Schriftelijke vragen gesteld over het fuseren van ziekenhuizen

Met dank overgenomen van L.Th. (Lea) Bouwmeester i, gepubliceerd op maandag 4 februari 2013.
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Lea Bouwmeester

Vandaag heb ik schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en aan de minister van Economische Zaken. Dit naar aanleiding van een interview in het NRC Handelsblad.

De vragen kunt u hieronder lezen en worden binnen 3 weken beantwoord.

Schriftelijke vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Economische Zaken over het fuseren van ziekenhuizen

1.

Bent u bekend met het interview met de heer Don, lid van de Raad van Bestuur van de NMa, zoals gepubliceerd in het NRC Handelsblad van 21 januari 2013 (‘Ziekenhuis te groot? Dat toetsen we niet’) en met de ingezonden brief van de heer Abeln en anderen, zoals gepubliceerd in het NRC Handelsblad van 29 januari 2013 (‘Laat NMa ook kijken naar ziekenhuissamenwerking’) die hierop een reactie is?

2.

In het interview suggereert Don dat de NMa strenger kijkt naar fusies dan naar samenwerking tussen ziekenhuizen (‘Het is minder helder voor de klant, en daarom potentieel schadelijker’). Bent u het ermee eens dat deze suggestie ongelukkig is, en dat er geen reden is om nuttige vormen van samenwerking tussen ziekenhuizen strenger te beoordelen dan fusies?

3.

Bent u het met de PvdA eens dat het interview met Don de indruk wekt dat de NMa liever heeft dat ziekenhuizen fuseren in plaats van samen te werken?

4.

Herkent u zich in de kritiek van ziekenhuisdirecteuren dat de opstelling van de NMa bij fusies respectievelijk samenwerking tussen ziekenhuizen een vlucht stimuleert naar de ‘veilige weg’ van de fusie? Bent u bereid te onderzoeken hoe deze perverse fusieprikkels kunnen worden weggenomen, zodat ziekenhuizen niet onnodig fuseren omdat dit nu kennelijk de makkelijkste weg?

5.

Het is de PvdA bekend dat het niet (meer) mogelijk is om samenwerkingsovereenkomsten voor goedkeuring aan te melden bij de NMa. Wel is het mogelijk om aan de NMa een informele zienswijze te vragen over plannen tot samenwerking. De NMa heeft ook richtsnoeren over samenwerking in de zorg gepubliceerd, maar deze zijn algemeen en theoretisch van aard.

a. Hoe vaak is er door de NMa in de afgelopen drie jaar een informele zienswijze gegeven over samenwerking tussen ziekenhuizen?

b. Bent u met de PvdA van mening dat de NMa vaker, al dan niet op eigen initiatief, informele zienswijzen zou moeten publiceren over concrete samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen, om zodoende meer duidelijkheid te geven over toegestane vormen van samenwerking tussen ziekenhuizen?

c. Hoe gaat de u dit bij de NMa bevorderen?

6.

De heer Don geeft in het interview aan dat er weleens zorgen zijn: ‘worden de ziekenhuizen niet te groot, zijn ze nog wel bestuurbaar’, maar dat dit niet onder de toets van de NMa valt.

a. Deelt u de zorgen van de heer Don op dit punt?

b. Kunnen deze signalen meegewogen worden in de nieuwe fusietoets van de NZa?

c. Zo ja, hoe ziet u dit concreet voor zich?

d. Zo nee, hoe bent u dan van plan om onnodige schaalvergroting bij de ziekenhuizen tegen te gaan als het fusietoezicht van de NMa en de NZa hier niets tegen kan doen?