Onrecht gedogen, dát is verraad

Met dank overgenomen van A. (Ahmed) Marcouch i, gepubliceerd op zaterdag 3 augustus 2013, 13:02.

Foto Flickr / nico1959

Het is snel geëscaleerd. Wat de politie vreesde, is drie jaar later gebeurd. Jonge Marokkaanse hufters die in groepjes bewoners intimideerden op winkelpleintjes en in deurportieken, vormen nu een extreem gewelddadige Marokkaanse tak in de drugshandel en liquideren elkaar met kalashnikovs in woonbuurten.

Toch kreeg de geliquideerde in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt bij de druk bezochte begrafenis alle eerbetoon van vrienden en andere bekenden. Het was een lieve jongen, zeiden zij.

Uiteraard heeft elke familie recht op zijn rouw bij een dergelijk drama. Maar tegelijkertijd zou de gemeenschap de golf aan misdaden en criminaliteit juist luid en duidelijk moeten veroordelen en aangifte moeten doen als zij zien dat hun laagbetaalde buurjongens, neven en zonen rondrijden in dure auto’s of pronken met kostbare kleding.

Zodat criminelen zich dakloos voelen in de omgeving waarin zij opgroeiden. En de politie moet gespecialiseerde expertise binnenhalen, om juist in deze gesloten gemeenschappen een informatiepositie te krijgen. Zodat zij de criminelen gericht kunnen oppakken, zonder in een hele generatie te verdwalen.

Misdaad bestaat, omdat misdaad loont. De beste preventie is de pakkans verhogen. Want potentiële misdadigers wegen de buit en de risico’s tegen elkaar af. De pakkans verhogen betekent: gericht inzetten, juist daar waar misdadigers zich veilig wanen. Recent pakte de politie zo 350 criminelen op in het spitsverkeer tussen Rotterdam en Den Haag. Het was een kwestie van daar dertig keer gaan staan, weten wat je zoekt en gericht kijken: naast de snelheid werd ook het kenteken gecontroleerd.

Het beroepsmatige abc van de politieagent is horen, zien en ruiken. Als agent heb ik vol bewondering gezien hoe mijn autochtone collega’s door de spraakaccenten meteen wisten waar verdachten vandaan kwamen: Noord- of Zuid- Limburg, Groningen of Drenthe. Voor mij was dat nauwelijks te doen. Ik had mijn collega’s andere expertise te bieden: ik kon juist goed horen of de verdachten hun oorsprong hadden in Noord- of Zuid- Marokko, in Algerije of Tunesië. Die verdachten konden ons team niets wijsmaken.

Ervaringsdeskundigen hebben grote ogen en oren en een prima neus waardoor zij zonder vijfjarige cursus meteen merken of Marokkaanse verdachten liegen, precies weten hoe zij hen daarmee kunnen confronteren, waardoor ontkennen geen zin heeft.

Wat zou de pakkans groeien als wij genoeg gespecialiseerde agenten hadden die niet meer oeverloos hoefden te posten en te wachten tot de crimineel eindelijk bij zijn vijftigste beroving op heterdaad wordt betrapt. Wat een zegen zou het zijn voor de pakkans als de politie behalve de heterdaad ook andere beroepstechnieken adequaat kon toepassen: de goede van de kwade onderscheiden, begrijpen wat je ziet, meldingen op waarde schatten, getuigenissen adequaat verwerken en doeltreffende verhoortechnieken.

De succesformule is: stel een rechercheteam samen met verschillende typen van daderkennis. Dat is wat minister Opstelten moet eisen van zijn politieleiding. Dat is wat de burgemeesters moeten eisen als korpsbeheerders, dat is wat de politievakbonden moeten eisen van hun werkgever. En dat is wat de Marokkaanse gemeenschap van de politie moet eisen: ‘Wij eisen expertise, wij eisen het vermogen om welwillende en kwaadwillende jongens te onderscheiden; zodat wij niet langer als bevolkingsgroep over één kam worden geschoren.’

Niet dat de Marokkaanse gemeenschap daarmee weg komt. Die moet de politie gaan helpen, juist in zulke hechte gemeenschappen als de Marokkaanse kan de politie niet zonder informatie. Ik zie dat de eerste stappen voorzichtig gezet worden, met bijeenkomsten waar professionele Marokkaanse jongerenwerkers hun bezorgdheid bespreken over Marokkaanse criminelen. Nu de volgende stap. Leiders, sta bij zulke bijeenkomsten op, hou je mobiele telefoon omhoog en spoor de aanwezigen aan. Zeg ze: ‘Dit is het telefoonnummer van Meld Misdaad Anoniem. Eerlijk geld verdienen is onze norm, niet het vergaren van misdaadkapitaal. Zien wij onze buurjongens, neven en zonen zonder arbeidsinkomen met dure goederen pronken, dan nemen wij die niet aan, wij melden het juist. En dat is geen verraad. Onrecht gedogen, dát is verraad.’

Zonder informatie kan de politie zijn werk niet doen. Dan gaat het zoals recent in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer. Een hufter bekogelde een scooteragent tegen de vlakte. De politie kwam massaal in actie, niet specifiek tegen deze jongen of zijn groepje, maar vroeg alle moskeegangers hun identiteitsbewijs. De vijftienjarige (onschuldige) passant Youssef werd daarbij ‘met gepast geweld’ ingerekend. Vijfhonderd boze facebookers keerden zich daarop publiekelijk tegen de politie. Wég meldingsbereidheid, wég getuigen en wég informatiepositie. Met grote schade voor de goedwillenden, die voortdurend dubbel gepakt worden: door criminelen beroofd in hun eigen huis, door de politie gefouilleerd of anderszins lastig gevallen op weg naar winkel of moskee, door potentiële werkgevers gewantrouwd en door het brede publiek met argwaan bekeken.

Hoogste tijd om als Marokkaanse gemeenschap zelf het tij te keren: Door weerstand te bieden tegen etnische solidariteit en te kiezen vóór het recht. Door de politie daadwerkelijk te helpen om boeven te vangen. Door van de politie te eisen dat inderdaad te gaan doén. Met inzet, expertise en gespecialiseerde agenten die kwaadwillenden kunnen onderscheiden van goedwillenden.

Dit opiniestuk verscheen zaterdag 3 augustus in kranten van De Persdienst.