Snoeihard tegen jihadisten

Met dank overgenomen van J. (Jeroen) Recourt i, gepubliceerd op donderdag 3 juli 2014, 15:34.

Foto Flickr / PvdA

Het fenomeen van terugkerende jihadstrijders is al twee jaar onderwerp van debat. Er zijn al veel vergaande maatregelen genomen, tot het preventief afpakken van paspoorten aan toe, maar het is niet genoeg. Het is zeker nog niet veiliger geworden. De PvdA wil dat het kabinet meer doet om de vrijheid en veiligheid te beschermen van Nederlanders die bedreigd worden. De PvdA wil een overheid die snoeihard is tegen de krachten die ons bedreigen. En de PvdA wil een overheid die bondgenoot is van gematigde krachten. Het is goed dat minister Plasterk 25 miljoen extra heeft uitgetrokken om de terrorismebestrijding nog intensiever te maken. Maar iedere cent moet goed en effectief worden besteed. Dat heb ik gisteren gezegd tijdens een debat over terugkerende jihadgangers.

Nederlandse jihadstrijders vormen bij terugkeer een groot potentieel gevaar voor onze samenleving. Daarom moet het kabinet uit alle macht voorkomen dat deze jongeren de gang naar buitenlandse brandhaarden maken. Het begint met het tegengaan van radicalisering, het uit de lucht halen van jihadistische internetfora, het laten horen en organiseren van een tegengeluid, het dwarsbomen van ronselaars en het voortdurend opjagen van potentiële extremisten. Dat vergt dat onze inlichtingendiensten er non-stop bovenop zitten, dat zij informatie vergaren en in een vroeg stadium delen met burgemeesters, hulpverleners, scholen en de politie. De dreiging komt niet van organisaties maar van steeds wisselende groepen individuen zonder structuur of vaste leiders. Die intensieve controle gaat naar mijn smaak nog niet goed genoeg. Ik heb de ministers Opstelten en Plasterk opgeroepen meer expertise in huis te halen en alle zeilen bij te zetten.

Tegelijkertijd heeft de moslimgemeenschap de sleutel in handen om radicalisering te voorkomen. Deze gemeenschap is de bondgenoot van de overheid. Samen met wijkbewoners, vaders, leraren en hulpverleners moeten zij signaleren wanneer jongeren afglijden, en alles op alles zetten om hen op het juiste pad te houden. Ook moeten politie en justitie ronselaars en radicaliserende jongeren scherp in de gaten houden en tegenhouden voordat zij het land willen verlaten. Syriëgangers die het onverhoopt toch gelukt is de grens over te gaan moeten bij terugkeer worden opgepakt, verhoord, in de gaten worden gehouden en gestraft worden voor eventueel begane misdaden. In minder ernstige gevallen moeten zij alsnog langdurig en intensief begeleid worden bij hun terugkeer in de samenleving.

Maar de dreiging komt niet alleen van ‘home grown’ terroristen. Met de laffe aanslag op het Joods Museum in Brussel hebben we gezien dat de terugkeer van geradicaliseerde en getraumatiseerde jongeren ook een gevaar kan vormen voor andere landen. Het is daarom essentieel dat de verschillende nationale inlichtingendiensten optimaal samenwerken en informatie met elkaar delen. Dat gaat nog niet goed genoeg. Wat de PvdA betreft gaan de verschillende Europese inlichtingendiensten op vaste basis met elkaar in overleg en wordt belangrijke informatie over vertrekkende en terugkerende Syriëgangers altijd gedeeld. Ik heb beide ministers opgeroepen daar werk van te maken. De PvdA accepteert niet dat geradicaliseerde moslimjongeren als bommetjes terugkeren in onze samenleving. Al twee jaar is het kabinet ermee bezig. Daarmee is er al veel ellende voorkomen, maar het is nog niet genoeg. Al twee jaar jaagt de PvdA-fractie het kabinet op, en dat blijven we doen.