Herdenking van minister van staat, mevrouw E. Borst-Eilers

1.

Kerngegevens

Officiële titel herdenking van minister van staat, mevrouw E. Borst-Eilers
Document­datum 18-02-2014
Publicatie­datum 12-02-2014
Nummer HEK20132014-20-2
Kenmerk kenmerk HEK20132014-20-2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Aan de orde is de herdenking van minister van staat, mevrouw E. Borst-Eilers.

De voorzitter:

Ik heet de minister-president en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en sport van harte welkom in de Eerste Kamer. Ik verzoek de leden, te gaan staan.

Vorige week maandag, 10 februari, werd Nederland opgeschrikt door het bericht dat minister van staat dr. Els Borst-Eilers onverwacht op 81-jarige leeftijd is overleden. Er ging een schok door het land toen enkele dagen later bekend werd dat zij hoogstwaarschijnlijk door geweld om het leven is gekomen. Door haar dood verliest de Nederlandse samenleving één van haar grootste vernieuwers van de gezondheidszorg en een zeer doortastend en innemend mens en politica.

Els Eilers werd op 22 maart 1932 geboren als enig kind in een ondernemersgezin in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Na de lagere school bezocht zij het Barlaeusgym-nasium. Haar oorlogservaringen droegen ertoe bij dat zij daarna koos voor de studie geneeskunde, die zij volgde aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Vervolgens specialiseerde zij zich in kindergeneeskunde. Omdat de werktijden van een kinderarts zich moeilijk lieten combineren met de opvoeding van eigen kinderen, stapte zij over op de specialisatie immuno-hematologie. In 1965 werd zij wetenschappelijk medewerker op dit vakgebied aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Met haar man, de artsbacterioloog Jan Borst, en de drie kinderen verruilde zij Amsterdam voor Bilthoven.

Els Borst promoveerde in 1972 op een proefschrift over resusfactoren. Mede dankzij haar leidinggevende en organisatorische talenten was zij inmiddels hoofd geworden van de Bloedbank van het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Van 1976 tot 1985 was zij vervolgens medisch directeur van het AZU, in een dynamische fase waarin de grondslag werd gelegd voor de nieuwbouw in de Uithof. Zij bouwde ook mee aan de nieuwe governancestructuur voor de universitaire medische centra in ons land.

Na de negen jaar als medisch directeur van het AZU wordt mevrouw Borst van 1985 tot 1994 vicevoorzitter van de Gezondheidsraad. In die functie trekt zij de aandacht met baanbrekende adviezen. Zo roept zij in haar rapport Medisch handelen op een tweesprong artsen op om af te rekenen met allerlei zinloze behandelingen, die de kosten in de gezondheidszorg opjagen, maar niets aan de genezing bijdragen. In haar oratie bij de aanvaarding, in 1992, van een bijzonder hoogleraarschap aan de Universiteit van Amsterdam, met als leeropdracht Evaluatieonderzoek van het klinisch handelen, zet zij uiteen dat artsen simpeler kunnen werken, op basis van protocollen en standaarden. Hoewel Els Borst al sinds 1968 lid was van D66, begint haar actieve politieke loopbaan pas in 1994, als zij 62 jaar oud is. D66-leider Hans van Mierlo haalt haar over om minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te worden. Zij laat een fundamentele verandering van het stelsel van ziektekostenverzekeringen even rusten en concentreert zich voluit op de inhoud van de zorg en de positie van de patiënt. Zij pakt beladen medisch-ethische dossiers op als orgaandonatie, medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en handelingen met geslachtscellen en embryo's ter voorkoming van ernstige genetische ziekten. Al in haar eerste periode als minister komen belangrijke vernieuwende wetten tot stand als de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, die de rechten van de patiënt in het Burgerlijk Wetboek vastlegt, de Wet klachtrecht cliënten zorgsector en de Kwaliteitswet zorginstellingen.

Na aanvankelijk te hebben moeten wennen aan het leven als politica krijgt de minister snel de smaak van het regeren te pakken. Zij leert ook strijd te leveren met collega-bewindslieden, met name de minister van Financiën, om de financiële middelen voor de gezondheidszorg te verruimen en zo de wachtlijsten in de zorg het hoofd te bieden. Aan het einde van de periode van het eerste paarse kabinet wordt Els Borst, in 1998, politiek leider en lijsttrekker van D66. In de aanloop naar het tweede kabinet-Kok is zij de eerste vrouwelijke informateur die ons land gekend heeft. In dat kabinet wordt zij vicepremier. In haar tweede periode als minister van VWS verdedigt Els Borst onder meer de Wet toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding. Met deze wet verwerft zij wereldwijde bekendheid. Haar naam zal altijd aan deze wet verbonden blijven.

Maar Els Borst bereikte zo veel meer. Zo verdedigde zij in haar strijd tegen de schrikbarende mortaliteit als gevolg van roken een ingrijpende wijziging van de Tabakswet die onder meer een leeftijdsgrens van 16 jaar voor de verkoop van tabaksproducten invoerde. Deze wetswijziging werd in de Tweede Kamer aanvaard zonder de steun van het CDA en de VVD. In de Eerste Kamer had zij steun uit deze partijen nodig, wilde het wetsvoorstel niet sneuvelen. Met kracht van argumenten en de toezegging om een ingediende motie te zullen uitvoeren, slaagde minister Borst erin om nagenoeg de hele Eerste Kamer achter haar voorstel te krijgen.

Acht jaar was Els Borst minister van Volksgezondheid, een ongekend lange periode voor zo'n lastige portefeuille. En ze was uitermate productief. Niet minder dan 104 wetten dragen haar contraseign. Haar politieke testament als minister van VWS legde zij neer in de nota Vraag aan bod, een rapport dat een blauwdruk bevatte voor een nieuw zorgstelsel in ons land. De wetgeving waarop dit rapport preludeerde, kon in een volgend kabinet tot stand komen.

Na haar ministerschap bleef Els Borst zeer actief. Binnen haar partij vervulde zij als erelid de rol van wijze adviseur en vredestichter. Haar betrokkenheid bleek nog op het partijcongres slechts tien dagen geleden. Na haar politieke loopbaan vervulde zij ook tal van maatschappelijke functies, onder meer als voorzitter van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties, voorzitter van het bestuur, later de raad van toezicht, van het NIVEL, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, en lid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Els Borst werd gekenmerkt door elegantie, waardigheid, eruditie, stijl en humor. Zij was een beminnelijke vrouw, die tegelijkertijd zeer scherp en vasthoudend kon zijn. In een internationale vergelijking waarin de Nederlandse gezondheidszorg al jaren als nummer één uit de bus komt, wordt als doorslaggevende reden voor het goed functioneren van de zorg in ons land genoemd "that healthcare operative decisions are taken, to an unusually high degree, by medical professionals with patient co-participation". Die kwalificatie dankt de Nederlandse gezondheidszorg bovenal aan Els Borst.

Mevrouw Borst is tweemaal koninklijk onderscheiden. In 2012 werd zij benoemd tot minister van staat, onder andere vanwege haar voorbeeldfunctie en haar grote maatschappelijke betrokkenheid. Anderhalf jaar geleden kreeg zij de Aletta Jacobsprijs uitgereikt, waarbij zij werd geprezen om de menslievende en genuanceerde wijze waarop zij medisch-ethische kwesties in het publieke debat aan de orde heeft gesteld.

Het is intriest dat Els Borst een waardig levenseinde is onthouden. Moge ons grote respect voor haar persoon en haar blijvende nalatenschap voor onze samenleving tot troost strekken van haar familie en van allen die van haar houden.

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Het overlijden van Els Borst en de berichten over de manier waarop zij mogelijk om het leven is gekomen, hebben ons allen zeer diep geschokt. Het is intens verdrietig dat wij vandaag deze bijzondere vrouw moeten herdenken die op haar 81ste nog midden in het leven stond.

Bijzonder was zij als mens, maar bijzonder was ook haar rol in het politieke leven. Els Borst was minister, vi-cepremier en minister van staat. Zij is vaker getypeerd als arts in de politiek. Toen haar tijdens haar ministerschap werd gevraagd of zij zich meer arts voelde of politica, antwoordde zij: Weet u, het gevoel arts te zijn gaat nooit helemaal weg. Het is een soort bekommerd zijn om mensen die in de gezondheidszorg in de knel komen.

Leven en dood liepen als een rode draad door haar bestaan. Tijdens haar loopbaan en in haar privéleven werd zij veelvuldig met de dood geconfronteerd. Dat is ook een van de redenen waarom zij op 62-jarige leeftijd ja zei, toen Hans van Mierlo haar vroeg minister van Volksgezondheid te worden. Want dat departement ging ergens over. Zoals zij zelf zei: Dit gaat over leven en dood.

Els Borst was een vakminister pur sang met een grote passie voor de gezondheidszorg, maar vooral ook iemand die de mens achter de dossiers, de patiënt, nooit uit het oog verloor. In haar acht jaar als minister werd zij met moeilijke vraagstukken geconfronteerd. Haar staat van dienst is indrukwekkend. Meer dan 100 wetten staan op haar naam. Zij bracht de Wet geneesmiddelenprijzen, de Wet op de orgaandonatie en de Wet medisch-weten-schappelijk onderzoek met mensen tot stand. Aan het einde van haar loopbaan als minister legde zij de basis voor de nieuwe Zorgverzekeringswet.

Een dossier waarmee haar naam voor altijd verbonden zal zijn, is dat van het zelfgekozen levenseinde. In 2001 maakte zij de eerste Euthanasiewet ter wereld mogelijk. Op de weg daarnaartoe combineerde zij een doelgerichte en scherpe houding met menslievendheid en respectvoor andere opvattingen. Het leverde haar het imago op van vernieuwer en grensverlegger in de zorg, maar dat op de weloverwogen en bescheiden manier die haar eigen was. Zij koos de weg van de geleidelijkheid. Zij was een politica van de kleine stapjes.

Els Borst had als minister alle eigenschappen van een goede arts. Zij was meelevend en begripvol, maar straalde ook autoriteit en gezag uit. Zij was innemend en warm, maar tegelijkertijd niet bang voor de confrontatie; en altijd vanuit een grote liefde voor haar vakgebied. Het maakte haar tot een zeer geliefd minister en tot een zeer geliefd mens. Dat juist zij waarschijnlijk door een misdrijf aan haar einde moest komen, maakt ons intens verdrietig.

Nederland is Els Borst heel veel dank verschuldigd. Wij gedenken haar met het allerdiepste respect. Namens het kabinet wens ik haar kinderen, haar kleinkinderen en andere nabestaanden veel kracht toe bij het verwerken van dit grote verlies.

De voorzitter:

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(Alle aanwezigen nemen een moment stilte in acht.) De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.