Arbeidsmigratie is een klassenvraagstuk

Met dank overgenomen van J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, gepubliceerd op woensdag 8 mei 2013, 0:50, column.

Op de warme zondagmiddagen bevolkten ze het centrum van mijn woonplaats Oss: mannen onder elkaar, afkomstig uit Spanje. Iedereen was de stad ontvlucht, naar de Maas of een eindje fietsen bij Herperduin. Het deed mij denken aan de eenzame zondagmiddagen van mijn kostschooltijd. Ik had met ze te doen. Wat voor leven moet dat zijn? Maandenlang van huis, ver weg van vrouw en kinderen.

Een paar jaar later werd ik een van hun collega’s op de worstfabriek van Zwanenberg. Mijn collega’s en ik hielpen hen met handgebaren en grapjes. Hun bestaan was echter allerminst grappig. Vaak werden ze gedwongen urenlang over te werken. Ze werden ondergebracht in deplorabele pensions waar ze met z’n achten op één kamer sliepen. De huur was schandalig hoog. Maar waarom waren ze hier? Het was nog de tijd van dictator Franco, maar dat was voor de meesten niet de reden van hun verblijf. Het was de werkloosheid en de uitzichtloosheid die ze dreef. De bazen van Zwanenberg hadden hun geworven. Onze buitenlandse collega’s werden uitgebuit, zoveel kun je wel stellen. Ze werden onder druk gezet dagelijks meer kilo’s worst te produceren dan wij. Daardoor ging het tempo omhoog. Ook de lonen kwamen onder druk te staan omdat de meeste gastarbeiders bereid waren met minder genoegen te nemen.

Op onze afdeling kwamen er later ook Turken bij. Bedrijven wierven onder Marokkanen, en later - toen de EU dat mogelijk maakte - ook onder Polen. Er kwamen er veel meer dan de tienduizenden die de regering verwachtte. Het werden honderdduizenden. Dezelfde effecten als toen met de Spanjaarden werden al snel zichtbaar: verdringing van autochtone arbeiders en druk op de lonen en arbeidsvoorwaarden. Precies wat de bazen wilden en willen. Hoe dat werkt? Allereerst zijn er de uitzendbureaus die bemiddelen tussen de opdrachtgevers en de werkzoekende Polen. Omdat veel Polen niet op de hoogte zijn met de rechten en plichten van een arbeider in Nederland, kunnen deze legale koppelbazen - zo noemden we ze vroeger - makkelijk misbruik maken van die onwetendheid. Ook de opdrachtgevers gaan niet vrijuit. Aan de lopende band worden er voorbeelden bekend van wantoestanden die het best zijn te typeren als moderne slavernij. Echt ingewikkeld wordt het wanneer Polen hier als zzp’er zelfstandig aan de slag gaan. Ze zijn dan niet gehouden aan werktijden en andere bepalingen die verband houden met de cao en zaken die voor Nederlandse ondernemers vanzelfsprekend zijn.

Een nieuwe stroom van arbeidsmigranten is aanstaande. Nu vanuit Roemenië en Bulgarije. Kroatië volgt later. Het leger van rondtrekkende paria’s blijft groeien.

Zoals zoveel is ook arbeidsmigratie een klassenvraagstuk. De verdeling van de voor- en nadelen ervan maakt dat duidelijk. Met het Verdrag van Maastricht, dat een vrij verkeer van goederen, kapitaal, diensten en mensen bewerkstelligde, werd de EU één grote arbeidsmarkt.

Onder andere daardoor is de Europese integratie verworden tot een project ter bediening van de wensen van de grote bedrijven en de multinationals, en is het zeker geen project dat arbeiders en kleine ondernemers tot voordeel strekt.

Deze column verscheen op 8 mei 2013 in NRC.