BWBR0035254 NL - wet
Wet werk en zekerheid

Deze wet werd op 14 juni 2014 ondertekend en op 24 juni 2014 gepubliceerd (Stb. 2014, 216).

 
Deze wet is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is om het ontslagrecht te vereenvoudigen, de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid bij ontslag te bevorderen, de vergoeding bij ontslag te beperken en aanwending daarvan voor snelle werkhervatting te bevorderen, dat het wenselijk is de rechtspositie van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en met een arbeidsovereenkomst met wisselende uren te versterken, de doorstroom van flexibele naar vaste arbeid te bevorderen en de langdurige inzet van flexibele arbeid te beperken en het wenselijk is om tegelijkertijd de Werkloosheidswet een meer activerend karakter te geven en de inkomensvoorziening via de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen uit te breiden onder gelijktijdige beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en tot slot de uitkering vanwege betalingsonmacht van de werkgever te maximeren op anderhalf maal het maximumdagloon.

1.

Oorspronkelijk wetsvoorstel

  • 33818 - Wet werk en zekerheid
    inwerkingtreding: 01-07-2015, 01-04-2019, 01-01-2020, 01-01-2020, 01-01-2015, 01-01-2015, 01-07-2015, 01-01-2016; deels nog niet in werking getreden

2.

Wijzigingen van deze regeling

Ingelogde gebruikers zien hier de in werking getreden en de nog niet in werking getreden wijzigingen van deze wet, alsmede de nog bij de Tweede of de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstellen die deze wet beogen te wijzigen.

3.

Lagereregelgeving

Ingelogde gebruikers zien hier de regelingen die op deze regeling zijn gebaseerd.

4.

Geldende tekst

Wet van 14 juni 2014 tot wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en wijziging van verschillende wetten in verband met het aanpassen van de Werkloosheidswet, het verruimen van de openstelling van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet werk en zekerheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het ontslagrecht te vereenvoudigen, de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid bij ontslag te bevorderen, de vergoeding bij ontslag te beperken en aanwending daarvan voor snelle werkhervatting te bevorderen, dat het wenselijk is de rechtspositie van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en met een arbeidsovereenkomst met wisselende uren te versterken, de doorstroom van flexibele naar vaste arbeid te bevorderen en de langdurige inzet van flexibele arbeid te beperken en het wenselijk is om tegelijkertijd de Werkloosheidswet een meer activerend karakter te geven en de inkomensvoorziening via de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen uit te breiden onder gelijktijdige beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en tot slot de uitkering vanwege betalingsonmacht van de werkgever te maximeren op anderhalf maal het maximumdagloon;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Wijzigingen in verband met hervorming flexibele arbeid en ontslagrecht

Artikel I

[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.]

Artikel II

[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 2.]

Artikel III

Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor de verschillende artikelen of onderdelen van de artikelen van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 bij koninklijk besluit het tijdstip waarop deze vervallen verschillend kan worden gesteld.

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Wet melding collectief ontslag.]

Artikel V

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel VI

[Red: Wijzigt de Faillissementswet.]

Artikel VII

[Red: Wijzigt de Wet op de rechtsbijstand.]

Artikel VIII

[Red: Wijzigt de Wet personenvervoer 2000.]

Artikel IX

[Red: Wijzigt de Wet sociale werkvoorziening.]

Artikel X

[Red: Wijzigt de Noodwet arbeidsvoorziening.]

Artikel XI

[Red: Wijzigt de Algemene wet gelijke behandeling.]

Artikel XII

[Red: Wijzigt de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.]

Artikel XIII

[Red: Wijzigt de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.]

Artikel XIV

[Red: Wijzigt de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.]

Artikel XV

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XVI

[Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]

Artikel XVII

[Red: Wijzigt de Wet op de loonvorming.]

Artikel XVIII

[Red: Wijzigt de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid.]

Artikel XIX

[Red: Wijzigt de Pensioenwet.]

Artikel XX

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel XXI

[Red: Wijzigt de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten.]

Artikel XXIa

[Red: Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.]

Artikel XXIb

[Red: Wijzigt de Wet op de expertisecentra.]

Artikel XXIc

[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]

Artikel XXId

[Red: Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]

Artikel XXIe

[Red: Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]

Artikel XXIf

Artikel XXII

Artikel XXIIa

  • 1 Artikel 628, leden 5 tot en met 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 628, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.
  • 2 Artikel 628, leden 5 tot en met 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet, blijft van toepassing op collectieve arbeidsovereenkomsten of regelingen door of namens daartoe bevoegde bestuursorganen tot en met de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Ca, van deze wet, uitsluitend voor zover daarin vanwege buitengewone natuurlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 18 van de Werkloosheidswet toepassing is gegeven aan de in artikel 628, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet opgenomen afwijkingsmogelijkheid.

Artikel XXIIb

  • 1 Artikel 652 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, van deze wet blijft van toepassing op arbeidsovereenkomsten die tot stand zijn gekomen voor dat tijdstip.
  • 2 Artikel 652 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, van deze wet blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 652, lid 6, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.

Artikel XXIIc

Op arbeidsovereenkomsten die tot stand zijn gekomen voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel I, onder 1 en 2, blijft artikel 653, leden 1 en 2, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde op de dag voor dat tijdstip van toepassing en is artikel 653, lid 3, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat komt te luiden na dat tijdstip niet van toepassing.

Artikel XXIId

Artikel 668, leden 1, 2, 3 en 4, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel komt te luiden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel M, van deze wet, is niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten die eindigen binnen een maand na het tijdstip van inwerkingtreding van dat onderdeel.

Artikel XXIIe

  • 1 Artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin hetgeen in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op die dag, van toepassing is verklaard of waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, lid 5, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende twaalf maanden na die inwerkingtreding.
  • 2 Op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die worden voortgezet op of na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van deze wet, is artikel 668a, lid 1, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel komt te luiden na dat tijdstip, eerst van toepassing, indien op of na dat tijdstip een volgende arbeidsovereenkomst wordt aangegaan ten hoogste zes maanden na de dag waarop de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomst eindigde, met dien verstande dat in afwijking van artikel 668a, lid 1, een arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor dat tijdstip en de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomsten geacht worden elkaar niet te hebben opgevolgd, indien zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden, of met tussenpozen langer dan de tussenpoos die gold op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van de Wet werk en zekerheid.
  • 3 In afwijking van artikel 668a, lid 1, zoals dat artikel komt te luiden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van deze wet worden de arbeidsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, en de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomsten geacht elkaar niet te hebben opgevolgd, indien zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden, of met tussenpozen langer dan de tussenpoos die gold op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van de Wet werk en zekerheid.

Artikel XXIII

  • 1 Artikel 691 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel II, van deze wet blijft van toepassing op arbeidsovereenkomsten die tot stand zijn gekomen voor dat tijdstip.
  • 2 Artikel 691 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel II, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 691, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.

Artikel XXIIIa

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIIIb

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIIIc

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIIId

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIIIe

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIIIf

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel XXIV

[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.]

Artikel XXV

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel XXVa

[Vervallen per 01-01-2020]

Hoofdstuk 2. Wijzigingen in verband met hervorming Werkloosheidswet, maximering uitkering op grond van hoofdstuk IV van de Werkloosheidswet, financiering, beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en verruiming openstelling Wet inkomensvoorziening oudere werklozen

Artikel XXVI

[Red: Wijzigt de Werkloosheidswet.]

Artikel XXVII

[Red: Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.]

Artikel XXVIII

[Red: Wijzigt de Ziektewet.]

Artikel XXIX

[Red: Wijzigt de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters.]

Artikel XXX

[Red: Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.]

Artikel XXXI

[Red: Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.]

Artikel XXXII

[Red: Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.]

Artikel XXXIII

[Red: Wijzigt de Toeslagenwet.]

Artikel XXXIV

[Red: Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.]

Artikel XXXV

[Red: Wijzigt de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.]

Artikel XXXVI

[Red: Wijzigt de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria.]

Artikel XXXVII

[Red: Wijzigt de Wet privatisering spoorwegpensioenfonds.]

Artikel XXXVIII

[Red: Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.]

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel XXXIX

  • 1 De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel XXXII, onderdelen A en B, kan terugwerken tot een bij dat besluit te bepalen tijdstip.
  • 2 Artikel I, onderdeel N, van deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Artikel XL

Deze wet wordt aangehaald als: Wet werk en zekerheid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 14 juni 2014

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Uitgegeven de vierentwintigste juni 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

5.

Tekst op wetten.overheid.nl

6.

Wetstechnische informatie