Op weg naar een duurzame energievoorziening

Met dank overgenomen van J.C. (Jan) Vos i, gepubliceerd op dinsdag 12 november 2013, 13:34.

Foto Flickr / andjohan

Onze energievoorziening bevindt zich, 250 jaar na de uitvinding van de stoommachine, in een nieuwe revolutionaire fase. Noodgedwongen moeten we afzien van fossiele brandstoffen, bovenal van kolen, maar uiteindelijk ook van olie en gas. Nederland heeft hier nog een lange weg in te gaan en het energieakkoord is een goede eerste stap.

Europa investeert om onze energievoorziening duurzaam te maken. In sommige landen, zoals Noorwegen, is men daar al ver mee op weg. Daar is 65% van alle energie en vrijwel 100% van alle elektriciteit duurzaam. Maar in Nederland lopen we achter. Van 4,5% duurzame energie groeien we naar 14% in 2020, 16% in 2023 en uiteindelijk 100% in 2050. Een lange weg te gaan dus, die veel geld en arbeid zal vragen. Maar met alle kennis die we nu hebben weten we dat het ook een noodzakelijke weg is.

Die noodzakelijkheid wordt nog eens aangetoond door de breedte waarmee het energieakkoord wordt gedragen. Van TATA Steel tot Greenpeace, in grote gezamenlijkheid hebben Nederlandse bedrijven en NGO’s samengewerkt onder leiding van de SER, om de grootste uitdaging van onze tijd vorm te geven en uit te werken in een concreet plan van aanpak.

De Partij van de Arbeid is dan ook zeer tevreden met dat energieakkoord. Tevreden vanwege de sluiting van vijf kolencentrales, het plafond voor biomassa en daarmee gepaard gaande duurzaamheidscriteria, tevreden over de forse investeringen in wind op zee met kansen op innovatie, tevreden over de forse energiebesparing bij bedrijven en in gebouwen en tevreden met de netto 15.000 banen, waarvan deels al op korte termijn.

Lees hier mijn gehele inbreng tijdens het wetgevingoverleg energie >