Binnen de participatiesamenleving nieuwe initiatieven in duurzame energie serieus nemen

Met dank overgenomen van M.B. (Marijke) Vos i, gepubliceerd op dinsdag 10 december 2013.

Nederland loopt flink achter met het opwekken van duurzame energie, en mist hierdoor ook interessante economische kansen. Kijk naar Denemarken, waar windenergie booming business is, en voor enorm veel werkgelegenheid zorgt. Kijk naar Duitsland. En kijk naar de trend in Nederland: het gebruik van zonnestroom groeit, de belangstellling van mensen om zelf te investeren, om mee te doen aan een coöperatie groeit enorm.

Participatiesamenleving, dat is toch het nieuwe toverwoord van het kabinet? Neem dan al die mensen met nieuwe initiatieven op het gebied van duurzame energie serieus en geef hen volop de ruimte.

Marijke heeft een motie ingediend, mede-ondertekend door de PvdA:

http://www.eerstekamer.nl/motie/motie_vos_groenlinks_c_s_inzake/document/f=/vjfgm1whmlsw.pdf

Dit wetsvoorstel maakt deel uit van de bredere wetgevingsagenda STROOM.

De wijziging is gericht op de implementatie van onderdelen van het Energierapport 2011, en voorziet in maatregelen ten aanzien van knelpunten die in dit Energierapport zijn gesignaleerd. (Daarnaast bevat het maatregelen als gevolg van recente ontwikkelingen, zoals een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de definitie van aansluiting)

Zelfleveranciers groene stroom

De fractie van GroenLinks wil met name ingaan op de regelingen voor zelfleveranciers van groene stroom.

De voorliggende wetswijziging is ondermeer bedoeld om de motie Jansen c.s (2eKamer) te implementeren. Deze motie vroeg het kabinet met voorstellen te komen om verenigingen van eigenaren(VVE’s) in staat te stellen zelf opgewekte elektriciteit te laten salderen met het elektriciteitsverbruik van de leden van de vereniging van eigenaren. GroenLinks vindt dat de minister met een zeer enge interpretatie van deze motie is gekomen, en daarmee niet het gevraagde doel dient.

Zo blijven voor de eigenaren van appartementen, of een wooncomplex de mogelijkheden tot salderen veel beperkter dan die van eigenaren van woningen.

-Er zijn veel VVE’s die geen gemeenschappelijke aansluiting hebben, die hebben niets aan deze wetswijziging.

-Grote VVE’s met een gemeenschappelijke aansluiting en verbruik boven de 10.000 Kwh/jaar vallen in een lager energiebelastingtarief, salderen levert 14 ct/kwh op en geen 24 ct, terwijl de leden allemaal kleinverbruikers zijn, net zoals eigenaren van een eigen woning. De afzonderlijke huishoudens vallen wel in het hogere energiebelastingtarief, maar kunnen dit niet benutten om te salderen.

-Als de VVE’s een gemeenschappelijke aansluiting hebben met een doorlaatwaarde van boven de 3*80 A, kunnen ze de energiebelasting en BTW daarover niet salderen, terwijl de leden, de huishoudens kleinverbruikers zijn.

-Huishoudens kunnen hun eigen elektriciteitsverbruik niet salderen via de gemeenschappelijke aansluiting

Is de minister bereid tot een ruimhartigere uitvoering ,naar de bedoeling en in de geest van de motie? Is hij bereid te onderzoeken of er specifiek voor de VVE’s een zelfleveringsmogelijkheid gecreëerd kan worden ? (waarbij bv het invoeden via één van de aansluitingen plaatsvindt, en waarbij administratief door de netbeheerder naar rato gesaldeerd kan worden op de huishoudelijke rekeningen)

2.Ontzorging niet belemmeren

Bij de beantwoording van vragen van deze Kamer op 31 oktober (vragen van D66) heeft de minister een nieuwe en nauwere interpretatie gegeven van artikel 50 WBM (Wet belastingen op milieugrondslag). GroenLinks heeft hier vragen bij, en die stel ik niet alleen ook namens de SP, ook namens D66, de heer van Boxtel.

De minister schrijft dat energiebelastingvrije hernieuwbare energie-opwek voor de gebruiker alleen mogelijk is als die opwek voor ‘rekening en risico’ van de gebruiker plaatsvindt. Vrijstelling is volgens de minister alleen mogelijk als de verbruiker zelf het risico draagt voor wat betreft de daadwerkelijke opgewekte elektriciteit.Dit zou niet het geval zijn als de vergoeding voor het gebruik van zonnepanelen afhangt van de hoeveelheid geproduceerde Kwh. Als een derde partij, volgens het ontzorgmodel met de gebruiker afrekent per Kwh, zou vrijstelling van energiebelasting niet meer mogelijk zijn.

In de wet staat niets over ‘voor rekening en risico’van de gebruiker. Er zijn inmiddels vele initiatieven ontstaan waarbij een derde partij huurders ontzorgt, of scholen, waarbij men uitgaat van vrijstelling van energie belasting volgens artikel 50 Wbm. Veel bestaande projecten met zonnestroom komen in de problemen, zowel projecten van particulieren als scholen. En nieuwe projecten worden ontmoedigd.

De fractie van GroenLinks rekent erop dat dit niet de bedoeling is, en een vergissing. Graag hoort zij een duidelijke toezegging van de minister.

  • 3. 
    Directe lijn

De minister is in de schriftelijke beantwoording uitgebreid ingegaan op de positie van de gebruikers van een directe lijn, waarbij eigen opgewekte energie via een directe lijn zelf gebruikt wordt. Consumenten cq kleinverbruikers mogen hier geen gebruik van maken, behalve als de verbruikers niet in hoofdzaak kleinverbruikers zijn. De minister verdedigt deze beperking met het argument van consumentenbescherming. Een consument die van een particuliere directe lijn gebruik maakt, in plaats van het openbare net, geniet geen bescherming. Ook is de minister bang dat de positie en de financiering van het openbare net ondermijnd kan raken. Mijn fractie vraagt de minister of hij hier niet wat ruimer mee om kan gaan. In Berlijn is eigen beheer van het net door particulieren mogelijk. Dat kan voor het opwekken van zonnestroom en windenergie nieuwe kansen bieden. Waarom niet het voorbeeld van Berlijn volgen? Graag een reactie.

4.De postcoderoos

Een kwestie die buiten het bestek van deze wetswijziging valt.

De levering ‘voor de meter’van bv zon of wind aan leden van een coöperatie met een korting van 7,5 ct op de energiebelasting wordt mogelijk. Dat is mooi, maar dit kan alleen binnen het zogenaamde postcoderoos gebied. Een argument wat de minister hanteert, is dat het gaat om herkenbare lokale opwekking van duurzame energie, waarbij de afnemer een band heeft met de locatie van opwekking. Dan is het vreemd om dit zo te beperken, veel mensen zullen zich identificeren met de gemeente waarin ze wonen, en bv Amsterdamse stroom willen kopen. Daarnaast is als extra beperking toegevoegd dat de opwekcapaciteit midden in de postcode-roos moet staan. Ook dit vormt een extra belemmering (en is bovendien niet in het Energieakkoord afgesproken). Wat zijn nu de werkelijke redenen om deze mogelijkheid zo beperkt te houden? Is de minister bang voor een te grote groei van zonnestroom? Graag een antwoord van de minister.

  • 5. 
    Fundamentele herziening Elektriciteitswet

GroenLinks heeft in de schriftelijke inbreng betoogd dat de wetgevingsagenda STROOM te beperkt is, en dat een fundamentele herziening van de Elektriciteitswet nodig is, gebaseerd op een gelijkwaardige positie voor decentraal opgewekte elektriciteit. De huidige Elektriciteitswet is immers gebaseerd op een systeem van centrale opwek van elektriciteit, met decentraal als uitzondering. De minister houdt het voorlopig op experimenten. Groenlinks vindt dit een gemiste kans. Nederland loopt flink achter met de opwek van duurzame energie, en mist hierdoor ook interessante economische kansen. Kijk naar Denemarken, waar windenergie booming business is, en voor enorm veel werkgelegenheid zorgt. Kijk naar Duitsland. En kijk naar de trend in Nederland, het gebruik van zonnestroom groeit, de belangstellling van mensen om zelf te investeren, om mee te doen aan een cooperatie groeit enorm.

Participatiesamenleving, dat is toch het nieuwe toverwoord van het kabinet? Neem dan al die mensen met nieuwe initiatieven op het gebied van duurzame energie serieus en geef ze volop de ruimte.