Belasten lokale stroom is nuts

Met dank overgenomen van L. (Liesbeth) van Tongeren i, gepubliceerd op woensdag 26 juni 2013.

In plaats van het scheppen van een stabiel investeringsklimaat voor lokale en schone energie, schuift het kabinet duidelijke wetgeving over saldering voor zich uit. Het huidige belastingstelsel remt technologische innovatie en houdt energie duur, kwetsbaar en vies, betogen Liesbeth van Tongeren en Pepijn Vloemans.

“Nederland zet in op een ambitieus internationaal klimaatbeleid,” staat te lezen in het regeerakkoord van VVD en PvdA. “Het kleinschalig, duurzaam opwekken van (zonne-)energie (...) wordt fiscaal gestimuleerd.” Was het maar waar. In plaats van een stabiel investeringsklimaat voor schone en lokale energie te scheppen, schuift dit kabinet een beslissing over decentrale energieopwekking voor zich uit en handhaaft zo de fossiele status quo. Terwijl de grootverbruikers van (kolen)stroom praktisch vrijgesteld zijn van energiebelasting, blijft de consument die zich in zon- of windcoöperaties wil verenigen ondertussen veel belasting betalen op lokale en schoon opgewekte stroom.

Toch is het niet zo moeilijk deze veelbelovende lokale initiatieven subsidieloos te stimuleren. Met een kleine wijziging in de wetgeving kunnen lokale energiecoöperaties direct aan de slag. Hoe? Simpel: door saldering - het terugleveren aan het net van zelf opgewekte elektriciteit - ook voor coöperaties mogelijk te maken. De elektriciteit die de leden van een coöperatie niet direct nodig hebben, strepen ze weg tegen stroom van het net. Salderen is nu alleen mogelijk voor eigenaren van zonnepanelen met een eigen dak, of eigenaren van een windturbine. Zij betalen belasting noch BTW op energie die ze zelf produceren. Net zoals je ook geen BTW of belasting betaalt op sla en tomaten die je in je eigen tuin kweekt. Simpel en rechtvaardig. Maar de Nederlanders die niet over een eigen dak beschikken - bijvoorbeeld de bewoners van een flat zoals ondergetekenden - moeten bijna twaalf cent energiebelasting per kWh afrekenen als ze de stroom van hun zelf gefinancierde zonnepaneel of windmolen willen gebruiken. Ingewikkeld en onrechtvaardig.

Uit onderzoek van Ecofys blijkt dat het toestaan van salderen voor coöperaties de terugverdientijd van zonnepanelen drie tot vier jaar vervroegt, waarmee een energierevolutie van Duitse proporties ontketend wordt. Maar dit kabinet schuift ondanks de afspraak in het regeerakkoord een besluit over salderen voor coöperaties voor zich uit. Mocht er wel een besluit komen, dan belooft dat volgens ingewijden ook niet veel goeds: zoals de plannen er nu voor liggen mag salderen als coöperatie straks alleen binnen een viercijferige postcodegebied en tegen een iets verlaagd belastingtarief. Dit is niet ambitieus genoeg.

Want nog belangrijker is dat het (uitblijven van een) besluit over salderen de transitie naar een CO2-vrije economie remt. Klimaatverandering mag dan niet op de politieke agenda staan, daarmee is het probleem nog niet verdwenen. Onlangs steeg de concentratie CO2 in de atmosfeer boven de grens van 400 deeltjes per miljoen. En Christine Lagarde, voorzitter van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) benadrukte al eerder dat zonder actie toekomstige generaties “geroosterd, gefrituurd en gegrild zullen worden”.

De Wereldbank vraagt zich inmiddels publiekelijk af of het überhaupt nog mogelijk is ons aan te passen op een wereld die vier graden warmer wordt. En zelfs de conservatieve International Energy Agency (IEA) neemt tegenwoordig het standpunt in dat we voor een stabiel klimaat en economisch systeem het merendeel van fossiele brandstoffen voor altijd in de grond moeten laten zitten. Het is dan ook toe te juichen dat deze regering 16% duurzame energie in 2020 wil, oplopend naar 100% duurzame energie in 2050. Maar om deze doelen te halen is het democratiseren van energie door het toestaan van coöperatief salderen een onmisbaar ingrediënt.

De voordelen van deze lokale ‘Energiewende’ zijn talrijk: wanneer meer huishoudens zelf of met energiecoöperaties de vruchten plukken van schone energie zal er meer steun komen voor het afbouwen van de vervuilende fossiele industrie. Wanneer - zoals Duitsland - het niet de grote bedrijven zijn maar de burgers zelf die geld verdienen aan zon, aardwarmte en wind krijgen juist zij belang bij een koolstofarme economie. Je valt op in een straat als je geen zonnepanelen hebt. Je wordt een uitzondering als je geen aandeel hebt in de lokale windcoöperatie. Schone energie wordt dan het nieuwe normaal.

Een bijkomend voordeel dat vaak vergeten wordt is dat deze revolutie van onderop Nederland sterker zal maken. Terwijl de kosten van zonnepanelen het afgelopen decennium spectaculair gedaald zijn - voorspeld wordt dat de prijs iedere drie jaar blijft halveren - is de levering van kolen, olie en gas onvoorspelbaar en onverminderd afhankelijk van dubieuze regimes. Wegens deze kwetsbaarheid voor zowel vraag- als aanbodgedreven ‘energieschokken’ - denk aan de oliecrisis van de jaren zeventig of de piekende olieprijs in 2008 - is ook de denktank van het Duitse leger voorstander van de huidige transitie van Duitsland naar een schone energievoorziening. Het benutten van lokale zon en wind is dus ook een slimme geopolitieke keuze.

Alles goed en wel zult u misschien denken, maar de belastingen dan? Is het verstandig om midden in een crisis salderen toe te staan en zo belastingen mis te lopen? Ja: de opbrengsten uit BTW op de te installeren zonnepanelen en windmolens en de nieuwe banen voor monteurs en installateurs leveren de overheid ook inkomsten op. Daarnaast zou er eindelijk eens gekeken moeten worden naar de huidige onrechtvaardige verdeling van energiebelasting. Grootverbruikers van elektriciteit (meer dan 10 miljoen kWh) betalen nu vrijwel geen belasting - 0,00005 cent per kWh. Deze goedkope energie maakt de industrie lui: technologische innovaties die energie besparen blijven bij lage stroomprijzen onrendabel. Het energiebelastingsysteem is momenteel oneerlijk en ongebalanceerd: het belast de productie van schone en lokale energie door burgers en moedigt energieverspilling door grootverbruikers aan. Energiebelastingen moeten eerlijker verdeeld worden tussen burger en industrie.

“Samen kiezen we voor een overheid die mensen niet in de eerste plaats als consument ziet, maar als burgers die de ene keer zelfstandig, de andere keer samen de toekomst van Nederland vormgeven,” staat er ook te lezen in het regeerakkoord. Maar de huidige wetgeving remt juist innovatie en betrokkenheid van burgers, terwijl het energie duur, kwetsbaar en vervuilend houdt. Vrij zijn om collectief je eigen stroom op te wekken is een belangrijke stap in een transitie naar een duurzame economie. Power to the people.

Liesbeth van Tongeren Tweede Kamerlid en Pepijn Vloemans medewerker bij Bureau de Helling, het

wetenschappelijk bureau van GroenLinks

Dit stuk is op 8 juni 2013 verschenen op de opiniepagina van NRC Handelsblad