Brief regering; Ingangsdatum van de aanwijzing - Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting als massaal bezwaar

Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 33457 - Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting als massaal bezwaar.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting als massaal bezwaar; Brief regering; Reactie op de brief van de vaste commissie voor Financiën inzake het besluit aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting als massaal bezwaar
Document­datum 22-11-2012
Publicatie­datum 22-11-2012
Nummer KST334572
Kenmerk 33457, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

33457            Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting als massaal bezwaar

Nr. 2              Brief van de staatssecretaris van Financiën

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2012

De vaste commissie voor Financiën kan zich in beginsel verenigen met mijn besluit van 23 oktober 2012, nr. BLKB2012/1665M, Stcrt. 2012, 22059. De commissie heeft mij evenwel verzocht de Kamer te informeren over de datum vanaf welke een bezwaar als massaal bezwaar wordt aangewezen en tevens toe te lichten of terugwerkende kracht met één maand mogelijk is. Hierover bericht ik u het volgende.

De aanwijzing als massaal bezwaar heeft overeenkomstig artikel 25a van de

Algemene wet inzake rijksbelastingen betrekking op bezwaarschriften waarop op de datum van het besluit (23 oktober 2012) nog geen uitspraak was gedaan.

De achtergrond hiervan is de volgende.

De uitspraak van Rechtbank Breda die aanleiding is geweest tot de massale bezwarenstroom en uiteindelijk tot de aanwijzing als massaal bezwaar, is gedaan op 13 juli 2012, verzonden aan partijen op 23 juli 2012 en gepubliceerd op www.rechtspraak.nl op 1 augustus 2012.

De Belastingdienst heeft direct bij kennisneming van de uitspraak onderkend dat deze tot een massale bezwarenstroom zou kunnen leiden en dienovereenkomstig maatregelen genomen. Deze maatregelen bestonden er onder meer uit dat de bezwaarschriften die binnenkwamen naar aanleiding van de uitspraak zijn aangehouden, en dat er voorbereidingen zijn getroffen voor de aanwijzing tot massaal bezwaar.

Waar de wettelijke termijn voor het doen van uitspraak dreigde te verlopen, is deze termijn conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht verdaagd.

Aangezien de termijn voor het doen van uitspraak zes weken (gerekend vanaf het einde van de bezwaartermijn) en de maximale verdagingstermijn eveneens zes weken bedraagt, diende aanwijzing tot massaal bezwaar uiterlijk op 24

oktober 2012 plaats te vinden, te weten 12 weken na 1 augustus 2012 (datum publicatie uitspraak).

De tussenliggende periode was nodig om een beeld te krijgen van de omvang van de bezwarenstroom en in overleg met enkele brancheorganisaties en een aantal gemachtigden geschikte en representatieve bezwaarschriften te selecteren ten behoeve van de te voeren proefprocedures,.

Door het besluit tot aanwijzing te nemen op 23 oktober 2012 is, gelet op het bovenstaande, bewerkstelligd dat alle bezwaarschriften die zijn ingediend naar aanleiding van de uitspraak van Rechtbank Breda als massaal bezwaar zijn aangewezen. In zoverre is er, materieel bezien, sprake van terugwerkende kracht van circa 12 weken. Er zijn geen argumenten die pleiten voor een verdergaande terugwerkende kracht.

Tegen een verdergaande terugwerkende kracht pleiten de volgende argumenten:

  • 1. 
    Als er al openstaande bezwaren zijn die zijn ingediend vóór 1 augustus 2012 en die, hoewel ze niet op de uitspraak van de Rechtbank Breda (kunnen) zijn gebaseerd, dezelfde rechtsvraag betreffen als de rechtbankuitspraak, vallen deze onder de aanwijzing als massaal bezwaar (zie onderdeel 2, eerste gedachtestreepje van het besluit).
  • 2. 
    Het terugdraaien van uitspraken op bezwaarschriften, ingediend vóór 1 augustus 2012, die wel reeds zijn gedaan, staat op gespannen voet met het wettelijk systeem met betrekking tot de rechtsbescherming van belastingplichtigen.
  • 3. 
    Het in acht nemen van terugwerkende kracht van welke duur dan ook, zonder dat er voor die termijn een deugdelijke onderbouwing bestaat, zal leiden tot rechtsongelijkheid tussen belanghebbenden die net wel en net niet binnen de nader vastgestelde termijn vallen.

Gelet op het bovenstaande acht ik geen noodzaak aanwezig voor (verdergaande) terugwerkende kracht en acht ik die evenmin wenselijk.

Ik hoop de vragen van de vaste commissie hiermee voldoende en tot tevredenheid van uw Kamer te hebben beantwoord.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.