Hoofdpijn en hartzeer

Met dank overgenomen van C.G. (Kees) van der Staaij i, gepubliceerd op vrijdag 3 december 2010.

Asiel en migratie is altijd al een gevoelige ministerspost, een portefeuille met hoofdpijn en hartzeer. Het gaat over beslissingen die diep ingrijpen in het leven van mensen: mogen ze wel of niet in Nederland komen of blijven?

In deze kabinetsperiode komt daar nog een extra politieke gevoeligheid bij. Voor de PVV is een strak toelatingsbeleid cruciaal voor de steun aan het kabinet - en daarmee de immigratieparagraaf de navelstreng van de gedoogconstructie.

Veel CDA-ers volgen daarentegen juist met argusogen of het beleid van hun kabinet op dit onderwerp wel humaan genoeg uitpakt. En natuurlijk zijn er altijd wel wat oppositiepartijen in de buurt om elke sluimerende onvrede eens flink aan te wakkeren.

Kortom: een lastige klus voor Minister Leers, die deze week het eerste grote beleidsdebat met de Kamer had. Groot politiek vuurwerk bleef uit. Ik vond het opvallend dat aan het eind van het debat een partij als D66 naar voren bracht dat het eigenlijk wel meeviel, terwijl tegenpool PVV de conclusie trok dat het wel goed ging... Dat kan toch moeilijk allebei kloppen? Laten we het er maar op houden dat minister Leers zich een bekwaam evenwichtskunstenaar heeft getoond. Maar er zullen nog heel wat staaltjes van politiek balanceren nodig zijn, om veilig door dit mijnenveld te komen. Het is en blijft het meest kwetsbare onderdeel van het kabinetsbeleid. De immigratieparagraaf is eigenlijk de navelstreng van de gedoogconstructie.

In mijn bijdrage aan het debat namens onze SGP-fractie, heb ik verwezen naar het Bijbelgedeelte dat wij ’s morgens in de fractievergadering lazen. Een kernachtig woord uit Micha 6, vers 8, dat spreekt over recht doen, weldadigheid liefhebben, en ootmoedig met God te wandelen. Recht doen en weldadigheid liefhebben horen bij elkaar. Gevoed en gedragen door een ootmoedige wandel met God - luisteren naar Zijn Woord. Het gaat om rechtvaardigheid en barmhartigheid. Dat heeft ook gevolgen voor het vreemdelingenbeleid. Het is duidelijk dat wij in een klein en dichtbevolkt land een streng toelatingsbeleid moeten volgen. Voorkomen moet ook worden, dat door een ondoordacht toelatingsbeleid de integratieproblemen van de toekomst worden geschapen. Maar tegelijkertijd moet er altijd oog zijn voor mensen in nood, die werkelijk voor vervolging te vrezen hebben. Als zij in het land of de regio van herkomst geen veilig heenkomen kunnen vinden, moeten we hen hier gastvrij opvangen.

Dat evenwicht zoeken wij ook nu op het gevoelige terrein van het vreemdelingenbeleid. Wij steunen bijvoorbeeld strengere maatregelen tegenover vreemdelingen die misdrijven plegen. Een strenger toelatingsbeleid voor degenen die niet als vluchteling zijn aan te merken is ook billijk. Nederland moet echter een veilige haven blijven voor bijvoorbeeld mensen die in Irak vervolgd worden, of christenen die in Iran in de problemen zijn gekomen. Ook asielzoekers uit Iran die in Nederland christen zijn geworden, verdienen die bescherming. De minister bevestigde gelukkig dat dit het uitgangspunt is en blijft.

Het kabinet wil met plannen komen om illegaal verblijf in Nederland strafbaar te stellen. Nu zit ons strafrecht zo in elkaar, dat ook het behulpzaam zijn bij een misdrijf, strafbaar is. Maar geldt dit dan ook voor degenen die een pan soep geeft aan een uitgeprocedeerd gezin in de vrieskou? Dat zou natuurlijk je reinste onbarmhartigheid zijn. Daarom heeft de SGP ook steun gegeven aan een motie die dit buiten twijfel wil stellen.

Overigens is onze inzet er eerst en vooral op gericht, dat voorkomen wordt dat illegalen op straat zwerven. Mensen die niet in Nederland mogen blijven, moeten ook daadwerkelijk terugkeren. En als mensen echt niet terug kunnen, zou er gewoon legaal verblijf en onderdak geregeld moeten worden. Daar gaat in de praktijk helaas nog heel wat mis.

Het gaat in debatten over immigratie en integratie vaak nog over voormalige gastarbeiders uit landen als Turkije en Marokko. Het is zaak echter ook goed oog te hebben voor de positie van hedendaagse ‘gastarbeiders’ uit Oost-Europese landen die in de afgelopen jaren tot de Europese Unie zijn toegetreden dan wel in de wachtkamer zitten. Voor een specifieke, schrijnende kwestie heeft de SGP bij dit debat over asiel en migratie aandacht gevraagd: de afschuwelijke praktijken om bijvoorbeeld bij Hongaarse kindertehuizen of in arme dorpen in Bulgarije kwetsbare jonge vrouwen te werven voor het werk in de Nederlandse prostitutie. Het Nederlandse liberale prostitutiebeleid werkt als een magneet voor illegale vrouwenhandel. In Nederland komen ze vaak bovendien nog eens in schrijnende omstandigheden terecht, uitgebuit door pooiers. Het is hoog tijd aan deze praktijken een eind te maken. Onze oproep aan het kabinet is daarom: stop immigratie voor werk in de prostitutie.