Van rood naar groen

Met dank overgenomen van A. (Bram) van Ojik i, gepubliceerd op dinsdag 11 juni 2013.

De schoorstenen van de Eemshaven

Zaterdag was ik in de Eemshaven. In de auto van vakbondsveteraan Hermen Pol scheurden we vanuit Groningen langs de zonovergoten akkers ten noorden van de stad via Bedum, Stedum en Loppersum richting Roodeschool. GroenLinks is daar ooit letterlijk begonnen. In de campagne van 1989, het jaar dat GroenLinks werd opgericht, ging daar onze verkiezingstournee van start: met de trein van Roodeschool naar Groenlo. We vonden dat toen grappig: van rood naar groen, u snapt het wel.

Vlak na Roodeschool, net als je denkt aan het einde van de wereld te zijn aangeland, doemen plotseling van schoorstenen van de Eemshaven op. Nooit helemaal geworden wat er van werd verwacht. Nu wordt er onder meer vervuilde grond verwerkt en wordt er in een grote anonieme loods in enorme servers door onder meer Google-dataverkeer vanuit de gehele wereld bewaard. Die servers gebruiken meer energie dan de hele stad Groningen en daarom is het niet toevallig dat de loods zich pal naast de plek bevindt waar RWE en Nuon grote nieuwe energiecentrales bouwen. Omstreden vanwege de kolenstook, en straks wellicht ook overbodig omdat er steeds meer energie wordt aangevoerd uit landen als Duitsland en Noorwegen. En die energie is nog schoon ook.

Polderland

Over die omslag naar schone energie wordt in Nederland vooral vergaderd en geaarzeld. Ook dat zie je in de Eemshaven. Op het land liggen talloze kant- en klare windmolens plat op de grond. Bestemd voor plaatsing in de Waddenzee, maar waar, wanneer en hoe precies, daar wordt nog over vergaderd. En gesteggeld, want misschien te duur, horizonvervuiling, invloed op de visstand en de getijden. Ingewikkeld allemaal. Toch maar beter op het land dan? Of staan er daar al te veel? Zo kennen we ons polderland.

Voor de FNV is de Eemshaven vooral de plek waar 5000 mensen werk vinden. Voor deze regio een gigantisch aantal. Er komt echter vrijwel geen lokale aan te pas. Het werk wordt voor 95% gedaan door Polen en Portugezen. Via ingenieuze sluiproutes in een lange keten van onderaannemers en uitzendbureaus worden zij ingehuurd voor een prijs waar een Nederlander met een cao-loon nooit voor kan werken. Huisjesmelkers verdienen bovendien goed aan de huisvesting van al die duizenden gastarbeiders in slordig opgeknapte boerderijtjes en arbeidershuisjes (die heb je hier nog).

Eerlijke kans op fatsoenlijk loon

De FNV probeert de buitenlandse werknemers bewust te maken van hun rechten, maar dat is een lang en moeizaam proces. Taalproblemen, culturele verschillen, maar ook angst je baan kwijt te raken zorgen ervoor dat de Polen en Portugezen het liefst met rust worden gelaten.

Hermen Pol is er niet het type naar om zich daarbij neer te leggen. Hij schakelt tussenpersonen in die Pools en Portugees spreken en wint zo het vertrouwen van de werkers, hij maakt duidelijk dat het er de vakbond niet om gaat om buitenlanders te weren, en hij spreekt de energiegiganten - Nuon en RWE in dit geval - aan op hun ketenverantwoordelijkheid. Hoeveel onderaannemers ze ook inschakelen, ze blijven verantwoordelijk voor een fatsoenlijk loon, of het nou om Nederlandse werknemers gaat, of om Polen en Portugezen. Dat zijn de regels, en daar wil Hermen de bedrijven graag aan houden. Alleen als iedereen zich aan die regels houdt, krijgen ook de werklozen uit Noord-Groningen een eerlijke kans om nog eens voor een fatsoenlijk loon op de Eemshaven aan het werk te komen.