Radicalisering in kiem smoren

Met dank overgenomen van A. (Ahmed) Marcouch i, gepubliceerd op maandag 15 april 2013, 12:03.

Niet de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, maar burgemeesters moeten de regie nemen bij het signaleren en behandelen van radicalisering. Ons plan, ontwikkeld in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West, ligt al klaar.

Als we onze methode toepassen in buurten en wijken, met inzet van ervaringsdeskundigen, aangestuurd door de burgemeester, maken we een goede kans de stroom aan jihadstrijders naar Syrië op te drogen en de samenleving te behoeden voor een 'home-made' terreurdreiging. Dat betogen Jeroen Recourt en ik in een opiniestuk in de Volkskrant maandag. Lees verder voor het hele stuk.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) schroefde onlangs het dreigingsniveau op, nadat men niet had kunnen voorkomen dat jongens uit Nederland in Syrië ten strijde zijn getrokken tegen het leger van Assad, onder salafistisch-jihadistische organisaties als Ahrar al-Sham. Met alle gevolgen van dien voor de samenleving, wanneer deze jongens, mogelijk getraumatiseerd én trigger-happy, terugkeren naar Nederland. Dat zij niet tijdig zijn tegengehouden wekt geen verbazing; radicalisering voltrekt zich immers niet in de papieren werkelijkheid van de logge NCTV, maar in de woonwijken. Het signaleren van radicalisering begint dan ook daar: bij ouders, leraren, imams en buurtbewoners.

Drie Belgische burgemeesters kwamen pas met een uitstekend voorstel, namelijk om zo veel mogelijk betrokkenen in de wijken te mobiliseren. Dat moeten wij ook doen. Ons plan, ontwikkeld in Slotervaart, ligt al klaar. Laat de burgemeesters dat plan gebruiken, niet de NCTV-analyses afwachten, maar zelf de wijken ingaan en radicalisering in de kiem smoren.

Plotseling was daar het bericht dat honderd jongens uit Nederlandop jihad zijn getrokken, net als Samir A. tien jaar geleden. De toen 16-jarige Samir A en zijn vriend werden niet gespot door de AIVD, maar tegengehouden bij de grens van Tsjetsjenië. Terug in Nederland beraamde Azzouz een terroristische aanslag, waarvoor hij is veroordeeld. Zowel Azzouz als zijn vriend Mohammed B. woonden in Slotervaart. Geen wonder dat wij juist in Slotervaart zeven jaar geleden de noodklok luidden en een methode ontwikkelden om radicalisering te herkennen en te bestrijden.

De jongens die nu in Syrië kanonnenvoer zijn, zijn in Nederland niet plotsklaps uit bed gestapt als radicale salafisten. Radicalisering voltrekt zich langzaam, en is zichtbaar als je weet hoe je moet kijken. Dit zijn geen jongens die staan te schreeuwen tegen de portier van de disco of juweliers beroven.

De NCTV ziet niet hoe zij zich terugtrekken achter hun computer of op plaatsen waar alleen geestverwanten komen. De NCTV ziet niet hoe zij de omgangsvormen van hun ouders, zusjes en klasgenoten steeds afkeurender becommentariëren. Dat zien alleen de mensen die hen dagelijks meemaken.

Vraag dat maar aan het buurtcentrum dat zag hoe hun vrijwilliger Mohammed B. steeds heftiger protesteerde als alcohol werd geschonken of als mannen en vrouwen in één ruimte verkeerden - en hoe hij zich uiteindelijk terugtrok. Vraag het aan de ouders die de baard van hun zoon zien groeien, de broekspijpen omhoog zien gaan en hun kind woorden in de mond horen nemen als haram, hel en paradijs. Lang niet al deze jongens worden radicaal, laat staan jihadist of terrorist, maar zodra de eerste signalen zich aandienen is het wel de hoogste tijd voor een goed gesprek, theologisch onderbouwd. Radicalisering komt namelijk niet voort uit armoe-de en discriminatie, maar is een religieuze ontsporing.

Wat moeten de burgemeesters doen? Onze methode tegen radicalisering begint ermee ouders, docenten, jongerenwerkers en wijkagenten te leren de uitingsvormen van beginnende radicalisering te herkennen. Dan is de oplossing niet om de jongens het huis, de klas, club of moskee uit te mikken, maar om de confrontatie aan te gaan. De burgemeesters moeten daartoe te hulp schieten door ervaringsdeskundigen te mobiliseren: evenwichtige moslims die religieus onderbouwd in debat kunnen met deze jongens. De burgemeesters bieden hen debattechnieken en locaties aan. Daarnaast moeten zij manifeste jihadplannen kunnen verhinderen door de jongens hun paspoorten in te nemen.

De NCTV heeft het dreigingsniveau verhoogd, want de kans is reëel dat de 100 vertrokken jongens terugkeren als getraumatiseerde jihadstrijders. De veiligheidsdiensten doen er goed aan deze jongens bij de grens op te vangen, en ze te behandelen tegen hun mentale ontsporing. Daarmee voorkomen we een hoop ellende.

Maar zover mag het nooit weer komen. Niet de NCTV, maar burgemeesters moeten de regie nemen bij het signaleren en behandelen van radicalisering. Als we onze methode toepassen in buurten en wijken, met inzet van ervaringsdeskundigen, aangestuurd door de burgemeester, maken we een goede kans de stroom aan jihadstrijders naar Syrië op te drogen en de samenleving te behoeden voor een home-made terreurdreiging.