Brief regering; Inventarisatie ‘onderwijs op een andere locatie dan de school’ - Plan van Scholen

Deze brief is onder nr. 49 toegevoegd aan dossier 31135 - Plan van Scholen.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Plan van Scholen; Brief regering; Inventarisatie ‘onderwijs op een andere locatie dan de school’
Document­datum 04-11-2014
Publicatie­datum 04-11-2014
Nummer KST3113549
Kenmerk 31135, nr. 49
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

31 135 Plan van Scholen

Nr. 49 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2014

Tijdens het notaoverleg van 29 september jl. (Kamerstuk 31 135, nr. 48) over de beleidsreactie op het Onderwijsraadadvies inzake artikel 23 Grondwet heb ik toegezegd u te zullen informeren over een inventarisatie die ik zal uitvoeren ten aanzien van «onderwijs op een andere locatie dan de school» en de voorwaarden die daarbij dienen te worden gehanteerd. Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop ik deze inventarisatie zal vormgeven.

Zoals ik reeds heb aangegeven in mijn beleidsreactie van 12 juli 2013 (Kamerstuk 33 400 VIII, nr. 146) en tijdens het notaoverleg is mijn voornaamste uitgangspunt dat ieder kind recht heeft op onderwijs. Nu is het mogelijk dat ouders met een beroep op artikel 5, onder b, van de Leerplichtwet 1969 voor hun kind een volledige vrijstelling krijgen van de leerplichtwet. De ouders zijn op dat moment ook niet verplicht om voor vervangend onderwijs te zorgen. In het belang van het kind, vind ik dit een onwenselijke situatie. In het notaoverleg bleek mij dat er voor deze opvatting brede steun in de Kamer was. Het blijft daarom mijn intentie om deze bepaling uit de wet te halen.

Tegelijkertijd was er in het debat een brede Kamermeerderheid voor het mogelijk maken van maatwerk voor kinderen, wanneer onderwijs op een school tijdelijk of gedeeltelijk niet wenselijk of mogelijk is. Er zijn verschillende voorstellen gedaan op welke manier onderwijs op een andere locatie dan de school mogelijk gemaakt zou kunnen worden, bijvoorbeeld door een vorm van afstandsonderwijs onder verantwoordelijkheid van de school. De komende periode zal ik dan ook inventariseren onder welke voorwaarden onderwijs op een andere locatie dan de school mogelijk gemaakt kan worden.

De Onderwijsraad heeft in zijn advies Artikel 23 Grondwet in maatschappelijk perspectief (2012) geadviseerd om in een dergelijke situatie aan te sluiten bij de voorwaarden die gelden voor particulier onderwijs. Ik voel er voor om, zoals de Onderwijsraad adviseert, tenminste eisen te stellen op het terrein van bevoegdheden, onderwijsinhoud, burgerschap en de doorlopende ontwikkeling van kinderen.

Inzicht krijgen in randvoorwaarden en kwaliteitseisen

Mijn belangrijkste doelstelling met de inventarisatie is het krijgen van inzicht in de randvoorwaarden en kwaliteitseisen die we aan een dergelijke vorm van onderwijs op een andere locatie dan de school zouden moeten stellen. Op basis van deze inventarisatie zal ik een aantal scenario’s uitwerken. Hierbij zal ik de inbreng van de Kamerleden van het notaoverleg betrekken.

Tijdens het debat werd duidelijk dat voor alle partijen het belang van het kind en daarmee de kwaliteit van het onderwijs voorop staat. Kamerlid Straus (VVD) benadrukte daarbij dat een toekomstige regeling niet de vorm van een nieuwe vrijstellingsmogelijkheid zou moeten krijgen, maar dat deze onderwijs zou moeten faciliteren binnen de kaders van de Leerplichtwet. Ypma (PvdA) beklemtoonde dat het van belang is om de kansen van kinderen zo min mogelijk te beperken.

Kamerlid Van Meenen (D66) bracht in dat het van belang is dat er een degelijk en toetsbaar plan ligt en dat het onderwijs moet worden verzorgd door iemand die daartoe de juiste kwalificaties heeft. Straus (VVD) gaf aan dat daarbij mogelijk gebruik gemaakt kan worden van methodes die de kwaliteit van onderwijs op afstand faciliteren, om daarmee zicht te hebben op de mate waarin aan de kerndoelen wordt voldaan en de ontwikkeling van de leerling.

Door alle Kamerleden is gepleit voor een passende regeling om de onderwijskwaliteit te controleren indien het onderwijs plaatsvindt op een andere locatie dan de school. Beertema (PVV) geeft aan dat de overheid immers verantwoordelijk is voor het onderwijs aan alle kinderen. Voor een aantal Kamerleden is de Inspectie van het Onderwijs de meest voor de hand liggende partij waar het gaat om toezicht en handhaving. Ypma (PvdA), Van Meenen (D66) en Rog (CDA) wijzen daarnaast op andere mogelijkheden zoals het inzetten van wetenschappers bij de beoordeling van de onderwijskwaliteit of het invoeren van een keurmerk. Ypma (PvdA), Straus (VVD) en Voordewind (ChristenUnie) wijzen ook op mogelijkheden tot samenwerking met een bestaande school, instelling of organisatie die deskundig is op het terrein van onderwijs op een andere locatie dan de school.

Ook wees een aantal Kamerleden op aspecten van uitvoerbaarheid en doelmatigheid van een mogelijke nieuwe regeling. Kamerlid Bisschop (SGP) heeft gevraagd een kosten-batenanalyse te verrichten.

De door de Kamerleden benoemde aspecten zal ik in mijn inventarisatie meenemen. Daarbij zal ik onderzoek doen naar bestaande ervaringen zowel in ons eigen land als in verschillende andere landen. Verschillende Kamerleden hebben daarvoor tijdens het debat voorbeelden aangedragen. Bij het vormgeven van een mogelijke nieuwe uitzondering is het uiteraard belangrijk om hiervan te leren.

Diverse partijen betrekken

Bij de uitvoering van de inventarisatie worden de verschillende belanghebbende partijen nauw betrokken. Daarbij gaat het in ieder geval om belangenorganisaties voor thuisonderwijzers, wetenschappers, Ingrado en de Inspectie van het Onderwijs. Daarnaast zal ik ook scholen betrekken die nu al onderwijs op een ander locatie faciliteren, zoals de dans- en sporttalentscholen en organisaties voor afstandsonderwijs.

Uiteraard geef ik ook partijen in de samenleving, die in de praktijk al via deze manier onderwijs verzorgen, de mogelijkheid om inbreng te leveren voor deze inventarisatie.

Ik zal deze inventarisatie nog dit jaar starten. Deze zal worden uitgevoerd door een nog nader aan te wijzen externe partij. Op basis van de inventarisatie zal ik een aantal beleidsmatige scenario’s uitwerken. Voor de zomer zal ik u informeren over de resultaten hiervan, de beleidsmatige scenario’s en de vervolgstappen die ik op basis daarvan wil nemen. Hierover ga ik graag met uw Kamer in gesprek. Naar aanleiding daarvan zal ik komen tot een definitieve regeling voor onderwijs op een andere locatie dan de school.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.