel eens over het onderscheid dat sommigen maken tussen fundamenteel en toegepast onderzoek. Alsof dit altijd zwart-wit is. Vaak loopt het in de praktijk van een onderzoeker of onderzoeksgroep door elkaar en wordt fundamenteel onderzoek uiteindelijk ook gebruikt in een toepassing.

Denk eens aan het werk van Leo Kouwenhoven en Ineke Sluiter. De een (Kouwenhoven) levert via onderzoek in de quantummechanica een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van supercomputers. De ander (Sluiter) onderzoekt de Griekse taal en de normen en waarden in de Griekse oudheid en trekt daar lessen uit voor onze, hedendaagse sociale identiteit. Een Nobelprijs voor wie mij kan uitleggen waar in deze onderzoeken de fundamentele wetenschap ophoudt en het toegepast onderzoek begint.

Voor de NWA maakt het niets uit: fundamenteel of toegepast, alfa, beta of gamma, monodisciplinair of cross over. Als de vraag maar door de wetenschap beantwoord kan worden. Heeft u een vraag? Stel deze dan op www.wetenschapsagenda.nl.