Bankenunie maakt van EU definitief transferunie

Met dank overgenomen van Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP) i, gepubliceerd op donderdag 17 april 2014.

Het Europees Parlement en de Raad van Ministers hebben een akkoord gesloten over de bankenunie. Daarmee wordt de Europese Unie definitief een transferunie. De ontwikkeling van nationale reddingsfondsen naar een Europees gemeenschappelijk fonds wordt versneld. Na drie jaar is al zeventig procent van de inleg van Nederlandse banken te gebruiken voor de redding van zwakke banken in andere eurolanden.

De overeenstemming tussen Parlement en Raad omvat ook de besluitvorming bij de vraag of een bank geherkapitaliseerd of ontmanteld moet worden. De lidstaten hebben geen vetorecht waardoor Nederland niet meer zelf beslist over de vraag wat er gebeurt met het geld dat (klanten van) de Nederlandse banken hebben ingebracht!

Deze geleidelijke overdracht van nationale bevoegdheden naar de EU past in een patroon. Denk aan het noodfonds ESM. Nederland heeft geen vetorecht als het fonds volgens de urgente procedure besluit over steun aan lidstaten in financiële moeilijkheden.

Ook bij het begrotingsbeleid zie je deze trend. De lidstaten moeten hun ontwerpbegroting voorleggen aan de Europese Commissie voordat het nationale parlement die behandelt. Wij pleiten voor de centrale rol van nationale parlementen. Blijvende nationale zeggenschap bij sociaaleconomisch en begrotingsbeleid zorgt voor de democratische legitimiteit op het juiste niveau.

Het is bovendien nog maar zeer de vraag of dit allemaal leidt tot een adequate oplossing van de eurocrisis. Neem de recente overeenstemming over het bankenreddingsfonds. De slechte leningen die moeten worden afgeschreven op de bankbalansen zijn zo groot in omvang (ten minste € 800-900 mrd) dat het Europese fonds van € 55 mrd onvoldoende zal zijn om de bankensector gezond te maken. De gedachte is vaak dat het fonds pas moet worden aangesproken als alle nationale middelen zijn uitgeput. Maar in het zwaar getroffen Spanje alleen al is er een bedrag aan af te schrijven leningen te verwachten van € 150-300 mrd op basis van officiële cijfers. Waar gaat een dergelijk bedrag vandaan komen gezien de ruim € 60 mrd die Spanje de afgelopen jaren van de EU moest krijgen om de banken overeind te houden? Ook dit nieuwe reddingsfonds lost de fundamentele problemen van de eurozone niet op.

Het eerste en meest fundamentele probleem van de eurozone betreft de grote verschillen in concurrentiekracht. Wij vinden dat landen als Griekenland en Cyprus beter buiten de eurozone kunnen werken aan een gezonde economie. Devaluatie helpt daarbij, omdat zij buiten de eurozone niet langer vastzitten aan de harde euro. Deze landen moeten ook een hulpplan krijgen waarmee ze gericht aan herstel kunnen werken. Gedeeltelijke kwijtschelding van schulden vormt een essentieel onderdeel van dit hulpplan. Daarmee komen we bij het tweede grote probleem van de eurozone: de hoge schulden en het grote aantal slechte leningen. Hierop wijzen we al sinds lange tijd in het Europees Parlement.

Een transferunie, zoals ontstaat door de nieuwe bankenunie, is niet de goede oplossing. Niet alleen draaien Noord-Europese belastingbetalers op voor de financiële wanorde in de bankensector, met name in de Zuid-Europese landen. Het ontbreekt ook aan maatschappelijk en politiek draagvlak in zowel Noord- als Zuid-Europa. Een permanente transferunie zet het toch al zwakke draagvlak voor de Europese samenwerking onder onverantwoorde druk. De tunnelvisie dat de euro voor alle eurolanden onomkeerbaar is, doet geen recht aan het feit dat alle eurolanden weer perspectief moeten krijgen.

Peter van Dalen en Bas Belder zijn de nummers 1 en 2 op de kandidatenlijst voor de Europese verkiezingen namens ChristenUnie-SGP.

Gepubliceerd in het Financieel Dagblad van 17 april 2014