Spreektekst Mark Verheijen bij debat over de Europese Top

Met dank overgenomen van M.L. (Mark) Verheijen i, gepubliceerd op woensdag 12 december 2012.

“Alles ademt voorwaarts, met of zonder burgers”. Voorzitter, niet mijn woorden maar de woorden van Martin Sommer afgelopen zaterdag in de Volkskrant. Woorden die denk ik ook een breed gevoel van ongemak weergeven in onze samenleving. Een gevoel waar we terdege rekening mee moeten houden. Zeker ook nu we vandaag een reeks van voorstellen over de toekomst van Europa.

En voor u staat iemand die doordrongen is van het belang van Europa en Europese samenwerking. Iemand die gelooft dat Europa niet alleen een rijke historie kent maar vooral een sterke toekomst. Iemand die gelooft dat Europa niet alleen het avondland is maar ook de komende eeuwen een vitaal werelddeel zal blijven. Maar wat ons betreft ook een Europa dat burgers niet berooft van hun nationale identiteit, geen federaal Europa. Een Europa dat haar burgers verliest in de ontwikkelingen, dreigt uiteindelijk alles te verliezen. En voorzitter, wat ons betreft is een federaal Europa ook niet het antwoord op de huidige problemen. Wat wel de oplossing is, is het nuchter analyseren van de tekortkomingen uit het verleden en die aanpakken.

Vandaag bespreken wij een aantal voorstellen om herhaling van de huidige problemen te voorkomen. Hoe zorgen we ervoor dat de crisis waarin Europa op dit moment gevangen zit zich niet meer kan voordoen. Dit gaat niet van vandaag op morgen. En ja, op korte termijn moeten we ook bereid zijn besluiten te nemen om te zorgen dat de euro blijft bestaan. Niet omdat het leuk is of omdat we het graag doen maar omdat de euro als sterke munt in ons Nederlands belang is.

Wij danken het kabinet voor de toegezonden kabinetsinzet en geannoteerde agenda en zijn blij met de nuchtere en zakelijke toon. Wij zullen aangeven waar wij aanvullingen of aanscherpingen wensen te zien.

Laat ik beginnen voorzitter met een korte analyse van de problemen zoals wij die zien. En wat ons betreft voorzitter gaan we terug naar Maastricht. Terug naar de onderhandelingen van 1991. Terug naar het verdrag van Maastricht. Twee zaken kunnen we daarbij constateren: de afspraken zijn niet altijd nagekomen en op twee fronten zijn er weeffouten geslopen in het systeem. Tijd om deze omissies te herstellen.

Een belangrijk onderdeel van het Verdrag van Maastricht was een no-bailout clausule waardoor landen niet voor elkaars schulden hoeven op te draaien. Dit is om meerdere redenen door de markten niet geloofd en daarmee mislukt. Landen hebben zodoende lange tijd tegen te lage rentes geld voor consumptieve doeleinde kunnen lenen op de kapitaalmarkten en zich kunnen overladen met schulden. Daarnaast zijn de afspraken die zijn gemaakt over begrotingstekorten, staatsschuld, transparantie niet nagekomen danwel niet geborgd.

Het voorgaande leidt voor de VVD tot de volgende vier stappen: - de VVD is voorstander van een strenge interventieladder met sancties en uiteindelijk een uittredingsmogelijkheid uit de eurozone, - wij zijn sceptisch over de waarde en betekenis van landencontracten, - wij zijn tegenstander van een aparte Europese begrotingsfacititeit, - de VVD steunt de stapsgewijze en zorgvuldige invoering van een bankenunie.

In het vervolg zal ik verder ingaan op deze vier zaken. Tenslotte zal mijn collega Harbers nog ingaan op het aangepaste steunprogramma voor Griekenland zoals dat op dit moment voorligt.

Wij zijn voorstander van een Europese Unie waarbij wij als landen met elkaar afspreken dat we ons aan de afspraken houden. Helaas ontbrak het daaraan. Landen als Duitsland en Frankrijk bedachten dat ze zich niet aan de begrotingsnormen hoefde te houden en Griekenland verzon de cijfers bij elkaar. We moeten terug naar het uitgangspunt afspraak is afspraak. De voorgestelde interventieladder met een versterkte Eurocommissaris is daarvoor een goede figuur. Landen die zich aan de samen gemaakte afspraken houden hoeven niet te vrezen. Van landen die de regels aan de laars lappen wordt de beleidsruimte geleidelijk ingeperkt en treden er semiautomatische of automatische sancties op. Niet omdat wij ons graag bemoeien met het Franse pensioenstelsel of de Spaanse woningmarkt maar omdat problemen daar niet alleen hen maar uiteindelijk de Europese stabiliteit en daarmee onze welvaart in gevaar brengt.

En uiteindelijk hebben de goede te lijden onder de kwaden en is het daarom te billijken dat de kwaden beperkt worden in hun vrijheid. En naarmate de ladder wordt beklommen zou dit uiteindelijke moeten leiden tot opschorting van het stemrecht in de Europese raad en tenslotte een mogelijkheid tot uittreding uit de euro. Dit is voor ons een essentieel in een toekomstige verdragswijziging. Deze interventieladder maakt klip en klaar waar landen staan en hoe dicht ze eventueel bij de afgrond zijn.

Banken in de Europese Unie zijn steeds nauwer verweven maar het toezicht en de achtervang zijn een nationale zaak. Dat vormt een toenemende mate een risico en is daarmee een van de eerder genoemde weeffouten. Een bankencrisis leidt immers meteen tot een landencrisis en heeft daarmee effect op de stabiliteit van de eurozone. Een stapsgewijs ingevoerde bankenunie is dan ook in Nederlands belang. Maar het tijdens de rit, op dit moment van economische en monetaire crisis, invoeren van een bankenunie is echter een ingewikkelde zaak en dient zeer zorgvuldig te gebeuren. Juist om te zorgen dat wij als Nederland geen balansen van slechte banken gaan opschonen. Het tijdspad van de commissie lijkt ons dan ook volstrekt onhaalbaar. Wij zeggen het dit en het vorige kabinet na: zorgvuldigheid gaat boven snelheid. Wij stellen drie voorwaarden:

  • Eerst functionerend toezicht, dan pas het instellen van een resolutiemechanisme en depositogarantiestelsel.
  • En review vooraf op banken en opschoning van balansen door in de eerste plaats aandeelhouders en daarna betreffende landen.
  • Alle banken dienen onderdeel uit te maken van het systeem en er dient een gelijk speelveld te worden gecreëerd middels het ‘single rule book’.

Voorzitter, wij zijn sceptisch over de geïntroduceerde figuur van de individuele contracten tussen de Europese Commissie en individuele landen. Wat zo vraag ik het kabinet voegen deze contracten hier nog aan toe?

Voorzitter, de VVD is tegenstander van de begrotingsfaciliteit waarover wordt gesproken. Het is niet wenselijk structureel solidariteit in de vorm van een transferunie te organiseren binnen Europa. Binnen natiestaten lukt dit met nodige moeite nog wel maar binnen een werelddeel niet. De verschillen zijn daarvoor te groot, het gezamenlijk belang te klein en de eigen zorgen te dichtbij. Structurele steun van landen die hun verantwoordelijkheid wel nemen richting landen die deze verantwoordelijkheid niet nemen, kan niet aan de orde zijn. Een eigen aanvullende ‘fiscal capacity’, een open Eurobegroting in handen van de Europese Commissie, met extra middelen of aanspraken op lidstaten om schokken op te vangen kunnen wij daarom niet steunen. Hier trekken wij als VVD een streep.

Voor een aantal zaken zoals hierboven geschetst zijn verdragswijzigingen nodig. De plannen van Van Rompuy geven hierover geen duidelijkheid.

Tenslotte voorzitter, wij zeggen vandaag een aantal keren nee. Nee tegen eurobonds, nee tegen een federaal Europa, nee tegen een nieuwe Eurobegroting. Maar wij zeggen ook ‘ja’. Ja om Europa en daarmee Nederland vooruit te helpen. Ja tegen handhaving van begrotingsafspraken en -normen en Ja tegen de voorstellen zoals die ook deze week voorliggen over de Interne Markt (Single Market Act II) die op termijn ervoor moeten zorgen dat Europa weer gaat groeien. Dat we er uiteindelijk door Europese samenwerking als sterke economie toe doen in de wereld.