Essay Duurzame Energie, Financieel Dagblad

Met dank overgenomen van J.C. (Jan) Vos i, gepubliceerd op zondag 2 maart 2014, 3:25.

Overstromingen in Engeland en aardbevingen in Nederland tonen een ongemakkelijke werkelijkheid. De invloed van menselijk handelen op de aarde is groter dan wij vooraf konden voorzien.

Jan Vos

In het Verenigd Koninkrijk moesten duizenden Britten hun huis verlaten. Ze zijn ontredderd. Eten, drinken en een dak boven je hoofd zijn genoeg om te overleven, maar als die basisbehoefte wegvalt is de mens in paniek. De onrust van de Britten is te vergelijken met die van Nederlanders die als gevolg van recente aardbevingen hun huis moeten verlaten. Het is onrust die ontstaat als mensen zich niet langer veilig voelen.

Niemand voorzag in 1959, toen het eerste aardgas in Groningen werd ontdekt, dat er in Nederland aardbevingen zouden ontstaan, tot 5,0 op de schaal van Richter, als gevolg van het winnen van dat gas. In Engeland is nu terechte aandacht voor de eveneens lang geleden ingezette oorzaak van de overstromingen: klimaatverandering. In de Financial Times trok publicist Robin Harding de conclusie dat we een hoge prijs zullen moeten betalen als we de risico’s van klimaatverandering niet tijdig incalculeren. Hij maakte een vergelijking met de kredietcrisis: de kans dat het misgaat lijkt wellicht aanvaardbaar, maar als het dan misgaat zijn de gevolgen dusdanig ernstig dat we er niet aan ontkomen ze als onaanvaardbaar te bestempelen.

De mens lijkt alleen bij grote catastrofes geneigd te zijn tot het bijsturen van het eigen gedrag. Dat geldt bovenal voor door de mens zelf ingezette veranderingen, processen die plaats vinden over een periode van decennia of eeuwen. En het is nog eens extra moeilijk voor ons om te accepteren dat juist de generatoren van grote welvaart, onze rijkdom aan fossiele grondstoffen, zo catastrofaal kunnen ingrijpen op ons bestaan. Zeker als die rijkdom tot stand is gekomen door technologisch vernuft, door onze eigen innovaties.

De stoommachine luidde halverwege de achttiende eeuw in Engeland een heel nieuw tijdperk in, een tijdperk van mechanische energie. Daarvan had de mens in de tienduizenden jaren van zijn bestaan nooit kunnen dromen. De industriële revolutie die James Watt met zijn tijdgenoten 250 jaar geleden in Engeland inluidde, kwam 100 jaar later naar Nederland. Mijn grootmoeder — een schipperskind — liep in haar jeugd met het hele gezin in tuigjes langs de trekvaarten van ons land. In zo’n tuigje werd het binnenvaartschip — toen nog een zeilschip — feilloos voortgetrokken met menskracht.

Het tijdperk waar we in leven kenmerkt zich door voorspoed, ontwikkeling en welvaart. Onze bevolking, die heel lang gelijk is gebleven, explodeerde in een exponentiële curve. Onze welvaart is zodanig snel toegenomen, dat generaties die na 1850 zijn geboren alleen maar in verbazing kunnen terugkijken naar hun jonge jaren. Zonder uitzondering zien ze dan dat de soberheid van hun jeugd is verdwenen. Elektriciteit, de auto, de computer en het vliegtuig zijn niet mogelijk zonder James Watt. Ze bepalen ons bestaan op zo’n indringende manier dat het ondenkbaar is dat dit alles er 100 jaar geleden — de tijd van onze grootouders — nog niet was.

We bevinden ons dus in een revolutionair tijdperk en de aanjager van dit tijdperk is energie, mechanische energie uit de stoommachine. Deze stoommachine werd aangedreven door kolen. Kolen die 250 jaar later een neveneffect blijken te hebben. CO2 die vrijkomt bij de verbranding van kolen, warmt onze atmosfeer op. Die opwarming bedreigt onze vers verkregen voorspoed, onze ontwikkeling en onze welvaart.

Dat onvoorziene effect van CO2 is niet uniek voor de wereld na de industriële revolutie. De mens is door de ongekende welvaart, die de mechanisatie en industrialisatie van onze samenleving op gang heeft gebracht, in staat gesteld om denkkracht vrij te maken. Denkkracht die eveneens ongekende technologische uitvindingen tot stand bracht, met even dramatische neveneffecten.

De meest aansprekende innovatie is het project dat Oppenheimer leidde in de VS in en vlak na de Tweede Wereldoorlog. De uitvinding van de atoombom markeert het eerste moment waarop de mens in staat bleek te zijn zichzelf te vernietigen. Dat lijkt nu wellicht een overdrijving maar voor degenen die de Koude Oorlog hebben meegemaakt was maar al te duidelijk dat dit scenario bestond, culminerend in de bizarre Cubacrisis onder Kennedy. Een ander, minder dramatische, maar even realistische wijze waarop we de aarde bijna om zeep hielpen, was de massale uitstoot van cfk’s die een gat in onze atmosfeer hebben gemaakt. Nu we de cfk’s hebben uitgebannen in het Verdrag van Montreal en het gat weer langzaam kleiner lijkt te worden, maken wetenschappers ons duidelijk dat het voortbestaan van de aarde langs het randje van de afgrond heeft gebalanceerd.

Het vooruitgangsgeloof van de industriële revolutie en van vele politieke stromingen die sindsdien ontstaan zijn, waaronder de sociaal-democratische, heeft dus een ongekende keerzijde. Een keerzijde die vaak pas zichtbaar wordt op het moment dat de processen die wij als mensheid in gang hebben gezet dusdanig breed zijn verankerd, dat het heel lastig is om ze niet als ondenkbaar of onkenbaar te zien. Dat gaat op voor nucleaire splitsing, cfk’s en voor gaswinning in Nederland. En dus ook voor de verbranding van kolen.

Noodgedwongen moeten we steeds meer afzien van fossiele brandstoffen, bovenal van kolen, maar uiteindelijk ook van olie en gas. Europa investeert om onze energievoorziening duurzaam te maken. In sommige landen, zoals in Noorwegen, is men daar al ver mee op weg. Daar is 65% van alle energie en vrijwel 100% van alle elektriciteit duurzaam, maar in Nederland en Engeland staan we nog maar aan het begin van de energietransitie. Deze landen produceren nog slechts 4% hernieuwbare energie. We hebben nog een lange weg te gaan die veel geld en arbeid zal vragen, maar met alle kennis die we nu hebben weten we ook dat het een noodzakelijke weg is. Het is dan ook opmerkelijk dat toen recent acht landen (Duitsland, Italië, Portugal, Denemarken, België, Frankrijk, Ierland en Oostenrijk) de Europese commissie vroegen om een harde doelstelling voor hernieuwbare energie juist de regeringen van Engeland en Nederland ontbraken.

We kunnen leren van de aardbevingen in Nederland en van de overstromingen in Engeland. De schadelijke effecten van fossiele energie zijn te groot. Bodemdaling, aardbevingen, opwarming van de aarde: te lang ontkend, te abstract om tijdig te doorvoelen, maar te ingrijpend om nog langer te negeren. Onze energievoorziening bevindt zich 250 jaar na de uitvinding van de stoommachine in een nieuwe fase. Onze toekomst ligt in duurzame energie.