Griekenland sluit zich als 16e lidstaat aan bij EU-regels rond internationale echtparen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 18 oktober 2013.
Griekenland sluit zich als 16e lidstaat aan bij nieuwe EU-regels om internationale echtparen te helpen
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

Europese Commissie

Persbericht

Brussel, 18 oktober 2013

Griekenland sluit zich als 16e lidstaat aan bij nieuwe EU-regels om internationale echtparen te helpen

Vandaag heeft Griekenland zijn besluit aangekondigd om zich aan te sluiten bij de 15 landen die reeds deelnemen aan de EU-regels waardoor internationale echtparen kunnen kiezen welk nationaal recht van toepassing is op hun echtscheiding. De nieuwe regels, die sinds juni 2012 van kracht zijn, waren de eerste toepassing ooit van de procedure van ‘nauwere samenwerking’, waarmee EU-lidstaten tot verdere integratie kunnen besluiten ( IP/10/347 ).

Via nauwere samenwerking — in 2001 ingevoerd door het Verdrag van Nice i, maar voor het eerst gebruikt door de Commissie-Barroso II — kan een groep van ten minste negen lidstaten maatregelen nemen wanneer alle 28 lidstaten niet tot overeenstemming komen. In het geval van de echtscheidingsregels konden daardoor aanvankelijk 14 landen (zie achtergrond) in 2011 overeenstemming bereiken over een verordening, waaraan in 2012 Litouwen deelnam ( IP/12/1231 ) en nu ook Griekenland.

De verordening heeft als doel echtparen rechtszekerheid te bieden en voorkomt dat een van de partners snel naar de rechter stapt om de andere voor te zijn en de echtscheiding onder een gunstigere wetgeving te doen vallen, terwijl tegelijkertijd emotioneel en financieel zware procedures worden vermeden.

„Met de EU-regels inzake grensoverschrijdende echtscheiding slaat de Europese integratie een geheel nieuwe weg in. Deze regels laten zien hoe het verder kan op gebieden waar een gebrek aan unanimiteit een obstakel vormt voor vooruitgang, door de juridische innovaties van het Verdrag van Lissabon om te zetten in praktische realiteit”, aldus vicevoorzitter Viviane Reding, de EU-commissaris voor Justitie. „Het is zeer bemoedigend dat nog een staat heeft verzocht deel te nemen aan de nauwere samenwerking die internationale echtparen helpt die aan het scheiden zijn. Door het vrije verkeer van personen kunnen mannen en vrouwen uit heel Europa elkaar ontmoeten en verliefd worden, maar we moeten ervoor zorgen dat er rechtszekerheid is in het geval van een echtscheiding.”

De verordening betreffende het toepasselijke recht inzake echtscheiding wil de zwakkere partner beschermen tijdens echtscheidingsgeschillen. Internationale echtparen kunnen van tevoren beslissen onder welke wetgeving hun eventuele echtscheiding of scheiding van tafel en bed zal vallen. Als het echtpaar het niet eens kan worden, zal de rechter aan de hand van een gemeenschappelijke formule beslissen welke wetgeving van toepassing is. De verordening, die op 21 juni 2012 in werking is getreden, heeft geen gevolgen voor het nationale huwelijks- of echtscheidingsrecht en bevat evenmin regels die gevolgen hebben voor het materiële familierecht van de lidstaten.

Met bijna 1 miljoen echtscheidingen in de EU in 2009 (gegevens EUROSTAT) zal deze oplossing een hulpmiddel zijn voor echtparen met een verschillende nationaliteit, echtparen die apart wonen in verschillende landen of echtparen die in een ander land wonen dan hun thuisland.

De echtscheidingswetgeving heeft een voorbeeldfunctie vervuld voor het oplossen van onenigheid tussen lidstaten op andere beleidsterreinen waarop sindsdien van nauwere samenwerking gebruik is gemaakt: het EU-eenheidsoctrooi ( MEMO/12/971 ) en het voorstel voor een belasting op financiële transacties ( IP/13/115 ).

Achtergrond

Volgens de EU-Verdragen kunnen negen of meer lidstaten via nauwere samenwerking voortgang maken met een maatregel die belangrijk is maar die door een kleine minderheid van lidstaten wordt geblokkeerd. Andere EU-landen hebben het recht om deel te nemen wanneer zij dat wensen (artikel 331 VWEU).

Op 12 juli 2010 namen de EU-regeringen het besluit van de Raad aan houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed ( IP/10/917 , MEMO/10/100 ). Het werd is in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd op 22 juli 2010. Vervolgens knoopten de 14 deelnemende landen (Oostenrijk, België, Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Italië, Letland, Luxemburg, Malta, Portugal, Roemenië, Slovenië en Spanje) onderhandelingen aan en op 20 december 2010 namen zij een verordening van de Raad aan met gedetailleerde regels die op internationale echtscheidingen toepasselijk zijn (op 29 december 2010 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd).

Andere lidstaten die wensen deel te nemen, kunnen daar op elk ogenblik om verzoeken. Op grond van het Verdrag van Lissabon moeten zij de Raad en de Commissie eerst van hun voornemen in kennis stellen. Na Litouwen is Griekenland de tweede lidstaat die de instellingen in kennis stelt van zijn voornemen om deel te nemen aan de nauwere samenwerking.

De Commissie moet nu, binnen vier maanden na ontvangst van het verzoek van Griekenland om deel te nemen aan de verordening inzake grensoverschrijdende echtscheidingen, de deelname aan de vastgestelde nauwere samenwerking bevestigen.

Meer informatie

Europese Commissie - Familiezaken en erfopvolging:

http://ec.europa.eu/justice/civil/family-matters/index_en.htm

Homepage van vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor Justitie:

http://ec.europa.eu/reding

Volg de vicevoorzitter op Twitter: @VivianeRedingEU