Openbaar vervoer moet publieke dienst blijven

Met dank overgenomen van D. (Duco) Hoogland i, gepubliceerd op vrijdag 28 februari 2014, 14:35.

Foto Flickr / peters452002

De PvdA staat voor goed openbaar vervoer per trein. Daarom is er 4,4 miljard euro vrijgemaakt om meer treinen te laten rijden op vier belangrijke trajecten, zodat mensen zonder spoorboekje kunnen reizen. Dat plan leek in duigen te vallen door Europese regels, waardoor we gedwongen zouden worden het spoor in drie delen 'op te knippen' en aan te besteden. Gelukkig zijn die plannen nu van tafel en kan onze NS in ieder geval tot en met 2025 het hoofdnet blijven berijden, en als ze dat goed doen, ook daarna.

Deze week was ik in Straatsburg om het debat en de stemmingen over de Europese spoorplannen bij te wonen. De vraag die voorlag was: hoe moet het verder met het spoor in Europa? Het vierde spoorwegpakket dat de Europese Commissie had neergelegd had als doel overal het spoorvervoer te liberaliseren. Voor Nederland zou dit betekenen dat het hoofdrailnet, de lijnen die NS rijdt, opgeknipt zou moeten worden in drie stukken. Elk deel zou vervolgens moeten worden aanbesteed.

De PvdA heeft zich altijd tegen dit voornemen verzet. Voor reizigers zou dit betekenen dat er meer overgestapt moet worden, een reis plannen met verschillende vervoerders ingewikkelder wordt, reizigers met verschillende vervoerders abonnementen moeten nemen en dat de doelstelling winst te maken ten koste gaat van kwaliteit en bereikbaarheid. Ook zouden we alle zeggenschap over een eenmaal aanbestede dienst kwijtraken.

In de Tweede Kamer nam ik eerder het initiatief om een zogenoemde gele kaart te trekken. Hiermee hebben we uitgesproken dat het niet aan de EU is zich te bemoeien met de vraag hoe wij in Nederland ons spoorvervoer organiseren. Dat voorstel werd door een meerderheid in de Kamer gesteund.

In de fractie van de Europese sociaaldemocraten vond een interessante discussie plaats, waarin naar voren kwam dat onder meer Duitsland, Frankrijk en Italië zich verzetten tegen de plannen vanwege de verplichting om infrastructuur te scheiden van de vervoerder. Voor Nederland ook een relevant punt omdat dit verdere integratie van de NS en Prorail onmogelijk zou maken. Gelukkig heeft het parlement met een veelvoud van amendementen het plan van de commissie flink gewijzigd. Zo mag nog tot in lengte der jaren het spoor worden gegund aan de eigen spoorwegmaatschappijen, als deze maar aan een aantal voorwaarden voldoen. Een forse nederlaag voor Eurocommissaris Kallas, die zijn plan aan flarden zag schieten. Lidstaten kunnen weer grotendeels zelf beslissen over hun spoor.

Het idee van one size fits all, waarbij de slechte staat van de spoorwegen in zuidelijke landen als uitgangspunt gold, is gelukkig van tafel, want het spoor in Nederland is echt anders dan in Bulgarije.

Tot slot moet ik zeggen dat het amendement van europarlementariër Corien Wortmann-Kool (CDA), waarmee het hoofdrailnet grotendeels in tact blijft, mij uit het hart gegrepen is. Zij zette zich daarmee in voor de reiziger die gebaat is bij één en dezelfde vervoerder: onze NS. Nu is het te hopen dat haar partij in Nederland ook thuisgeeft om dit te regelen. Aan de PvdA zal het niet liggen. Openbaar vervoer is een publieke dienst en moet dat vooral blijven.