Onbekend maakt onbemind

Met dank overgenomen van M. (Jet) Bussemaker i, gepubliceerd op vrijdag 13 maart 2015, 1:56.

Als u me zou vragen waar ik me het meest over heb verbaasd de afgelopen jaren, dan is dat het gebrek aan belangstelling in politiek Den Haag voor het mbo. Natuurlijk, als er gedoe is duikt iedereen erbovenop. En terecht. Amarantis en ROC Leiden zijn ook cases waar politiek en media scherp op horen te zijn.

Maar er is zoveel meer te melden vanuit het mbo: ik kom zoveel inspirerende voorbeelden van vakmanschap tegen en zie zoveel goede initiatieven van samenwerking met het bedrijfsleven waar andere sectoren nog van kunnen leren. Helaas hoor je daar zelden iemand over.

Ik heb het eens laten nagaan in de systemen van OCW. Sinds mijn aantreden zijn er 88 sets Kamervragen gesteld over het hoger onderwijs en de studiefinanciering. Over het mbo waren dat er slechts 31. En dan tel ik daar de vragen over laaggeletterdheid en volwasseneneducatie bij.

Die verhouding 88-31 valt niet te verklaren uit de omvang van de sectoren: het hoger onderwijs telt ongeveer 50 instellingen, het mbo rond de 70. Ook in de studentenaantallen is de verhouding 88-31 niet terug te vinden. Ongeveer 615.000 studenten volgen hoger onderwijs; het mbo heeft circa 467.000 deelnemers.

links-rechts-patroon

Als je de Kamervragen bekijkt op politieke afkomst zou je misschien verwachten dat er een duidelijk links-rechts-patroon in te ontwaren valt. Veel vragen van mijn eigen partij, SP en GroenLinks en weinig van rechtse partijen als VVD en D66. Maar ook dat is niet het geval. GroenLinks ontbreekt geheel en de SP stelt evenveel vragen als de VVD (drie). Voor de goede orde: D66 stelde negen vragen over het mbo en de PvdA tien.

Rest me weinig anders dan te concluderen dat het Binnenhof het mbo te vaak over het hoofd ziet omdat de mensen die daar de dienst uitmaken het mbo slecht kennen. Slechts een enkeling heeft er zelf ooit gezeten en maar weinigen hebben kinderen in het mbo. Onbekend maakt onbemind.

Wereldtop

Dat is heel spijtig, want we hebben het wel over een half miljoen jongeren die vaak heel inspirerend werk doen. Wist u bijvoorbeeld dat mbo-studenten hebben meegewerkt aan de restauratie van het Rijksmuseum? Dat Hollywoordsterren dol zijn op de handtassen van onze eigen oud-MBO-student Omar Munie? Dat uw pianostemmer zijn vak heeft geleerd op een mbo-opleiding? Dat ons mbo tot de wereldtop behoort en dat China bij ons mbo de kunst afkijkt?

En dan heb ik het niet eens over de onmisbare vaklui die uw schoen verzolen, uw lekke dak repareren, of het boeket samenstellen waarmee u uw partner wilt verrassen. Zij zijn veel te belangrijk om nog langer te negeren.

Beleid

En wat ik er zelf aan doe? Een greep uit mijn beleid: scholen moeten hun leerlingen-in-spé beter voorlichten over wat ze kunnen verwachten; opleidingen moeten beter aansluiten op de arbeidsmarkt; introductie van de meester-gezel-titel, waarmee excellente vaklui zich kunnen onderscheiden; jongeren die meteen een vak willen leren kunnen opgaan voor het vakdiploma; mbo’ers krijgen een mbo card waarmee ze met korting naar culturele evenementen kunnen; uitbreiding van het reisrecht voor studenten naar mbo’ers beneden de 18; en er is €250 miljoen voor verbetering van de kwaliteit van het mbo-onderwijs.