Voorstel van wet - Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en enkele andere wetten, houdende vaststelling van een grondslag voor het stellen van kwaliteitseisen over beroepsoefenaren werkzaam in de jeugdzorg en voor het aanwijzen van een kwaliteitsregister

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33619 - Grondslag voor kwaliteitseisen over beroepsoefenaren werkzaam in de jeugdzorg en voor het aanwijzen van een kwaliteitsregister i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en enkele andere wetten, houdende vaststelling van een grondslag voor het stellen van kwaliteitseisen over beroepsoefenaren werkzaam in de jeugdzorg en voor het aanwijzen van een kwaliteitsregister; Voorstel van wet; Voorstel van wet
Document­datum 01-05-2013
Publicatie­datum 01-05-2013
Nummer KST336192
Kenmerk 33619, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2012–2013

33 619

Aanpassingen van de Wet op de jeugdzorg en enkele andere wetten ten behoeve van de professionalisering van de jeugdzorg

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter waarborging van de verlening van verantwoorde zorg regels te kunnen stellen ten aanzien van de kwaliteit van de beroepsbeoefening in de jeugdzorg;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 47 van de Wet op de jeugdzorg wordt onder vernummering van het tiende en elfde lid tot elfde en twaalfde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 10. 
    Indien een organisatie van beoefenaren van een beroep in de jeugdzorg, een systeem van tuchtrecht heeft georganiseerd, zijn de ambtenaren van de Inspectie jeugdzorg bevoegd in het kader van dat systeem een tuchtklacht in te dienen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter zake nadere regels worden gesteld.

ARTIKEL II

Aan het slot van artikel 3b, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen wordt toegevoegd: Op een particuliere inrichting is het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, eerste en tweede lid en 28, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg voor wat betreft de verantwoordelijkheidstoedeling van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor «de zorgaanbieder» wordt gelezen: de particuliere inrichting.

ARTIKEL III

Aan artikel 48g van de Wet Justitie-subsidies wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. 
    Op een Halt-bureau is het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, eerste en tweede lid, en 28, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg voor wat betreft de verantwoordelijkheidstoedeling van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor «de zorgaanbieder» wordt gelezen: het Halt-bureau.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.