Wijkverpleegkundige kan snel aan de slag

Met dank overgenomen van A.G. (Agnes) Wolbert i, gepubliceerd op vrijdag 31 oktober 2014, 17:02.

Foto Shutterstock

Deze week debatteerde de Kamer over de wijkverpleging. Daar heb ik de toezegging gekregen dat de gevreesde 'knip' in de wijkverpleging van de baan is. Dat betekent dat geen enkele wijkverpleegkundige straks alleen maar vergadert in het wijkteam, maar daadwerkelijk kan worden ingezet voor zorg aan patiënten.

Vanaf 1 januari 2015 gaat het gebeuren; de wijkverpleegkundige keert terug in de Nederlandse wijken en buurten. Zij krijgt een spilfunctie in zorg en wordt het aanspreekpunt in de wijk. De wijkverpleegkundige zorgt er voor dat mensen straks in eigen thuisomgeving verzorgd en verpleegd kunnen worden. Daarnaast komt ze achter de voordeur bij mensen als ze een niet-pluis gevoel heeft, kan ze preventief ingrijpen om problemen te voorkomen en stemt de zorg af met de huisarts en het sociale wijkteam.

Naast het geweldige werk dat een wijkverpleegkundige doet, is er een andere prettige bijkomstigheid. Iedereen die op dit moment al thuis verpleegd of verzorgd wordt, gaat er vanaf 1 januari in inkomen op vooruit. Waar patiënten vorig jaar nog een inkomensafhankelijke eigen bijdrage betaalden vanuit de AWBZ, hoeven zij dit nu namelijk niet meer.

De 'knip' is dus gelukkig van de baan. Het sociale wijkteam zorgt voor afstemming tussen de verpleegkundigen in de wijk, de gemeente en de huisarts. Zodat alle zorg afgestemd geregeld wordt, in de thuisomgeving van de patiënt.

De Partij van de Arbeid heeft ervoor gezorgd dat de wijkverpleegkundigen volgend jaar een start kunnen maken met 40 miljoen euro, oplopend naar 200 miljoen euro extra in de volgende jaren. Dat is één wijkverpleegkundige extra voor elke huisartsenpraktijk. Kortom, de wijkverpleegkundigen kunnen nu snel aan de slag. En de patiënt wordt straks thuis of dicht bij in de buurt op de wenken bediend.