Illegaliteit is een principezaak, strafbaarheid is dat niet

Met dank overgenomen van R.H.A. (Ronald) Plasterk i, gepubliceerd op dinsdag 7 mei 2013, 11:32.

Foto PvdA

Als we het in de PvdA erover eens zijn dat toegang tot ons land niet onbeperkt is, en dat er dus door de wet grenzen worden gesteld aan wie hier mag verblijven, dan is de vervolgvraag hoe we op een humane manier omgaan met mensen die buiten die grenzen vallen. Dat moet altijd zijn met respect, in redelijkheid, met matiging, met verstand en met gevoel. Daarover moet het debat gaan. Daar kunnen we verschil maken. Dan doe je wat voor mensen, en daar moet de PvdA zich op richten.

Dat schrijf ik in een opiniestuk in de Volkskrant.

Hieronder het volledige stuk, zoals op 7 mei verschenen is in de Volkskrant:

In deze meidagen moet ik altijd denken aan mijn vader die in 1939 als 11-jarige asielzoeker met de trein naar Nederland kwam, met aan de ene hand zijn broertje van 9, en in de andere een koffer met spulletjes.

Zelf katholiek opgevoed in Berlijn, hadden ze als halfjoodse kinderen een gele ster gekregen, en dat was voor mijn grootouders een reden om ze in Nederland op kostschool te doen tot die gekkigheid voorbij zou zijn. Pas tien jaar later, na de Tweede Wereldoorlog, zouden mijn grootouders hun inmiddels volwassen zonen terugzien. De jongens hebben in die tien jaar ervaren dat Nederland deed wat het moest doen, in verantwoordelijkheid, ja zelfs met liefde.

Die bereidheid om mensen zonodig op te vangen en op te nemen is een wezenskenmerk van ons land, al eeuwen. Het kenmerkt de kracht van de Nederlandse samenleving.

Ooit stond in de staatsregeling van 1798 zelfs dat eenieder die zich op Nederlands grondgebied bevond zich hier burger mocht weten. Aan die regeling lag wellicht ook ten grondslag dat veel van de toenmalige nieuwe machthebbers politiek vluchteling waren geweest, en die lijn is inmiddels verlaten. In die tijd waren er nog geen vliegtuigen, en konden mensen in andere delen van de wereld niet zo gemakkelijk zien hoeveel beter het leven hier was dan in hun eigen land.

Als we nu iedereen die zich hier zou willen vestigen zouden toelaten, zou dat de samenleving geheel ontwrichten. In de ideale wereld zou ieder mens op de plek van zijn of haar voorkeur moeten kunnen wonen, maar in de wereld van nu kan dat helaas niet. Dat accepteren we de laatste twee eeuwen dan ook in onze wetgeving. Ons land staat open voor vluchtelingen, voor gezinshereniging, en dit alles is in detail geregeld. Die regelingen zijn ongetwijfeld niet perfect, maar dát er regels zijn voor wie hier wettig verblijven mag en wie niet, dat is geheel geaccepteerd.

In de actuele discussie binnen de PvdA over de strafbaarheid van illegaliteit spelen twee zaken door elkaar. De ene is de illegaliteit als zodanig. Dat is inderdaad een zeer principiële zaak. Tijdens het PvdA-congres beriepen sprekers zich hierop: 'Geen mens is illegaal'. Het indrukwekkend verhaal van Sander Terphuis ging ook hierover: over zijn illegale verblijf en de angst voor vreemdelingendetentie en uitzetting.

Maar juist op dit principiële punt is de lijn van de PvdA wel altijd helder geweest: we zijn er geen voorstander van dat eenieder zich vrijelijk in Nederland kan vestigen. Integendeel, we vinden het noodzakelijk dat er regels zijn, en die zijn door staatssecretarissen Cohen en Albayrak ook nog aangescherpt. Je mag in Nederland verblijven als je wordt toegelaten, en anders is je verblijf in strijd met de wet ­- illegaal - en moet je in principe vertrekken. Dat is de lijn die de PvdA altijd heeft onderschreven.

Een andere zaak is hoe we vervolgens omgaan met de mensen die hier toch illegaal verblijven. Strafbaarstelling verandert niets aan het feit dat mensen hier volgens de wet toch al niet mogen zijn. Ook nu kan iemand al in vreemdelingendetentie worden geplaatst. Over de toegevoegde waarde in de praktijk kan men wellicht van mening verschillen, maar dat is geen kwestie van principe, het is meer een praktische vraag, en dus is het onderhandelbaar. In de landen om ons heen is illegaliteit wel strafbaar, en het maakt de behandeling van vreemdelingen niet strenger of humaner. (Terzijde: wat wel principieel is, is dat iemand die een illegaal helpt niet zelf strafbaar wordt, maar dat punt is in Nederland gelukkig zeker gesteld).

Als we het in de PvdA erover eens zijn dat toegang tot ons land niet onbeperkt is, en dat er dus door de wet grenzen worden gesteld aan wie hier mag verblijven, dan is de vervolgvraag hoe we op een humane manier omgaan met mensen die buiten die grenzen vallen. Dat moet altijd zijn met respect, in redelijkheid, met matiging, met verstand en met gevoel. Daarover moet het debat gaan. Daar kunnen we verschil maken. Dan doe je wat voor mensen, en daar moet de PvdA zich op richten.