Kaderbesluit 2008/841 - Bestrijding van georganiseerde criminaliteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Dit kaderbesluit is op 11 november 2008 gepubliceerd en is op dezelfde dag in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit

officiële Engelstalige titel

Council Framework Decision 2008/841/JHA of 24 October 2008 on the fight against organised crime
 
Rechtsinstrument Kaderbesluit
Wetgevingsnummer Kaderbesluit 2008/841
Origineel voorstel COM(2005)6 NLEN
Celex-nummer i 32008F0841

3.

Key dates

Document 24-10-2008
Bekendmaking in Publicatieblad 11-11-2008; Special edition in Croatian: Chapter 19 Volume 016,OJ L 300, 11.11.2008
Inwerkingtreding 11-11-2008; in werking datum publicatie zie art 12
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

11.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 300/42

 

KADERBESLUIT 2008/841/JBZ VAN DE RAAD

van 24 oktober 2008

ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 29, artikel 31, lid 1, onder e), en artikel 34, lid 2, onder b),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Haagse programma beoogt de versterking van het gemeenschappelijke vermogen van de Unie en haar lidstaten om met name de georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden. Dit doel moet in het bijzonder worden verwezenlijkt door middel van de onderlinge aanpassing van de wetgeving. Het gevaar dat uitgaat van criminele organisaties en de proliferatie die zij doormaken, noodzaken de lidstaten van de Europese Unie nauwer samen te werken en een doeltreffende reactie te formuleren die beantwoordt aan de verwachtingen van de burgers en aan hun eigen behoeften. In dit verband wordt in punt 14 van de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 4 en 5 november 2004 opgemerkt dat de Europese burgers verwachten dat de Europese Unie grensoverschrijdende problemen zoals georganiseerde criminaliteit, met vereende krachten en op een doeltreffender wijze aanpakt, met inachtneming van de fundamentele vrijheden en rechten.

 

(2)

In haar mededeling van 29 maart 2004 over bepaalde maatregelen die moeten worden genomen op het gebied van de bestrijding van terrorisme en andere ernstige vormen van criminaliteit, heeft de Commissie verklaard dat het instrumentarium voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in de Europese Unie moet worden versterkt en dat zij een kaderbesluit zou opstellen ter vervanging van Gemeenschappelijk Optreden 98/733/JBZ van 21 december 1998 inzake de strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie in de lidstaten van de Europese Unie (2).

 

(3)

In punt 3.3.2 van het Haagse programma wordt gesteld dat de onderlinge aanpassing van het materieel strafrecht tot doel heeft de onderlinge erkenning van vonnissen en rechterlijke beslissingen en politiële en rechterlijke samenwerking op het gebied van het strafrecht te vergemakkelijken en gebieden van ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie betreft, en dat de prioriteit moet uitgaan naar de vormen van criminaliteit die met name genoemd worden in de verdragen. De nationale definities van strafbare feiten die verband houden met de deelneming aan een criminele organisatie dienen derhalve op elkaar afgestemd te worden. Dit kaderbesluit bestrijkt bijgevolg strafbare feiten die gewoonlijk door een criminele organisatie worden gepleegd. Voorts dienen ten aanzien van natuurlijke personen en rechtspersonen die dergelijke strafbare feiten hebben gepleegd of ervoor verantwoordelijk zijn, straffen te worden vastgesteld die in overeenstemming zijn met de ernst van deze strafbare feiten.

 

(4)

De uit artikel 2, onder a), voortvloeiende verplichtingen laten onverlet dat het de lidstaten vrijstaat om andere groepen, ook groepen van personen wier activiteiten geen financieel of ander vermogensvoordeel beogen, als criminele organisaties aan te merken.

 

(5)

De uit artikel 2, onder a), voortvloeiende verplichtingen laten onverlet dat het de lidstaten vrijstaat ervan uit te gaan dat de term „criminele activiteiten” het verrichten van materiele handelingen impliceert.

 

(6)

De Unie dient voort te bouwen op de belangrijke resultaten die internationale organisaties hebben geboekt, waaronder met name het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (Verdrag van Palermo), dat namens de Europese Gemeenschap is goedgekeurd bij Besluit 2004/579/EG van de...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.