Bijdrage Diederik Samsom aan debat aanslagen Parijs

Met dank overgenomen van D.M. (Diederik) Samsom i, gepubliceerd op woensdag 14 januari 2015, 20:02.

Foto Flick / PvdA

De overheid moet een antwoord geven op de angst, door veiligheid te bieden. Daarbij geldt voor mijn fractie dat we ons niet willen storten in een politieke wapenwedloop van flinke voorstellen, maar dat we het kabinet de opdracht en de ruimte willen geven om te zorgen dat onze politie,marechaussee en veiligheidsdiensten kunnen doen wat nodig is. Dat zei ik vandaag in het debat over de aanslagen in Parijs.

Hieronder mijn volledige bijdrage aan het debat :

De aanslagen in Parijs vorige week waren een brute aanslag op de essentiële belofte van het vrije naoorlogse Europa. De belofte van een samenleving waarin je nooit meer bang hoefde te zijn vanwege je afkomst, je geloof, je geaardheid of je mening. De kalasjnikovs schoten niet alleen mensenlevens van moedige cartoonisten, dappere agenten en onschuldige bezoekers van een supermarkt aan flarden. Ze schoten ook die belofte kapot. Althans: dat probeerden ze. In een even barbaarse als gerichte aanval op de dragers van de vrijheid van meningsuiting, en op joodse medeburgers probeerden ze onze samenleving in het hart te raken en de fundamenten onder onze vrijheid weg te slaan. Het eerste is gelukt, we zijn geraakt. In het hart. Het tweede zal ze nooit lukken. Omdat onze vrijheid in al zijn kwetsbaarheid zoveel sterker is dan de hardstalen kogels uit een automatisch geweer. Omdat we onze individuele angst en onmacht kunnen overwinnen met een gezamenlijke boodschap. Namelijk dat wij, met elkaar, van alle afkomsten en geloven staan voor een vrije en verdraagzame samenleving. En dat we het niet pikken als extremisten en radicalen dat kapot willen maken.

Dat was de boodschap van honderdduizenden afgelopen donderdag op de Dam in Amsterdam en in zoveel andere steden, het was de boodschap van mijoenen in 's werelds grootse massabetoging afgelopen zaterdag in Frankrijk. Het stemde hoopvol. Net als de woorden die onze burgemeesters, Van der Laan en Aboutaleb, vonden om uiting te geven aan de afschuw, maar ook aan de woede van velen van ons. Aboutaleb sprak als woedende moslim, en hij was niet de enige. Velen, van organisaties tot individuen, spraken zich uit met een gezamenlijke boodschap: blijf van onze islam af. Terecht. En nodig. Niemand van ons, moslim of niet-moslim, hoeft verantwoording af te leggen voor gruweldaden die niet door hem zijn gepleegd, maar het is wel nodig om verantwoordelijkheid te nemen. Het is goed dat velen, moslims en niet-moslims, dat doen. We hebben alle gematigde krachten nodig nu fundamentele vrijheden op het spel staan.

Maar naast de hoopvolle signalen waren er ook de zorgwekkende of ronduit verwerpelijke gevolgen van de Parijse aanslagen. Het goedpraten, de bedreigingen, de oorlogstaal, het wijzen naar elkaar, de aanslagen op moskeeën. En er was angst. Franse Joden spraken openlijk over emigratie naar Israël. Cartoonisten en columnisten zeiden eerlijk dat ze niet langer alles durven te tekenen of te schrijven. De terreur heeft verdeeldheid en angst gezaaid.

Veel van die verdeeldheid en angst is verklaarbaar, maar niets ervan mag onbeantwoord blijven. Dan zouden de terroristen winnen. Als samenleving zullen we de angst en verdeeldheid van een antwoord moeten voorzien: met moed en verbondenheid. Dat vraagt veel van ons allemaal. Niet in de laatste plaats van de overheid.

De overheid moet een antwoord geven op de angst, do or veiligheid te bieden. Daarbij geldt voor mijn fractie dat we ons niet willen storten in een politieke wapenwedloop van flinke voorstellen, maar dat we het kabinet de opdracht en de ruimte willen geven om te zorgen dat onze politie, marechaussee en veiligheidsdiensten kunnen doen wat nodig is.

Wettelijke bevoegdheden die daarbij horen, besprake n we al op 4 september, en de PvdA steunt de voorstellen die toen werden gedaan nog steeds. Maar ook hier geldt dat wie de vrijheid wil beschermen met vrijheidsbeperkende maatregelen grot e zorgvuldigheid moet betrachten. Zoals een medicijn bij juiste dosering het virus doodt, maar bij overdosis het lichaam. En onze open vrije democratie is een kwetsbaar lichaam.

Maar die andere opdracht, de eenheid bewaren, is mi nstens zo belangrijk. En dubbel zo moeilijk. Want wat is het verleidelijk om in deze situatie na ar elkaar te kijken, terug te vallen in gemakkelijke reflexen van wij tegen zij.

Let wel: er is wel degelijk sprake van een wij en en zij. Maar niet de stereotype en polariserende langs etnische of religieuze scheidslijnen, waar sommigen in vluchten. Nee. Wij, dat zijn de mensen die de vrijheid, de tolerantie, de vooruitgang, de democratie koesteren. Het zijn er heel veel. En ze zijn van alle religies, gezindten, geaardheden en etniciteiten. Zij, dat zijn zij die die gekoesterde Europese waarden verachten en bestrijden, soms zelf s met geweld. Het zijn er veel minder, maar wel teveel.

Wie de eenheid wil bevorderen moet dan meer doen da n alleen verbindende woorden spreken. Die moet ook het wij-gevoel scherper en zorgvuldiger durven definiëren. We moeten dat lostrekken van afkomst en religie en vervangen door een wij-gevoel dat is gebaseerd op essentiële kernwaarden zoals vrijheid, tolerantie, emancipatie, vooruitgang en rechtvaardigheid. Als we het Nederlanderschap in deze kernwaarden durven definië ren, waar je ongeacht afkomst of religie voor kunt kiezen en waar je bij kunt horen, dan bouwen we aan een gemene deler die past bij onze open en inclusieve samenleving. Dat indringende gesprek moeten we aan. Overal. Op school, in het buurthuis, in de kerk, in de moskee. En er hoort ee n mentaliteit bij. De mentaliteit van de schooldirecteur die meteen na de vakantie, niet wacht op de verzuimambtenaar, maar meteen op de fiets springt en op huisbezoek gaat bij de leerling en die niet op school verschijnen. Of de wijkagent die het meisje aanspreekt dat de hoofddoek inwissel t voor de niqaab en zich afzondert van haar vriendinnen, waarom is dat? Ik zou het kabinet will en vragen om voortvarend door te gaan met voorstellen voor het bevorderen van dit indringende gesprek en deze mentaliteit. Daar horen ook de deradicaliseringsprogramma's bij die in het vorige kabinet jammerlijk verdwenen. Ik realiseer me dat het allemaal minder tastbaar is, maar het is niet minder belangrijk.

Want pas als we erin slagen de verbindende krachten te versterken en een gemeenschap te creëren van al die mensen van goede wil die onze kernwaarde n koesteren, dan zorgen we ervoor dat extremistische krachten geen voet aan de grond kunn en krijgen. En pas dan kunnen we verder bouwen aan die belofte van vrijheid, die ons zo dierbaar is.