Tata en de toekomst

Met dank overgenomen van A. (Bram) van Ojik i, gepubliceerd op maandag 29 april 2013.

Als politicus praat ik liever niet alleen over maar graag ook met bedrijven, organisaties en mensen om er achter te komen hoe de vork in de steel zit.

Daarom was ik vorige week maandag onder andere met de Amsterdamse GroenLinks wethouder Andrée van Es op bezoek bij Tata-steel (het vroegere Hoogovens) in IJmuiden. Prachtig om een kijkje te mogen nemen op dat uitgestrekte, industriële terrein.

Werkgelegenheid

Ik heb een flinke tijd met de mensen daar gediscussieerd. En ik kom er zeker terug, want we hebben nog veel meer te bespreken. Het gesprek ging nu vooral over werkgelegenheid. Hier en nu en in de toekomst. Fraai is natuurlijk dat bij het bedrijf zo'n 13.000 mensen werken. Dan is de indirecte werkgelegenheid in de regio nog niet meegerekend. Een dergelijk bedrijf heeft dus een belangrijke functie. Dat moet je niet onderschatten. En misschien heeft een staalfabriek niet het beste imago, maar dat is voor een fors deel ook hoogtechnologisch werk. Als je in de hallen rondloopt zie je hoe geautomatiseerd of gerobotiseerd de productie is.

Economische machtsbalans

Een van de dingen waar we uitvoerig bij stil hebben gestaan is de verschuivende economische machtsbalans in de wereld. Die schuivende panelen zijn flink zichtbaar in de wereld van het staal. Zo produceerde China in 1990 8 miljoen ton (mt) staal en Europa 23 mt. In 2010 is dat beeld radicaal omgeslagen: China produceert 45 mt en Europa 23 mt. De Europese staalbedrijven hebben het moeilijk. En als je de cijfers hierboven ziet is dat ook niet gek. De directievoorzitter Theo Henrar vroeg me op de man af hoe ik de toekomst van de staalindustrie in Nederland zag. En ik heb hem eerlijk geantwoord dat ik me afvraag of een Nederlands bedrijf die slag wel kan winnen. Want er zijn nog al verschillen in kosten tussen een land als China of India. Denk alleen maar aan loonkosten of transport. Het lijkt mij niet wenselijk dat we mee gaan doen aan een race to the bottom. Ook de milieubelasting die inherent is aan dit soort productie maakt de toekomst van klassieke staalproductie erg onzeker. Milieuvervuiling moeten we juist terugdringen. In Nederland, in de wereld. We hebben er maar één namelijk.

CO2 handel

Daarom hebben we het ook gehad over het Emissiehandelsysteem (het Europese handelssysteem om CO2 te mogen uitstoten). In die discussie staan Tata en GroenLinks lijnrecht tegenover elkaar. GroenLinks is er voor dat bedrijven betalen voor de vervuiling die ze veroorzaken. Dat stimuleert ze die terug te dringen. Helaas is op dit moment de prijs veel te laag. Met dank aan bedrijven als Tata Steel die dat graag zo willen houden. En aan de conservatieve partijen in het Europees Parlement, die twee weken geleden een reddingsplan voor het systeem wegstemden.

Het roer moet om. Juist een bedrijf als Tata kan nieuwe kansen creëren als ze nog meer inzetten op innovatie ten behoeve van duurzaamheid en de groene economie. Daar zouden ze marktleider in moeten worden. Ook in China worden de voorwaarden om CO2- uitstoot te beperken steeds stringenter. En juist Tata zou die techniek kunnen leveren. Men doet ook al behoorlijk wat aan innovatie maar dat is wat anders dan je bedrijf er volledig op inrichten. Ik denk dat het voor de lange termijn de enige overlevingskans is.

Tot de zomer verschijnen de blogs van Bram van Ojik ook op The Post Online.