Spreektekst AO onderwijs Caribisch gebied

Met dank overgenomen van A. (André) Bosman i, gepubliceerd op woensdag 15 oktober 2014, 3:26.

Dit AO gaat over een evaluatie van de Onderwijsagenda voor Caribisch Nederland die in 2011 werd vastgesteld. In dat akkoord werd afgesproken dat de basiskwaliteit van het onderwijs in Caribisch Nederland in 2016 op orde moest zijn.

De Inspectie evalueert de voortgang en komt nu met haar derde rapport. Uit dit rapport komt naar voren dat het nog zeer onzeker is of de doelstellingen gehaald gaan worden. Men ziet over de gehele linie wel verbeteringen, en dat is zeer positief, maar de kwaliteit loopt nog steeds achter en verbeteringen gaan traag. Vooral in het voorgezet- en praktijkonderwijs zijn er zorgen over de voortgang.

In zijn brief benoemt de staatssecretaris de knelpunten en geeft ook aan welke maatregelen hij gaat treffen om het tij te keren. Zo gaat hij deskundigheid op de eilanden binden, schoolcoaches en besturencoaches blijven langer actief dan eerst gedacht, er wordt fors geïnvesteerd in scholingstrajecten om te zorgen voor voldoende goede leraren ter plekke. Wat gaat dit allemaal extra kosten en hoe wordt het bekostigd?

Daarnaast zal de instructietaal op Sint Eustatius worden omgezet naar het Engels, dit omdat uit onderzoek blijkt dat de leerlingen daar meer gebaat zijn bij Engelstalig onderwijs. Zijn alle scholen daarin gekend? Ik heb nl een brief ontvangen van de Gwendoliene van Puttenschool van Statia waarin staat dat zij graag Nederlands als instructietaal wil houden, omdat de school problemen in de toekomst voorziet met banen waarbij het Nederlands gevraagd gaat worden. Hoe wordt het Nederlands voor deze groep kinderen gewaarborgd zodat er geen baankans verloren gaat, welke afspraak maakt de Staatssecretaris daarover?

Tijdens dit AO staan we volgens mij voor een belangrijke keuze, willen we dat het onderwijs op de eilanden van hetzelfde niveau is als hier in Nederland, dat diploma’s naadloos op elkaar aansluiten en dat leerlingen daar dus ook rechten aan kunnen verbinden? Of geven we de eilanden meer ruimte om af te wijken van de Nederlandse standaard? Het is wat mij betreft of het één of het ander, de keuze die we maken heeft dan ook consequenties. Als men ervoor kiest het onderwijs gelijk te trekken dan moet het ook aan de kwaliteit voldoen en moet daar dus harder aan worden gewerkt. Als men ervoor kiest om het onderwijs niet aan Nederland te spiegelen dan heeft dat consequenties voor de waarde van de diploma’s en is er geen automatische aansluiting op het vervolgonderwijs in Nederland.

De inzet van de regering is erop gericht om de eilanden gelijk te trekken met Nederland (het Franse model). Het was immers de bedoeling van de Onderwijsagenda om de (Europees) Nederlandse basiskwaliteit op de eilanden na te streven.

We zien dat de inwoners van Sint Eustatius aangeven liever Engels als eerste taal in het onderwijs aan te houden, uit onderzoek is nu gebleken dat dit ook veel beter bij dat eiland past. Hoe zit dat dan met de andere eilanden? Willen ze daar nog wel het Nederlands als instructietaal? Als de leerlingen op Sint Eustatius en Saba straks in het Engels onderwijs krijgen en op Bonaire onderwijs in het Papiaments krijgen sluit dit dan nog wel aan bij het onderwijs in Nederland? Zijn diploma’s hetzelfde waard en hebben leerlingen dan nog dezelfde doorstroomrechten? Hoe borgen we een goede kwaliteit van onderwijs die aansluit op het Europees Nederlandse onderwijs of laten we die aansluiting vervallen en richten we ons op vervolg onderwijs in de regio? Hoe ziet de staatssecretaris dit?

Kortom voorzitter, iedere voordeel heeft zijn nadeel. Of je eigen taal, maar dan lastiger aansluiting, of het Nederlands maar dan moeite met het niveau te halen. Maar er zal een keuze gemaakt moeten worden met de daarbij behorende consequentie.