33520 - Implementatiewet richtlijn consumentenrechten
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 23 januari 2013 ingediend door de minister van Veiligheid en Justitie, Opstelten1, en de minister van Economische Zaken, Kamp2.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat de Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad moet worden omgezet in bepalingen van nationaal recht en dat daartoe de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten moeten worden gewijzigd.
Inhoudsopgave
Wijziging van de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijke Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 199/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 304/64) (Implementatiewet richtlijn consumentenrechten)
Bij dit wetsvoorstel werd een nota van wijziging en een nota van verbetering ingediend. (25 stuks)2 |
23 januari 2013, koninklijke boodschap, nr. 1
KST335201 Koninklijke boodschap |
2 |
23 januari 2013, voorstel van wet, nr. 2
KST335202 Voorstel van wet |
2 |
23 januari 2013, memorie van toelichting, nr. 3
KST335203 Memorie van toelichting |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, het betrokken EU-dossier, de betrokken EU-wetgeving, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.VVD-bestuurder, minister en partijvoorzitter, die werd gevormd in de gemeenteadministratie en daarna op 28-jarige leeftijd aan een indrukwekkende loopbaan begon als burgemeester. Na een onderbreking van vijf jaar als topambtenaar op Binnenlandse Zaken werd hij in 1992 eerste burger van Utrecht en ruim zes jaar later van het voorheen 'rode bolwerk' Rotterdam. Was een krachtig, maar soepel handhaver van gezag. Daarna nog waarnemer in Tilburg en vanaf 2008 voorzitter van de VVD. Politieke peetvader van Mark Rutte en na de formatie van diens eerste kabinet, waarin hij een groot aandeel had, minister van Veiligheid en Justitie. Voerde voortvarend een nieuwe Politiewet in. Kwam in het kabinet-Rutte II minder uit de verf en moest voortijdig aftreden. Rasbestuurder met een fors postuur en sonore basstem, die amicaal en prettig in de omgang is.
- 2.Henk Kamp (1952) was van 24 september 2021 t/m tot 10 januari 2022 minister van Defensie in het (demissionaire) kabinet-Rutte III. Eerder was hij in het kabinet-Balkenende I minister van Volkshuisvesting en nam later in dat kabinet ook Defensie op zich; een ministerschap dat hij ook bekleedde in Balkenende II. Had toen intensieve bemoeienis met de missies in Irak en Uruzgan. Na twee jaar Kamerlid en een functie op de Antillen keerde hij in 2010 terug als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Rutte I. Wegbereider van het kabinet-Rutte II en daarin minister van Economische Zaken. De heer Kamp begon zijn loopbaan als fiscaal rechercheur en wethouder van Borculo en werd in 1994 Tweede Kamerlid voor de VVD. Sinds 1 januari 2018 was hij voorzitter van branchevereniging ActiZ (zorg).
- 3.Foort van Oosten (1977) was van 20 september 2012 tot 20 februari 2019 VVD-Tweede Kamerlid. Hij was in 2011-2012 wethouder van Schiedam en daarvoor advocaat en voorzitter van de Rekenkamer in de gemeente Leiderdorp. De heer Van Oosten was als Kamerlid woordvoerder justitie (onder meer aanpak criminaliteit, strafrecht, justitieel jeugdbeleid, rechterlijke organisatie, rechtsbijstand, uitvoeringsketen), alsmede koninklijk huis. Sinds september 2018 was hij voorzitter van de vaste commissie voor Europese zaken.
- 4.Mei Li Vos (1970) is sinds 11 juni 2019 lid van de PvdA-Eerste Kamerfractie en was tot 13 juni 2023 tevens fractievoorzitter. Zij kwam in 2007 in de Tweede Kamer, na oprichtster en voorzitter te zijn geweest van het zich op flexwerkers en deeltijd-werknemers richtende AVV (het Alternatief voor Vakbond). Adviseerde daarvoor onder meer de overheid over de gevolgen van informatisering. Werd na haar eerste periode in de Kamer (tot 2010) directeur p.r. en public affairs van Orange Gas en opnieuw publiciste. Keerde in 2012 terug als Kamerlid. Was ondervoorzitter van de enquêtecommissie Fyra en is sinds 2023 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
- 5.Juriste in de D66-Eerste Kamerfractie 2011-2015, die zich als Kamerlid vooral bezighield met justitie, asielbeleid, zorg en sociale zaken. Zo voerde zij het woord bij de behandeling van wetsvoorstellen over langdurige zorg, het Nederlanderschap, verhoging van de AOW-leeftijd, de gerechtelijke indeling en vernieuwing van de wet maatschappelijke ondersteuning. Voor zij in de Eerste Kamer kwam achttien jaar werkzaam als advocaat en daarna tweeëntwintig jaar als rechter, kantonrechter en vicepresident van de rechtbank in Amsterdam.