Kamervragen over cyberpesten

Met dank overgenomen van V.A. (Vera) Bergkamp i, gepubliceerd op maandag 29 juli 2013, 2:17.

2013Z15476

Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister en staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een op de tien jongeren online wordt gepest (ingezonden 29 juli 2013)

  • Wat is uw reactie op het bericht ‘Een op tien jongeren gepest op internet’? 1)
  • Is het plan van aanpak tegen pesten 2), dat vooral gericht is op het tegengaan van pesten in de schoolomgeving, in het licht van deze cijfers in uw ogen afdoende om pesten buiten de context van de school tegen te gaan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Mag worden verondersteld dat het cijfer van een op de tien eigenlijk nog hoger ligt, gegeven de conclusie van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat minder dan een op de tien jongeren die geconfronteerd werd met pesten via internet hiervan melding maakte bij de politie of een andere instantie en dat het leeuwendeel van de slachtoffers dus niet wordt geregistreerd?
  • Deelt u de mening dat het cijfer dat minder dan een op de tien jongeren die geconfronteerd werd met pesten via internet hiervan melding maakte bij de politie of een andere instantie veel te laag is? Zo ja, wat gaat u doen om de aangiftebereidheid te verhogen? Zo nee, waarom niet?
  • Beschikt u over gegevens over het voorkomen van cyberpesten van jongeren onder de 15 jaar? Zo ja, kunt u de Kamer deze verstrekken? Zo nee, bent u bereid hiernaar onderzoek te laten verrichten, gelet op het feit dat jongeren steeds eerder actief worden op het internet?
  • Bent u van mening dat cyberpesten in bredere zin een probleem is dat aandacht verdient, gegeven het feit dat 3% van de Nederlandse bevolking aangaf in 2012 wel eens gepest te zijn op internet? Zo nee, waarom niet?
  • Wat gebeurt er met meldingen van online pesten die gedaan worden bij de politie of een andere instantie? Kunt u de Kamer een historisch overzicht geven hoeveel meldingen en aangiften van cyberpesten de afgelopen vijf jaar zijn gedaan en hoeveel van deze meldingen en aangiften hebben geleid tot nader onderzoek, strafrechtelijke vervolging of anderszins vervolgstappen? Zo nee, waarom niet?
  • Onder welk(e) artikel(en) uit het Wetboek van Strafrecht valt cyberpesten? Bent u van mening dat hiermee het probleem van cyberpesten effectief kan worden aangepakt?

2)Kamerstuk 29 240, nr. 52