Een uitnodiging die je niet kunt afslaan

Met dank overgenomen van M. (Jet) Bussemaker i, gepubliceerd op donderdag 2 oktober 2014, 1:56.

Er zijn uitnodigingen die je niet kúnt afslaan. Zo een belandde er afgelopen week op mijn bureau: of ik wil spreken op de manifestatie die een aantal jongerenorganisaties op 14 november houden tegen het studievoorschot.

Ik zal het maar meteen verklappen: natuurlijk ga ik in op die uitnodiging. Niet omdat ik de illusie heb dat ik mijn gehoor daar ga overtuigen - al zal ik mijn uiterste best doen om ze op andere gedachten te brengen - maar omdat ik ze tenminste in de gelegenheid wil stellen om kennis te nemen van mijn argumenten.

Zo ben ik dit proces ook ingegaan: kort na mijn aantreden heb ik een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat erg leek op het plan dat in een vorige periode op de steun van CDA en PVV kon rekenen. Ik maakte daarbij de kanttekening dat het plan niet in steen gebeiteld stond. Integendeel: ik wilde graag horen wat de Kamer ervan vond. Welke elementen op steun konden rekenen en welke niet. Wat goed was en wat beter kon.

De rest is geschiedenis. CDA en PVV draaiden en trokken hun steun voor het plan in, terwijl D66 en GroenLinks zich bereid toonden om mee te denken om tot een beter en eerlijker plan te komen.

Er ligt nu een nieuw wetsvoorstel, dat nogal afwijkt van het aanvankelijke idee. Het is een voorstel waarin belangrijke wensen van de studenten (behoud en zelfs uitbreiding van de ov-kaart) en adviezen van deskundigen (lagere maandlasten door langere aflosduur) zijn meegenomen, dat rechtvaardiger is (verhoging van de aanvullende beurs) en toch een substantiële investering mogelijk maakt (oplopend tot maximaal €1 miljard).

De komende tijd ga ik bij hogescholen en universiteiten langs om ideeën op te doen en te praten over de toekomst van het hoger onderwijs. Het studievoorschot zal daarbij zeker ter sprake komen. En ook dan zal ik uitleggen waarom ik overtuigd ben van de kansen die het studievoorschot biedt. Net zoals ik dat op 14 november op het Malieveld zal doen.